Mede door het mooie weer leek de Summer of Love & Peace te herleven op de 22e editie van Ribs & Blues in Raalte. Veel bezoekers en artiesten waren luchtig gekleed en in een relaxte festival mood. In muzikaal opzicht droegen zowel de artiesten als de DJ’s die de pauzemuziek draaide een zomers roots- en retro-steentje bij. (Her)beleef zondag 20 mei 2018 mee in ons fotoverslag door: José Gallois en Gerrie van Barneveld (fotografie), klik hier om het gehele album te bekijken. De teksten zijn van Nicolette Johns en van Giel van der Hoeven.
Al ruim een uur voor het eerste optreden deze dag arriveerden wij op de Domineeskamp in Raalte. THE BREW bassist Tim Smith had ons toegezegd bij te praten over hun in september nieuw te verschijnen album (hierover later meer) en over de huidige concertreeks. Vermoeiende optredens blijkbaar, want het trio oogde op dit tijdstip van de dag na vier Duitse gigs in vier dagen op een rij behoorlijk afgedraaid. Gelukkig was hier later op de R&B Mainstage weinig van te merken.
Hooguit waren de mannen nog wat gedesoriënteerd. Want toen drummer Kurtis Smith na de gebruikelijke drumsolo zijn drumsticks in het publiek wilde gooien, belandde deze helaas op het podium vlak voor hem. Waarschijnlijk besefte hij zich even niet op een groot festivalstage te staan i.p.v. in een Duitse club. Onverstoord drumde Smith junior met rood aanlopende blote handen door. Terwijl vader Smith een fan alsnog blij maakte met het aandenken. Geheel volgens het Brew-motto “less is more”, maar hard, snel en met veel bravoure werd een vloedgolf aan geluid over de rap vollopende festivaltent uitgestort.
Nog steeds zijn invloeden van The Who, Led Zeppelin (Jason Barwick geselde naar goed voorbeeld van Jimi Page zijn snaren weer met de strijkstok) en pak-um-beet Wolfmother hoorbaar. Met onvervalste roots in de jaren ’60 en ’70. Maar sinds het verschijnen van het album Shake The Tree (2016) zijn er ook elementen uit grunge en pakkende popmuziek te horen.
The Brew mag in thuisland het Verenigd Koninkrijk wellicht ondergewaardeerd zijn als bluesrock band (Tim, backstage: “we missed the Royal wedding, thank God!”), hun doorzettingsvermogen is volhardend. Het concept staat als een oude eik met diepe groeven waarmee de beuk er steeds weer ingaat.
Ook vanaf de DeltaStage op de Domineeskamp werd op deze eerste Pinksterdag Love & Lust (titel van hun EP) gepredikt. Het Limburgse kwartet THE RAGTIME RUMOURS won dit jaar als eerste Nederlandse band de 8e editie van de European Blues Challenge (EBC). Nieuws dat veel festivalbezoekers waarschijnlijk nog niet hadden meegekregen, maar wat bij de aanwezige blues-insiders als heugelijk feit werd ervaren.
Erkenning is altijd lekker en als het ook nog eens een Maasdelta roots-band betreft maakt dat de liefhebber eveneens trots. Zanger/gitarist Tom Janssen kondigde aan “het eervol te vinden” om op Ribs & Blues te mogen spelen, ondanks de overvolle agenda in 2018. Behalve de New Orleans piano-blues invloeden, stoeit het viertal met gypsy jazz- en swingmuziek. Ze raggen er ook een flinke dosis rockabilly en hillbilly folk doorheen.
Instrumentaal waren daar met name de bedrijvige gitarist/pianist Thimo Gijezen (op blote voeten en veelal zittend) en drummer/wasbord- en kazoo-speler Sjaak Korstens verantwoordelijk voor (vanwege zijn forse bassdrum door de man naast mij “Dik Trom” genoemd).
Niki van der Schuren zorgde met haar gepolijste zangstem en op de contrabas, baritonsax en dwarsfluit voor de melodieuze balans in de groep.
