Het 2e Utrecht Blues Festival werd op 17 maart 2024 jl. gehouden in zaal Ronda van TivoliVredenburg, Utrecht. Een sfeerverslag door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois. Klik HIER om het gehele album te kunnen bekijken.
In gezelschap van de vriendelijke TV-begeleiding bereiken we Ronda zaal en haar foyer. Als blijkt dat in de Ronda-foyer helemaal geen podium is opgesteld horen we muziek uit de entreehal van het complex komen. Als we onze oren spitsen blijkt de eerst act zich op het RABO Open Stage op de begane grond van TivoliVredenburg af te spelen, dus gaat deze delegatie weer naar beneden om daar gelukkig toch nog een paar nummers mee te pikken.
Roel Spanjers & Rob Wijtman laten de bezoekers van het festival, maar ook de simpele voorbijganger die in ‘Het Gegeven Paard’ een drankje doet, kennismaken met de New Orleans blues en jazz van weleer.
Toetsenist Roel Spanjers is een bekende in ‘bluesland’ maar ook bij het grote publiek geen onbekende want hij begeleidde niet alleen vele Amerikaanse bluesartiesten zoals Luther Allison en Malford Milligan, maar ook Frederique Spigt en is regelmatig te zien in de theatershows van Leo Blokhuis en Johan Derksen.
Rob Wijtman is de drummer van Ocobar waar hij met een van mijn favorieten gitaristen (Cock van Vuuren) door theaterland trekt en ook Ocobar was weer bij Leo Blokhuis te zien. We horen de lekkere swamppop song ‘Mathilda’ waarin Spanjers en Wijtman de toeschouwers aan het heupwiegen krijgen. Als pianist is een song van Fats Domino natuurlijk onvermijdelijk dus gaan de eerste beentjes in de entreehal van de vloer op de tonen van ‘All By Myself’. Wij van TBA? moeten helaas alweer aanstalten maken om naar boven te geraken voor de eerste act in de Ronda.
Onze MC Jaap Boots vertelt de bezoekers van dit tweede Utrecht Blues Festival dat de openers in Ronda zaal Tad Robinson & The Özdemirs zijn. Tad Robinson is op tour door Europa en werd door deze band al op diverse Nederlandse podia op professionele wijze bijgestaan.
Zanger en blues-harpist Tad Robinson wordt net als in Haarlem ook hier in de Domstad bijgestaan door The Özdemirs. Op toetsen zien we Italiaan Alberto Marsico .
The Özdemirs zijn vader Erkan (bass) – die de blues die-hard zou kunnen kennen als Memo Gonzalez’ Bluescaster – en zonen Levent (drumms) en Kenan (gitaar) die allen in Duitsland hun residentie vinden. Ook is er een blazers-duo meegekomen naar Utrecht, zij komen dan weer uit Denemarken, we zien Johan Bylling Lang op saxofoon en Michael Millfield Mølhede op trompet. Een internationale samensmelting van musici…..dat kan slechts vuurwerk opleveren!
Tad Robinson zelf is woonachtig in Chicago maar werd 67 jaar geleden geboren in New York City. De man die al ettelijke keren tot Soul Male Artist Of The Year werd verkozen en wiens albums diverse malen Soul Album Of The Year werden uitgeroepen zal de avond vlottrekken met een stijl dat het best getypeerd kan worden tot ‘bluezy soulish’.
Hier in TivoliVredenburg heeft Alberto Marsico de beschikking over Leslie en dat maakt van deze reporter een ‘happy bunny’. Net als in Haarlem is hier de binnenkomer ‘Keep It In The Vault’, een uitnodiging aan de dames om “walk the walk” te blijven volhouden zodat de man er opgewonden van raakt maar gooi jezelf in geen geval te grabbel.
In ‘I Don’t Do Halfway Baby’ krijgen de blazers een hoofdrol en scheurt Kenan nog harder op de gitaar dan ik eerder mee mocht maken. Toch zie ik maar weinig bezoekers in beweging komen.
Ook ‘Real Street’ kan daar geen verandering in brengen. Het moet dan ook gezegd, Tad geeft een ‘all American’ show weg waar weinig interactie met het publiek deel van uit maakt.
