Culemborg Blues vond zaterdag 27 Augustus 2022 jl. Onderstaand het verslag, tekst Ton Kok met foto’s van Paul de Vries.
Na een Corona pauze van twee jaar konden we eindelijk weer eens afreizen naar Culemborg. De kritieke factor in Culemborg is altijd het weer, maar de weerverwachting was goed en kwam volledig uit. Ook het verkeer dreigde roet in het eten te gooien, maar zelf zijn wij bespaard gebleven van de aangekondigde wegwerkzaamheden.
Verder leek er in Culemborg niets veranderd te zijn en bij het oplopen van de Markt was alles weer als vanouds, als mis ik nog steeds het oude ABN Amro kantoor vlak bij het stadhuis, waar ik de nodige werkzame jaartjes heb doorgebracht.
Het programma van Culemborg was vanouds sterk, hoewel het geen geheim is dat de organisatie toch wel een zekere voorkeur heeft voor de rock-tak van de blues. Op een Belgische band na uitsluitend Britse en Nederlandse bands, waarvan het name de U.K. bands al begin jaren zeventig van het bluespad zijn afgeraakt en geluidsapparatuur hebben, die blijkbaar alleen op vol volume werkt. Maar goed …… dit hoort bij dit festival.
Organisatie voorzitter John van Empel kondigde een tijd geleden aan een stapje terug te doen, maar was op zijn schreden teruggekeerd en ook daar geen verandering dus.
De Nederlandse blue iconen van Barrelhouse mochten het spits afbijten en ondanks de verkeersproblemen op de heenweg waren ze er klaar voor:
Tineke Schoemaker (zang), Gus en Johnny Laporte (gitaren), Jan Willem Slichting (bas) en bob Dros (drums). Helaas geen Han van Dam (Barrelhouse Bailey) achter de piano, die wegens medische ongemakken even aan de kant stond. Hij werd vervangen door oud-Bintangs toetsenist Rob van Donselaar, die ooit een een/tweetje had met Tineke (One Two was de naam van dat duo). Rob is een fantastische muzikant en was een prima aanvulling, hoewel met orgelspel en zonder de typische Han van Dam aanslag op de piano klonk het op een of andere manier totaal anders.
Desalniettemin zette het gezelschap een prima set neer. De band vlamde als vanouds en beide gitaristen lijken nog steeds met hetzelfde enthousiasme en felheid te spelen dan bijna vijftig jaar geleden.
De Electric Hollers mochten vervolgens het podium betreden. De band bestaand uit zanger/gitarist Tim Birkenholz, bassiste/zangeres Inge de Vries en drummer/zanger Max Mollema. Gezegd moet worden dat dit vijftig jaar geleden een van mijn favoriete bands geweest zou zijn.
Tegenwoordig heb ik het al snel gehad met te lange gitaarsolo’s, hoewel Tim tegenwoordig beter weet te doseren en opbouwen dan de laatste keer dat ik de band zag. Tim is ook regelmatig op het podium te zien met Ralph de Jongh, maar ook met deze band heeft hij een mooie toekomst voor zich. Hopelijk zijn ze de komende tijd wat vaker te zien aan deze kant van het land.
Qua volume deed het Britse Catfish er nog een schepje bovenop. De band is een paar maanden uit de roulatie geweest in verband met ziekte van zanger/toetsenist Paul Long. Maar de band klonk weer als vanouds, hoewel ik al snel na het begin veel mensen de oordopjes tevoorschijn zag toveren. Het was hard, erg hard.
En toch bij de wat rustigere nummers, liet Matt Long horen dat hij een fantastische gitarist is, die de het kippenvel op de armen kan bezorgen. En dan is het jammer dat een fraai nummer als “Breaking Up Somebody’s Home” op een ruwe manier mishandeld wordt.
Maar de liefhebbers vonden het prachtig en daar draait het om.
De uit Londen afkomstige Earl Jackson werd begeleid door Nederlandse C.C. Jerome Allstars.
Een zeskoppige begeleidingsband met onder andere oud-Julian Sas toetsenist Roland Bakker. De heren zorgden voor een prima begeleiding voor de Londenaar, die in fraai wit kostuum het toegestroomde publiek op de Varkensmarkt snel voor zich wist te winnen. ‘
Ik hoorde onder meer “Bring It On Home To Me” van Sam Cooke en “Roll Over Beethoven” van good old Chuck langskomen. Een mooi feest der herkenning voor het meer nostalgische deel van het publiek en … een niet blanke muzikant op een bluespodium. Nu nog een die blues speelt.
Terug naar het hoofdpodium, Grollo, een gezelschap uit de regio Deventer/Zwolle, dat zich op het repertoire van Cuby + Blizzards tot medio de jaren zeventig gestort heeft. Ook hier een feest der herkenning.
