Blues 2018: De Reünie vond plaats op 10 Maart 2018 j.l. in Partycentrum Het Dak, Leerdam. Een verslag van Ton Kok met foto’s van Paul Scholman.
Op 25 februari 1989 vond in partycentrum Het Dak in Leerdam het eerste door de Stichting Blues 89 georganiseerde bluesfestival plaats. Drie bands traden er op, op het door Peter Schoemaker gepresenteerde gebeuren. Werd in het eerste jaar alleen nog gebruik gemaakt van de grote zaal, de
volgende jaren groeide het festival uit tot een gebeuren met negen bands, verdeeld over drie zalen, waar vrijwel elke Nederlandse band, vele Belgische bands, maar ook diverse bands van buiten de Benelux schitterden. In de hoogtij dagen zat het bezoekersaantal tegen de maximale capaciteit aan en ontstonden er opstoppingen in de gangen tussen de diverse zalen. In 2013 kwam er met de 25e editie een einde aan het festival. Er werd onder de naam Roof Full Of Blues een bescheiden doorstart gemaakt, maar in 2015 kwam er, na twee bescheiden bezochte edities toch een einde aan het festival.
Na twee bluesloze jaren liet de organisatie echter doorschemeren dat er in 2018 een reünie gehouden zou worden: acht acts, wederom verdeeld over drie zalen. De blues was terug op mijn geboortegrond. Er werd een uitstekend programma samengesteld en 10 maart jl. was het zover. Geen ambitieuze doorstart, maar vooralsnog een eenmalig gebeuren: Blues Reunion Leerdam.
Over het aantal bezoekers liepen de meningen wat uiteen, afhankelijk van wie je sprak werden aantallen genoemd van 450 tot 800. Zelf hou ik het op ruim 500. Veel bekende gezichten, maar toch ook een aantal jongere, frisse gezichten. Sommige dingen veranderen nooit.
Hein Derksen, Ben van Slooten en Harm Wolhuis, de organisatoren resp. uitbater van Het Dak waren natuurlijk van de partij. Zo ook presentator Peter Schoemaker en natuurlijk Piet, die wederom met ontbloot bovenlijf van het begin tot het eind onvermoeibaar zijn danskunsten vertoonde voor het hoofdpodium.
Eigenlijk vanaf het begin zat de sfeer er goed in. Niet iedereen kwam primair voor de muziek, het was tenslotte een reünie, maar dat mocht de pret verder niet drukken. Er waren drie zalen, voor de gelegenheid weer omgedoopt tot St. Louis-, Memphis- en Chicagozaal.
Het spits werd afgebeten in de St. Louis zaal met een min of meer lokale band: Rootbag. Alle drie de heren waren eerder te gast op het festival en Richard van Bergen (gitaar/zang), Roelof Klijn (bas) en Jody van Ooijen (drums) zijn al lang een gevestigde waarde in bluesland en ook vanavond stelden ze niet teleur.
Voor zover het mogelijk is, de band groeit in mijn beleving nog steeds. Zat het instrumentaal altijd al perfect in elkaar, de vocale aanvulling van Roelof Klijn op de zang van Richard is van grote klasse.
Veel werk van de beide cd’s van de band, aangevuld met werk van Richard uit andere bands en een enkele cover. Deze band is absolute top en maakte hier hun reputatie weer helemaal waar.
De Detonics waren de volgenden, die hier het publiek uitstekend wisten te vermaken. Zanger/harmonicaspeler Kars van Nus is uitgegroeid tot een uitstekende frontman, Jeremy Aussems strooit de ene na de andere uitstekende gitaarsolo het publiek in, Ren Leijtens (bas) en Mathijs Roks
vormen de stevige ritmesectie, terwijl Raimond de Nijs daar fris doorheen speelt op Hammond en piano en alle gaatjes invult.
Nieuwelingen hier in Leerdam, maar ook zij wisten moeiteloos het publiek voor zich te winnen.
Afsluiters waren hier Blind B and the Visionairs, deze avond naast bassist Bart Kamp bestaande uit Boy Vielvoye (zang/harmonica), J.J. Goossens (drums) en de gitaristen Guy Smeets en Bart Jansen.
Ik moet zeggen dat het er bij deze band wat minder subtiel aan toe ging, Veel bekende covers en een flinke dosis gitaargeweld. Zonder afbreuk te willen doen aan de muzikale kwaliteiten van deze heren moet ik bekennen na enkele nummers toch mijn toevlucht te hebben gezocht in de andere zalen.
