Interview met Cedric Burnside op het Ribs & Blues Festival in Raalte op zondag 09 juni 2019. Tekst: Giel van der Hoeven met foto’s van José Gallois. Klik HIER voor meer foto’s van het interview.
Cedric O. Burnside (1978) uit Holly Springs, Mississippi was na Kent Burnside de tweede telg uit de Burnside dynastie die Europa aandeed. De jonge Cedric werd, nadat vader Calvin Jackson (1961-2015) het gezin verliet, grootgebracht door zijn grootvader R.L. (Robert Lee) Burnside, de grote blueslegende/singer-songwriter. Met zijn ´Big Daddy´ R.L. Burnside mocht hij als beginnend drummer in de jaren ´90 mee op tournee om de klappen van de zweep (drumsticks) te leren kennen.
Ondanks dat Cedric een zeer goede drummer werd kreeg hij toch meer interesse voor een ´nieuwe liefde´, de elektrische gitaar en ging hij een samenwerking aan met drummer/gitarist Brian Jay. Met het fantastische album Benton Country Relic (2018) als resultaat. Even voor zijn duo-optreden met Jay op de Delta Stage in Raalte spreekt TBA? Cedric over die samenwerking, zijn verleden en toekomstplannen. Maar voornamelijk laat de aimabele muzikant zich uit over hoe hij momenteel in het leven staat: “I live a life of love“.
– Je vader, drummer Calvin Jackson (1961), wordt beschouwd als een vernieuwer van de Hill Country bluesstijl. Wat is het belangrijkste dat jij van hem hebt geleerd?
Cedric: Nou, dit antwoord zal je wellicht teleurstellen maar mijn vader was zeker geen rolmodel voor mij. Hij was zelden thuis en heeft niet veel tijd aan de opvoeding van zijn kinderen besteed. Een typisch voorbeeld dus van hoe het niét moet! Ik hoop mijn kinderen nu op betere wijze op te voeden.
– Toch werd jij min of meer zijn opvolger toen hij in 1990 naar Nederland verhuisde om zijn muzikale carrière voort te zetten. Hoe heb je leren drummen?
Cedric: Dat klopt ja. Ik mocht toen als 13-jarige puber gaan drummen in de band van mijn opa Robert Lee Burnside alias R.L. Burnside. Hij was mijn ´Big Daddy´ die mij eigenlijk alles heeft geleerd en bijgebracht in mijn jeugdjaren. Op jonge leeftijd keek ik al geobsedeerd naar drummers als Kenny Kimbrough in zijn band. Ook naar m´n vader ja, dus in dat opzicht heb ik wel iets van hem meegekregen. Maar ´Big Daddy´ was mijn opvoeder en voorbeeld in Holly Springs, North-Mississippi. Een echte leermeester als drummer had ik niet, ik ben autodidact.
– Je hebt dus vast veel old school muziek gehoord in het bijzijn van je grootvader. Zijn dit ook jouw inspirators?
Cedric: Oh yeah! Het was een feest om hem te zien repeteren en muziek te horen van Howlin´ Wolf, Mississippi Fred McDowell, Muddy Waters, “all those cats!“ Het album ‘Boogie Chillen’ van John Lee Hooker maakte in zijn jeugd, einde jaren veertig, grote indruk op mijn grootvader. Fred McDowell woonde bij hem in de buurt en leerde hem gitaar spelen. Ook zijn aangetrouwde neef McKinley Morganfield (Muddy Waters) was een van zijn inspirators. Dat maakte natuurlijk ook grote indruk op mij, waardoor hun muziek voor altijd in mijn hart en ziel zit opgesloten.
– R.L. Burnside overleed op 78-jarige leeftijd in 2005. Waar heb jij kracht uitgeput om door te gaan als drummer?
Cedric: Ik ben een gelovig man. Jezus Christus geeft me de kracht om door te gaan. Ik zal niet zeggen dat ik zwaar religieus ben maar ik geloof in Jezus en ik hou van de mensen. Mijn broer Cody en mijn vader Calvin overleden beide veel te jong in 2015 en twee jaar later verloor ik m´n moeder Linda. “But I´m hangin´ in there“ ik heb genoeg redenen om de blues te spelen. Maar ik blijf geloven en houden van mensen zonder te hoeven weten waar zij in geloven.
