Southern Blues Night werd op 25 maart 2017 gehouden in Parkstad Limburg Theater, Heerlen. Een sfeerverslag door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois (bekijk hier de foto’s).
We hebben onderweg onszelf getrakteerd op een heerlijke maaltijd omdat we deze keer veel meer tijd hadden voor de aanvang van de Southern Blues Night. Er is n.l. een wijziging in de vaste middagbesteding in de vorm van het bijwonen van de radio opnames van ‘Hubert On Air’. Het radioprogramma bestaat sinds kort niet meer, jammer want het was voor de mensen achter de schermen van SBN, liefhebbers, pers en muzikanten een heerlijk voorproefje op de avond die voor ons lag. Vele muzikanten hebben de revue gepasseerd, Jim Byrnes, Junior Mack, Shakura S’Aida, Super Chikan en vele anderen.
Als meermalige bezoekers, zelfs van vóór het era The Blues Alone?, van het Southern Blues Festival in Heerlen lopen we op de automatische piloot van ons hotel naar het prachtige Parkstad Limburg Theater. De hal staat al propvol met bezoekers die ongeduldig op de eerste klanken van deze Southern Blues Night wachten.
De eerste act is traditie getrouw de winnaars van de jaarlijkse BRUL contest, dit jaar werd dat Bigwood Leonard. De band wordt gevormd door Bernd Vanherle (bluesharp/vocals), Marco Pooters (gitaar/backing vocals), Dylan Frings (bass) en Christiaan Janssen (drumms) en komen uit buurland België. De introductie door de lieftallige presentator Jolien Linssen maakt dat we ons verdekter opstellen dan bedoeld. Jolien introduceert de zanger namelijk als een spuwer, Bernd spuugt niet alleen de teksten de zaal in maar ook het mondvocht schijnt zijn eigen weg te gaan…….
Zanger/bluesharpist Bernd Vanherle is een energieke wervelwind, zijn vocalen zijn goed en ook Marco Pooters op de Epiphone kan samen met Bernd vocaal aardig uit weg. Zijn gitaarskills zijn echter van nog betere kwaliteit. Gelukkig komen deze reporters van TBA? met dit optreden weer helemaal in de stemming voor de mooie avond die voor ons ligt.
Een lekkere jonge band met een strakke ritme-sectie die hun invloeden Howlin’ Wolf, Muddy Waters, Led Zeppelin maar ook de jongere Jack White verweven in hun eigen sound.Persoonlijk hoor ik ook een beetje U2 en Rolling Stones maar ik wil de band niet teveel in een hokje plaatsen. Wellicht komen we de band nog eens in den lande tegen.
Zoals alle andere jaren kunnen we nergens te lang blijven hangen omdat de acts elkaar ietwat overlappen. We zetten de pas erin richting Limburgzaal waar Willie Buck samen met de Robbert Fossen Band de échte Chicagoblues zal vertolken.
Tweemaal IBC halve finalist Robbert Fossen is de bandleider/vocalist en gitarist, hij wordt vergezeld door o.a. Jan Markus op bass, de kersverse Dutch Blues Award winnaar Thomas Toussaint op bluesharp, Lars Hoogland op drumms, Ivan Schilder op de toetsen én Tim Ielegems op gitaar.
De eerste nummers komen voor rekening van de band en acteren als een Amerikaanse band die het publiek opwarmt voor de ster van de show. Met de vocalen van Robbert Fossen krijgt het publiek alvast een appetizer van de échte Chicago blues.
Dan wordt Willie Buck op het podium uitgenodigd en opent de zichtbaar nog heel vief ogende man heel sterk, zijn stem is nog zeer goed maar ook heel helder. Willie Buck is afkomstig uit de Mississippidelta maar trok al op jonge leeftijd naar Chicago waar hij als recording artist een platendeal kreeg bij Maxwell Street.
Deze 79-jarige ziet zich op het podium omringd door een behoorlijk jonge band. De man die in Chicago een straat naar zich vernoemd kreeg heeft direct de vele toeschouwers op zijn hand. De band is lekker bezig, Fossen speelt zoals altijd goed, Thomas Toussaint blijkt weer meer zich tot een allround bluesharpist te ontwikkelen maar ik zou de 19-jarige Lars Hoogland te kort doen als ik ook zijn spel niet zou vernoemen.
