Steve Gadd speelde met band in Metropool Hengelo op 1 mei 2017. Een verslag van Ria Pronk met foto’s van Gerrie van Barneveld.
Grote kans dat je Steve Gadd ergens in je cd- of lp collectie hebt, zonder dat je het zelf weet. Het drumwerk bij Fifty Ways to Leave Your Lover van Paul Simon bijvoorbeeld is van Gadd. Steely Dan’s, Aja, of Nite Sprite van Chick Corea, eveneens het drumwerk van Gadd. Studiowerk bij Carly Simon, Aretha Franklin, Al DiMeola, Stanley Clarke, Rickie Lee Jones, Tom Scott, Frank Sinatra, Eric Clapton, Kate Bush en James Taylor onder andere staan op het cv van Gadd; wat een staat van dienst heeft deze studiomuzikant! Met zijn eigen jazz- en fusion band toert hij momenteel door Europa in het kader van de Way Back Home Tour. In Nederland is dit het enige concert.
De dame van Metropool die de band voorstelt, benadrukt nog eens extra, dat Gadd ondanks al zijn roem, een zeer aimabel man is. Datzelfde gevoel had ik ook gekregen na een kijkje op zijn website ter voorbereiding van het concertbezoek van vanavond. Je maakt kennis met niet alleen de uitzonderlijke drummer, maar met een man met veel interesses, missies en zijn ‘Prayer for peace’.
Het zijn vooral mannen in de rij voor het Hengelose podium. Jonge mannen, oude mannen, mannen met baarden of juist hele gladde mannen, zoons met vaders, vaders met zoons. Oké, dus dit is echte mannenmuziek? In een goed gevuld Metropool, treedt Gadd aan met Michael Landau op gitaar, Jimmy Johnson op bas, Kevin Hays op toetsen en Walt Fowler op flügelhorn en trompet. Google even en je valt achterover van verbazing met wie deze studiomuzikanten gewerkt hebben. Ik vraag mij af of ik in mijn recensie iets zinnigs kan zeggen over zoveel muzikaal vernuft op een podium. Ik doe het maar gewoon als altijd; ik schrijf op wat zie ik, wat ik hoor ik en wat ik voel.
Lekker swingend wordt begonnen aan The Windup van Chick Corea. Man wat is dat smullen, al die thema’s die zo waanzinnig synchroon gespeeld worden en dan die perfecte solo’s tussendoor. Het tweede nummer, Long Way Home, werd geschreven door Michael Landau en is terug te vinden op het album 70Strong, dat twee jaar geleden uitkwam ter ere van de zeventigste verjaardag van Gadd. Hemelse muziek, zo strak, zo loepzuiver en zo subtiel.
Green Foam werd geschreven door de band, toen men aan het repeteren was en de bassdrum klonk als een natte krant. Volstoppen met handdoeken en quilts, niets hielp. Men ging op zoek naar schuim en vond alleen schuim in de kleur groen; green foam. Alles komt voorbij in dit stuk; swing, blues en jazz. Deze muzikanten zijn alleskunners.
Landau schreef ook Africa, waar gemakkelijk van vier- naar driekwartsmaat wordt geswitcht en weer terug. Het verveelt geen moment. Het is muziek om ademloos van te genieten; de onnavolgbare drumsolo, de veelbetekenende blik van bassist naar drummer, het wederzijds respect.
Walt Fowler, de blazer, schreef Duke’s Anthem, naar aanleiding van het overlijden van George Duke. Het is een ballad, waar de tranen van in je ogen springen, zo zacht en zo dynamisch.
Way Back Home is geschreven door Wilton Felder (Crusaders) en om je vingers bij af te likken. En zo gaat het maar door. Het publiek is wild enthousiast over iedere solo. Het is muziek zoals muziek naar mijn idee bedoeld is; ontdaan van egotripperij, muzikanten die elkaar dragen, versterken, ondersteunen. Ik ga er zo in op, dat ik geen idee heb hoe laat het is als Gadd en zijn mannen buigen voor het publiek. Zij gaan niet naar achter, maar direct over tot de toegift.
Blues for …… is eveneens geschreven door Landau. Deze begenadigd gitarist en componist draait natuurlijk zijn hand niet om voor een machtig mooie blues. Het optreden eindigt notabene met Dylan’s, Watching The River Flow. De jarige toetsenist, neemt de zangpartij voor zijn rekening.
Na afloop vormen zich lange rijen voor de signeertafel, veel drummers denk ik, en vooral mannen. Hoe kan het ook anders. Idolaat zijn ze van Gadd. Een Amsterdammer verbaast zich over het geweldige zaaltje hiero in Hengelo hebben. Er worden aardige woorden gesproken, selfies gemaakt. Er wordt enorm geglunderd. Mannen verlaten Metropool bijna huppelend met drumstokken of een gesigneerd album onder de arm. Steve Gadd is hun held en hoewel ik van mannen meestal niks begrijp, snap ik dit dan weer wel.
Dank Metropool voor jullie gastvrijheid.
Set
The Wind Up
The Long Way Home
Green Foam
Africa
Dukes’s Anthem
Way Back Home
Desu
Sly Boots
Encore:
Blues for ….
Watching The River Flow