Op 8, 9 en 10 juni vond de 23e editie van Ribs & Blues, het grootste gratis open-air festival van Europa, plaats in Raalte. (Her)beleef de laatste festivaldag van 2e Pinksterdag maandag 10 Juni 2019 jl. in Raalte mee in ons sfeerverslag waarvan de teksten zijn geschreven door Giel van der Hoeven en Nicolette Johns. De foto’s zijn van Gerrie van Barneveld en José Gallois, klik HIER om zijn gehele album te bekijken.
Blackbird is de toepasselijke artiestennaam van singer/songwriter Merel Koman en haar mannen. Deze lieftallige dame werd geboren in Brabant (‘s-Hertogenbosch 1987) maar groeide op het Limburgse Kessel en ademt al sinds heugenis muziek. Thuis hoorde ze de platen van The Eagles, Phil Collins maar ook John Denver.
De ruige gitaarlicks komen van Wessel Herbschleb, hem kennen we ook van Ruben Hein, David Gram bespeelt buiten gitaar ook nog eens zijn nieuwe aanwinst de pedal-steel én we zagen Gram al eens bij Maurice van Hoek op het podium, Hugo den Oudsten (bass) vormt samen met Martijn Bosman (drumms) de ritme-sectie. Merel Koman zegt liedjes te schrijven over het dagelijkse leven, liefde, liefdesverdriet, de zoektocht naar geluk en vrijheid. Dat de dame al een aantal onderscheidingen – ‘The One’ TOP SONG, NPO Radio 2 (2018), ‘Lost In The Middle’ TOP SONG, NPO Radio 2 (2018) en Nieuwe Naam, NPO Radio 2 (2017) – op haar palmares mocht schijven is wat mij betreft na het beluisteren van een aantal nummers die de band brengt op het Delta stage volledig terecht. De liedjes die ik aanschouw en hoor zijn van een ingetogen, mooi niveau, jammer dat ik de titels niet op mag schrijven want daar doet Blackbird niet aan. De Danelectro waarop Wessel de eerste song meer gestalte wist te geven wordt nu verwisseld voor de Fender voor een wat brutaler geluid.
Een nummer waar ik wel heel gemakkelijk de titel van kan raden is ‘Wicked Song’ en dat is het precies! Een verduiveld goede song zeker door de pedal steel van David Gram. Ook een covertje wordt niet gemeden, Stealers Wheel’s ‘Stuck In The Middle With You’ kan ik nog steeds – het nummer is uit mijn jeugd – woordelijk meezingen én het moet gezegd toch maakt Merel a.k.a. Blackbird er haar eigen song van. Over pissig zijn in de liefde handelt ‘I’ll Tell your Mama’ dat ondanks het thema van de song toch een lekker up-tempo nummer is geworden, heerlijk gelardeerd met gitaarsoli van Herbschleb. Een prettig optreden van Blackbird om de laatste festivaldag mee te beginnen!
Gaat het wel goed met de meervoudig Blues Award winnaar King King? vroegen wij ons af. In korte tijd namelijk verlieten vrij onverwachts bassist Lindsay Coulson en drummer Wayne Proctor de Schotse band van frontman Alan Nimmo. Voormalig Nimmo Brothers’ bassist Zander Greenshields en sessiedrummer Andrew Scott – die o.a. tourde met Paul Gilbert (Mr. Big) – werden al spoedig aangetrokken als vervangers.
In deze line-up, met Johnny Dyke nog steeds aan de Hammond-orgel, trapte de band in Raalte af met het stampende ‘Broken’ waarin Nimmo gelijk al in een solo los ging op de Fender-gitaar. Andere poppetjes, zelfde deuntje, niets aan de hand dus. Dit klinkt misschien wat oneerbiedig maar moet gelezen worden als een compliment omdat de personeelswisseling aan de King King-sound niets heeft afgedaan.
Het geeft wel aan dat Alan Nimmo – ondanks zijn Schotse kilt – duidelijk de broek aan heeft binnen deze band. Na het swingende ‘Lose Control’ volgde de bluesballad ‘Rush Hour’ met de eerste publieke interactie (“Whóhóhóóó”). De band lijkt de laatste jaren meer (classic) rock dan blues-georiënteerd te zijn, maar volgens Nimmo is dat een natuurlijk proces in de ontwikkeling van de band, iets wat is ontstaan door de vele liveoptredens.
