Het feestje van het 30 jarig jubileum van Blues Promotion Dongen vond plaats op zondag 26 Maart 2017 in De Gouden Leeuw van Dongen . Tekst door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois. Klik hier om het album te bekijken.
U leest het goed, Blues Promotion Dongen bestaat alweer dertig jaar en dit feit werd luister bijgezet door niet 1 maar liefst 2 bands op het podium te presenteren. Omdat dit setje verslaggevers van boven de rivieren komt zijn wij niet zo heel vaak present op de blueszondagen die met grote regelmaat in hun vaste stek Café De Gouden Leeuw aan de St. Josephstraat van Dongen plaatsvinden. Maar zo een mijlpaal mag natuurlijk ook door uw on-line muziekmagazine The Blues Alone? niet overgeslagen worden. Mooie bijkomstigheid is dat we uit Heerlen komen en dus ligt Dongen op onze route terug naar huis.
Het is een zonovergoten middag en als we bijna voor de deur een parkeerplekje vinden besluiten we even de benen te strekken – alsof we op de Southern Blues Night nog niet genoeg gelopen hadden – en zetten we de pas erin naar Eetcafé Janssen & Janssen waar we op het terras genieten van een late lunch. Die kunnen we maar binnen hebben want het belooft een drukke middag te worden.
Na een warm onthaal door de organisatoren en de vele bekenden die we toch alweer een tijdje niet gezien hadden staat als eerste Willie Buck en zijn Nederlandse begeleiders op het programma. De begeleiders zijn goede bekenden van het vaste publiek van BPD, Robbert Fossen en zijn band zullen de 79-jarige Buck op de vertrouwde Chicago-wijze bijstaan.
De ritme-sectie wordt gevormd door de 19 jarige Lars Hoogland en de iets oudere Jan Markus, ook wel bekend van The Dynaflow. We zien tegenwoordig ook een toetsenist én tweede gitarist in de band van Robbert Fossen.
De toetsenist heet Ivan Schilder en de gitarist is de Belg Tim Ielegems (Shakedown Tim & The Rhythm Revue) maar er staat nog iemand op het podium. Dutch Blues Award winnaar voor Beste Bluesharpist 2016 Thomas Toussaint is natuurlijk ook van de partij.
Ondanks dat het podium in De Gouden Leeuw tegenwoordig is gedraaid, het staat nu over de breedte van de zaak opgesteld, blijkt het met zoveel musici en versterkers nóg passen en meten. Persoonlijk vindt ik het een hele grote verbetering nu het podium zo staat opgesteld, zo kan het geluid veel meer weg de zaal in en er is voor alle bezoekers beter zicht.
Wij van TBA? hebben gisteren tijdens de Southern Blues Night in Heerlen al kennis mogen maken met deze samenwerking tussen de oude rot en zijn jonge begeleiders maar iets in me zegt dat we vanmiddag hier in Dongen weleens een memorabel optreden zouden mogen meemaken.
Om klokslag vier opent Fossen zoals een Amerikaanse bandleider betaamt, eerst zelf een paar nummers spelen om het publiek op te warmen voor de frontman. Wàt een sterke opening van gitarist/zanger Fossen maar ook voor bluesharpist Thomas Toussaint schijnt dit vroege uur geen enkele belemmering te zijn om te schitteren. Is deze omgeving meer hun ‘cup-of-tea’ – al dan niet met rum – natuurlijk krijgen de mannen meer feed-back van het publiek, veel meer mee dan in een grote zaal op een hoog podium. Een goede zaak lijkt mij. Bij nummer vier van de set-list is het “startime” aldus Robbert Fossen. Buck heeft zich vanmiddag alweer in driedelig gehesen, deze keer een crème gestreepte outfit, weer de stropdas over het gilet of zoals mijn buurman mij toefluisterde “het summum van een maatpak” want ook het overhemd is van de zelfde stof. Gniffelend sla ik de opstap van de grote Chicagoan gade, de oude bluesrakker moet een flinke hindernis nemen.
De man is nog kras en heel goed bij stem, zijn geluid is helder maar bovenal lijkt hij het entertainen niet verleerd te zijn. Buck is een heer van stand want de man kreeg maar liefst door de stad Chicago een straat naar hem genoemd, zou Buddy Guy eerdaags dan een avenue krijgen? De set die zich voor ons voltrekt is nagenoeg dezelfde als de afgelopen avond maar het loopt veel gesmeerder. Buck is communicatiever en de band heeft minder moeite hem te volgen.
