Exclusief interview met: The Red Devils feat. Big Pete Tekst: Giel van der Hoeven met foto’s van José Gallois Locatie: de VIP-tent van Ribs & Blues Festival 2017 in Raalte , zondag 4 juni 2017
De fans werden er in het vroege voorjaar van 2017 plotseling mee geconfronteerd: the return of The Red Devils! Een Europese reünie zomertour met originele Red Devils bandleden zou eindelijk plaats gaan vinden. Te beginnen in Nederland. Oprichter en drummer Bill Bateman, bassist Jonny Ray Bartel en gitarist Paul “The Kid” Size kwamen 25 jaar na de release van het legendarische ‘King King’ album weer bij elkaar. Slaggitarist Dave Lee Bartel’s vervanger zou – net als tijdelijk in 1992 – Mike “The Drifter” Flanigin worden. Niemand minder dan Pieter “Big Pete” van der Pluijm zou de rol van wijlen Lester Butler gaan invullen. Kort erop werden er een paar clubgigs, een Ribs & Blues headline-optreden en een Europese tour als special guests bij ZZ Top aangekondigd. Lester Butler (1959-1998) was een invloedrijk Amerikaanse mondharmonicaspeler. Zijn rauwe en furieuze stijl van spelen met The Red Devils en later met de band 13 heeft grote invloed gehad op talloze bluesrock bands wereldwijd. Geen klein bericht dus voor Big Pete om in die legende zijn schoenen te gaan staan. Maar de boomlange bluesharpist/zanger heeft in zijn indrukwekkende carrière al voor hetere vuren gestaan. Hij kweet zich in Raalte meer dan fantastisch van zijn taak. En na gedane zaken schoven Pete, Paul, Mike en Bill aan voor een nachtelijk interview met The Blues Alone? ‘The best online roots and blues magazine in my opinion’, aldus Big Pete. Die pluim hadden wij alvast te pakken. Maar het grootste compliment ging wat ons betreft toch echt naar The Red Devils zelf. Die na wat roest afkrabben en een verse laag rode menie weer solide en onverslijtbaar voor de dag kwamen.
– Paul, The return of the Red Devils en het 25-jarige jubileum van het ‘King King’ album. Heeft dit een bijzondere betekenis voor je?
Paul [wijst op zijn T-shirt]: Jazeker, ik draag dit met trots man! Na het overlijden van Lester heb ik echt een klote periode gehad. Ik heb drie jaar bij hem in huis gewoond weet je, dat schept een band. Daarna kwam er een tijd dat ik dacht dat The Red Devils een gepasseerd station waren voor mij. Maar die band blijft maar terugkeren in m’n leven, of ik het wil of niet! Blijkbaar hebben we voor de fans meer betekend dan we zelf ooit zullen beseffen.
– ‘American grit meets European hip’, is een zin uit het Red Devils persbericht. Hoe ging die eerste ontmoeting met de nieuwkomers?
Paul: Dat is pas vijf dagen geleden hè, maar het ging goed hoor. Mike ken ik al vanaf mijn 15e jaar uit Denton Texas waar we samen opgroeiden en ook Pete had ik al eens eerder ontmoet. De eerste repetitie met de band verliep gelijk al oké. Vanaf het moment dat we het eerste nummer ‘E Shuffle Turnaround’ inzetten klonk en voelde het meteen vertrouwd. Nu met Pete en Mike erbij zijn The Red Devils écht terug.
Mike: In 1992 verving ik slaggitarist Dave Lee Bartel voor een clubtour door de VS. Toen Paul mij belde voor deze Europese reünie-tour, was ik net klaar met een concert in de Trees club in Dallas. Waar de pistolen gewoon op de tafel lagen – omdat de wet daar toestaat om handvuurwapens te dragen. Dus ik zei direct: ‘yeah, ik kom eraan man!’ haha. Maar de belangrijkste reden dat ik erbij ben is om Paul weer gitaar te zien spelen, en dat meen ik serieus.
Pete: Ook voor mij was het niet helemaal nieuw hoor. Ik speelde al eerder samen met Paul en ik kende de andere originele bandleden natuurlijk ook wel. Maar net als veel fans zag ik The Red Devils deze week pas voor het eerst live optreden, haha!
– Maar je hebt in 2001 toch al opgetreden met oud-bandleden op het Moulin Blues Festival in Ospel?