Terwijl de lange initiator Tom Janssen als leadvocalist en op de akoestische- en elektrische gitaar de boel ordenend bij elkaar hield. De setlist kon wat ons betreft nog wel wat spannender maar muzikaal hebben de The Ragtime Rumours het dik voor mekaar.
Door hun niet-traditionele instrumentarium ontstond er een eigen “rag ‘n roll” geluid waarbij het leek dat uit de diverse muziekgeneraties Django Reinhardt, Johnny Cash, Tom Waits en Pokey Lafarge het op een akkoordje gooiden. Ideale gangmakers om het festival extra flair te geven.
DANNY VERA is de 2e set op de eerste gratis festivaldag van Ribs & Blues 2018. Danny Vera en zijn band beklimmen na alweer een amusante rijmelarij van MC Jaap Harmsen het MAINSTAGE. Vera is bij het grote publiek bekend als de muzikale omlijster van het RTL-7 televisie programma Voetbal Inside dat tweemaal per week op de buis is te zien. Overigens verklaarde Danny Vera vorig jaar al dat ook hij er een punt gaat zetten als anchorman Johan Derksen dit jaar met het programma gaat stoppen.
Danny Vera is niet alleen een session muzikant bij VI maar ook zeker een goede entertainer die al meerdere malen naar de theaters van Nederland trok. Wij van TBA? hadden 4 jaar geleden de gelegenheid om de man te zien optreden in De Kelder van Amersfoort alwaar hij een zeer goed optreden neerzette. Nu staat deze Zeeuw voor een iets minder intieme zaal op het grote podium aan de Domineeskamp in Raalte. Ondanks het vroege uur zijn er erg veel toeschouwers aanwezig, ze willen allemaal ondergedompeld worden in de eerste country/Americana op deze dag en dat doet Vera uitstekend mag ik u melden. Na Distant Rumble (2013) waar TBA? in 2014 mee kennis mocht maken heeft Vera nog vier albums uitgebracht waarvan de laatste New Black & White Pt.III heet.
De band staat als een huis, we zien een horn-section van 3 man en Vera wordt op gitaar geflankeerd door Rob de Groot maar ook de toetsenist achter de Hammond B3 is een van de andere bijzonder goede muzikanten. Vera bespeelt een prachtige Epihone en ziet er gesoigneerd uit – call me oldfashioned maar ik ben een sucker voor gladgeschoren, goed gekapte mannen in pak.
Daar ben ik niet alleen in want Vera heeft een vaste vrouwelijke fan-base, gelukkig worden die geflankeerd door heel wat mannen die overigens heel veel van de songs mee kunnen zingen. Het ziet er allemaal gelikt uit, de diverse theatertours hebben ongetwijfeld bijgedragen aan het professionalisme waarmee Vera en zijn mannen hier op een festival zo’n 10.000 man inpakt. Het jasje gaat uit, want zoals Vera claimt “het is tering warm”.
We horen met veel passie, ‘The Devil’s Son’ van het Distant Rumble album op de Gibson vertolkt worden en ik mag teksten als “watch you girlfriend as she showers”, ‘Jesus & the Outlaw’. Vera wil graag dat het publiek een beetje meedoet “je hoeft niet keihard voor lul te staan maar dans een beetje mee”. Van het voorlaatste album horen we ‘Expandable Time’, dat mij een beetje ska-ritmisch overkomt, maar hij schreef ook een nummer over het feit dat er als je de tv aanzet er zoveel mensen te zien zijn die elkaar niet kunnen verdragen, Vera’s eigen woorden waren iets ongenuanceerder. ‘L.O.V.E.’ heet de song en ik zeg u dat is de eerste winnaar op dit festival, een lekker nummer waarbij iedereen aanwezig – fan van Americana en country of niet – we doen allemaal mee.
De snerpende en huilende solo van Rob de Groot in ‘Come On, Hold On’ van het Pink Flamingo album uit 2009 staat ook nog steeds op de set-list, geen wonder want toen al was het een heerlijk nummer.