Persoonlijk ben ik stante pede fan van Tim Ielegems geworden, al was het alleenmaar omdat ik zo van die sound van Harmony gitaren houd. De toetsenist, Ivan Schilder geeft nét die extra touch aan het optreden maar ook Jan Markus is natuurlijk weer van grote klasse.
Willie Buck is inmiddels op stoom en zingt met zijn bijna tachtig lentes menig zichzelf respecterende vocalist eruit. We horen o.a. ‘Blow Wind Blow”, ‘Working On Highline’, ‘Streamline Woman’ en ‘Baby Please Don’t Go’.
Toch is het mij teveel doorborduren op het oude en als ook weer ‘Mannish Boy’ op de set-list blijkt te staan verruilen wij de Limburgzaal voor die van de Rabozaal.
Daar in de grote zaal van het Parkstad Limburg complex zal een heuse bigband zijn opwachting maken. Onze host in de Rabozaal, Paul Versteegen, is verguld met de volgende act. Johnny Mars wordt begeleid door het North European Jazz Orchestra. Een orkest met ritme-sectie, toetsen, gitaar, een heuse dirigent en een blazerssectie van maar liefst twaalf man, nou ja onder hen één dame.
Ik tel 5 saxofonisten, 4 trombonisten en 3 trompettisten; dat belooft veel goeds! Als Johnny Mars opkomt denk ik meteen, de fotografen krijgen een zware dobber……zijn hoed lijkt wat aan de grote kant tot op rand van de oren maarrrrr ook denk ik “looking sharp Mr. Mars” maar zullen zijn vocalen ook zo sharp zijn?
Al doet de naam misschien anders vermoeden komt deze NE Jazz Orchestra gewoon uit Nederland. Echter de dirigent is wel engelstalig, hij is de in Nederland woonachtige Amerikaan Kurt Weiss die al een ton aan ervaring heeft als het om begeleiden van grootheden gaat. Hij was ooit als trompettist aangesloten bij het Ray Charles Orchestra.
Johnny Mars en zijn big band vallen maar meteen met de blues in huis…..’Every Day I Have The Blues’ wil deze bluesharpist/vocalist Mars ons laten geloven. Als ik ‘Further Up The Road’ van hem hoor dan kan ik de heerlijke jazzy intonatie niet negeren; het is laid back, het is sharp! NE Jazz Orchestra blijkt ook een geweldige gitarist in de gelederen te hebben ook al kan ik hem van de plaats waar ik zit helemaal niet zien. De toetsenist heeft inmiddels de piano voor de de Hammond Sk1 verwisseld en de hele zaal is al snel in de ban van deze big band klanken.
Johnny Mars vertelt ons dat hij werd geboren in South Carolina maar opgroeide in het Georgia van Ray Charles; hij werd al vroeg door de legendarisch pianist/zanger/componist/tekstschrijver beïnvloed. Na zijn introductie ben ik getuige van een vertolking van ‘Georgia on My Mind’ …..wàt een sublieme interpretatie van deze wereldhit niet in de laatste plaats door de begeleiding van deze orkestleden van de NE Jazz Orchestra. Johnny Mars beheerst de stem maar ook zijn bluesharp spel is van hoge klasse. Jammer dat ik na een aantal nummers alweer de trappen af moet….
We zijn weer op weg naar de foyer van het Parkstad Limburg theater waar Richard ‘Rip Lee’ Pryor met onze eigen Little Boogie Boy Hein Meijer al aan zijn set is begonnen.
De bijna zestigjarige ‘Rip Lee’ kreeg de blues met de paplepel ingegoten want hij zijn vader was niemand minder dan Snooky Pryor. De set loopt als een tiet, ik verbaas me waarom deze mannen in het theatercafé hun blues aan de man moeten brengen. Dit podium is duidelijk te klein voor deze charismatische Richard ‘Rip Lee’ Pryor en zijn begeleiders. De set zit rete-strak in elkaar, wàt een timing heeft deze band.
Niets aan het gebrachte doet vermoeden dat Hein Meijer slechts Rip Lee begeleider in Europa is. Pryor is een hele beste bluesharpist maar ook zijn vocalen dragen ons op handen. Heerlijk hoe die vintage Gibson van Little Boogie Boy dat heel eigen geluid de foyer in stuwt.
