The Imperial Crowns speelden donderdag 06 april j.l. in Muziekhuis Qbus – Leiden.Tekst door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois. Klik hier om het gehele album te bekijken.
Zomaar een donderdagavond op pad om onze IC-high in stand te houden. The Imperial Crowns staan vanavond als main-act in Leiden om daar in een zeer goed bezocht Muziekhuis Qbus een full-time show te geven, geen voorprogramma maar alleen de ‘stars of the west’ uit Los Angeles – California. Onze host van vanavond, Fons Delemarre, introduceert de band bij de aanwezigen met een verhaal over zijn base-ball petje. De pet waarop de bandnaam – The Imperial Crowns – te lezen valt. Hij vertrouwt ons toe dat de pet 15 jaar geleden tijdens een van de eerste optredens van de band werd aangeschaft en de man nog steeds een voorliefde voor deze band koestert. The Imperial Crowns stonden 12 jaar geleden voor het laatst in deze zaal en als het aan onze host ligt blijft het niet bij deze tweede keer in Leiden.
Voor die lezers die de mannen nog niet kennen stel ik ze nog even voor: Jimmie Wood is frontman/zanger/blues-harpist/gitarist, J.J. Holiday gitaar/zang en Billy ‘Champagne’ Sullivan op drumms, dit zijn de overgebleven leden van de originele bezetting. Zij worden tegenwoordig vergezeld door bassist Danny Avila die ook een rol in de vocals speelt. De mannen waren afgelopen november met 2 optredens in Nederland aan de vooravond van hun optreden in Parijs waar zij hun nieuwste album ‘The Calling’, uitgebracht bij Dixiefrog Records, in de New Morning ten doop hebben gehouden. Zoals gezegd zijn de heren na een afwezigheid van 12 jaar weer terug in Leiden! Er wordt deze tour wat afgereden, begonnen op 24 maart in Oss, 2 dagen later acte de présence tijdens het 30 jarig jubileum van Blues Promotion Dongen, door naar Frankrijk, België weer terug naar Nederland, naar Parijs voor promo-werk en gisteren een intiem optreden op een boot op de Seine. Gelukkig letten de mannen nu meer op hun voeding en hun rust dan vijftien jaar geleden want ze zijn met uitzondering van Danny Avila niet zo piep meer.
Alsof er helemaal geen vermoeidheid te bespeuren is openen The Imperial Crowns gretig met ‘I Gotta Right’ we horen de scheurende blues-harp van Wood maar ook zijn stem grijpt je naar de strot. Zonder van het applaus te genieten gaat de band over in een gouwe ouwe ‘Soul Deep Freak’ waar ik getuige ben van een heerlijk koortje gevormd door Avila en Holiday. In ‘Lil’ Death’ zijn we een en al waardering voor de majestueuze slide van J.J. Holiday op de Gold Top Gibson.
Ook in Leiden zie ik weer bekende gezichten, blues-brothers en sisters die, net als wij, geen genoeg van deze ontzettend energieke band kunnen krijgen. Gelukkig herken ik ook wat ingewijden die ik nog niet eerder bij een optreden van de Crowns zag, ondanks dat deze band geen hapklare blues brengt is de nieuwsgierigheid gelukkig genoeg gewekt om toch een optreden bij te wonen. ‘The Calling’ blijkt een nummer te zijn waarbij de andere ‘baby’, een prachtige zwarte Gibson, van J.J. in het spotlicht mag schitteren. ‘Praise His Name’ heeft een hoog gospel gehalte maar de gitaarklanken doen mij ook aan die North Mississippi Hill sound denken.
De band ‘pakt’ meteen het publiek bij de lurven, de slide van J.J. Holiday en de overrompelende vocalen van Jimmie Wood gesteund door de ontzettend goed op elkaar ingespeelde ritme-sectie bestaande uit drummer Sullivan en Avila op de bass zijn zo overtuigend dat het achter mij gonst van de commentaren van het publiek. De onbeteugelde energie van frontman Jimmie Wood is aanstekelijk, velen hebben moeite stil te blijven staan bij de opwindende ritme’s van de songs die de revue passeren.
Het is nog lang geen 3 oktober, de dag dat Leiden haar ontzet van de Spanjaarden in 1574 herdenkt maar The Imperial Crowns bevrijden vanavond wel vele ‘Leienaren’ van hun dagelijkse sores. Niemand voelt de vermoeidheid van de dag meer, alle vermoeidheid ebt weg bij de vertolking van ‘Liberate’ waar de 2e, hoge, stem van Danny veel indruk maakt. Inmiddels heeft de zestig plusser Jimmie Wood zich al behoorlijk in het zweet gewerkt en lijkt zich helemaal niet meer te houden aan de set-list die afgesproken is.