Vera is een aanrader als u van America- en coutrymuziek houdt of niet maar er wel voor openstaat, in het najaar van 2018 begint hij op 23 Nov. zijn P.M.D.-tour in het Paard van Troje van Den Haag en wordt afgesloten op 23 Dec. in Paradiso Amsterdam.
THE DAWN BROTHERS maken hun opwachting op het DELTASTAGE. De leden zijn afkomstig uit het Rotterdamse, de rootsband heeft een vliegende start ondergaan sinds maart 2017 toen hun debuutalbum Stayin’ Out Late uitkwam. De band brengt een mix van Americana en soulvolle Southernrock ten gehore waarbij alle muzikanten de vocalen delen. Waar hebben we dat meer gezien? Inderdaad bij The Band en dat is precies de band waar deze jongemannen veelvuldig in de pers mee vergeleken worden.
De bassist en zanger heet Levi Vis, gitarist en zanger is Bas van Holt, op toetsen zien we een bekend gezicht Rowan De Vos die ook door Dave Chavez aantal keren is uitgenodigd om deel uit te maken van de band.
De man op de drumms is een bekend gezicht in blues-land want hij is de drummer van The Rhythm Chiefs, Wolf In Loveland maar ook speelt hij al een dikke vier jaar met Ian Siegal in de band, zijn naam Rafael Schwidessen.
Beide heren verrassen mij meteen met hun vocale deelneming want daarvan had ik nog niet eerder de eer in hun beider andere hoedanigheid. We horen o.a. ‘Darling’, Let Me Take You Out For A Drink, Don’t Break My Heart In Two allemaal van het debuutalbum maar ook een klein inkijkje in de opvolger die later dit jaar uitkomt mogen we horen als ‘Summertime’ gespeeld wordt. De half open tent van het Delta Stage is nokkie vol voor deze jonge (de oudste is Rafael met 29 jaar) professionele en inmiddels doorgewinterde band.
Doorgewinterd? Jazeker, want zij werden al reeds door Rockpalast Duitsland uitgenodigd om een show van anderhalf uur op te nemen (een aanrader!). Als ik voor hun podium sta voel ik me een soort van trots dat ik de mannen Rowan en Rafael al jong heb zien musiceren en hen nu zo zie uitgroeien tot full top musici. De kennismaking met Levi en Bas is een aangename, zeker bij het nummer ‘Vampire’ .
Op het mainstage in de grote tent staat een man met een band geprogrammeerd die mij volledig onbekend is. Het is JEANGU MACROOY (fonetisch zjangú makrooi) en zijn begeleiders en ik heb het flauwe vermoeden dat deze jongeman vooral als een voorbeeld voor de jeugd zal zijn. Macrooy is hét voorbeeld van een succes story, slechts een viertal jaar geleden kwam de 24 jarige, helft van een tweeling, Jeangu vanuit Suriname naar Nederland en zette zijn eerste stappen op de Nederlandse podia begeleid door niemand minder dan componist en producer Pieter Perquin a.k.a. Perquisite. Binnen no time had de jongeman uit Paramaribo een platendeal op zak en was het voor Macrooy slechts een kwestie van enkele maanden eer hij zijn opwachting maakte op het North Sea Festival en bij DWDD.
Nadat het debuut EP-tje Brave Enough slechts lovende reacties uitlokte kwam in April 2017 het volwassen album High On You uit welke een Edison-nominatie in de categorie ‘Beste Album’ opleverde. Het grote publiek leert Jeangu Macrooy eerder dit jaar kennen als hij de rol van Judas vertolkt in de tv-registratie van The Passion dat werd opgenomen in de Bijlmer van Amsterdam. Ongetwijfeld zal een van de programmeurs van Ribs & Blues onder de indruk zijn geraakt van Macrooy’s performance want de jonge man mag de eerste Pinksterdag maar liefst op het grote podium de toeschouwers verrassen met zijn kunnen. De man heeft een vrolijke uitstraling en ook zijn jonge begeleiders ogen blij maar ook zeker onder de indruk en dankbaar naar hun toehoorders.
