(Ge)Varenwinkel Blues & Roots op 25, 26 en 27 Augustus in de festivaltenten op het terrein Dries 86a in Varenwinkel, Herselt. Onderstaand het verslag van vrijdag 26 Aug. jl. Tekst werd geschreven door Cis Van Looy – eerder verschenen op Written In Music – de foto’s zijn van Leo Gabriëls, waarvoor aan beiden hartelijke dank.
Op de ouverture op donderdagavond kwam naast Cooking With Knofler, een eerbetoon van Bart Buls en David Piedfort die met een genereuze graai door het oeuvre van Mark Knofler en Dire Straits, vooral plaatselijk muzikaal talent aan bod.
Op vrijdagavond was het de beurt aan The Catsmokes, een combo dat vanuit Averbode en omstreken al een poosje aan de weg timmert, ze passeerden voordien al op het podium van (Ge)Varenwinkel en vierden hun twintig jarig bestaan. Met de solide ritmetandem Robert Theys/ Jan Vermeulen in de rug bladerde zanger gitarist Gerrit Cuypers en gitaarman Hans van (Diest) Zichem door hun favoriete repertoire, in dit geval een onstuimige cocktail van rockabilly, country en andere vintage varianten. The Catsmokes trapten stevig af met vroeg in de set al Red Rose, een nummer van The Blasters, de muziek van The Alvin broertjes passeerde nog enkele keren met een flitsend Marie Marie, Long White Cadillac en het van Rudy Toombs afkomstige, letterlijk trillende, I’m Shakin’.
Uiteraard ontbrak Chuck Berry niet, de ongekroonde koning van de Rock’n Roll, maar de onbetwiste keizer van de oer- gitaarriff werd Beautiful Delilah geselecteerd. De zang was niet altijd even sterk maar de tomeloze inzet spoelde dat euvel moeiteloos weg. Een flardje countrybilly twang met het hikkende Two Trains, het instrumentale thema van Batman surfde in ijltempo voorbij. Met een glansrol voor de snerpende Telecaster en diep twangende Gretsch vormde een lekker… euh rollend Daddy Rolling Stone de afsluiter.
In de rootstent zette de band van gitarist van Luca Giordano, een vanuit Italië naar de VS verkaste muzikant, met puntig snarenspel en lekker groovend orgel een strakke intro in.
Chrystal Thomas bracht er meteen een hitsige sfeer in met I’m a fool For You Baby, de lijvige zangeres uit Louisiana toonde zich niet alleen een gepassioneerd performer. Met een verleden in de blues en southern soul versmelten die genres onnavolgbaar.
De bluesslijper One Good Man, het van Betty Wright gekende Clean Up Woman op hitsige gitaarloopjes en stuwende bas geënt, het rolde moeiteloos uit de machtige stem. Tijdens de tweede set rakelde ze zelfs even Brel’s Ne Me Quitte Pas op, veelzijdige blueslady, die Chrystal Thomas.
Op het grote podium vergastte Rick Estrin ons op een sensationele show. Echt verrassend is dat niet, met The Nightcats schuimt de harmonicaman vanuit Sacramento zowat een halve eeuw wereldwijd het club- en festivalcircuit af.
Vanaf de vroege jaren zeventig met gitarist Charlie Baty, het duo stond in 2005 nog op de affiche. In 2008 stapte, de twee jaar geleden overleden, Little Charlie uit The Nightcats en Estrin ging sindsdien verder, vrijdag avond zette Estrin voor de tweede keer met de ‘nieuwe’ Nightcats de tent op stelten.
Naast verschroeiende capriolen op harmonica hitste Derrick ‘D’ Mar, de lenige drummer met een verleden bij Little Richard het publiek op met acrobatische toestanden achter de drumkit. Samen met orgel en basman Lorenzo Farrell zetten ze een soliede basis voor de gitaarescapades van Kid Andersen de kolos bracht na de uitgebreide voorstelling van de bandleden enkele bravourestukjes op zijn rode Gibson. De ondertussen vertrouwde jump- en swingblues heeft anno 2022 nauwelijks iets aan kracht ingeboet en miste zijn uitwerking niet.
Het is geen geschenk om na zo’n spektakel op te komen. Steve Harley hinkte het podium op en zette zich meteen op een stoeltje met zijn akoestische gitaar. De Britse veteraan had er duidelijk zin in en nam de tent mee. Uit de begindagen van Cockney Rebel resteert enkel drummer Stuart Elliott die samen met bassist Kuma Harada de ritmestructuren verzorgde, de karakteristieke vioolbijdragen worden al enkele decennia aangeleverd door de getalenteerde Barry Wickens. Aangevuld met gitarist Robbie Gladwell en toetsenman James Lascelles wisten ze de complexe structuur behoorlijk over te brengen.
Na de opener Here Comes The Sun dreigde het toch even mis te gaan door monitorproblemen en een wat rommelige ongenuanceerde geluidsmix. Die werden opgelost naarmate de set vorderde en het publiek genoot onverstoorbaar verder. Het werd een nostalgisch festijn van herkenning met het huppelende Psychomodo, vroeg in de set. Tussen enkele dromerige passages ontwaarden we Judy Teen en als ultieme apotheose een nog langer dan het epische origineel uitgesponnen Sebastian, het blijft een markante klassieker, dat slepende aanzwellende hitnummer.
Een daverende ovatie werd beloond met een toegift, tijdens het al even sterke Make Me Smile volgde de ontlading, iedereen tevreden naar de camping of huiswaarts.
Lees het verslag en bekijk de foto’s van Dag 3 van Gevarenwinkel 2022 HIER .