Exclusief interview met: Doyle Bramhall II. Tekst: Nicolette Johns met foto’s van José Gallois. Klik HIER om het gehele album te kunnen bekijken Locatie: Terras Muziekcentrum De Bosuil, vrijdag 24 Mei 2019.
Welkom Doyle, allereerst wil ik je alvast bedanken voor de tijd die je vrij hebt gemaakt om met The Blues Alone? te kunnen spreken. Mijn doel met dit interview is de mens Bramhall II achter de artiest proberen te ontrafelen.
DBII: Hum, interessant!
Dat hoop ik, ha ha ha. Natuurlijk wil ik het eerst graag even hebben over het meest recente album ‘Shades’. Het is een album waarop een aantal samenwerkingen en duetten te vinden zijn zoals met Norah Jones, maar ook met Greyhounds. Hoe is die samenwerking tot stand gekomen? Kende je hen van hun samenwerking met de Tedeschi-Trucks Band of wellicht van JJ Grey & Mofro?
DBII: Nee, dat niet. Ik moet even nadenken, oh ja ik ken hen van hun studio Bud’s wat ze samen exploiteren in Austin. Ik heb hen via m’n zus ontmoet want zij is kapster en heeft haar eigen salon. Die salon grenst met de achterkant aan de binnenplaats die ze samen delen. Ik kende ze wel, ik wist van hun werk. Bovendien, jij weet dat nog wel [wijst naar de fotograaf], heb ik samengewerkt met Anthony Cole die drummer was van mijn band. Hij maakte natuurlijk met Trube en Farrell deel uit van Mofro. Ik kwam ze regelmatig tegen en was een fan van hun werk en ik heb ze toen gevraagd of ze geïnteresseerd waren in een samenwerking.
Ze waren dit jaar te zien op Moulin Blues en Greyhounds gaven daar een overdonderd optreden.
DBII: Heb ik gehoord maar wat was er dan zo overdonderend aan?
Ja dat is moeilijk met één woord te antwoorden. Ze zijn niet in een hokje te plaatsen, hun muziek overstijgt blues, soul. Het is wat fusion-achting, Anthony’s stem lijkt soms wel trance-achtig. Veel toeschouwers vonden het een zeer verrassende set, waaronder wijzelf ook natuurlijk.
Je album ‘Shades’ doet het heel goed.
DBII: Eerlijk gezegd zou ik het niet weten want ik heb het niet bijgehouden.
Ben je überhaupt iemand die dit soort zaken op de voet volgt? Lees je de kritieken over je werk en optredens?
DBII: Dat deed ik vroeger allemaal wel maar daar ben ik mee gestopt want ik wil een zekere sereniteit in m’n leven proberen te handhaven en daar hoort het volgen van kritieken niet bij want in het verleden raakte ik daar gestresst van. Ik ging me teveel zorgen maken over of het wel succesvol was wat ik had uitgebracht. Of hoeveel media-aandacht het album kreeg en of de media en het publiek wel de bedoeling van een album mee gekregen hadden etc. Tegenwoordig, hoe ik nu in het leven sta, ben ik meer…..ik heb m’n zinnen nu meer gezet op een meer sereen leven. Ik wil dingen blijven creëren, dingen doen waar ik van houd en ik wil proberen aardig, gul en me in dienst stellen van anderen. Ook is het grote plaatje voor mij nu veel belangrijker dan vroeger. Ik heb gemerkt dat als ik me daarop focus ben ik veel rustiger en dat is beter voor me. Ik voel me dan minder ‘verloren’, als ik me ga vergelijken dan heb ik gemerkt dat ik dan altijd de strijd verlies. Ik probeer me er niet druk over te maken, “I’m going with the flow” zoals ze zeggen.
Je komt uit een behoorlijk bekend gezin, je vader was een zeer bekende drummer en producer.
DBII: In Texas wel ja…..
Voor muziekadepten hier in Europa ook wel hoor Doyle, veel mensen weten dat hij werkte met Lightnin’ Hopkins en Freddie King! Je bent dus met muziek opgegroeid maar omdat je een multi-instrumentalist bent vraag ik me af wat je eerste instrument was dat je bespeelde? Was dat gitaar of piano?