We horen lekkere soul die tegen de blues aanschuurt. Nee, geen rasechte blues zoals de oudere blues-adept het graag hoort maar soul met een bluestwist. De set opent hij met ‘One Way Ticket’ van het album High On You en ik word gepakt de volwassen stem van deze kerel. Het lied handelt over een ticket naar hel maar goddomme ik hoop toch écht dat ik samen hem naar de muzikale hemel kan reizen. Ook de band is een bovenste beste en zijn backing-vocals – Milaisa Breeveld en Xillan Macrooy – al is die term écht een understatement, mogen er zijn.
Ik ben onder de indruk van Macrooy maar had toch graag gezien dat hij zijn set wat meer op het festival afgestemd had, dan had hij ook de reguliere festivalbezoeker bij de lurven gegrepen. Ondanks dat ik niet Macrooy’s doelgroep ben wil ik hem toch graag eens in een kleine setting zien maar na – tijdens de set – wat te browsen op het internet zie ik al snel dat vele optredens uitverkocht zijn. Al met al een goed besluit van de programmeur, dit talent had ik niet willen missen.
JACKIE VENSON heeft haar opwachting gemaakt op het Delta Stage van de kleine tent. De dame wordt in de muziekmedia al de vrouwelijke Gary Clark Jr. genoemd. Daar ben ik als liefhebber van Clark Jr. wel benieuwd naar. Venson is niet alleen de zangeres maar ook de gitariste en haar forse mannen spelen resp. drumms, bass en Hammond.
Vanaf het begin wordt er gemord in de tent, de lieftallige Venson is vocaal wel te verstaan maar haar gitaarspel is waar de meesten toch voor komen is heel zwak versterkt. Wanneer er herhaaldelijk “om more guitar” wordt geroepen vindt zij ons “so considerate” maar is nog niet helemaal doordrongen van het probleem. De uit Austin afkomstige Venson is de dochter van de in Austin bekende bassist Andrew Venson en kreeg dus de muziek met de paplepel ingegoten, maar dat willen we dan ook heel graag hóren. Dat moet verholpen worden vindt de organisatie en dus wordt de set na drie à vier songs afgebroken om het e.e.a. te fixen.
Hierdoor loopt het programma een kleine vertraging op maar Rob Telgenkamp vertelt ons dat R & B dat met gemak aankan. Eerder dan verwacht is het probleem met kabels en versterkers verholpen en schalt de gitaar van Jackie Venson door de half open tent. headbangend gaat de frontlady erin! Ondanks dat Venson als Clark Jr. te boek staat in de media merk ik dat ik vooral aan Brittany Howard van de Alabama Shakes denk. Jackie’s stem klinkt lekker, een beetje een randje, wat rokerig maar toch komt het soms wat monotoon over, haar gitaarskills daerentegen maken dit meer dan goed.
Toch lijkt het dat Venson wat uit haar comfortzone is gehaald door de problemen met het geluid eerder in de set; ze blijft een beetje nukken en morren en laat haar bassist dit opknappen. Een subtielere aanwijzing zou chic geweest zijn. Jackie Venson, alweer een winnaar op Ribs & Blues 2018!
De Nederlandse inbreng op deze 22e Ribs & Blues was niet alleen groot, maar ook kwalitatief hoog. Na zes jaar mocht Raalte de rhythm-and-blues band THE BINTANGS weer eens verwelkomen. De Beverwijkse groep werd opgericht in 1961 en kende al veel bezettingen. Van de oprichters zijn helaas zanger Gus Pleines in 2007 en gitarist Arti Kraaijeveld onlangs in mei 2018 overleden.
Maar de langst bestaande-, nog altijd optredende band weet van geen ophouden! In Raalte bestond de bandsamenstelling uit: zanger/bassist Frank Kraaijeveld, drummer Burt van der Meij, gitarist/zanger Marco Nicola en Dagomar Jansen op gitaar, zang en mondharmonica. Zij zorgen ervoor dat deze trein zonder eindpunt noest door blijft denderen.