Tad is een goede performer maar wij in D’n Lage Landen zijn misschien wat verwend en vragen om nét dat beetje meer om ons over de streep te trekken.
In ‘Back To Chicago’ krijgt Alberto Marsico genoeg tijd te soleren op de B3, zo ook de jonge Kenan Özdemir die de Fender laat huilen, Michael Millfield Mølhede tekent voor de solo op trompet die samen de zang van Robinson body geven. ‘Changes’ dat op het Real Street album is te vinden wordt vuiger gebracht dan dat ik vrijdag jl. mocht beluisteren, lekker hoor!
De fotograaf van dienst is extra alert als de Chromatic smoelenschuiver erbij gehaald wordt, we horen ‘Low Down Dirty Shame’ dat bij dit setje in de platenkast prijkt in de uitvoering van Carey Bell. Een goede set maar naar mijn bescheiden mening had deze zaal meer ‘vuurwerk’ verdiend.
Meena Cryle & the Chris Fillmore Band betreden om kwart voor drie het podium en ik ben enthousiast want het is alweer een jaar of wat geleden dat ik hen zag optreden. De Oostenrijkse Meena Cryle en Chris Fillmore spelen al sinds hun tienerjaren samen muziek. Nog immer is het vuur tussen de twee muzikanten niet gedoofd en bleken de succesvolle optredens in 2016 op de Belgische toonaangevende festivals Blues Peer, Swing Wespelaar en het optreden in de Northsea Jazz Club van weleer hun visitekaartje. Gitarist Chris Fillmore wordt in de media gelauwerd om zijn technische, passievolle gitaarspel waar Elvis Presley, Stevie Ray Vaughan en John Lee Hooker als invloeden genoemd worden. Frontlady Meena Cryle kan ons vocaal meevoeren naar de blues, soul en gospel.
Naast zangeres/gitariste/frontvrouw Meena en Chris Fillmore op gitaar zien we een ritme-sectie die bestaat uit Angus Thomas op bass en Rainer Baumgarten zien we achter het drummstel.
De opener is ‘Sweet Lovin’ Mama’ – wiens moeder is onduidelijk maar op het podium is Elvis’ foto vervangen door mom’s foto – waarbij het publiek meteen merkt dat Chris Fillmore verrekte goed in vorm is, wat kan die kerel toch spelen!
Vervolgens spelen Meena Cryle & The Chris Fillmore een slow blues waar ik door haar toch bij tijd en wijle onverstaanbare Engelse uitspraak geen titel van meekrijg. Wat ik wel meekrijg is die huilende crème Fender van die capabele Chris!
‘Joy’ is een song dat Meena in de zomer van 2023 schreef en dat hier in TivoliVredenburg door haar op de akoestische gitaar wordt vertolkt en waarvan bassist Angus zo idolaat van raakt dat hij terstond op de knieën gaat voor deze vrouw.
Soms is de reverb op Meena’s zangmicrofoon wat te overdone zoals in ‘Down To The Bone’ maar geweldenaar Chris maakt het met zijn solo allemaal dragelijk tot zeer aangenaam. We zien de man gedoseerd het wah-wah pedaal inzetten en daar kunnen de toeschouwers geen genoeg van krijgen.
Als ik Meena ‘Take It To The Limit’ (Eagles) hoor inzetten heb ik zo mijn bedenkingen, ze houdt zich staande maar heeft in Chris dan ook heel goede steunpilaar. Ook een cover van Elvis staat op de set-list, we horen het uptempo ‘I Got A Feeling In My Body’ die helemaal niet verkeerd is, lekkere cover.
De klapper naar mijn smaak komt toch echt pas met ‘It Makes Me Scream’ waarbij Chris subliem is tijdens het intro. Zijn beheersing is fenomenaal maar ook later in de solopartij is zelf overtreffend goed.
De grote verrassing van deze set zit ’em in de staart als de band speciaal voor Rob Koning van het KingBee agency ‘Born On The Bayou’ inzet. “El Capitano, Master of Disaster” zoals Meena Chris Fillmore aankondigt is van ontzagwekkende klasse. Fijne set van een fijne band!