‘Coming Home’ (Rest Your Eyes) werd opgedragen aan de onlangs overleden Dr. John. Vanaf ‘Crazy’ waren het alleen nog nummers van de succesvolle CD Reaching For the Light (2015) wat de klok sloeg. Zoals de soulvolle bluesy rocksong ‘Waking Up’ en ‘Stranger To Love’ met een vonkende gitaarsolo door Alan op de Gibson die naar het einde toe explosief ontvlamde. Natuurlijk mocht het catchy ‘You Stopped The Rain’ niet ontbreken want de charismatische Schot Nimmo is gek op sing-a-longs (“óh óh-óh-óh óh óh-óh- óh”). We waren gerustgesteld. King King klinkt nog steeds als King King. Op naar de volgende award zou ik zeggen.
Het kwintet Robert Jon & The Wreck komt uit Orange County, Californië en vinden zichzelf reeds doorgewinterde veteranen. Dat lijkt me nog wat overdreven. Maar met vijf albums in acht jaar tijd op hun naam, waarvan ‘Take Me Higher’ (2019) de meest recente is, en hun vijfde internationale tournee in de benen, is Robert Jon & The Wreck wel een band waarmee rekening moet worden gehouden. Ik denk niet dat er een eerdere R&B-editie was waar zóveel Southern Rock acts optraden.
Al is Robert Jon & The Wreck toch meer een harmonieuze countryrockband met hardrock- en funkinvloeden. Maar het gitaarwerk van zanger-gitarist Robert Jon Burrison en het image van de bandleden is wel duidelijk geïnspireerd door The Allman Brothers. De opener ‘The Devil Is Your Only Friend’ van hun uitstekende debuutplaat Glory Bound uit 2015 is zo’n typische RJTW-song met een hoog meezinggehalte. Wat dan ook al snel – zij het nog neuriënd en meedeinend – gebeurde door het aanzwellende publiek in de Delta Stage tent.
‘Blame It On The Whiskey’ van diezelfde plaat is inmiddels hun lijflied geworden, waar ze met hun merchandise dan ook attent op inspelen. Robert Jon & The Wreck toont zich de perfecte festival-act, een band die je er op elke rockparty prima bij kan hebben. De slaggitaarpartijen van Burrison, de gitaarleads van sologitarist Henry James en de swingende piano- en zwevende orgelklanken van Steve Maggiora weven als wollen vezels van een handgemaakt vloerkleed in elkaar dat wordt uitgerold op de massieve bodem die Warren Murrel (basgitaar) en Andrew Espantman (drums, zang) samen neerleggen.
Helaas heb ik het hele optreden niet af kunnen zien, maar ik heb begrepen dat de setlist niet heel veel afweek van die van vorig jaar op het Moulin Blues Festival in Ospel.
Southern Avenue is voor de TBA?-ers geen onbekende band, we zagen ze al eerder op de 2016 editie van Gevarenwinkel (B) en op Moulin Blues een jaartje later. De uit zeer jonge muzikanten bestaande Southern Avenue komt uit Memphis -Tn.
Op het repertoire staat een blend van gospel, r & b, soul en natuurlijk blues. De band werd begonnen door de zusjes Tierinii (zang) en Tikyra Jackson (drumms) die zoals zo vele AfroAmerikanen groot geworden zijn op een dieet van gospel. Al snel werden de aantrekkelijke zussen gespot door het Stax label waar Southern Avenue hun debuutalbum mocht opnemen.
De band bestaat verder uit gitarist Ori Naftaly, Jeremy Powell op de Hammond en Evan Sarver op bass. ‘Whiskey Love’ is de opener van de set op het Main stage van Ribs & Blues 2019 en komt van het 2019 album Keep On, een heerlijk nummer. Leuk om te zien dat Tikyra nu met haar drummstel ook vooraan op het podium is te aanschouwen, gelukkig voor de mannen want deze dame is werkelijk een beauty met haar prachtige ogen.
‘Switchup’ is het nummer waarbij de Israelische gitarist Ori Naftaly een mean funky gitaar laat horen, voeg daarbij de swingende sounds van Powell’s B3 en u als lezer weet dat het moeilijk is om te blijven zitten.