Pleines’ vocalen zijn natuurlijk niet te evenaren (tijdens de succesperiode werd de band ook wel “de Nederlandse Rolling Stones” genoemd), maar met name dankzij Kraaijeveld’s gruizige stemgeluid en de vuig-klinkende gitaren blijft de flagrante Bintangs-sound wél in stand. Én door al die bekende Bintangs-klassiekers uiteraard. Off The Hook, La Femme Sans Tête, Agnes Grey, Travellin´ In The U.S.A., Mona Lisa, Ridin´ On The L & N…..elke Nederlandse bluesrock-liefhebber herkent ze wel, of je wilt of niet.
Want The Bintangs is inmiddels een Nederlands instituut met een indrukwekkende geschiedenis geworden. Wars van trends en hypes. Wellicht hier tot over een jaartje of vijf weer?
LISA LEBLANC heeft zo haar eigen kijk op de liefde. Songs van haar hand als: I Love You I Don’t Love You I Don’t Know, Dump the Guy ASAP, Could You Wait ‘Til I’ve Had My Coffee? en You Look Like Trouble But I Guess I Do Too, lopen tekstueel over van de twijfels en persoonlijke drama’tjes. Maar ze staan vooral bol van het cynisme. Muzikaal kregen we een pittige culturele mix van “Folk-trash” voorgeschoteld. Een etiket dat de Frans/Canadese singer-songwriter voor het gemak zelf maar heeft geplakt op de uiteenlopende muziekstijlen die ze aan het verkennen is.
Want een carrière als artieste staat voor deze kittige tante gelijk aan een levenslange ontdekkingstocht: “I think it’s something you can discover all your life.” (Lees later een interview met Lisa LeBlanc hier bij TBA?). Ondanks dat de aanvang van het optreden (buiten hun schuld) een vertraging van ruim een half uur had opgelopen, kwam de fleurig geklede Lisa breed lachend het podium opgewandeld.
Die lach verdween gedurende het gehele optreden niet meer van haar stralende meisjesgezicht. Ze had het naar haar zin en ze bracht die vibe ongemerkt over op het steeds enthousiaster wordende publiek. Maar ook op haar besnorde begeleiders op de drums, bas- en elektrische gitaar.
Als een exotisch wervelwindje op de banjo, triangel(!), akoestische- en elektrische gitaar baande ze zich soepeltjes een weg door haar repertoire van twee albums en een EP. Waarvan sfeervolle folky Frans- en Engelstalige luisterliedjes – zoals bijv. 5748 KM, solo op de akoestische gitaar – werden afgewisseld met swingende full-band rockin’ songs.
Waarbij de verrassend goede Motörhead-cover Ace of Spades op de banjo de ultieme uitsmijter was. Een versie die Lemmy in zijn graf heeft moeten doen glimlachen. C’était excellent Lisa! [filmpje volgt]
Of ik de LACHY DOLEY GROUP kende vroeg iemand mij vlak voor het optreden op Ribs & Blues. “Jazeker”, antwoorde ik bevestigend. En of ik ze ook wel eens live had gezien? “Nee, niet echt”, zei ik half ontkennend. Ik wist zo ongeveer wel waartoe de Australiër op het podium in staat was, maar was nog niet eerder bij een concert van hem geweest.
Maar het medium YouTube deed ter voorbereiding in dit geval wonderen. Bovendien als je in de regio Rotterdam woont heb je de Live uit Lloyd pauzefilmpjes van Lachy Doley waarschijnlijk ook al tientallen keren voorbij zien komen op TV Rijnmond. Doley staat nog niet zo heel lang op eigen benen en is de afgelopen jaren vooral ondersteunend geweest aan fameuze collega-artiesten als Joe Bonamassa, Chad Smith, Glenn Hughes en Jimmy Barnes, die stuk voor stuk lovend zijn over zijn toetsenkunsten.