‘Highline’ is Toussaint’s moment en geloof me dat pàkt hij, met verve mag ik wel zeggen maar ook Robbert Fossen kan hier met zijn virtuositeit op de Tokai in een gitaarsolo weer bevestigen waarom hij al tweemaal doordrong tot de halve finale op de IBC in Memphis. Mijn nieuwsgierigheid is gewekt naar een optreden van Shakedown Tim & The Rhythm Revue nadat frontman Tim Ielegems het Dongense publiek vergast op een weergaloze gitaarsolo op zijn Harmony 1957. ‘Champagne & Reefer’ wordt gebracht en natuurlijk doen we allemaal mee. De band, Willie Buck worden regelmatig met luid applaus beloond. Na een uurtje in de set gaat de doos van Pandora die aan de voeten van Buck stond open en tijdens het zingen legt hij achteloos een viertal cd’s op het podium. Natuurlijk wil de man zijn muziek ook in Nederland aan de man brengen, het is hem gegund. Onderwijl zet hij ‘Hoochie Coochie’ in wat gevolgd wordt door alweer zo’n bluesstandard…..’Baby Please Don’t Go’.
Inmiddels hebben Fossen en Toussaint zich behoorlijk in het zweet gewerkt, de set is zoveel beter dan in Heerlen. Het is opzwepend, zinderend en een mooie samenwerking tussen oud en jong. Herhaaldelijk spoort Buck de toetsenist Ivan Schilder aan die zichtbaar behoorlijk in zijn sas zit te musiceren. Ook ‘Got My Mojo Working’ is tot vreugde van de toeschouwers op de set-list gezet. Brabanders blijken goede zangers want alle bezoekers zingen uit volle borst het chorus mee. Ondanks dat er een avondklok geldt in De Gouden Leeuw is er gelukkig ook nog tijd voor een toegift. Als echte afsluiter staat ‘Forty Days’ op het program waarin Thomas Toussaint nog maar eens bewijst waarom hij de toekomst van de Nederlandse bluesharpisten is.
Na een korte pauze waarin we even op adem komen, we gewaarschuwd worden voor wat komen gaat qua volume, de promotie cd van de organisatoren aangeschaft wordt én even de merchandise van de IC’s bekeken wordt is het bijna zover.
Echter niet voordat Peter Nooten even het woord neemt om zijn steun en toeverlaat, Toon de Quant en geluidsman Erik Bik te bedanken voor hun bijdrage de afgelopen decennia.
Maar dan is het al snel tijd voor een totaal andere vorm van blues dan de Chicagoblues. De blues van The Imperial Crowns, Los Angeles, California! Was de frontman nog zojuist in sweater en jeans op het podium te aanschouwen, nu heeft de man in een kleine 10 minuten een metamorfose ondergaan. De leesbril zal ergens in een hoek liggen en zijn op maat gemaakte outfit blijkt nog steeds na al die jaren als gegoten te zitten. Jimmie Wood zorgt goed voor zichzelf dat is te zien. Gitarist J.J. Holiday is altijd nog dezelfde ‘laid back dude’ die hij 12 jaar geleden ook al was.
Drummer Billy Sullivan heeft nooit zijn plezier verborgen gehouden en ook nu in De Gouden Leeuw heeft hij weer een smile van oor tot oor. Ook bassist Danny Avila heeft er blijkbaar weer heel veel zin, hij is niet de originele bassist maar de neef van de oude Crown John Avila én de zoon van Sammy Avila (Walter Trout Band). De muzikaliteit loopt hem dus door de aderen. Deze tour is dochter Rachel C. Wood er niet bij, jammer voor de interactie tussen vader en dochter maar ook vocaal hebben de reporters haar zien schitteren tijdens de novembertour, ook op het persoonlijke vlak vinden wij het jammer dat ze er niet bij is maar de studie heeft deze keer geprevaleerd boven de bühne.
Op geheel eigen wijze opent de frontman Jimmie Wood de set door een sinistere opening van de poort naar het keizerrijk van de blues van The Imperial Crowns. Dat de Crowns nog steeds de rechtmatige eigenaars van de rock ‘n roll schoenen zijn bewijzen zij met het openingsnummer ‘I Gotta Right’ van het 2016 album The Calling.