‘Miz Aphrodite’ is weer een nummer van het jongste album van de band en ook dit nummer slaat aan. Het is een klinkklare gangmaker en meezinger en we zien J.J. zijn kompaan op de drumms aanmoedigen de drummsolo in te zetten, heerlijk om mee te maken dat deze mannen elkaar de spotlight gunnen. ‘Papa Lawd’ is ook van hetzelfde album, het is stuwend en zelfs een beetje intimiderend. De mannen gaan ook vanavond niet voor half werk, inmiddels is de prachtige haardos van Danny Avila al behoorlijk nat van de inspanning die hij levert op de vier dikke snaren van zijn bass.
Inmiddels heeft Jimmie het jasje uitgetrokken want hij heeft de lichtblauwe Fender Telecaster nu omgehangen en gaat los met het dubbelzinnige ‘King Size Jones’ van het 2004 album Hymn Book. Wat een goed nummer is dit toch, ook toen schreven de mannen al geweldige songs. Alsof het nog niet op kan, deze ‘stars of the west’ staan alweer een dik uur te musiceren, brengen ze ‘Wasn’t Love At First Sight’ waar J.J. zichzelf bedient van de slide en de capo. Dit nummer zou zo maar voor de Rolling Stones geschreven kunnen zijn, barre song!
“Ok get the crackdealers of the streets” is de introductie naar ‘Preachin’ The Blues’ een winnaar deze song want de voorste rijen zingen uit volle borst mee. Er blijkt een speciaal verzoek ingediend te zijn, frontman Jimmie Wood draagt ‘Star Of The West’ op aan Milo. Danny “royal family” Avila draait al head-bangend de manen op de beat van zijn bass. Het voodoo intro verraadt de ingewijden in Leiden dat het tijd is voor ‘Ramblin’ Woman Blues’ van het 1997 album The Imperial Crowns maar ook is dit nummer te vinden op Preachin’ The Blues Live! uit 2006.
Vanavond in Leiden is er gelukkig tijd voor een zeer lang uitgesponnen uitvoering van deze kraker. J.J. Holiday is in zijn eigen wereld als ik hem de slide niet aan de linker maar aan de rechterhand zie schuiven, Jimmie zoekt de vervorming op met de harp-mic bij zijn versterker en de bass solo van Danny maakt het nummer nóg intenser.
Ook in Muziekhuis Qbus kan het publiek geen genoeg krijgen van de scheurende blues-harp en vocalen van Jimmie Wood, de slidekwaliteiten van J.J. Holiday maar ook de ritme-sectie krijgen de handen op elkaar. Er wordt natuurlijk om een encore gescandeerd, deze volgt in de vorm van het ingetogen ‘Something Of Value’, even mogen we op adem komen, even mogen we reflecteren hoe goed we het hebben in vergelijking met burgers in andere delen van de wereld.
Plotseling komt Jimmie erachter dat hij zij riem is vergeten om te doen, de frontman neemt ons in vertrouwen als hij ons vertelt nog nooit in veertig jaar één show zonder een riem te hebben opgetreden. Inmiddels zijn we aanbeland in de extra speeltijd maar de riem wordt alsnog gehaald, een bijgeloof? Hoe het ook zij, nog eenmaal veert de band op voor een 15 minuten durende uitvoering van ‘Altar Of Love’ ook weer zo’n nummer met een dubbele betekenis.
Het lijkt alsof de riem door een voodoo-priesteres in ingezegend want Jimmie Wood lijkt niet meer te stoppen als hij J.J. vraagt “put it on one more time”. Danny trekt een sprintje op de vierkantje centimeter, Jimmie blijkt ook een goede conditie te hebben want hij voegt zich bij de jonge bassist om samen met hem naar de meet te sprinten. Wàt een energie, wàt een charisma, wàt een vakmanschap en wàt een muzikaliteit hebben The Imperial Crowns hier in Muziekhuis Qbus laten zien. Zo zal het ook gaan in Velden – Oostenrijk en bij het laatste Nederlandse optreden in Wageningen a.s. zondag. Gelukkig zijn de mannen in Juli weer terug voor een 10 daagse tour, laten we hopen dat The Imperial Crowns niet alleen op de festivals van Cognac en Cahors zullen staan. Na het optreden nemen de bandleden zoals altijd weer tijd om hun fans te begroeten, de aangeschafte album te signeren en hier en daar met fans op de foto te gaan. Wij gaan de avond in met een heerlijk gevoel, onze IC-honger is weer gestild……maar voor hoelang?
Clip: Altar Of Love