Als ‘gereedschap’ gebruikt Doley een ’57 Hammond C3 orgel en een vintage 70’s Whammy Clavinet. Het moet gezegd, daar excelleert hij fabuleus op! Niet voor niets is zijn bijnaam ‘Jimi Hendrix van het Hammondorgel.’ Ook is hij gezegend met een krachtige bluesy soulstem (of soulvolle blues-stem, zo u wilt). Waardoor covers als Use Me (Bill Withers) en Jealous Guy (John Lennon) helemaal tot z’n recht komen.
Ook de songs van zijn drie soloplaten sinds 2015 mogen er wezen. Live wordt deze Aussie slechts bijgestaan door drummer Massimo Buonanno en bassist Chris Pearson. Waardoor je op den duur – ondanks Doley’s toetsen-virtuositeit – tóch wel het geluid van een gitaar gaat missen. Desondanks heerlijke Lazy chill-out blues tijdens deze zonnige festivalmiddag.
De in Australië geboren en in L.A. woonachtige gitarist HAMISH ANDERSON was één van de verrassingen van dit Ribs & Blues festival. Niet zozeer vanwege zijn originaliteit. Integendeel. Anderson (26 jr.) is eerder een traditionele rockmuzikant dan een vernieuwer. Maar wel eentje met groot talent voor prozaïsch songwriting en bovengemiddeld goed op de gitaar. Hij bewandelt gebaande bluesrock paden waarop hij o.a. ongegeneerd put uit- en flirt met Stones-klassiekers (Honky Tonk Women, Miss You).
Maar hij doet dat op een zodanige eigen wijze dat het toch weer onalledaags klinkt. Zelf zegt hij overigens het meest door The Beatles beïnvloed te zijn, hetgeen wellicht zijn melodieuze songs verklaart. Op het podium neemt hij een lekkere laconieke houding aan, zoals bijv. Tom Petty dat ook altijd had. Én in bepaalde songs lijkt zijn stem warempel nog op die van de Amerikaanse rocker ook! Toch bespeurde ik in zijn ballads en de meer folky songs – op sommige momenten – ook gelijkenis met singer-songwriter en cultheld Jeff Buckley. Niet geheel toevallig werd Anderson’s debuutalbum ‘Trouble’ (2016) geproduceerd door Jim Scott, die o.a. ook plaatwerk van Tom Petty produceerde.
Uiteraard speelde hij veel nummers van die CD, waaronder een groovy versie van Hold On Me en de dromerige ballade U. Maar ook werk van zijn eerder verschenen EP’s, zoals Howl, Burn en Little Lies werden verkondigd en zonder morren geslikt. Begeleid door een gedisciplineerde strakke band met o.a. een ‘supervette’ lady-bassplayer rammelde hij ook nog eens de ene na de andere solo uit zijn gitaren. Met Little Red Rooster liet Hamish horen ook de authentieke blues tot in de vingertoppen te beheersen. Ongetwijfeld een blijvertje waar we nog vaak en veel van zullen gaan horen.
Toen ik in het begin van het jaar een gerucht hoorde dat Erwin Java KING OF THE WORLD zou gaan verlaten was ik oprecht geschokt. Natuurlijk heeft de man genoeg kwaliteiten om het over een andere boeg te gooien, meer eigen werk, meer solo optredens en mooie tijdelijke samenwerkingen, toch was ik bang de beste gitarist van Nederland uit het oog te verliezen. Vandaag op Ribs & Blues 2018 neemt hij afscheid van zijn bandleden waar hij de laatste zes jaar de ene na het andere succes behaalde. Lovende kritieken voor de optredens, lovende kritieken voor de albums die zij uitbrachten en dit alles in binnen- én buitenland. Een beladen optreden hier dus in Raalte.