‘What Did I Do’ komt van het Southern Avenue album uit 2017 en ik hoop van harte bij het horen én zien van deze jonge muzikanten dat Johan Derksen vandaag ook even is komen kijken hoe de nieuwe lichting jonge Amerikaanse bluesmuzikanten het ervan afbrengt want dit is gewoon klasse wat deze Southern Avenue neerzetten!
De passie van de kleine spring in ‘t veld Tierinii is ontzagwekkend, hoe kan er zo’n power uit zo’n klein lijfje geperst worden? ‘Too Good For You’ van het jongste album gaat een beetje de mist in vind ik, een té lief nummer voor een festival het is meer voor een zaal geschikt. Wél knap zijn de tempowisselingen in het nummer.
Gelukkig heeft mijn uitspraak “Long Live Youth” uit het verleden stand gehouden en hebben deze jonge muzikanten zich ontwikkeld tot een band die met gemak een Main stage aankunnen. Southern Avenue zullen we nog vaker in Nederland en België gaan tegenkomen.
Lees ook op deze site binnenkort het interview wat Giel van der Hoeven had met Southern Avenue vooraf hun optreden op het Main stage van Ribs & Blues 2019.
Lil’ Jimmy Reed is de artiestennaam van Leon Atkins die hij kreeg nadat hij op zijn 18e Jimmy Reed mocht/moest vervangen omdat die te dronken was om te spelen, althans zo gaat het verhaal.
Lil’ Jimmy Reed groeide op in de jaren dertig tijdens de segregatie in zuiden van de VS. Toen hij nog maar zes jaar oud was heeft hij zich het gitaarspelen, of beter cigarbox spelen, eigen gemaakt. Na zijn ontdekking op zijn 18e trad hij gaandeweg meer en meer op in en rondom geboortestreek Louisana. Hij deelde podia met Bobby ‘Blue’ Bland én legende B.B King.
De bijna tachtig jarige veteraan zal Raalte zijn blues laten horen. Deze act heeft tonnen aan levenservaring maar ook zeker een pak aan ervaring op het podium. Lil’ Jimmy Reed en zijn bandleden, bassiste Hilary Blythe en Bob Hall op de toetsen hebben samen zo’n 200 jaar ervaring.
De jongste van het stel is drummer Bob Hall. We horen autenthieke blues door authenthieke muzikanten met een voorliefde voor de Chicago blues. Het is een goede set maar omdat we tijdens zijn set we ons vooraf aan dienen te melden voor een interview moeten wij deze zeer goede set voortijdig verlaten.
Eenmaal back-stage horen we na afloop van de gespeelde nummers telkens een oorverdovend applaus van de toeschouwers die voor het Delta stage staan opgesteld. Jimmy kwam, zag en overwon zo kreeg ik later te horen.
Ook The Paladins waren sinds 2012 weer eens terug op het Ribs & Blues festival. Het trio uit San Diego combineert rockabilly en country uit de jaren vijftig met blues en jazz. Met het instrumentale ‘Powershake’ begon de set gelijk al heerlijk swingend en elastisch. Alsof je staat te koorddansen op een stuk elastiek.
Ik ken het tourschema verder niet van dit drietal maar de mannen leken wel behoorlijk vermoeid. Al bij het tweede nummer stonden zanger-gitarist Dave Gonzalez en contrabassist-zanger Thomas Yearsley peentjes te zweten. Ook hun solide reputatie van “America’s hardest-working live band” hakt er blijkbaar in. Dat nam niet weg dat de mannen routineus maar niet minder gedegen hun set vol speelden.
Waarin er voor Thomas Yearsley ook nog ruimte was voor trucjes met de upright bass, door die achter zijn rug te bespelen en voor een vinnige drumsolo van Brian Fahey. Verder krijg je bij The Paladins veel repeterende ritmes te horen waardoor het 50’s Gibson en Gretsch gitaarspel van Dave Gonzalez lekker heen kabbelt.