– Met wie heb je live of op platen zoal gewerkt de afgelopen 10 á 15 jaar?
Cedric: Ah, te veel om op te noemen man! Eens kijken: vanaf 2006 had ik verschillende partnerschappen met o.a. mijn oom Garry Burnside en Lightnin´ Malcolm in Burnside Exploration. Later met het Cedric Burnside Project met mijn jongere broer Cody en oom Garry. Met Bernard Allison heb ik in 2012 het album Allison Burnside Express opgenomen. Daarnaast speelde ik drums bij o.a. Jessie Mae Hemphill, John Hermann, Kenny Brown, Richard Johnston, Jimmy Buffett, T-Model Ford, Paul ´Wine´ Jones, Widespread Panic, Afrissippi en de Jon Spencer Blues Explosion. Vergeef me als ik iemand vergeet, haha.
– Waarom heb je besloten om solo te gaan en het album Benton County Relic uit te brengen in 2018?
Cedric: Dat is iets wat ik altijd al voor ogen heb gehad. Weet je, ik schreef op mijn 12e jaar al mijn eerste songtekst. Ik ben dat naast het drummen blijven doen en zat soms een beetje op een akoestische gitaar te pielen. Daarmee ontwikkel je toch een eigen stijl die je op een gegeven moment met anderen wilt delen. Dat moment was daar toen ik Brian Jay van Pimps of Joytime ontmoette.
– Hoe is die samenwerking met Brian Jay ontstaan?
Cedric: Ik kende Brian al een jaar of vijf. Hij kwam soms kijken bij mijn optredens en was ook R.L. Burnside-fan. Hij nodigde mij uit voor de YouTube sessies ´Jammin’ With J.´ in Brooklyn New York, waar we samen 26 tracks opnamen. Beide afwisselend op drums en gitaar. Dat liep zo lekker dat we besloten om samen een album op te gaan nemen en om vervolgens te gaan touren. De titel van die plaat Benton County Relic verwijst naar de streek Benton County waarheen ik in mijn jeugd verhuisde.
– Was het een grote verandering voor je om over te schakelen naar gitaar en op te treden als frontman?
Cedric: “Haha, is it hard to stay cool?“ Kijk, als je vier keer ´Drummer of the Year´ bent bij de Blues Music Awards kan je wel trommelen. Dus dát zal ik nooit opgeven. Maar inderdaad, een elektrische gitaar in je handen hebben is een heel ander gevoel dan drumsticks. Niet alleen qua ritme maar je gebruikt ook een hele andere timing. Toch ben ik blij dat ik die stap gezet heb want ik ervaar het als een “new found love“.
– Waarom treden Brian en jij samen op als drummer, gitarist en vocalist, maar zónder bassist?
Cedric: Oh, dat is denk ik iets wat voortkomt uit mijn Hill Country muziekcultuur. Vroeger sprak ik weleens af met een bassist maar die kwam nooit opdagen, whahaha! Dus laten we het maar zo houden en niet erger maken dan het al is, haha.
– Sommige van je teksten gaan over de povere omstandigheden waarin je gezin leefde. Was dat moeilijk voor een opgroeiend kind zoals jij?
Cedric: Eerlijk gezegd merkte ik dat de eerste levensjaren niet eens. Ik ben geboren in die situatie en wist niet beter dat sanitair uit stalen emmers en kuipen bestond. Stromend water, radio en televisie waren luxe die ik de eerste twaalf jaar niet gemist heb. Want ´Big Daddy´ en ´Big Momma C´ brachten ons normen en waarden bij en gaven ons voldoende eten, drinken en vertier. Mensen kwamen van mijlen ver om bij ons muziek te maken en te dansen. Naarmate ik ouder werd begreep ik wel dat het geen normale situatie was. Daar kon ik wel eens verdrietig van of boos om worden, ja. Maar geleden onder de armoede heb ik niet. Desalniettemin belangrijk genoeg om de huidig generatie te laten weten dat het ook anders kon en nog steeds kan gaan.
– Zijn er nog steeds situaties die je boos of verdrietig maken en haal je daar ook inspiratie uit?