DBII: Dat was drumms eigenlijk.
Tja, dat kwam door je vader natuurlijk.
DBII: [lacht] Ja inderdaad, toen ik begon te spelen was ik nog maar 6 jaar oud. Toen klom ik al achter de drumms om “beats” te spelen. Dingetjes zoals ‘Little Drummerboy’ voor school. De drumms bespelen kwam eigenlijk heel natuurlijk, het leek wel of ik altijd al kon drummen. Toen ik 11 jaar was begon ik de bass te bespelen, het duurde tot ik 14 jaar was voordat ik een gitaar pakte om te spelen. Toen was het eind zoek, dàt wilde ik doen…..altijd spelen, spelen, spelen! Daar lag m’n hart, dat sprak me zo enorm aan. Ik had niet echt een plan ofzo, ik wilde gewoon doen waar m’n hart lag. Geen twijfel aan, ik wilde gitaar spelen.
Je was heel erg jong toen je al bij een band begon te spelen. Dan bedoel ik niet een schoolbandje maar een échte band die door het land toerde?
DBII: Ja dat klopt [lacht verlegen].
Hoe was dat bijvoorbeeld voor je moeder, was zij overigens ook muzikante? Moedigde je vader bijvoorbeeld je aan een carrière in de muziek na te jagen?
DBII: Nee, zij niet. M’n vader heeft me altijd gesteund, als ik een carrière in de muziek wilde dan vond hij dat ok, maar hij motiveerde me ook om base-ball te spelen of andere sporten. Ook als ik iets anders had willen doen dan had hij me daar ook in gesteund. Maar omdat hij zelf in de muziekbusiness zat was het voor hem natuurlijk gemakkelijk om het te faciliteren. Dus als ik iets wilde opnemen, dan zorgde m’n vader dat er een studio werd geboekt.
Ja ok, maar aan de andere kant, omdat hijzelf in de muziek zat wist hij ook hoe ontzettend hard de muziekindustrie was. Dus hij had je ook daarvoor kunnen behoeden, je beschermen?
DBII: Ja snap ik, maar dat heeft hij nooit gedaan. Nee, hij heeft nooit met me over de “dark stuff” gesproken, hij was altijd heel positief.
Wat is je sterkste herinnering aan je jeugd? Is dat bijvoorbeeld dat er veel bekende muzikanten bij jullie thuis over de vloer kwamen? Of samen drummen met je vader?
DBII: Jeugd is een vrij uitgebreid begrip, tot wanneer?
Tot een jaar of twaalf, veertien? Puberteit?
DBII: Dat zijn heel wat jaren om daar één herinnering uit te lichten! Dat zijn heel wat momenten, dat is hetzelfde als je aan iemand vraagt wat is je favoriete song. Ik ben zo vaak verhuisd als kind zijnde, ik ben halftijds in Californië en halftijds in Texas opgegroeid. Ik heb niet op maar één school gezeten, altijd meerdere scholen…..Ik voelde me net als een kind van een legerofficier, die moeten ook altijd weer verhuizen. Maar als ik dan toch iets moet noemen dan zou het zijn dat ik zoveel verschillende mensen heb mogen ontmoeten en aan een vergankelijk leven gewend zijn geraakt. Dat laatste heeft me enorm geholpen toen ik op m’n zeventiende al toerde [red. Fabulous Thunderbirds], toen dacht ik “wow, hier voel ik me thuis”. Ook al moesten we reizen, steeds nieuwe mensen ontmoeten. Het was een beetje, dit is onze stam, we zijn er allemaal aan gewend, het voelde zo logisch.
Maar heeft je dat tegelijkertijd ook een rusteloze man gemaakt? Wellicht ben je nu snel verveeld als je te lang op een plek blijft?
DBII: Eeehhhh, ja misschien wel. Ja, je hebt gelijk, ik denk dat het er toe heeft bijgedragen. Ja, ik denk wel heel vaak dat het ergens anders weer beter is [kijkt verwonderd].
