Het Once In A Blue Moon Festival vond plaats op 24 Augustus 2019 jl. Tekst en foto’s van Gerrie van Barneveld.
De tweede editie van Once In A Blue Moon in het Amsterdamse Bos is een beetje aangepast. Het terrein is anders ingedeeld en met The Waterboys en met name Eels als hoofdacts wordt een jonger publiek bereikt. Met 6500 bezoekers en zonnig weer kan de organisatie tevreden zijn.
Dylan Leblanc begint als opener op het Blue Moon Stage met een onderhoudende set. Leblanc brengt zonder veel poespas mooie liedjes, die hij soms wat uitrekt. Hij heeft een hoge stem en in de langere gitaarnummers doet het veel denken aan Neil Young. Verrassend is het dat Judy Blank op het eind een nummer meezingt.
Op het Sugar Mountain Stage begint het programma met Robert Ellis. De Texas Piano Man is een kleurrijke en onderhoudende artiest. Ellis heeft geen band bij zich, maar dat gaat prima.
Hij waarschuwt het publiek voor grove teksten na begonnen te zijn met het nummer Fucking Crazy. Hij wisselt af en toe tussen piano en gitaar. Naast luchtige liedjes als Topo Chico, Sing Along en Nobody Smokes Anymore is er ook serieus liedje als Father.
Gregory Alan Isakov is de tweede act op het hoofdpodium. Isakov is de afgelopen jaren een grote naam geworden via Spotify, YouTube en Netflix. Zijn muziek is moeilijk te plaatsen.
Er zit country, folk en blues en hij gebruikt regelmatig een vervormende microfoon. Op het podium komt het wat afstandelijk over, want de band staat ver naar achteren en Isakov praat niet veel. Maar de liefhebbers genieten met nummers als Amsterdam en Dandelion Wine.
Op het tweede podium staat Ruston Kelly met band afkomstig uit Nashville. Hij heeft in 2018 zijn debuutalbum Dying Star uitgebracht en heeft al een opmerkelijk verleden. Een overdosis werd hem bijna fataal. Dat levert vaak mooie muziek met goede teksten op.
Er volgt een set alternatieve country met een rauw randje. Dat rauwe randje blijkt uit de cover Teenage Dirtbag van Wheatus en de afsluiter Asshole. De country invloeden komen vooral van de pedal steel.
Daarna is het de beurt aan Duff McKagan. Bekend geworden bij Guns n’ Roses en met Shooter Jennings in de band schept dit verwachtingen. McKagan probeert onder andere met een aantal onbekendere Guns ’n Roses nummers, zoals Dust n’ Bones en Dead Horse het publiek te boeien. Dat valt een beetje tegen, want het publiek reageert lauw.
McKagan wisselt regelmatig naar de elektrische gitaar om er wat meer rock in de nummers te stoppen. De speciaal aangekondigde Shooter Jennings zit onopvallend achter de toetsen. Wel valt de violiste met een goede stem op. De tent is echter behoorlijk leeg aan het eind van het optreden.
Hoe het wel kan blijkt bij het optreden van Michelle David & the Gospel Sessions. Een bomvolle tent en het swingt. Michelle David schopt al snel haar schoenen uit en het feestje kan beginnen.
Onder andere Soldier, Taking it Back, Gonna Be Allright en He Loves Me worden gespeeld. De blazers vullen het mooi aan en gitarist Paul Willemsen soleert erop los. Een feestje met ook een serieuze ondertoon.
The Waterboys hebben een verleden dat teruggaat naar de begin jaren tachtig. De start van het optreden is verrassend akoestisch met Honky Tonkin’ van Hank Williams.
Daarna volgt een prima set met onder andere Fisherman’s Blues, een langgerekte A Girl Called Johnny, Still A Freak en natuurlijk Whole Of The Moon. Mooi is ook de cover Dead Flowers van de Rolling Stones.
Mike Scott is goed bij stem en heeft zichtbaar veel plezier. De band is ook uitstekend. Er is een belangrijke rol voor violist Steve Wickham en een mooie solo van Brother Paul Brown op toetsen. The Waterboys komen zelfs terug voor de toegift Your Cheatin’ Heart van Hank Williams.
Op het Sugar Mountain Stage speelt vervolgens Tyler Childers. Een rijzende ster aan de country/bluegrass hemel. De tent staat volgepropt met veel jong publiek, die enthousiast meezingen. Childers maakt de verwachtingen volledig waar.
Tyler Childers heeft een markante stem, maar is wars van show en zijn jonge band bestaat uit prima muzikanten. De aftrap is met House Fire en er volgt een set met onder andere Country Squire, Redneck Rodeo en de cover Tulsa Turnaround (Kenny Rogers/First Edition). De set wordt afgesloten met de solo gespeelde Lady May. Een van de hoogtepunten van het festival.
Afsluiter op het Blue Moon Stage is Eels. Mark Everett, bekend geworden met zijn donkere liedjes, tapt hier uit een ander vaatje. Eels rockt en heeft net als Mike Scott van The Waterboys veel lol op het podium. De opkomst met toetertjes en een hilarische band presentatie inclusief rode loper zijn hier voorbeelden van.
De bekende klassiekers Novocaine For The Soul, Fly Swattter, Souljacker, I Like Birds en Mr. E’s Beautiful Blues worden niet vergeten. Er is ook een rustig moment met I Need Some Sleep. Verrassend zijn de gespeelde covers Out In The Street (Who), Raspberry Beret(Prince), Love and Mercy (Brian Wilson) en The End (Beatles). Een rockende afsluiter van het hoofdpodium.
Once In A Blue Moon heeft zich met deze tweede editie gevestigd. Naast de oudere liefhebbers waren er ook veel jongeren. Mooi om te zien dat de rootsmuziek een jonge generatie bereikt en mede door het warme weer heerste er een ontspannen sfeer. De editie voor 2020 is inmiddels aangekondigd. Once In A Blue Moon is een blijver geworden in het grote festivalaanbod.