Inmiddels zijn we drie gevallen vrouwen en mannen verder in de Ronda zaal en het lijkt me dat er nog voor de avond ten einde is een paar zullen volgen. Wellicht is een lichtband of een fluorescerende band op de laatste tree een idee voor er écht een keer iets gruwelijk misgaat?
Toronzo Cannon & The Chicago Way; het is alweer een aantal jaren geleden dat dit setje verslaggevers Toronzo Cannon (1968) in Europa zag optreden, ooit zagen wij Cannon op het Chicago Blues Festival van 2005 optreden en de man – toen nog met rasta dreadlocks – wist ons direct te overtuigen. De man heeft sindsdien een welverdiende bekendheid in de nationale en internationale blueswereld weten te verwerven. Deze keer heeft Toronzo zijn eigen band naar Europa meegebracht beter bekend als The Chicago Way. Ik stel ze even aan u voor; we zien Brian Quinn op bass samen met drummer Philip Burgess de ritme-sectie vormen en de jonge man achter de toetsen heet Adam Pryor. Altijd lekker om de pijlers van een band te kunnen verstevigen met een B3!
Inmiddels is Cannon gepensioneerd van zijn ‘day-job’ als buschauffeur en zit hij alweer jaren gebeiteld bij het platenlabel Aligator Records van Bruce Iglauer en zijn uit 2016 daterende album The Chicago Way oogstte wereldwijd goede kritieken maar ook het 2019 album The Preacher, The Politician Or The Pimp werd heel goed ontvangen. De linkshandige Cannon is voornamelijk geïnspireerd door Jimi Hendrix die zelf Buddy Guy weer als idool had. Je zou kunnen zeggen dat de cirkel rond is met Cannon want hij is regelmatig te zien in de bluesclub van Buddy Guy’s Legends.
Onvervalste Chicago blues doet zich van ons meester maken, er staat hier een pak aan ervaring op het podium en het kwartet muzikanten blijken met elkaar te kunnen lezen en schrijven. Het repertoire is natuurlijk grotendeels Chicago blues, dat fijn voor de toeschouwers die slechts deze blues als de authentieke blues ervaren maar voor diegene die meerdere stromingen binnen de blues begrijpen horen we ook een funky variant maar natuurlijk ook de rocky kant van de blues komt aan bod.
Wat als een boei in de branding bij al deze stijlen waarneembaar blijkt is de souplesse waarmee Cannon deze diverse stijlen weet te consolideren op de nieuwe Fender Diamond stratocaster door hem liefkozend zijn “pearly gold lady” genoemd. Er wordt geopend met het uptempo ‘Gotta Play The Blues’ en ja dat willen de bezoekers inderdaad graag horen. Ik zie dat velen al bij het eerste nummer ‘mee’ zijn. Cannon bewijst waarom hij naar Europa is gehaald want deze stijl van blues komt vooral en kan alleen uit de ‘windy city’ komen.
We zouden zijn fantastische band te kort doen door hen niet een even groot deel van de complimenten te geven. Philip Burgess is de meer dan aanwezige drummer die samen met Brian Quinn op bass het solide fundament van dit quartet vormt. Tel daar die tot dansen aanwakkerende, amusante maar wel heel erg adequate Adam Pryor – slechts 25 jaar oud – op de B3 en piano, die moet toch voor Toronzo Cannon wel heel fijn zijn om erbij te hebben op deze Europese tour. Wat een talent heeft deze knaap!
‘Mrs. From Mississippi’ heeft een fijne groove waarbij we prettig kennismaken met Quinn op de vijf dikke snaren van de bass. ‘Midlife Crisis’ is geschreven met en wordt opgedragen aan alle grijzende mannen. Beide nummers zijn te vinden op het 2016 album The Chicago Way. Bij ‘Bad Contract’ wil Cannon dat we allemaal een poging doen tot een “booty shake”.