Meijer speelde al op zijn zestiende met Magic Slim en hij is natuurlijk ook bekend van zijn samenwerking met John Primer. Jan de Boer is de bassist en vormt samen met drummer Bert Fonderie een puike ritme-sectie.
‘Lost A Good Woman’ horen we maar na ‘Shake Your Moneymaker’ moeten we al weer verkassen. Dit keer naar de Limburgzaal voor de Britse vrouwelijke interpretatie van de blues.
De rondborstige, uit de ‘Rainy City’ afkomstige, Kyla Brox is de dochter van Victor Brox die onder de blues die-hards vast geen onbekende is. De man had zijn eigen band genaamd Victor Brox Blues Train, werkte met Janis Joplin en Jimi Hendrix en tot op de dag van vandaag trekt de 77-jarige nog volle venues als hij acte de présence geeft. Kyla Brox komt uit een muzikale familie want ook moeder zong al o.a. bij Jesus Christ Superstar; Kyla is de nieuwste bluessensatie van de UK.
De dame ziet er appetijtelijk uit, kan een lekker moppie zingen en heeft een goed band om haar heen geformeerd waar o.a. haar man Brian Blomeley in speelt, hij is de bassist. Kyla wil niet dat we langer verlegen zijn, we moeten onze schoenen en jasjes uitdoen als ze zingt ‘Don’t Be Shy Come On In’. Ondertussen klinkt de dame majestueus al zijn de teksten wel van minder niveau.
Ook up-tempo staat deze wulpse Mancunian haar mannetje als ze in ‘Beautiful Day’ ons toevertrouwt dat ze nog veel meer traktaties voor ons in petto heeft. Dat geloven de in grote getale aanwezige fotografen maar al te graag. Bij ‘3-6-5’ vindt Kyla dat we allemaal mee moeten meezingen, het lukt en als beloning krijgt het publiek een traktatie in de vorm van een dwarsfluit intermezzo door Ms. Kyla.
De meeste nummers die we horen zijn van haar nieuwste album ‘Throw Away Your Blues’ zo ook ‘Change Your Mind’ waarin een heerlijke solo op de Fender en een verwarmende uithaal uit Kyla’s kleine longetjes. Ook manlief, Brian Blomeley blijkt een ‘real bad ass bassman’ te zijn.
Dat gospel ook geen onbekend terrein voor deze dame is bewijst zij als Kyla geheel a cappella ‘If You See Him’ inzet; de rillingen van beroering lopen over m’n rug. Dan komt gelukkig ook nog net voordat wij weer moeten vertrekken Victor Brox erbij.
De man vertolkt een sublieme slow blues op de trompet maar ook vocaal is hij superieur, een witte chocolade bon-bon met een praliné vulling! Hij wisselt de muffler en de open trompet met een rap tempo af maar ook zijn afstand tot de microfoon is indrukwekkend te noemen, zéker op zijn leeftijd. Als hij de vocalen nóg maar een keertje aanzet weten we allemaal waar Kyla het vandaan heeft. Wij lopen bij de klanken van zijn ‘Don’t Want No Trouble’ weer richting de exit van de zaal want we willen niets missen van wat zometeen in het theatercafé van start gaat.
In het theatercafé staat een man die deze reporters nog nooit live hebben mogen aanschouwen, ook al is Mátyás Pribojszki goed vertegenwoordigd in de platenkast, nooit kregen wij de kans.
U als lezer van TBA? zou hem ook kunnen kennen van zijn samenwerking met Ripoff Raskolnikov of Little G Weevil maar ook met Bob Margolin en Alex Schultz werkte de man. Deze Hongaar loopt alweer zo’n dikke twintig jaar de podia van Europa plat en nam al een fiks aantal albums op waaronder een met o.a. Ian Siegal en Mike Sponza.
De band huist een aantal zeer bekwame musici w.o. gitarist Ferenc Szász op de Les Paul Gibson en László Csizmadia op de vijfsnarige bass. De band opent met ‘In Between The Sheets’ waarbij ik verrast wordt door de podiumpresentatie van de man; hij oogt charismatisch maar hij wil wel het publiek veroveren met zijn bluesharp partijen en vocalen.
Bij tijd en wijle doet zijn harmonicawerk op de chromatic mij terugdenken aan de meester zelf….Toots Tielemans. De Hongaar zal vanavond een dikke glimlach op het gezicht van de Brusselaar in de hemel toveren. Hij heeft ‘het’ vind ik, de man durft zich bloot te geven als hij zingt, kan me écht niet storen aan zijn Engelse uitspraak en de band is een hele beste!
