Marlon Pichel speelde op Zondag 26 November 2023 jl. in Café De Amer in Amen. Een verslag van Ria Pronk met foto’s van Gerrie van Barneveld.
Marlon Pichel werd in 1993 geboren in Rotterdam. Toen hij 9 jaar was speelde hij drums in de indorockband van zijn vader. Tegenwoordig is hij actief als (sessie)muzikant, docent en componist. Sinds Marlon Pichel in het televisieprogramma ‘On Stage’, door Ilse de Lange, aan een groter publiek werd gepresenteerd, loopt het storm bij zijn optredens. Het was dan ook een mooie opwarmer die we daar te horen en te zien kregen. De energie stroomde de huiskamer in. Ook vanmiddag zijn er gasten die naar aanleiding van het televisieoptreden de weg naar Amen wisten te vinden. Marlon Pichel is hier geen onbekende. Hij reist al een tijdje mee als drummer van King Of The World en dan zingt hij wel eens een riedeltje als het zo uitkomt. King Of The World komt regelmatig in De Amer.
Marlon meldt zich vandaag met bassist Ruud Weber (King Of The World), gitarist Marc Jansen en toetsenist Stan de Kwaadsteniet. Marc kennen we van de Gumbo Kings en Stan zagen we een paar weken geleden nog bij Maurice van Hoek op het Amerpodium.
Met ‘Hard Headed Woman’, afkomstig van het in april jl. uitgebrachte debuutalbum ‘Good Ol’ Loving’, wordt geopend. De songs van het album werden door Marlon zelf geschreven en vanmiddag passeren ze allemaal de revue. Het album is tot stand gekomen met inbreng van producer Terry Manning van Stax Records. Bij Stax weten ze wat soul is! Krachtig, prachtig en soulvol is de stem van Marlon Pichel. Van achter zijn drumstel leidt hij, met een grote grijns op het gezicht, zijn band door de setlijst. Dat drumstel is nog wel even “een ding”, het is namelijk niet compleet. Een deel ervan staat elders in het land, na het optreden van gisteravond. “Sorry, vergeten.” Met kunst- en vliegwerk, een plakkertje hier en een stukkie tape daar klinkt de geïmproviseerde drumkit toch best aardig, om maar een understatement te gebruiken. “Ik ben een beetje een chaoot”, vertrouwt Marlon ons toe.
Marlon en Ruud vormen een ritmesectie waar je alleen maar van kunt dromen; een dynamische, goed op elkaar ingespeelde, stevige basis. Het ziet er allemaal zo gemakkelijk uit. Marc Jansen beweegt soepel met zijn gitaar, in zijn nieuwe pak over het podium en weet niet alleen de specifieke soulakkoorden te raken, maar zorgt ook her en der voor een energieke solo. En dan is daar nog die bescheiden Stan, die de toetsen van de oude piano net zo gemakkelijk beroert als die van zijn keyboard, waar niet te versmaden Hammondklanken uitrollen. Later horen we Stan ook nog op de Rickenbacker.
Bij deze dansbare soulklanken is het verrekte lastig om stil te blijven zitten. Ik zie hoofden enthousiast heen en weer schudden en voeten de maat tikken op de houten vloer. Iedere song eindigt met een ovatie van het publiek; je moet toch wat als je niet kunt dansen. Er wordt lekker uitgehaald in ‘Don’t Walk Away’ en een doorleefde tranentrekker als ‘Please, Please’ vindt ook gretig aftrek. De eerste set eindigt met ‘Love Man’ van Otis Redding en ‘Polk Salad Annie’ van Tony Joe White, inclusief uitgebreid soleerwerk. Het feest is compleet.
Na de pauze verschijnt Marlon alleen op het podium met gitaar en zingt ‘Please Don’t Give Up On Me’ (Solomon Burke) met zoveel overtuigingskracht dat her en der een traantje wordt weggepinkt. ‘I Shall Be Released’ werd geschreven door Bob Dylan en is zo’n nummer waarin de muziekvrienden elkaar vinden. ‘Dance, Dance’ en ‘I Wanna Know’, is high-energy soul, muziek die je wilt horen als je wel een opkikker kunt gebruiken.
Volgens goede Amertraditie bedankt iemand uit het publiek de band. Deze bezoeker recenseert het concert met een quote van Maarten van Roosendaal ‘Om te janken, zo mooi’. Met ‘Mess Around’ (Ray Charles) als toegift wordt het feestje nog even vervolgd. Wat een speelplezier, wat een middag!
De cd’s vinden gretig aftrek, er worden foto’s gemaakt, handtekeningen gezet; er wordt bijgepraat en gelachen. De middag gaat langzaam over in de avond. In het café neemt een handjevol fans nog een afzakkertje en Marlon pakt de gitaar erbij om wat Indonesische liedjes te zingen en te spelen op verzoek. We scharen ons rond de tafel, leunen tevreden achterover en concluderen dat muziek magie is. Marlon Pichel heeft zich ten doel gesteld de muziek van de jaren ’60 te behouden voor het nageslacht en dat doet hij met verve. Gaat dat zien als je de kans krijgt.