Pete: Jazeker, maar dat was een gelegenheidsband: de Lester Butler Memorial Band. Daarin zaten behalve Paul Size ook gitarist Alex Schultz en drummer Eddie Clark die later met Lester Butler in de band ‘13′ hebben gespeeld. De bassist was toen Jules van Brakel en ik dus als bluesharpist en zanger.
– Je raakte al op jonge leeftijd geïnspireerd door Lester Butler, waarom?
Pete: Oh ja! Ik zag in 1993 op tv het Red Devils optreden op Pinkpop en ik was gelijk weg van zijn bluesharp stijl. Veel officieel werk was er toen behalve het livealbum ‘King King’ niet uit dus ging ik op zoek naar bootlegs. Ik kocht ook een mondharmonica en probeerde alles na te spelen van Lester. Het duurde tot september 1997 dat ik hem voor het eerst live zag optreden met de band ‘13′ in Nighttown Rotterdam. Na afloop kreeg ik de gelegenheid om mijn held te spreken en ik was bloednerveus. Ik was dan wel een kop groter dan hem maar ook nog maar een knaap van een jaar of 19, en hij was zo ‘overwhelming’. Eenmaal op m’n gemak hebben we toch een leuk gesprek gehad.
– Paul, hoe ben jij eigenlijk in de muziekscene beland?
Paul: Ik was 15 jaar en stopte met school, wilde alleen maar gitaar spelen. Mijn eerste band The Houserockers was met gitarist Johnny Moeller en zijn halfbroer Jason die drummer was. We repeteerde in een schuur en volgens mij was het eerste optreden ook in zo’n Texas shed. We deden vooral blues jams in lokale clubs. En op mijn 19e ben ik dus verhuisd naar de westkust om bij Lester Butler in te trekken en met The Devils te spelen. Johnny Moeller was leadgitarist in The Houserockers maar ik popelde toen al om de solo’s te spelen, haha. Johnny en Jason spelen nu in The Fabulous Thunderbirds en in 1996 heb ik de plaat ‘Return of the Funky Worm’ met hen opgenomen. Ook Mike speelt daarop mee. Op Hammond orgel en piano!
– En nu speel je toch weer gitaar Mike?
Mike: Yeah man, dat ding zat onder het stof toen ik het weer oppakte. Ik had in geen 20 jaar meer gitaar gespeeld toen Bill Bateman me weer voor The Red Devils vroeg. Mijn eerste optreden was destijds in het Holiday Inn in Dallas. Dat was begin jaren negentig, ik was een jaar of 25. Daarna ben ik gaan toeren met The Red Devils en heb ik gespeeld met Antone’s house band in Austin. Sinds ik in New York City Hammond B3 heb leren spelen van mijn idool – de legendarische jazzorganist Big John Patton – ben ik fulltime toetsenist. De afgelopen 7 jaar maak ik met Jimmie Vaughan en Barry “Frosty” Smith deel uit van het Jimmie Vaughan Trio in de Continental Club Gallery in Austin. Maar ik heb ook projecten gedaan met o.a. Steve Miller, Gary Clark Jr. en Billy Gibbons (ZZ Top). Met Billy Gibbons’ band The BFG’s hebben we in 2015 het album ‘Perfectamundo’ opgenomen. En hij speelde dat jaar ook mee op mijn soloplaat ‘The Drifter’.
– Heb je ook live opgetreden met ZZ Top?
Mike: Ja, een gastoptreden voor de Live At Montreux DVD, opgenomen op het Montreux Jazz Festival in 2013. In datzelfde jaar heb ik ook met Jimmie Vaughan in Madison Square Garden New York op het Crossroads Festival van Eric Clapton gespeeld. Clapton vond mij wel “een aardige organist” begreep ik, haha. En nu dus weer als gitarist met de Devils… ja, af en toe knijp ik mezelf ook weleens in m’n arm hoor.
– Wat is het belangrijkste verschil tussen de harmonica-sound van Lester en Pete?
Paul: ‘I see alot of Lester in him, there’s no doubt!’ Pete speelt met dezelfde intensiteit maar lijkt me minder geobsedeerd door de sound van het instrument. Lester was werkelijk zwáár geobsedeerd om steeds maar weer de ‘magic tone’ te vinden.
Pete: Oh ja, da’s heel herkenbaar hoor! Ik speel inmiddels 25 jaar bluesharp en ik heb die bezetenheid ook gehad. Steeds maar weer andere spullen uitproberen; harmonica’s, microfoons, versterkers… ‘but, trust me – now I know what I’m doing haha’.