Met negen studioalbums en drie live-platen heeft The Paladins (Est. 1980) ook heel veel repertoire om uit te putten. Waaruit ik in elk geval ‘Looking For A Girl Like You’,’Right Track’, ‘Lil’ Irene’, ‘Waterman’ en ‘New World’ herkende. Maar hey, dit is een rock ’n roll-band! Er moest gedanst worden. Met name op de voorste rijen in de mainstage tent gingen de voetjes regelmatig van de vloer door het overwegend oudere 40-plus publiek.Waaronder overigens niet veel petticoats en vetkuiven te bespeuren waren. Mede om die reden hoor/zie ik de Paladins liever in een kleine intieme club of zaal dan op zo’n groot festivalpodium als dit. Maar, laat dat (zoals alles wat hier gezegd en geschreven wordt) persoonlijk zijn.
Als laatste band betreedt de ex-trucker, Dale Watson, met zijn band het podium van het Delta stage. Dale Watson is een authentieke countryzanger/gitarist met een eervolle plaats in de Hall Of Fame van Austin. Net als zijn grote voorbeeld Johnny Cash speelt hij rauwe, pure country en zet hij zich af tegen de uit Nashville afkomstige gladde popcountry die volgens hem heden ten dage de luisteraar bereikt. Een bijna fatale overdosis drugs en het overlijden van zijn verloofde tekenen het leven en de muziek van Watson.
Hij wordt al sinds jaar en dag begeleid door The Lone Stars die bestaat uit Don Pawlak op steel-gitaar, Mike Bernal op drumms en Chris Crepps op bass. Watson (1962) werd in Alabama geboren maar groeide op in Texas. Watson is al sinds zijn debuutalbum Cheatin’ Heart Attack uit 1995 een outsider in de country-scene. Met zijn Ameripolitan blend van rockabilly, honky tonk en vooral western swing is hij de rebel van de mainstream country. Dale Watson staat te boek als een van de ‘hardest working men in showbizz’ en heeft bij leven al een legendarische status opgebouwd.
Watson tourt met zijn eigen tourbus zo’n kleine driehonderd dagen per jaar door de US, zijn Europese tours niet meegeteld. Echter aan die Europese tours komt een einde zo vertelde hij mij in het interview [stay tuned!] dat ik met hem vooraf het optreden had. Watson zal in de toekomst enkel nog op festivals te zien kunnen zijn, jammer maar gezien zijn zakelijk leven buiten het artiestenbestaan een begrijpelijke beslissing. De man die qua stem het dichtst bij die van Johnny Cash komt laat een heel arsenaal songs voorbij komen, ik tel er minstens twintig zoals ‘My Baby Makes Me Gravy’, ‘David Buxkemper’, het “do the two step” swingende ‘Give Me More Kisses’.
Zuivere bluegrass staat ook op deze zeer uitgebreide set-list met ‘I’ve Seen Kentucky In A Spin’ waarbij we getuige zijn van de heerlijk solo’s van de goedlachse Chris Crepps op de up-right bass en van drummer Mike Bernal en dit alles onder toeziend oog van Paladins gitarist Dave Gonzalez die in de coulissen staat te genieten. Tijdens ‘Truckstop In La Grange’ weet Dale Watson de toeschouwers in de volle Delta tent te verrassen door er een intermezzo van John Lee Hooker in te verwerken. Opzwepend is ‘Texas Boogie’ en ja dit is hoe je “turn down country” doet. Ondanks dat Dale Watson kan putten uit een groot scala aan zelfgeschreven nummers brengt hij toch ook een cover, niet zo maar een maar Johnny Cash’s ‘Ring Of Fire’ waarin de steel-gitaar van Don Pawlak mij de haren in de nek doet rijzen!
Natuurlijk wordt er geroepen om ‘I Lie When I Drink’ wat we later allemaal meezingen. Ik zag de man al een aantal keren eerder optreden maar weer verrast Watson, hoe makkelijk deze man voor de microfoon staat te zingen, nergens hoeft hij zijn stem te forceren nergens wordt het onverstaanbaar, gewoon een hele goede zanger én fantastische gitarist deze Dale Watson! ‘Call Me Lucky’ komt van het gelijknamige jongste album en krijgt ook in Raalte de handen grif op elkaar. Nog immer met gemak speelt Watson het up-tempo ritme van ‘Exit 109’ een nummer van 1 van de 32 (!!) albums die de man al heeft opgenomen. ‘Honky Tonkers Don’t Cry’ laat de achterste rijen ‘line-dancen’ maar ‘Mama’s Don’t Let Your Cowboys Grow Up To Be Babies’ is meer mijn ding dus ook ik dans lekker mee.