Sorry, dat ik je deze vraag heb gesteld want het lijkt of je deze gewaarwording een vervelende gedachte vindt.
DBII: Nee, je hoeft je niet te verontschuldigen. Weet je, ja ik heb kinderen ennuh…..dat heeft m’n prioriteiten wel in het leven veranderd. Toen m’n kinderen geboren werden kwam er een grote wending in m’n leven. Andere zaken in het leven werden opeens belangrijk.
Dat hoor je vaak natuurlijk Doyle, maar als muzikant blijft een gezin hebben natuurlijk geen makkelijke opgave. Zijn je kinderen muzikaal?
DBII: Ja, ze zijn allemaal muzikaal.
Allemaal [we lachen allebei hardop], hoeveel kinderen heb je dan? Tja, er is n.l. heel weinig over je te lezen op dit vlak.
DBII: Mijn zoon is 25 jaar, hij is muzikaal ook al ligt z’n interesse niet bij een carrière in de muziekindustrie. Of hij vertelt me het niet, dan kan ook natuurlijk [lacht]! Dan heb ik nog een dochter van 18. Zij is muzikaal en zit nog op school waar ze ook muziek speelt. Ook heb ik nog een dochter van 14 jaar, zij is heel muzikaal, zij zingt ook. Zij bespeelt de cello. Zij is behoorlijk goed daarin.
Dus zij speelt klassieke muziek?
DBII: -ish! Ze vindt Tyler, the creator helemaal het einde. Dat is hip-hop.
Wow, écht waar hip-hop op de cello? Daar kan ik me geen voorstelling van maken.
DBII: Ja, toch is het zo.
Kan je me een favoriet album uit je eigen werk noemen of is dat ook weer te moeilijk?
DBII: “you did it!” [lachend zoekt hij naar een antwoord]
Om te helpen, is het je vroege werk of juist meer het werk wat je maakte toen je als muzikant volwassener werd en meer wist wat wel en wat niet te schrijven? Er zijn muzikanten die me meteen een antwoord kunnen geven en anderen kunnen niet kiezen.
DBII: Dat is zo moeilijk omdat het voor mij een vertegenwoordiging van het moment in m’n leven waarin ik me toen bevond. Sommige momenten in je leven zijn nu eenmaal beter dan andere……. bovendien hebben ze allemaal geleid tot het heden. Tot waar ik nu sta in het leven. Het is dus heel moeilijk om te kiezen hoewel ik toch misschien moet zeggen dat het tegenwoordige werk meer is waar ik trots op ben.
Betekent dat ook dat je hedendaagse werk een meer gebalanceerde Bramhall II vertegenwoordigd?
DBII: Mwah, de oudere werken zijn minder breed zeg maar. Het nieuwe werk belicht een breder spectrum, veel meer mijn verschillende verworvenheden in het leven. De laatste twee albums belichten dit veel meer dan het eerdere werk.
Deze vraag stel ik eigenlijk altijd tijdens het interview omdat het antwoord meestal de aard van de muzikant belicht. Wat is voor jou de meest memorabele reactie die je ooit op je op je werk kreeg?
DBII: Eh, dat is ook weer zo’n moeilijke vraag want er waren zoveel mooie reacties, gebeurtenissen in mijn carrière die tot bijzondere ervaringen hebben geleid…..Zoals Eric [red. Clapton] die een fan werd van mijn werk door het te erkennen. Toen hij mijn songs coverde was dat voor mij natuurlijk een hoogtepunt. Ook al geloofde ik niet in mezelf, er was iemand die wél in mij geloofde! Ook al was ik niet relevant in de muziek, er was iemand, niet zomaar iemand, een icoon, die van mijn muziek houdt. ik respecteer Eric Clapton en hij blijkbaar mijn muziek. Dàt zegt mij genoeg, dat is genoeg ratificatie voor wat ik probeer neer te zetten.
Doyle, heb je nog een project waar je van droomt te verwezenlijken?