Paul: Absoluut. Pete is gedreven door gepassioneerde liefde voor de blues. Ik heb heel veel blues harmonicaspelers gezien en gehoord in mijn leven maar ik wist vanaf het eerste moment: ‘he’s the guy!’
– The Red Devils’ maandagavond optredens in de King King waren populair in de jaren ‘90. Veel artiesten kwamen kijken of jamde mee. Wat was het meest memorabele optreden daar voor jullie?
Paul: Ongetwijfeld de avond dat Mick Jagger meedeed! Gedenkwaardig maar ook angstig. Ik had nog nooit zoveel mensen tegelijk in één golfbeweging richting het podium zien komen. Ik dacht aanvankelijk dat er brand was uitgebroken, echt waar! Maar nee, Mick Jagger kwam het podium op. Wij waren uiteraard op de hoogte dat hij zou komen en mogelijk een of twee nummers ging meedoen. Ik wist dat de Rolling Stones populair waren, maar zo’n reactie had niemand verwacht. We speelden Bo Diddley’s ‘Who Do You Love?’ en ‘Blues with a Feeling’ [Little Walter – red.] met hem. En, ik moet zeggen, hij heeft mij die avond compleet omvergeblazen met zijn ontembare energie en soul! ‘He’s amazing’. Echt tien keer beter dan dat wij op dat moment waren, vond ik toen.
Pete: De Stones is nog steeds een té gekke band. Ze hebben in hun lange carrière veel waardering gekregen maar ook kritiek. Onterecht vind ik. Luister naar hun laatste album ‘Blue And Lonesome’, een onvervalste blues plaat. Maar de Stones klinken áltijd als de Stones! ‘I love ‘em man’, en ik zou graag een deuntje met ze meeblazen hoor als ze dit najaar naar Nederland komen.
Paul: Ja, dat zou mooi zijn man, ‘enjoy the show haha’. Weet je, ik was nog een groentje destijds en realiseerde me nauwelijks wat er allemaal om me heen gebeurde. Ze noemde me niet voor niets Paul “The Kid” Size. Op een avond deed er een te gekke dude mee als gitarist, ik had geen idee wie hij was. De andere jongens riepen verbaasd naar me: ‘dat is Brian May man, die Queen-motherfucker’. Haha, ik heb zoveel van die gasten voorbij zien komen of gesproken in de King King club zonder het echt goed te beseffen: Red Hot Chili Peppers, Black Crowes, Motörhead, Angus and Malcolm Young van AC/DC… maar ook acteurs: Chris Elliot en Bruce Willis, die trouwens ook aardig bluesharp kan spelen. Maar niet zo goed als Mick Jagger.
– The Red Devils hebben officieel 2 albums uitgebracht: King King (1992) en Blackwater Roll (1994 EP). Maar onder leiding van producer Rick Rubin is er in 1992 ook opgenomen met Mick Jagger. Waarom zijn die tracks nooit officieel uitgebracht?
Paul: Die avond met Mick in de King King was legendarisch. De energie, het publiek, de meisjes… die hele live-sfeer is later moeilijk te benaderen hoor. Toch stonden we een paar weken later met Mick Jagger in Hollywood in de Ocean Way Recording opnamestudio waar hij aan zijn soloplaat ‘Wandering Spirit’ aan het werken was. Hij en Rick waren echt op zoek naar het spontane ruwe Chicago blues-geluid voor 1 of 2 albumtracks. Zonder goed gerepeteerd te hebben zijn er toen in een paar takes zonder overdubs 13 blues-standards door ons met hem opgenomen. Persoonlijk voelde ik niet de vibe die er een maand eerder in de club wel was. Jagger blijkbaar ook niet want hij heeft geen van de tracks gebruikt [’Checkin’ Up on My Baby’ verscheen in 2007 wel op The Very Best of Mick Jagger – red.]. Hij heeft overigens een jaar later tijdens onze tour door de UK nog wel een paar keer live meegespeeld in Londen. Weer later verscheen op duistere wijze ‘The Famous Blues Session’ van Mick Jagger And The Red Devils toch als bootleg op de markt. Er gaan verschillende verhalen rond hoe de originele opnamen gelekt zouden zijn. Maar niemand weet dat ik ‘the key to the vault’ heb met daarin de DAT masters, hahaha. Hoe dan ook, laten we het er maar op houden dat het een goede eerste blauwdruk was voor ‘Blue & Lonesome’.