Voor een oude zak als ondergetekende, die de periode Muskee/Gelling/Brood bewust heeft meegemaakt, kwam het geen moment bij het origineel in de buurt, hoewel het pianospel me af en toe wist te verrassen, maar verder hadden weinigen een boodschap aan mijn mening en hoorde ik uitsluitend positieve geluiden over dit optreden.
Lefthand Freddy was de volgende act die ik zag op het Varkensmarkt podium. Fred Reining (zang/gitaar) werd begeleid door zijn zoon Berend Reining (gitaar) Ronald Jonker (bas) en Hannes Langkamp (drums).
In de jaren negentig vorige eeuw zag ik Lefthand Freddy voor het eerst en hij pakte me gelijk met zijn prima visie op Chicago- en Delta blues. In de loop der tijd is hij wel meer naar de rock kant opgeschoven, hetgeen hem de nodige nieuwe fans opleverden. Fred is een uitstekende showman, die zich professioneel weet te presenteren en dat uitstekend weet te combineren met een hoog muzikaal niveau.
Er is een nieuwe CD in de maak en in Culemborg kregen we daar al vast een voorschotje op. Prima show van deze man, die weet hoe je jezelf moet presenteren.
Mojo Hand nam op het festival de plaats in van Mike’s Mud. De band bestaat uit zanger/gitarist Frank Reemers en toetsenist/zanger/harmonicaspeler Joep de Greef met drummer Paul Delforterie en nieuwe aanwinst op bas good old Jules van Bussel.
Gezelligheid, gecombineerd met spelplezier en natuurlijk de nodige muzikale kwaliteiten hoorden we bij deze mannen hoe blues hoort te klinken.
Ze wisten een paar goede dansbare sets neer te zetten voor een flinke bak publiek, dat het volume op het hoofdpodium even was ontvlucht. De heren draaien al weer even mee en zullen dat hopelijk nog lang blijven doen.
Op dat moment werd op het hoofdpodium gespeeld door Wille and the Bandits, de band rond Wille Edwards (zang/gitaren). Ik heb de band meerdere keren gezien en altijd werd een prima rock show neergezet, ook deze avond in Culemborg. Ze hadden een flinke schare fans meegebracht en die werden zeker niet teleurgesteld.
Met blues had het in mijn ogen (en oren) bar weinig te maken, bassist Harry Makaill en drummer Tom Gilkes zorgeden voor een betonnen ondergrond en toetsenist Matthew Gallagher weefde een en ander op sterke wijze aan elkaar, maar natuurlijk draaide het op Wille Edwards en die stelde niet teleur.
Harlem Lake kon op doorreis naar Roemenië nog een gaatje vinden voor een optreden op Culemborg Blues in XXL uitvoering met blazers en achtergrond zangeressen. Veel eigen werk van de nieuwe CD en hier en daar wat bekende covers voor de herkenbaarheid, zoals “Beware” (Barrelhouse/Ann Peebles en “The Letter” (The Box Tops).
Dit is zo’n beetje het jaar van de band met de overwinning in de European Blues Challenge met daaruit voortvloeiende een indrukwekkende reeks optreden door het Europa. Op dit moment denk ik de ‘hardest working band in the land”.
Ook vanavond stelden ze niet teleur, met natuurlijk in het centrum van de band Janne Timmer zang, Sonny Ray op gitaar en Dave Warmerdam op toetsen/gitaar/zang). Sonny Ray vocht ook nog een lekker duel met Dave, geheel in beste Southern Rock traditie. Chapeau!
Afsluiter was Laurence Jones. Die heeft natuurlijk de laatste jaren een ijzersterke reputatie opgebouwd in Nederland, zijn tweede moederland, zoals hij het noemde. Hij is uitgegroeid tot een goede zanger/gitarist/entertainer. Jammer dat het een Engelsman is, want die zijn, zoals ik al eerder meldde, al lang van het bluespad afgeraakt (zeldzame uitzonderingen daargelaten).
Hij werd bijgestaan door Bennet Holland op toetsen, die ook sterke vocale bijdragen leverde en Jack Tims op bas en Sam Jenkins achter het drumstel. Jonge heer Jones was in vorm en zorgde ervoor dat hij de perfecte afsluiter van het festival was.
En dan zit het er weer op. Met een overvol programma op meerdere podia, is het soms keuzes maken en ben ik ongetwijfeld wat prima acts misgelopen, maar ook dat is Culemborg blues. Een vertrouwde organisatie, die alles weer perfect voor elkaar had en muziek, die je van de organisatie mag verwachten. En de formule vertoon nog geen slijtage. Ondank wat verkeersproblemen (voor de pont stond op een gegeven moment een wachttijd van twee uur) was het weer lekker druk in het stadscentrum en we hopen daar volgend jaar weer langs te gaan.
Troy Redfern
Copperhead Country:
het was inderdaad meer rock dan blues, en de kwaliteit van het geluid op het hoofdpodium was ronduit belabberd, bij Laurence Jones stond het geluid van de basgitaar niet eens aan, en zeer schelle leadzang (vandaar de oordopjes) voor mij niet voor herhaling vatbaar.