Cedric: Ik heb weinig met politiek en iedereen maakt fouten. Maar discussies over het rassenconflict in de wereld en met name in de VS onder deze president, maken me wel boos en verdrietig, ja. Maar het inspireert me niet, nee. “I live a life of love, cause – love is my religion“.
– Op het moment dat je R.L. Burnside covers op het podium speelt [zoals ‘Skinny Woman’] of een eerbetoon aan hem brengt, zie ik je altijd lachen. Wat voel je op die momenten?
Cedric: “It´s joy!“ We hebben veel meegemaakt hè! ´Big Daddy´ was de ruggengraat van onze familie, een goed mens. Niet alleen voor zijn familie maar ook voor vreemden. Steeds maar weer, ook tijdens netelige situaties waarin hij vaak verkeerde. Ik wist dat toen niet en realiseerde mij het later pas. Ik denk aan de vele houseparty´s die hij gaf. De kans die hij me gaf om beroepsmuzikant te worden. Tijdens zo´n eerbetoon betuig ik dankbaarheid aan hem; levenslang respect! Daar word ik blij van en daarom lach ik.
– Je hebt drie dochters van 20, 16 en 14. Welk advies geef je hen mee voor de toekomst?
Cedric: Het zijn drie verschillende meiden met een eigen wil en karakter. Dus ik ga ze niets opleggen of ze ergens toe dwingen. Maar ze zingen alle drie behoorlijk goed en ze leren gitaar spelen. Ik stimuleer dat van harte en zie ze in de toekomst ook graag professioneel muzikanten worden. Dan mag jij ze interviewen en ben ik hun manager! Kunnen ze eindelijk die rekeningen eens terugbetalen die ik nu voor ze betaal, whahaha! Maar zonder gekheid, we werken nu al veel samen en als ze zich blijven focussen kunnen ze een eind komen en de muzikale familietraditie in ere houden. Maar ze zijn nog jong en hebben zoveel andere bezigheden zoals sporten en uitgaan, dus we wachten het rustig af.
– In de live-versie van ‘Don´t You Let My Baby Ride’ zit een drumsolo. Met welke drummer had jij of zou je graag een drum battle willen doen?
Cedric: Wauw, die vraag is me nog nooit gesteld. Ik heb heel veel bewondering voor een Amerikaanse bluesdrummer die je waarschijnlijk niet kent. Zijn naam is Sam Carr [geboren Samuel Lee McCollum, 1926-2009 – red.] en is het best bekend als lid van de Jelly Roll Kings. Hij speelde ook mee op de Ry Cooder soundtrack Crossroads uit 1986. Hij gaf mij m´n allereerste drumsleutel en ik wist niet waar die voor diende. Hij legde me geduldig uit dat je daarmee de drumvelspanning aan kon passen aan de toonhoogte. Hij was ook autodidact en had een minimalistische driedelige drumkit, bestaande uit een snaredrum, een bassdrum en een high-hat cimbaal. Ik zag hem vaak drummen maar heb nooit de kans gehad om mét hem te spelen. Ja, met hem had ik graag een ouderwetse Hill Country Delta Blues battle willen uitvechten.
– Heb je al plannen voor de toekomst en zoja, zal dat weer met Brian Jay zijn?
Cedric: Dat weet ik eerlijk gezegd nog niet. Ik speel met de gedachten om een akoestisch album op te nemen en uit te brengen omdat ik dat nog niet eerder heb gedaan. Ik merk onderweg ook dat daar best veel vraag naar is en misschien wordt het wel een live album. Maar ja, met mijn ´nieuwe liefde´ de elektrische gitaar wil ik ook verder… dus, ik ben nog zoekende. Of liever gezegd: ik ben altijd op zoek naar nieuwe dingen. Laat je verrassen.
Cedric Burnside is van 31-10 t/m 05-11-2019 weer voor diverse optredens in Nederland en België te zien.
Donderdag 31 Oktober @ Merleyn -Nijmegen TICKETS
Vrijdag 01 November @ Café Wilhelmina – Eindhoven TICKETS
Zaterdag 02 November @ Take Root Festival – Groningen TICKETS
Zondag 03 November @ Ancienne Belgique – Brussel, België [Uitverkocht]
Dinsdag 05 November @ Rotown – Rotterdam TICKETS