Het nummer is dé song om voor zijn dansje met Quinn, maar ook dé kans voor Burgess een duivelse, dynamische, deskundige drummsolo de zaal in te katapulteren. Als bassgitaar liefhebster word ik wild van enthousiasme als dan ook nog Quinn een breedvoerige, behagende, bekwame bass-solo mag opvoeren.
Beiden heren wordt door de lichttechnicus zeer goed uitgelicht, daar schort het in andere zalen wel eens aan. Hulde aan deze man!
Het publiek is als was in de handen van deze originele Chicagoan Toronzo, we zijn getuige van een set met louter originals, deze Cannon kan zingen, spelen én is een goed tekstschrijver. Er komt nog een ‘ouwetje’ voorbij als we ‘John The Conquer Root’ dat een dikke tien jaar geleden uitkwam bij Delmark Records. Deze opzwepende set wordt afgesloten met ‘Cold World’ en waarna menigeen enthousiast de merchandise stand van deze Toronzo Cannon & The Chicago Way opzoekt voor een gesigneerde hard copy van een van zijn albums. De Ronda was door Cannon en z’n band heel eventjes omgetoverd tot een heuse Chicago blues club!
The Özdemirs spelen in de Foyer van de begane grond op het RABO Open Stage. Jammer genoeg ben ik momenteel niet zo heel erg mobiel waardoor ik besluit het geheel van de eerste verdieping gade te slaan. The Özdemirs – bassist en vader Erkan, drummer Levent en Kenan op gitaar – gaan lekker in muziekland, stonden ze eerder als begeleiders op de bühne met Johnny Rawls, Sugar Ray en deze tour met Tad Robinson ook zelfstandig gaven ze vorig jaar in de Haarlem Blues Club een hele fijne performance. Eerder in dit artikel maar ook in het verslag van de Haarlem Blues Night meldde ik u al hoe Kenan zich heeft ontwikkeld als gitarist, deze jongeman staat aan het begin van een mooie carrière. Het oeuvre hier in Utrecht bestaat uit blueskrakers, al dan niet opnieuw gearrangeerd, maar ook roerige rock ‘n roll wordt de foyer in geschoten. The Özdemirs, een talentvolle ‘family-affair’!
The Cinelli Brothers betreden rond de klok van half negen het podium. Het is een drukke tijd voor de Cinelli Brothers, ze zijn hot in bluesland sinds hun verkiezing tot winnaars van de UK Blues Challenge 2022 én de ‘runners up’ finalisten van de International Blues Challenge in Memphis Januari 2023. Helaas is ze dat vandaag ook een beetje aan te zien, wellicht is een tijdje thuis, een bezoek aan de Italiaanse mama en genieten haar kookkunsten wel een goed idee….
The Cinelli Brothers is een band met een perfecte muzikale chemie, de mannen stralen zo veel spelplezier uit en je merkt dat de liefde voor muziek, spelen en optreden door alle aderen stroomt. Iedereen die The Cinelli Brothers ziet spelen, wordt moeiteloos meegezogen in hun muzikale tornado. De samensmelting van stijlen, waarbij soul, rock ’n roll en blues worden geblend zorgt voor een alles verwarmende ambiance.
In de zes jaar dat ik de ‘fratelli’ Marco (gitaar/toetsen/blues-harp/vocals) en Alessandro (drumms/percussie/vocals) zag optreden heb ik hen zie groeien in muzikaliteit maar zeker in professionaliteit en weten de mannen wat ze willen bereiken op het muzikale vlak. De broers worden als band aangevuld met Brit en linkshandige Tom Julian-Jones op de Gibson SG, vocals en blues-harp. Fransman Stephen Giry (alter ego voor Etienne Prieuret) op de bass, vocals en gitaar.
De opener in Utrecht is ‘Dozen Roses’ dat vorig jaar als single werd released maar ook op het Almost Exactly….te vinden is, het nummer is vast geschreven met Sam Cooke in gedachten, de B3 door Marco bespeeld geeft hier in Utrecht écht body aan de song. Fijn om te horen dat ook in Utrecht is gekozen voor cover van Ry Cooder’s ‘The Very Thing That Makes You Rich’. JJ (Tom Julian-Jones) is de vocalist van deze song, Marco op de Leslie is ‘on fire’ en tracht de bezoekers vooral mee te doen. Ja als dat lukt dan zijn we weer getuige van een feestelijk optreden van dit zeer charismatische kwartet.