DBII: Eh, ja….ik denk dat ik ooit nog eens een album wil maken waarop ik een samenwerking aanga met een Gnaoua band. Soefi muziek, je weet wel uit Marokko. Van alle plaatsen die ik inmiddels in de wereld heb bezocht, staat die muziek hoog op m’n lijstje om door een bijzondere samenwerking iets moois te maken. Net zoals Ry Cooder samenwerkte met Ali Farka Touré of met de Cubanen van Buena Vista Social Club.
Is soefi muziek te vergelijken met Mali-blues?
DBII: Niet echt maar het is wel verwant aan elkaar omdat 700 jaar geleden kwam het Gnaoua volk na de oorlog in de Sahara naar het noord-westelijke gedeelte van Marokko. Ze werden n.l. verdreven, ze hebben zich verborgen in het Atlas gebergte waar Arabisch gesproken werd. Zij brachten de Afrikaanse ritmes en melodieën naar Noord-Afrika, in dit geval Marokko. Dat kwam dus inderdaad uit landen als Mali en andere sub-Sahara landen. Die muziek werd als het ware gemengd met het Soefisme en de Arabische gebeden.
Wat zou je beginnende muzikanten in live muziek willen/kunnen meegeven als advies/raad. Ben je überhaupt een soort mentor voor een protégé? Of ben je daar misschien te druk voor?
DBII: Eh, ben ik dat? Eh, dat weet ik eigenlijk niet. Nee, ik ben niet ‘involved’ met een jonge muzikant momenteel. Bovendien is het erg moeilijk om een ander raad te geven, ze moeten het eigenlijk allemaal zelf uitvinden want ieder moment, iedere venue en ook ieders doel is anders.
Doyle, je zit nu al een jaar of 40 in de muziekbusiness…
DBII: Ja, ik ga volgend jaar met pensioen [knipoogt]
Dat hoop ik niet eerlijk gezegd [we lachen allebei luid]…Maar wat ik me afvraag of een muzikant zoals jij nog moet oefenen?
DBII: Jazeker, dat doe ik nog.
Doe je dat dan dagelijks, of zoals nu je moet reizen, moet je dan je vingers los spelen voordat je opgaat?
DBII: Kijk, jij gaat ervan uit dat het alleen gitaarspelen is maar ik moet natuurlijk ook mijn stem blijven oefenen. Als ik niet optreedt neem ik altijd zanglessen.
De reden dat ik je niet hebt gevraagd over eventuele stemoefeningen is omdat wanneer ik je op een podium zie lijkt het wel of je helemaal geen moeite voor de vocalen hoeft te doen. Het lijkt zo vanzelf te komen allemaal.
DBII: Gek genoeg, oefen ik m’n stem meer dan vroeger. M’n stem wordt nu juist rijper en mijn stembanden worden veel sterker nu. Ik ontsluit nu veel beter m’n stembanden dan dat ik vroeger deed. Het zijn als het ware vijf klepjes die je trainen moet om de luchtuitlaat te kunnen regelen zeg maar.
Wat maakt je boos in het leven?
DBII: Hopelijk niets!
[lachend] Je bent erg zen dus?
DBII: Ja, dat is een kunst, een verworvenheid die ik in de loop der jaren hebt nagestreefd. Ik wil me ook niet boos maken, ik wil niet “getriggerd” worden en me te makkelijk boos maken. Ik probeer dagelijks, nee iedere minuut, probeer ik een bepaalde bewustwording te verwezenlijken. Ik wil het moment omhelzen, ervan genieten, zelfs als er iemand is die zich niet in een goede mind-set bevindt, negatief is. Ik zie het als mijn taak zoiets met liefde te benaderen dan met boosheid. Het is nieuw en het komt me ook niet aanwaaien. Ik moet het elke dag oefenen.
Dus je maakt je niet boos over ongerechtigheid en politiek of andere zaken?