Geen wonder, de meeste Hongaren zijn klassiek geschoold, een land wat heel veel behoorlijke muzikanten in de bluesscene heeft voortgebracht. Natuurlijk probeert Mátyás Pribojszki op dit prestigiueuze festival zijn visitekaartje af te geven door zoveel mogelijk stijlen van de blues, Memphis soul maar ook jazz ten gehore te brengen.
Van mij mag het want ook ik wil niet graag in een hokje geplaatst worden. We zijn o.a. getuige van ‘Zydecola Boogie’ en ‘Soul Stealin’ Mama’ met een imponerende opening van gitarist Ferenc Szász van het nieuwste album ‘My Stories’. Mátyás Pribojszki, niet alleen overweldigend op de plaat maar ook live. We gaan u volgen!
Dan is het inmiddels tijd geworden voor één van de meest geliefde akoestische vertolkers van de blues, Eric Bibb. In de Rabozaal zit het publiek al muisstil te luisteren naar zijn vertolking van oude bluesstandards maar ook zeker naar eigen gepende nummers.
Wij hebben Eric Bibb al een aantal keren aan het werk mogen zien maar als ik in het gangpad blijf staan zie ik behoorlijk wat gebiologeerde blikken van muziekliefhebbers maar ook van beroepsmuzikanten. Deze keer laat de inmiddels 65-jarige Bibb zich begeleiden door de Finse Olli Haavisto, hij bespeelt de pedal steel en de dobro.
Al eerder kon u op TBA? lezen dat de jonge Eric in het ouderlijk huis vele muzikanten bij vader Leon zag, zo kwam Pete Seeger over de vloer maar ook Bob Dylan was gast ten huize Bibb. Ieder van hen hebben natuurlijk een invloed op Bibb gehad wat tot uiting komt in zijn mix van blues, gospel en roots. Zijn spel is bedaard en licht spiritueel, maar toch ietwat te braaf naar mijn smaak. De zelf benoemde “fingerpickin’ troubadour” is natuurlijk een geweldige muzikant maar keer op keer mis ik iets. Het is me niet spetterend genoeg, alsof hij het niet van binnenuit beleeft maar slechts ten gehore brengt. Wellicht is de Zweedse nuchterheid met hem op de loop gegaan, hij woont daar al per slot van rekening alweer meer dan veertig jaar.
De zaal zit nokkie vol, het lijkt wel of alle 1200 bezoekers nu zichzelf voor het podium van Eric Bibb hebben geposteerd. Eric Bibb heeft al een dikke twintig albums op zijn naam weten te schrijven maar we horen natuurlijk ook werk van zijn laatste album ‘Migration Blues’ een album wat de tegenwoordige tijd feilloos op muziek zet. ‘Stewball’ over een renpaard wat geen water maar wijn dronk maar Eric Bibb is vanavond in de Rabozaal toch wel het beste paard van stal om de metafoor maar even door te zetten. ‘With My Maker’ is prachtig ingetogen maar toch ook krachtig en de slide gitaar is om de vingers bij af te likken. ‘Connected’ en een nummer van een van zijn helden Blind Rev. Gary Davis ‘I Heard The Angels Singing’ zijn superieur. Ook hier moeten we weer vroegtijdig de zaal, in dit geval zo stil mogelijk, verlaten om ons te verplaatsen naar de Limburgzaal.
In de Limburgzaal staat de jongste blues-rockbelofte van dit moment de 24-jarige Laurence Jones uit de stad van Shakespeare Stratford-upon-Avon zal aan de oudere bluesliefhebbers bewijzen dat de toekomst van de blues-rock er rooskleurig uitziet. Blueslegende Walter Trout noemt Laurence Jones de liefdesbaby van Eric Clapton en Buddy Guy.
Met zijn zelfgepende teksten en gelikte gitaarsolo’s heeft Laurence Jones zijn muzikale belofte al ruimschoots ingelost. Zo kreeg hij al de Young Artist of the Year-award van de British Blues Foundation in 2014, 2015 en 2016 én zijn ‘Guitarist of the Year 2016’ maar ook de tweede plaats als ‘Band of the Year 2016’ mocht hij al op de schoorsteenmantel zetten. In 2016 vond de release van Laurence Jones vierde cd ‘Take Me High’ plaats. Mike Vernon, bekend van zijn samenwerking met David Bowie, Fleetwood Mac, Eric Clapton en natuurlijk Sari Schorr tekende voor de productie van dit album.