De vaste bezoekers van de bluesmiddagen georganiseerd door Blues Promotion Dongen worden meteen van hun sokken geblazen, natuurlijk zijn er ook nog een paar die moeten wennen dat het genre muziek dat de Crowns spelen niet meteen in een muzikaal hokje te plaatsen is. Tóch blijkt dat de nieuwsgierigheid van de meesten het wint van de verbazing. Natuurlijk is hun rock ‘n roll/blues opzwepend, soms zelfs dwingend maar vooral is het muzikaal dik voor elkaar.
J.J. Holiday is een barre gitarist die met gemak twee stijlen van spelen tegelijk combineert, hij vertoont in het tweede nummer al een vette slide waar we de vingers bij aflikken. ‘Lil’ Death’ van het bij Ruf uitgebrachte Hymn Book (2004) is ook weer zo’n ‘in your face’ nummer waar Jimmie zijn vocalen en bluesharp kwaliteiten maar óók zijn danskunsten kan bewijzen aan de nieuwe inwoners van zijn keizerrijk.
‘The Calling’ het titelnummer van het vijfde en tevens jongste album is een uitgelezen nummer voor de uit de San Fernando valley afkomstige J.J. Holiday, ook wel liefkozend door oude en trouwe vriend Jimmie Wood ‘the shovel’ genoemd.
“He can not be statisfied” zingt Jimmie in ‘Praise His Name’ waarbij hij zichzelf met de tamboerijn op de borst écht kastijdt. Inmiddels bestaat de eerste rij aan het podium uit vrijwel alleen vrouwen, zij willen geen van allen iets missen van deze “mooie man” zoals twee dames naast mij Jimmie betitelen.
Niet alleen Jimmie spreekt tot de verbeelding ook Danny Avila raakt een tweetal zeer jonge dames maar hier zorgt zijn beroering van de snaren voor gilletjes van een van de meisjes. Het is een bijzonder schouwspel want het meisje is blind en wordt door haar vriendin volledig op de hoogte gehouden wat zich op het podium voltrekt. Mooi om te zien dat jonge mensen ook geraakt worden door deze oude rotten in het vak maar ook worden even met de neus op de feiten gedrukt dat het leven soms oneerlijk is.
Alweer een nummer van het laatste album, ‘Liberate’, blijkt voor bassist Danny Avila een uitgelezen song om zijn groove met de inmiddels uitzinnige toeschouwers te delen. Ook hij blijkt een op en top showman en maakt erotische bewegingen met zijn bass.
Inmiddels heeft de frontman ook zijn gitaar erbij gepakt en ook dit instrument blijkt voor de vocalist/bluesharpist geen geheimen te hebben. Zoals hij zelf zegt is hij “hot as gooddamn two dollar pistol”.
Ook ‘Star of The West’ van het uit 2007 daterende gelijknamige album verovert vandaag weer heel wat Brabantse hartjes. We wisten al dat de heren een goede geluidsman – Martin – mee hebben en ook hier in Dongen heeft de Oostenrijker weer alles goed uitgebalanceerd ondanks dat de Crowns volgens sommige toeschouwers snoeihard musiceren is het geluid nergens vervormd of blikkerig. Zelfs het soundeffect wat Jimmie Wood oproept door zijn harpmic bij zijn amp te houden gaat niet rondfluiten. Inmiddels is het alweer half acht geworden en hebben de Crowns met hun versie van de blues en rock ‘n roll hun keizerrijk uit mogen breiden met nóg meer onderdanen.
Het publiek in Dongen wil niets horen van een einde van deze sensationele show en roept en joelt om meer.
Gelukkig mag er van de organisatoren nog een kwartiertje aangeplakt worden en krijgen we niet één maar liefst twee toegiften in de vorm van ‘Something of Value’ maar ook het oudere ‘Altar Of Love’ mogen we allemaal nog luidkeels mee galmen.
The Imperial Crowns zetten in Dongen alweer hun poorten open naar hun vorstendom, een zinderende entertainende, muzikaal hoogstaande show viel de bezoekers ten deel.
Wilt u ook eens The Imperial Crowns aan het werk zien? Dat kan nog op de volgende data:
1 April @ Bluezy Blues Festival – Ridderkerk
2 April @ Nix – Enschede
6 April @ Muziekhuis Qbus – Leiden
9 April @ Bluesclub XXL – Wageningen
De reporters van The Blues Alone? feliciteren de organisatoren van Blues Promotion Dongen met hun jubileum en danken hen voor de gastvrijheid, het personeel van De Gouden Leeuw voor de vriendelijke bediening en wensen hen nog vele mooie bluesmiddagen.