Ondertussen zijn bassist Jonny Ray Bartel en drummer Bill Bateman ook aangeschoven, waardoor de band compleet is. Jonny Ray en Mike houden zich op de achtergrond maar Bill heeft in tegenstelling tot vanmiddag, toen we hem tijdens het eten aanspraken, best zin in een praatje: ‘I was probably savagely hungry’…..
– In 1993 tourde The Red Devils door Nederland en speelde o.a. op het Moulin Blues Festival, De Haagse Koninginnenacht en het Pinkpop Festival. Wat herinneren jullie je nog van die optredens?
Paul: Dat we erg vroeg optraden op Pinkpop, iets van half elf ’s-ochtends of zo. Maar Lester was vroeg in de morgen na een paar joints al zo opgefokt, hij wilde persé gaan bungy-jumpen. Dus dat gebeurde ook…..met hem als enige springer. Hij was een volwaardig thrillseeker en een volslagen maniak op zijn tijd. ‘That’s not showbizz bullshit folks’, om het in zijn eigen woorden te zeggen.
Bill: Ja dat was heftig en we hadden de avond ervoor ook nog opgetreden in een dorpje in het noorden van Nederland. Ik nam plaats achter m’n drumkit en zag die zee van mensen voor me. Plotseling voelde ik mijn linkerarm niet meer, alsof die verlamd was. Dat heeft het hele optreden geduurd en ik voelde me niet bepaald prettig. Ik heb het nooit eerder aan iemand verteld maar ik geloof ook niet dat iemand het ooit gemerkt heeft, haha.
Pete: Ik heb die Pinkpop video tientallen keren gezien maar het is mij nooit opgevallen, en met een camera op je gericht zelfs. Je gaat juist als een gek tekeer achter die kit Bill!
– Bill, je bent een Blaster en medeoprichter van de band The Blue Shadows, voorloper van The Red Devils. Helaas zijn er met die line-up weinig audio-opnamen gemaakt. Hoe is die band ontstaan?
Bill: ‘Oh yeah, I had a gazillion bands’. Ik was toen drummer in de roots-rock band The Blasters. Nadat gitarist Hollywood Fats in 1986 overleed en Dave Alvin in 1988 solo ging, zochten we een nieuwe gitarist. Dat werd Greg “Smokey” Hormel en hij ging ook als bluesgitarist in The Stumblebums spelen. Met deze band, die verder bestond uit een harmonicaspeler en een bassist met staande bas, traden we in 1989 op in een club in Hollywood. Daar kwam Lester Butler langs, ‘he was clean and sober’ speelde bluesharp maar had geen band. Een kennis van mij Mario Melendez had een Chinees restaurant aan de 6th Street and La Brea, in Hollywood ‘King King’ genaamd. Dat fungeerden op de maandagavonden als een live music venue. Hij belde me op met de vraag of ik er met een band kon komen spelen. Met Lester, Greg, Jonny Ray en Dave Lee Bartel en wisselende muzikanten zijn we toen onder de naam The Blue Shadows die maandagavondsessies gaan doen. We werden huisband en kregen 35 dollar de man. Lester vond het geweldig, geld verdienen met muziek maken was zijn wens! En, hij had nog nooit eerder in een band gezeten. Maar als The Blue Shadows hebben we nooit een officiële plaat gemaakt.
Pete: Ik heb wel bootleg opnamen van de Blue Shadows hoor. Ik heb ook nog ruwe opnamen van drie dagen met outtakes van het ‘King King’ live-album, met wel vier verschillende ‘Automatic’ versies erop!
Paul: Ohw, maar dáár heb ik wel 16 uur aan opnames van ‘in the vault’, haha.
– Wanneer kwam jij bij de band in beeld Paul?