De opener is zoals zovaak in het verleden ‘Messin’ With My Mind’, alweer geniet ik van die bijzondere stem van Ruud Weber, de bassist/zanger van KOTW. Funk meets blues in het nummer ‘Murder In The First Degree’ en al na twee nummers kan er geen mens meer bij in de grote tent op het Domineeskamp. Tja, de band speelt natuurlijk een beetje voor eigen publiek – ze komen uit het oosten/noorden van het land – maar ik zie ook vele bekende Brabanders met het KOTW t-shirt vol liefde naar gebodene kijken. Govert van der Kolm, de toetsenist van de band, is ondanks de hitte niet te beroerd om zijn ‘capriolen met de Hammond’ uit te halen. Hij speelt vol passie maar niet alleen met de handen maar ook met het achterste, met de voeten, hij gaat zelfs op de Hammond staan. Het is een opzwepend schouwspel waar Raalte geen genoeg van kan krijgen.
‘Bluesified’ is ook vertegenwoordigd op de set-list en wéér genieten de dikke 15.000 aanwezigen van een fantastische Fokke de Jong die als een van Nederlands beste blues en roots drummers gezien wordt. Java is natuurlijk ‘hors categorie’ en ik ben ondanks dat de set swingt een beetje triest. Als Java ‘Can’t Go Home’ speelt kan deze dame het niet droog houden; wàt een waardig afscheid is dit optreden van deze man. Met een vrolijkere noot gaat KOTW eruit; Ruud Weber zet het Temptations succesnummer ‘Papa Was A Rolling Stone’ in en de hele tent zingt en danst mee.
Dat kan en mag want dit optreden is een afscheid van een van de oprichters van KOTW – Java – maar niet van King Of The World. Zij gaan verder als trio met gastoptredens van muzikanten die het kollectief graag in hun midden zouden zien. Zoals in Augustus met Snowy White (ex band Ruud Weber) en Matt Taylor op Culemborg Blues en in December zijn ze in de Flint in Amersfoort te zien met Jim Suhler, Alan Haynes, Danny Giles en Matt Schofield als de Kings’ Rhythm Crew.
Erwin Java is te bewonderen in de theatertour Keep The Blues Alive van Johan Derksen maar hij zal ook met Kat Riggins te zien op het New Blues Festival in Assen op 8 September a.s. Namens TBA? wens ik alle leden van KOTW een mooie continuering. Bedankt voor alle mooie optredens en vooral voor alle liefde voor muziek die jullie met vier man zo prachtig hebben weten weer te maken, te geven én te delen!
De laatste band op de DeltaStage deze dag was de stringband PERT NEAR SANDSTONE. Een band uit Minnesota die volgens vaste R&B host en aankondiger Jaap Harmsen niet alleen raad zouden weten met Bluegrass maar: “met allerlei soorten gras”. De groep bracht sinds 2005 acht albums uit waarvan de eerste live-opnames waren. Op hun meest recente CD “Discovery of Honey” uit 2016 kregen ze weer steun van medeoprichter Ryan Young. Hij was destijds als violist, de eveneens Minnesota-Indy folk en bluegrass band, Trampled By Turtles gaan versterken. Beide bandnamen werden in 2012 overigens door een groot dagblad in hun woonplaats ironisch verkozen als: ‘meest afschuwelijke ooit’. Gelukkig werd dat onlangs voor dit vijftal (even ironisch?) goedgemaakt door hen het predicaat ‘knapste band van de VS’ mee te geven.
Terecht en opvallend tegelijk, temeer omdat deze handsome dudes in niets iets hebben van pronkende popsterren. Meest ordinary guy is wel de bebrilde tapper Matt Cartier die zich van het begin tot het einde ritmisch-huppelend op clogs in het zweet werkte. Inderdaad, tot groot genoegen van de dames vooraan in het publiek, die zich bij elk kledingstuk dat uitging steeds meer amuseerden.
De band bestaat verder uit Nate Sipe (mandoline/viool), banjospeler Kevin Kniebel, gitarist J. Lenz en contrabassist Justin Bruh. Allen leveren ze vocale bijdragen zowel solo, background als in gezamenlijke harmonieën. Een aanpak die origineel is door de eenvoud en die PNS één van de meest gewaardeerde bluegrass bands maakt in de huidige Amerikaanse roots muziekscène.
