Het Chicago Bluesfestival 2022 ensemble speelden Maandag 21.11.22 jl. bij de Banana Peel van Ruiselede, onderstaand verslag en foto’s (klik HIER voor gehele album) van Belgisch collega verslaggever Marcel van Rootsville waarvoor hartelijke dank!!
Wanneer de maand November naar zijn einde loopt, dan weet je dat het Chicago-time is in de Banana Peel in Ruiselede. Altijd hoog bezoek uit de Windy City en ook dit jaar was het vandattum…
Een verplaatsing naar de Belgische bluestempel drong zich dus op. Twee dagen blues op hoog niveau en twee dagen prijkte het bordje “sold out” aan de voordeur, of beter gezegd op de website. Goed nieuws voor de bluesliefhebber, het betekende dat het een warme avond zou worden.
Warm was het zeker met al dat volk in die kleine ruimte, maar met dit gure weer was dat niet zo erg vond ik. Wat konden we vanavond verwachten? Wel om te beginnen Toronzo Cannon.
Toronzo, geboren in Chicago in 1968, bracht zijn jeugd door in de buurt van de beroemde Theresa’s Lounge. Daar zag hij de stamgasten Buddy Guy en Junior Wells voorbij komen, die in de jaren ’70 het toneel vormden van deze mythische club.
Hoewel hij opgroeide in een familie van muzikanten, kocht Toronzo pas op 22-jarige leeftijd zijn eerste gitaar en begon hij te spelen, geïnspireerd door zijn idolen Buddy Guy, Albert King of Lil’ Ed. Op een gegeven ogenblik werd hij gespot door Delmark en tekende voor twee veelgeprezen platen bij het label van Bob Koester. Zijn album uit 2016: “The Chicago Way” werd daarentegen uitgebracht bij Alligator. Het bracht hem grote bekendheid en hiermee werd hij één van de prominente artiesten uit Chicago.
Toronzo zakt natuurlijk niet alleen af naar Ruiselede en wordt hij vergezeld door twee jonge talenten uit de Chicago-scene: de jonge zangeres/gitarise Ivy Ford, artieste met een pak energie en en die op Swing dit jaar een schitterende prestatie wist neer te zetten en Joey J. Saye.
Joey J. Saye is gitarist en zanger, eerste zoon van een immigrantenfamilie uit Liberia. Op 12-jarige leeftijd ontdekte hij de blues en verkende het universum van deze muziek door zijn Afrikaanse roots toe te voegen. Voor mij een ontdekking deze youngster.
Verder bestaat de band uit Brian Quinn (bass), Adam Pryor (keyboard) en Melvin Carlisle (drums).
En wat een avond werd het jongens!!! Geweldig, heb mij geen seconde verveeld. Blues van hoge kwaliteit. De avond werd verdeeld in drie porties, in de zin dat elk van de gasten een drietal songs speelden en, helemaal aan het eind, mochten ze met drie de zaak afsluiten.
De jonge Joey mocht de show openen en hij deed dat akoestisch en op een magistrale manier vond ik. Ik ben dan ook een grote fan van akoestische blues. Al bij het eerste nummer ‘99’ kwam zijn fijne stem en mooi gitaarspel naar boven en dat herhaalde hij bij ‘Steady Rollin’ Man’ van Robert Lockwood, om af te ronden met eentje uit 1939 van de hand van Big Bill Broonzy: ‘Oh Yes’. Voor mij kon de avond al niet meer stuk gedomme!
Dan was het tijd voor “The Blues Kitten” oftewel Ivy Ford. Een klein vinnig ding, vol energie en dat laatste kregen we met bakken over ons heen. Pittig gitaarwerk al van in het begin met ‘Rock Me Baby’, gevolgd door een knappe versie van ‘Big Boss Man’ van Jimmy Reed.
Ze sloot haar deel af met een eigen nummer ‘I Really Don’t Care’. De aanwezigen zagen en hoorden vooral, dat het goed was.
Toen kwam de “Big Boss Man” himself, Mister Toronzo Cannon was in the house en we kregen meteen echte Chicagoblues tussen de kiezen met ‘She Loved me Again’. Rauw en echt zoals het hoort te zijn. Ook Toronzo bracht zijn drie songs waaronder ‘Tina-Nina-Nu’ en ‘Walk It Off’ uit zijn album “The Chicago Way”.
Toronzo bewees alweer zijn talent als entertainer en verweefde een pak humor in zijn optreden. Bij deze konden wij gaan rusten, trachten ons een weg te banen naar de toog, wat niet evident is, maar waar een wil is, is nog steeds een weg.
Onzen Duvel was maar net binnen en daar was Joey Saye al terug. Deze keer elektrisch en daar kan hij ook meer dan weg mee. ‘All Night Long’ schalde door de boxen gevolgd door ‘When I Met You’. En dit alles alweer op een zeer sterk muzikaal niveau.
Toch even een woordje over de band. Allemaal zeer goede muzikanten die duidelijk van wanten weten.
Adam ‘Fingers’ Pryor haalde het ultieme uit zijn “black & whites”, zoals gewoonlijk een rustige bassist maar Brian Quinn weet duidelijk waar hij mee bezig is.
Maar de hoofdvogel wordt afgeschoten door Melvin ”Boogie Sticks” Carlisle. Wat een fantastische drummer was me dat! Schitterende begeleidingsband met andere woorden.
“Retournons à nos moutons” zouden onze zuiderburen zeggen, want daar was Ivy terug. Still alive en vooral kickin’. Startend met een pittige shuffle om over te gaan naar het tragere werk met ‘This Is A Mans World’ ook bekend van James Brown, om dan de funky tour op te gaan met ‘Voodoo Woman’, waar Brian Quinn een stevig stukje “slappin’ bass” ten gehore bracht.
Toronzo mocht dan het laatste deel voor zijn rekening nemen en dat begon hij met het zompige ‘Insurance’, dikke aanklacht over de ziekteverzekering in de States. Dat werd op de voet gevolgd door ‘Bad Contract’, song over echtscheidingen om af te ronden met ‘You Don’t Know You Love Me’.
Hierna kwam het trio samen op het podium en schoten een geweldige versie af van ‘Messin’ With The Kid’, dat was er eentje dat kon tellen.
Toen ze dachten er van af te zijn bleek het nog geen elf uur te zijn en dat betekende een bisser natuurlijk en dat kregen we met ‘King Bee’ van Slim Harpo. Pfff, wat was me dat….
Hoewel ik in de wandelgangen had vernomen dat het zondagconcert niet echt een topper was geweest, dan hadden de mannen (en vrouw) zich duidelijk herpakt. En hoe? Dit was er alweer eentje om in te kaderen en om duimen en vingers af te likken. Zoals gewoonlijk, reed ik alweer tevreden huiswaarts!