Een heel bijzonder nummer, mede door de steel-gitaar van Pawlak die hij voor het show-element van deze set maar eventjes met de tanden bespeelt. Het toepasselijke ‘Adios’ is de afsluiter van de wat mij betreft veel te korte set van uur voor een man die ‘the real deal’ is. Dale Watson zet de traditie van Johnny Cash, Waylon Jennings en Willie Nelson met zijn ‘Ameripolitan’ merk van Amerikaanse rootsmuziek moeiteloos voort. Tot ziens Dale Watson, we zien elkaar terug op weer een ander mooi festival óf wie weet in de US.
Als er van een headliner gesproken kon worden op de 23e editie van Ribs & Blues dan was dat wel: Vintage Trouble. Waartoe frontman Ty Taylor en zijn rock ‘n rhythm ‘n blues band uit Venice Beach, Los Angeles in staat zijn, zagen we de afgelopen jaren al eerder op de diverse grote festivals in Nederland. Ty Taylor de man van rubber, die ooit begon te zingen in een Baptisten kerkkoor, liet zich later beïnvloeden door uiteenlopende acts; van Otis Redding tot The Clash. Dat is te merken aan de man zijn zang en performance.
Al tussen de eerste nummers ‘Nobody Told Me’ en ‘Knock Me Out’ vroeg hij om z’n draadloze microfoon omdat hij stond te popelen om het publiek in de gaan. Wat een heerlijke vent! Vooralsnog moest daar even mee gewacht worden. Want de 27-jarige Tanika was beloofd na haar Meet and Greet met de band een liedje mee te mogen zingen. Met bed en al werd de kleurrijke fan – die lijdt aan een spierziekte – het mainstage podium opgereden. Waarna Taylor en de overige bandleden haar volop aandacht gaven. Daarna ging het vijftal volledig los. Taylor doet handstandjes en pirouettes op het podium en hij zwaait en zwiert sierlijk rond de microfoonstandaard.
Gitarist Nalle Colt, bassist Rick Barrio Dill en drummer Richard Danielson aangevuld met een voluptueuze backing vocaliste schikken zich in hun rol als Taylor in de schijnwerpers staat of de podiumcamera’s opzoekt. Maar ook zij dragen individueel hun steentje bij aan de uitgekiende Vintage Trouble show die barst van de energie en overloopt van het enthousiasme. Wat direct overslaat op de bezoekers. Zeker bij ‘Run Like The River’, met een heerlijk slidegitaar intro door Nalle Colt. Daarbij mocht de ontketende Ty Taylor dan eindelijk onder begeleiding de tent in om crowdsurfend over de handen van het Raaltense publiek naar het podium terug te keren.
Gelukkig zijn er ook rustpuntjes met de rhythm-and-blues ballads ‘Another Man’s Words’ en ‘Run Outta You’. Als Taylor zelf de schuiftrombone ter hand neemt kan hij weer even stoom afblazen. Verder horen we o.a. hoe zalig retro de song ‘Crystal Clarity’ ook live klinkt. De rauwe mix van rock ‘n roll, soul en blues is een genre dat inmiddels wereldwijd aanslaat en door de uitvoering en performance van de groep Vintage Trouble het ook prima doet op de festivals. Een heerlijk afsluiter van Ribs & Blues 2019!
Lees het verslag en bekijk de foto’s van Dag 1 van het Ribs & Blues 2019 HIER en voor het verslag van dag 2 HIER.
De aanwezige reporters van The Blues Alone? willen alle jongelui van de diverse verenigingen uit de regio bedanken voor hun tomeloze inzet. Ook een grote merci aan al die ervaren vrijwilligers dat zij de 23e editie van Ribs & Blues tot een feestje maakten, dank aan allen voor het enthousiasme en de vriendelijkheid. Rob Telgenkamp en Frank Starink weer bedankt voor de verrassende programmering, Jaap Harmsen voor zijn aankondigingen én de de rijmelarij; graag zijn wij volgend jaar weer van de partij!