Doyle Bramhall II en support act AJ Plug speelden op 20 Mei 2017 in Cultuurpodium de Boerderij, Zoetermeer. Tekst Ton Kok met foto’s van Johan Sonneveld. Klik hier voor het album van AJ Plug en hier voor dat van Doyle Bramhall II.
Ik had de afgelopen weken wisselende berichten gehoord over het optreden van Doyle Bramhall II op het Moulin Blues Festival in Ospel. En dat van mensen die over prima muzikale smaakpapillen beschikken. Gelukkig was ik in de gelegenheid om het allemaal met eigen oren en ogen te ondervinden in een niet geheel uitverkochte, maar goedgevulde Boerderij in Zoetermeer.
Als support act mocht aantreden AJ Plug met haar band, die momenteel gevormd wordt door gitarist Guy Smeets, bassist Klaas Kuijt, drummer Jeroen ‘JJ’ Goossens en toetsenist Frankie Vee.
Voor mij de eerste keer dat ik ze zag in deze bezetting en zeker voor herhaling vatbaar. Drummer Jeroen hield het tempo erin en tikte als het applaus na elk nummer begon weg te ebben snel af voor het volgende nummer,
Klaas, soms spelend met een capo op zijn bas, zorgde naast een strakke begeleiding voor de tweede stem en Frankie vulde het geheel in met fraaie Hammond partijtjes en sterke solo’s.
En dan hadden we nog Guy Smeets die, ondankst zijn jonge leeftijd, toch wel ‘jong talent’ af is. Hij liet horen de zaal te kunnen laten rocken, maar wist ook iedereen stil te krijgen met klein en ingetogen gitaarspel. Vooral de opbouw van de solo’s was soms indrukwekkend te noemen, zoals in het langzamere “Trouble”.
En dan was er natuurlijk nog Sandra Plug oftewel AJ. Het was een voor haar doen behoorlijk ingetogen performance, maar vocaal stond het als een huis. Soms bijna fluisterend, soms het uitschreeuwend, zonder zichzelf overigens te overschreeuwen.
De band speelde een prima, goed opgebouwde set met werk van beide cd’s. Het geluid was goed uitgebalanceerd en van een prettig volume.
Dan een half uurtje pauze, waarin het podium in gereedheid gebracht werd voor de ombetwiste ‘man of the day’: mister Doyle Bramhall II.
Tegen tienen betrad het gezelschap, bestaande uit Doyle (gitaar/zang), Adam Minkoff (gitaar/toetsen/zang), Ted Pecchio (bas/zang) en Anthony Cole (drums/zang) de bühne.
De start van het concert met nummers als “Soul Shaker”, “The Veil” en “My People” was nog redelijk toegankelijk, maar daarna groeide de gelaagdheid gestaag en wisten de heren het publiek, waarin toch een flink aantal en zeker niet de minste muzikanten zich bevonden, keer op keer te verrassen met de nodige hoogstandjes.
Doyle wisselde regelmatig van gitaar. Hij beschikte vandaag over een Telecaster en twee Stratocasters, waarmee hij de nodige Criticasters stil wist te krijgen. In “My People” maakte hij gebruik van een Duesenberg bariton gitaar, waarmee hij spontaan het nodige kippenvel op mijn armen wist te toveren.
Later in de set werd alles even overhoop gegooid toen Anthony Cole de sax ter hand nam en Alan Minkoff achter het drumstel plaats nam. Het nummer had free-style jazz elementen in zich, die niet vanzelf naar binnen komen.
Je had soms het gevoel dat alle muzikanten een eigen richting opgingen, maar uiteindelijk kwamen ze op briljante wijze toch weer op hetzelfde punt uit.
Het contrast op het podium tussen het rauwe Fender geluid van Doyle en het cleane geluid, dat Alan uit zijn Gibson SG haalt, is ook perfect. Alan zorgt af en toe ook voor subtiele slide partijtjes, maar kan ook avant-gardistisch losgaan achter de toetsen.
Doyle bleek ook een waar feedback kunstenaar te zijn en bracht ook het spelen hiermee naar een ongekend niveau.
Qua podiumpresentatie heeft Doyle veel ‘opgestoken’ van Eric Clapton. Er is weinig interactie met het publiek en verder dan een aankondiging van de nummers gaat hij niet.
De interactie tussen de muzikanten was echter fantastisch. Ze houden elkaar scherp in de gaten en je ziet de lachende gezichten als ze elkaar weer eens weten te verrassen. De enige cover die de band speelde in de reguliere speeltijd was George Harrison’s “Let It Down”.
Na ruim anderhalf uur verlaten de muzikanten het podium, om na enkele minuten terug te keren. Met het oudje “Green Light” komt uiteindelijk op rockende wijze een eind aan deze weergaloze muzikale beleving.
Doyle gaat verder waar Jimi Hendrix stopte, hoorde ik iemand zeggen en dit kan ik volledig onderschrijven. Wel was ik blij dat ik mijn oordoppen in had, want in de loop van het concert werd het volume toch behoorlijk opgeschroefd.
Wellicht zijn het niet de hapklare brokken, die nodig zijn voor een festival, maar de band wist het publiek in de Boerderij van begin tot eind te boeien. Klasse!
Setlist: Soul Shaker – The Veil – My People – Keep On Dreamin’ – Hands Up – Mama Can’t Help You – Let It Down – Rich Man – New Faith – Sahara Crossing – The Samanas
Encore: Choice Of Colors – Work To Do – Green Light
Mooi dat smaken verschillen, heel vervelend optreden om te zien. Dat daarnaast de muziek minder rockte dan in de tijd van arc angels vond ik jammer. Prima voor op een cd als je ervan houd. Maar 1.5 uur kijken.. Niet meer.
Je hebt gelijk John, als je zegt dat smaken verschillen. Doyle is verder gegaan dan de ArcAngels. Een wereld band trouwens.
Hij legt de lat hoog wat betreft dingen uit proberen. Zoals het verslag ook zegt: het zijn geen hap klare brokken die makkelijk naar binnen glijden. Jammer dat het is tegen gevallen.