‘Lucky Star’ is voor Marco Cinelli teken achter de toetsen plaats te nemen, ik zing uit volle borst mee met “I want sunny days now the rain has gone”, deze song werd opgenomen in Woodstock (Applehead Studio) is ook alweer zo’n nummer waarbij de zestiger en zeventiger jaren sound nieuw leven wordt ingeblazen. Die seventies invloeden zie je overigens ook terug in de outfit van de fratelli’s Cinelli, blokhakken, wijde pijpen en slim-fit psychedelisch printed shirts vieren hoogtij.
De wat minder flamboyante maar immer met de Seville hoed uitgedoste JJ vertolkt de vocalen in ‘Spell On Me’ waarbij Marco Cinelli de Airline gitaar vurig bespeelt. Toch is er nóg een vocalist in de band en dat doet hij écht niet onverdienstelijk; bassist – eigenlijk gitarist van stiel maar hij werd door de band gevraagd omdat ze een bassist nodig hadden voor hun eerste tour, de rest is geschiedenis – Stephen Giry zingt ‘Making It Through The Night’ waarbij Marco de metalen bottle-neck de Airline hardvochtig laat huilen.
Ook hier oogst het gospel geïnspireerde ‘Prayer’ weer veel enthousiasme en applaus. Hun meerstemmige vocale partijen en het multi-instrumentalisme van de diverse bandleden – in deze song verrast zelfs drummer Alessandro de festivalbezoeker door ook een couplet van zijn vocalen te voorzien – maken dat sound uniek te noemen is. The Cinelli Brothers een band dat door geen andere band momenteel gevenaard kan worden.
Keer op keer adresseert Marco Cinelli zijn toehoorders in goed Nederlands, niet zo heel erg verwonderlijk als u weet dat hij ons mooie platte Nederland muziek studeerde en o.a. in het hoge noorden van ons land (Groningen) woonde.
‘Ain’t Blue But I Sigh’ (Almost Exactly….) is voor drummer ‘Nanni’ Cinelli een song waar hij de mullets smaakvol de slagvellen laat vibreren. Dat Giry van origine gitarist is wordt met name in deze song benadrukt, wat is deze vent toch goed!
‘Choo Ma Gum’ is voor JJ het teken he-le-maal los te gaan op de blues-harp, tel daarbij de drumsolo van Nanni en u weet dat de climax van het Cinelli feestje is bereikt.
Uitsmijter in Utrecht is de “most Italian song possible”, ‘Mama Don’t Like You’ dat overal de dansers mee weet te krijgen. The Cinelli Brothers, voor mij voorlopig het beste dat de UK de laatste tien jaar heeft voortgebracht! Volgende afspraak met deze mannen is in Rotterdam bij Blues On The River.
Jamsession is de afsluiter van dit alweer succesvolle Utrecht Blues Festival. De jamsession op het Rabo Open Stage in de Foyer van het complex trekt behoorlijk wat aandacht door wat er geboden wordt maar ook omdat de echte blues liefhebber er maar geen genoeg van kan krijgen. Tof om te zien dat hier ook heel wat jongeren die een ander optreden hebben bijgewoond nu aanschuiven op de trappen naast de oudere blues liefhebbers. Live muziek – welk genre dan ook – verbroedert dat is wel duidelijk! Wij van TBA? kunnen helaas niet té lang blijven genieten van Thomas Toussaint op vocals en blues-harp want morgenochtend gaat voor beiden weer vroeg – midden in de nacht eigenlijk – de wekker.
The Blues Alone? feliciteert Shelter For The Storm, Bert Pijpers als organisatoren en programmeurs van dit 2e Utrecht Blues Festival met het welslagen van de voortzetting van dit nieuwe initiatief. Ook willen wij TivoliVredenburg hartelijk bedanken voor de gastvrijheid maar ook zeker alle musici die dit festival tot een succes maakten.