De band heeft een behoorlijke verjonging ondergaan maar er is ook een lid aan de band toegevoegd. We zien niet langer Roger Inniss en Miri Mietinnen zij hebben plaatsgemaakt voor respectievelijk Greg Smith en Phil Wilson.
De toetsenist heet Bennett Holland die al eerder de band versterkte tijdens de support act van Status Quo in de HMH. Een verfrissende keuze om de band te verjongen, mede ook om meer jeugd aan te spreken.
Inmiddels heeft Laurence Jones alweer drie albums op zijn palmares geschreven en ook hier in Heële krijgen we een compilatie van zijn werkjes. ‘Live It Up’ maar ook ‘Good Morning Blues’ komen van het nieuwste schijfje ‘Take Me High’. Maar ondanks dat ik geen bluesrock fanaat ben zie ik wel dat deze jeugdige gitarist ondanks zijn drukke speelschema blijft groeien. Ik geniet van de nieuwe aanwinst in de band, Bennett Holland. Hij geeft het geheel meer body naar mijn idee.
Ook het allereerste nummer wat LJ ooit schreef, ‘Fall From The Sky’ staat op de set-list; het is een mooie slowblues wat hij speelt op zijn zwart/witte Fender. Nooit eerder was ik getuige dat LJ een vertolking van het J.J. Cale nummer ‘Cocaine’ speelde, ik galm keihard mee tot verbazing van een paar veel jongere dames achter mij. Muziek kent geen leeftijd dames, het zit in je!
Overigens een ijzersterke uitvoering van deze ‘youngster’ en waar ook weer een hoofdrol voor Bennett Holland is weggelegd. Ook Greg Smith laat van zich horen als hij een bass solo vanjewelste de zaal in slingert in ‘Something’s Changed’ (Take Me High 2016). Er wordt zelfs in geïmproviseerd als er een stukje ‘I Shot The Sheriff’ langs komt. ‘I Will’ ook van de nieuwe schijf vind ik écht radio- en wellicht hitmateriaal, een catchy song.
Een leuk intermezzo is de introductie over de dronken vriend die zijn nieuwe huis na hun pub-bezoek niet meer kon vinden kon leidt naar ‘Stop Moving The House’ (What’s It Gonna Be 2015); een klinkklaar Rock ‘n Roll nummer. Alweer een sterke show van een man die als de jongste incarnatie van de blues gezien mag worden.
Als afsluiter deze 21ste editie van de Southern Blues Night dit jaar geen jam maar een DJ die 78-toeren platen draait en dat omlijst met een praatje. DJ Blue Flamingo 78. De Rotterdamse deejee met Turkse roots Ziya Ertekin, beter bekend als Blue Flamingo, reist al jaren de hele wereld over op zoek naar obscure 78-toerenplaten, die hij uitsluitend draait op zijn Garrard RC-88 platenspeler uit 1957.
Zijn speurtochten vormen de basis voor zijn twee uitgebrachte cd’s vol met historische Afro-Caribische muziek. Blue Flamingo 78 is geen onbekende in het club en festival circuit maar hier als afsluiter te staan op de Southern Blues Night moet de sympathieke man zich toch anders hebben voorgesteld, de foyer is nagenoeg leeg waar het andere jaren nog lang zwart zag van een publiek die er geen genoeg van krijgen kon.
Uit respect voor de jonge man gaan wij nog even zitten, we besluiten hem een eerlijke kans te gunnen en hem het zelfgezongen en gespeelde ‘Sage, Rosemary and Thyme’ af te laten maken maar door het vertrekkende publiek is er geen ontkomen meer aan. Het is een betreurenswaardig einde in het café van het Parkstad Limburg Theater. De Southern Blues Night 2017 gaat als een nachtkaars uit waar het eens zo zinderend tot in de kleine uurtjes doorging. Toch hebben we ook dit jaar weer een hele mooie avond in Heerlen mogen beleven.
De reporters van The Blues Alone? bedanken de organisatoren, vrijwilligers, presentatoren en bedienend personeel van de Southern Blues Night voor hun gastvrijheid en hopen er in 2018 weer bij te mogen zijn.