Op een enkele cover na (The Band’s: The Shape I’m In) spelen ze authentiek en eigen werk. Met prachtige toepasselijke country-titels als: Okanagan Valley, Skillet Good & Greasy, Fishing Reel, Bloom Again, Rattlesnake, I’ve Been Traveling, 20 Cups of Coffee, June Apple, Down in the Holler, Crow Black Chicken, Hell I’d Pay, Green Valley Waltz, enz. Het laatste half uur van dit optreden kon ik bij maanlicht vanaf de geïmproviseerde houten tribune meebeleven. Met een uitzicht en klanken die een sfeertje opriepen gelijk het live-album Just Outside of Sandstone (2005). Inclusief dansende lokale Sallandse deerntjes in Western jurkjes en beschonken boerenjongens op klompen. Want hedendaagse jubelende volksmuziek zoals bluegrass is van alle tijden, in alle windstreken.
Afsluiters van deze eerste Pinksterdag 2018 zijn THE BRANDOS. We hebben van KOTW frontman Ruud Weber het advies gekregen deze fantastische band te gaan zien en dus neem ik weer positie in ook al heb ik nog nooit van deze band gehoord maar zoals de trouwe lezer weet laat ik mij graag verrassen. The Brandos blijkt een Amerikaanse rootsrockband te zijn die ontstond in de vorige eeuw, initiatoren zijn frontman gitarist/vocalist Dave Kincaid en bassist/vocalist Ernie Mendillo maar die maakt geen deel meer uit van het kollectief. Wat ik op het podium zie is voor mij een teleurstelling want de band heeft in het geheel niet de charme als van hun promotiemateriaal.
Kincaid ziet er uit als een accountant met z’n streepjes overhemd en de swagger is ver te zoeken. Ik kan er niet de vinger opleggen maar het raakt me niet, sterker nog ik krijg de kriebels van het nasale geluid van de frontman. De fotograaf moet na drie nummers de pit verlaten en voegt zich back-stage bij mede-reporter en interviewer Giel.
Ik? Ik wil het proberen uit te zitten maar de dag eist zijn tol en doordat ik in het geheel geen speelplezier kan waarnemen krijg ik geen ‘boost’. Toegegeven de teksten zijn geëngageerd maar toch zie ik vele toeschouwers de weg naar huis/camping of hotel inzetten.
Jammer dat deze eerste Pinksterdag als een kaars uitgaat door een matte laatste set zonder wow-factor. Toch zijn we dankbaar voor alle liefde die we vandaag hebben mogen ervaren, liefde voor het publiek, liefde voor een instrument maar vooral liefde voor muziekmaken. Het was een warme, mooie en vermoeiende dag. Morgen wordt het nóg warmer maar ook dan mag TBA? hopelijk weer veel liefde voor muziek waarnemen.
Lees het verslag van de vooravond van hét pinksterfestival voor de blues hier van Ribs & Blues 2018 en van dag 3 hier.
Een supermooi verslag.. jeangu is een fantastische zanger. Hij speelde alleen de Passion in de Bijlmer in Amsterdam. GA zo door. Deze site blijft een aanrader om te lezen.
Ron, heel fijn om te zien dat onze verslagen niet alleen worden bekeken (foto’s) maar ook de teksten écht worden gelezen, inmiddels heb ik de fout gecorrigeerd. Blijf TBA? volgen en suggesties via thebluesalone@gmail.com zijn natuurlijk altijd welkom.
Het wordt misschien een beetje eentonig, maar ook deze R&B verslagen met bijbehorende foto’s zijn weer van uitzonderlijke klasse.
Dank daarvoor!
(niet helemaal gladgeschoren en al helemaal niet strak in ‘t pak)
binnen je eigen habitat mag je lekker ongeschoren en niet strak in ‘t park rondlopen hoor Peter……bedankt weer voor je lieve reactie!
geweldig verslag en foto’s ik ben er ook geweest en het is als je dit leest weer een herbeleving dankjewel hiervoor XXX groet Jacqueline
Dank je wel voor je lieve reactie Jacqueline, voor zulke reactie blijven de vrijwilligers van TBA? deze verslagen maken!