Paul: Eigenlijk had Hook Herrera mij al eerder aanbevolen bij Lester en de jongens. Maar ik vernam nooit iets vanuit Hollywood. Toen in de zomer van 1990 Junior Watson bij ons in de stad kwam spelen sprak ik met hem na afloop. Ik zei dat ik zijn versie van ‘The Hucklebuck’ te gek vond en Lester Butler kwam op de een of andere manier ook ter sprake. Kort erop werd ik gebeld door Lester: ‘Junior said you’re the shit, so I’m sending you… 200 dollars!’ Dat was exact het bedrag dat ik nodig had om de reis van Texas naar de westkust te kunnen maken. Ik was 19 jaar en woonde met mijn ouders in een trailerpark, had daar niks meer te zoeken. Tegen hun zin in vertrok ik in een oude Toyota pickup truck met mijn gitaar op de achterbank naar Los Angeles. Op de U.S. Highway 101 kreeg ik problemen met de koppeling en ik dacht ‘oh shit’, maar ik haalde het net. Lester kwam me tegemoet lopen in z’n funky shorts en riep enthousiast: ‘hey! you’re the kid from Texas? C’mon man!’
Bill: Haha… ja, zij waren de hillbillies van de band! Santa Monica westside L.A. ghetto style.
[The Red Devils promo-pic early 90’s]
– En The Red Devils zagen toen het licht?
Bill: Nee, niet helemaal. De band line-up wel maar de naam veranderde later pas. Muziekproducent Rick Rubin zag het wel in ons zitten en hij zorgde er in 1991 ook voor dat de live-opnames in de ‘King King’ tot stand kwamen. Rick zag eens dat Jonny Ray Bartel met een button op z’n spijkerjack liep en vroeg hem: ‘what’s that?’ En Jonny Ray zei nonchalant: ‘ohw, dat was mijn ouwe band waar ik in 1980 met Dave Lee in speelde’. En Rick riep verbaasd: ‘you’re old band?! That’s you’re new band too!’ Nou, daar waren wij het toch niet helemaal mee eens om plotseling als The Red Devils door het leven te gaan. Dus spraken Lester, Paul en ik af om een paar honderd andere bandnamen op te schrijven en aan Rick te geven. Want blijkbaar bestond er al een countryband die zich ook The Blue Shadows noemde dus Rick wilde van die naam af. Afijn, de volgende dag gaven wij hem die lijst met honderden naamsuggesties maar hij keek er niet eens naar! ‘No, you’re The Red Devils’. En dat was dat.
– Welke Lester Butler song is extra bijzonder voor jullie?
Paul: ‘Devil Woman’. Ik heb die gitaarriff bedacht en van dichtbij meegemaakt hoe dat nummer is ontstaan. Ik heb bij Lester en zijn vriendin Laurie in huis gewoond en hun soms stroef lopende relatie van dichtbij meegemaakt. Ik begrijp helemaal waar dit blues-nummer over gaat, ‘and I love the song’.
Pete: Absoluut, dat is ook mijn favoriete Lester nummer.
– Tot slot, wat kunnen we na deze overweldigende start van The Red Devils 2.0 verwachten? En komt er ook nieuw werk uit?
Bill: Het is simpel: ‘if anybody want us to play, we play!’
Paul: ‘There’s lots in the basket’, nieuwe deuren gaan weer open hebben we gemerkt. In juli toeren we als special guests met ZZ Top door Europa. Er zijn nog geen plannen voor nieuwe songs maar wie weet wat er gebeurt als we weer on the road zijn. De afgelopen drie shows in Amersfoort (Fluor 2 juni), De Bosuil (Weert 3 juni) en het festivaloptreden hier vandaag in Raalte gingen superlekker en zijn ook opgenomen. Wellicht dat we daar ter promotie nog wat mee gaan doen [Red Devils’ Ribs & Blues show is te zien via YouTube en de nieuwe live promo-Cd is er inmiddels ook – red.].
Pete: Maar we hebben toch al een nieuwe song: ‘I met a Cross Eyed Girl’ [Paul giert het uit en zingt lachend een regel voor – een onderonsje dat aantoont dat het met de sfeer in deze band wel goed zit – red.].
Bill: Weet je, we willen misschien wel van alles maar kunnen het gewoon niet allemaal doen. We wonen ver uit elkaar en bovendien zijn we geen kids meer. We hebben individueel onze vleugels uitgeslagen. Met ook andere verplichtingen of afspraken en met gezinnen, vrouwen en opgroeiende kinderen… maar voor nu is het oké. ‘We have a lot of catching up to do’.
[Het legendarische ‘King King’ album 1992 – inzet: Return of the Red Devils promo-Cd 2017]
The Red Devils 2017 are:
Big Pete: vocal & harmonica
Paul Size: lead guitar
Mike Flanigin: rhythm guitar
Jonny Ray Bartel: bass
Bill Bateman: drums