DBII: Kijk al ik dat zou doen, dan doe ik mezelf tekort en dat is niet de bedoeling want ík ben belangrijk. Mijn geestestoestand is wat telt. Als iemand zich als een idioot gedraagt dan ben ik nog steeds de baas over mijn gedachten…..Ik hoef me niet te ergeren aan anderen, toch? Het is zijn leven, als hij zich als een idioot op wil stellen is dat zijn keuze. Ik heb daar niets mee te maken en laat het dan ook niet mijn levensstijl beïnvloeden. Net als een scheiding, daar heb ik me in het verleden ontzettend boos over gemaakt. Als ik werd aangevallen, zo zag ik het toen want ik heb kinderen…Vond ik dat ik terug moest vechten. Nu, kan ik dat op een hele andere manier benaderen. Ik benader het nu met liefde en compassie.
Ben je boeddhist Doyle?
DBII: Nee, zo zou ik het niet willen noemen nee. Althans ik hang niet het boeddhisme aan maar ik ben wél een spiritueel mens, een humanist.
Hoe vindt je de balans tussen je vak en je gezin/familie?
DBII: Welk gezin, welke familie?
Je drie kinderen?
DBII: Die wonen alle drie in verschillende staten, bovendien zijn ze nu volwassen of bijna. Op dit moment in mijn leven probeer ik zo veel mogelijk contact te houden met hen, telefoneren, appen. Als ik dan weer thuis ben, probeer ik zoveel mogelijk tijd met hen door te brengen als onze tijd ons toestaat. Maar ik ben er van overtuigd dat ik op deze wereld ben om over de wereld te trekken en zijn wie ik ben…..een vrije geest die muziek maakt. In tegenstelling tot wat ik eerder dacht, dat ik een beroerde vader was, nam ik mezelf in de maling omdat mijn taak op de wereld muziek maken is en daardoor ben ik een beter mens en dus een betere vader.
Tegen het einde stel ik iedere muzikant een aantal korte vragen waar ik graag de eerste gedachte wat bij je op komt wil horen. Welke muziek heeft momenteel je interesse?
DBII: Goh, jeetje….Ik luister eigenlijk niet zoveel muziek….ik luister wel graag naar klassieke muziek. Ik houd van Gospel, dat raakt me.
Wat voor klassieke muziek Doyle? Bombastisch of juist niet?
DBII: Nee, ik houd van piano muziek maar geen bombastisch nee. Onderweg hier naartoe luisterde ik naar Oumou Sangaré. Ken je haar? Ze komt uit Mali. Haar muziek raakt me.
Omdat mijn voorganger wat langer tijd nam om zijn interview af te nemen zijn er inmiddels al twee bandleden komen vragen of Doyle wil komen soundchecken. Ik probeer nog een paar minuten te stelen maar de road-manager is onverbiddelijk.
Als ik Doyle Bramhall II voor dit openhartige interview wil bedanken blijkt dat Doyle zichzelf nog een andere taak heeft toebedacht. Hij wil graag door de fotograaf van dienst op de gevoelige plaat gezet worden bij een door hem gespotte plek. Doyle heeft n.l. een deur met een hoogspannings opschrift gezien waarnaast hij graag wil poseren.
De man blijkt niet alleen in de muziek een buitenbeentje te zijn, ook over hoe de foto moet worden heeft hij zo zijn eigen gedachte. We stoeien wat met lichtinval en na een paar minuten waarin ondergetekende de deur van het halletje steeds weer dichter dient te houden is de unieke en exceptioneel goede gitarist én mens tevreden.
Het was een bijzondere ervaring Doyle Bramhall II te mogen interviewen, snel vraagt hij tijdens het weglopen of we er ‘s avonds ook bij zijn. Na een volmondig ja, zwaait hij voordat hij de hoek om gaat, het podium op.
Binnenkort is Doyle Bramhall II weer te zien in Europa, in ons eigen land, in België maar ook in Frankrijk.
Vrijdag 01 November – Luxor Live, Arnhem
Zaterdag 02 November – Trix, Antwerpen
Zondag 03 November – Q-Factory, Amsterdam
Zaterdag 16 November – Gibus Club, Paris, France
Graag wil ik namens TBA? het personeel van De Bosuil alsmede de platenmaatschappij bedanken voor het faciliteren van dit interview.