De kleinste zaal is de Memphis Zaal. Op zondagochtend vindt hier altijd een kerkdienst plaats en dit was dus de de ideale plaats voor het prediken van de blues door Big Bo. Hij wist ongetwijfeld weer de nodige zieltjes te winnen tijdens zijn twee sets van drie kwartier, waarin veel werk van zijn twee meest recente cd’s voorbij kwam.
Een boeiende verteller, zanger en uitstekende muzikant, die op uitstekende wijze het begrip one-man band in ere weet te houden en ons meenam op een fraaie reis langs de Mississippi.
Ook twee keer drie kwartier had de Blue Clay ter beschikking. De band bestaat uit Little Boy Wout Verhelst (zang gitaar/accordeon en mandoline), Johnny Roscoe (zang/harmonica), Peter van Merode (bas/zang) en Geert de Block (drums). De muziek kunnen we het best samenvatten onder de noemer Americana.
Al eerder sloten zij in de Memphis zaal het festival in Leerdam af en al snel werd duidelijk, waarom ze teruggevraagd waren. Hoewel ik moet bekennen dat de band niet echt mijn muziek speelt, heb ik toch een poos in gezelschap van een flinke club liefhebbers staan luisteren.
In de grote Chicago zaal waren het Guy Verlinde & the Mighty Gators, die de aftrap mochten verrichten, Al eerder stonden de mannen op het festival, maar ook in de grote zaal en met meer de nadruk op de songs dan op het feesten, wisten onze zuiderburen het publiek voor zich te winnen.
Naast Guy Verlinde (gitaar/zang/harmonica) en oud gediende bassist Karl Zosel stonden op het podium uit gitarist Stijn Bervoets en drummer Benoit Maddens. Na een anderhalf durende energieke performance werd het optreden afgesloten met de Clifton Chenier klassieker “Bon Ton Roulet”, die door velen uit volle borst werd meegezongen.
‘Low Down And Dirty’ was de performance van Sugar Queen and the Straight Blues Band, die ook in no time de harten van het publiek wisten te veroveren. Jean Raven en Andy Aerts wisselden op gitaar prima de rhythm- en leadpartijen af, Rico Hagemeijer (bas) en Thierry Stievenart legden een swingende ondergrond neer. Harmonicaspeler Wim Heirbout is een beetje een vreemde eend in de bijt.
Hij oogt als een accountant, die even de boeken komt doornemen en wekt zeker niet de indruk een doorgewinterede bluesman te zijn. Maar zodra hij zijn instrument aan de lippen zet weet hij alle aandacht op zich te richten met indrukwekkende ‘blow and suck’ partijen. Top!En dan is daar natuurlijk Michele Denise a.k.a. Sugar Queen. Temperamentvol, charismatisch en na afloop alle tijd nemen om met de fans een praatje te maken of op de foto te gaan. Een uitstekende aanwinst voor de Benelux bluesscene.
Mike Wheeler was de afsluiter in de grote zaal. De man uit Chicago werd begeleid op gitaar door niemand minder dan Kai Strauss.
Verder zien en horen we bassist Frederic Jouglas op bas en Pascal Delmas op drums. De beide gitaristen halen het beste uit hun Stratocaster, ze geven elkaar alle ruimte en zitten elkaar nergens in de weg, terwijl ze anderzijds elkaar wel tot grote hoogten weten op te zwepen.
Veel eigen materiaal, maar ook een paar geheel naar eigen inzicht geïnterpreteerde covers als “Let Me Love You Baby”. Met de toegift “Sweet Home Chicago” zette de man uit Chicago in de Chicago zaal de perfecte afsluiter neer en wist het publiek om 2 uur uur ‘s nachts nog flink aan het meezingen te zetten.
Wat mij deze avond wel opviel, was dat rond middernacht veel bezoekers al huiswaarts keerden. De meesten waren niet van de leeftijd dat ze op tijd terug moesten zijn voor de babysitter. Tja, de bezoekers worden ouder en voor een flink aantal was 24.00 uur blijkbaar laat genoeg. Toch kunnen we terugkijken op een fraai indoor festival. Ergens is het best jammer dat we in Nederland zo verwend zijn. Alle Nederlandse bands zijn met grote regelmaat in de omgeving te zien, vaak op grote gratis festivals, en namen als Mike Wheeler en Kai Strauss, daar komen voornamelijk de fijnproevers op af. Ik hoop toch oprecht dat dit niet de laatste keer was dat er in het Het Dak blues te horen was, want kwalitatief gezien was het absoluut perfect. Op naar de volgende reünie.