An Evening Wtih The Blues vond plaats op zaterdag 25 Maart 2017 in LantarenVenster – Rotterdam. Een verslag van Ton Kok met foto’s van Ton Dontje.
Afgelopen weekend werd bewezen dat de Blues, ook in de meer traditionele vorm, nog steeds springlevend is. Artiesten als Rip Lee Pryor en Willie Buck waren op meerdere podia te zien in den lande en na op vrijdag een uitverkocht concert bezocht te hebben van Eric Bibb, was het zaterdag tijd voor een bezoek aan de eveneens uitverkochte 27e editie van An Evening With The Blues. Begonnen in Tiel was dit de vijfde keer dat het festival in Rotterdam gehouden werd.
Bij binnenkomst in de zaal bleken vrijwel alle zitplaatsen bezet, maar omdat stilzitten bij een bluesconcert eigenlijk geen optie is, nemen we plaats vlak voor het podium. Daar gebeurde het tenslotte allemaal. Klokslag acht uur werd door opperspreekstalmeester Henk Demper de eerste act aangekondigd: Big Daddy Wilson en band.
De in Duitsland wonende Amerikaan had Italiaanse begeleiders meegebracht: Cesare Nolli op gitaar, Paolo Legramandi op bas en Nik Tacconi achter het drumstel. De gitarist liet me even schrikken met een stevig rock geluid, dat hij uit zijn Les Paul Studio haalde, maar als snel was ik aan de sound gewend.
Big Daddy Wilson (William Blount) beschikt over een warm stemgeluid en zing even gemakkelijk blues, soul als gospel en zelfs een stukje reggae ging hij niet uit de weg. De Italianen ontpopten zich als uitstekende begeleiders. Het nodige werk van het nieuwe album ‘Neckbone Stew’ werd gespeeld, waaronder de titelsong, “Cross Creek Road” en “7 Years (Of Bad Luck)”, maar ook het oudere werk als “John The Revelator”, “My Day Will Come” en “Baby Don’t Like” werd niet vergeten.
Uiteraard mocht een toegift niet ontbreken en dat werd “Country Boy”, wat uiteindelijk uitmondde in een soulmedley, waarin ook de drie begeleiders lieten horen over uitstekende vocale kwaliteiten te beschikken. We hoorden ondermeer “Stand By Me” en “My Girl” voorbij komen, alvorens met ” (Sittin’ On) The Dock Of The Bay”, met een luidkeels ‘Fa fa fa” meezingd publiek, de set werd beëindigd. De kop was er af.
Door het uitlopen van deze eerste set en het strakke tijdschema werd de pauze wat verkort, omdat om half tien de volgende band gepland stond. Weliswaar een lange rij in de zaal voor de bar, maar de slimmerikken onder ons gingen snel even in de foyer een drankje halen. Maar al snel ging het verder en kondigde Henk Demper Mississippi Heat aan.
De heren van de band verschenen op het podium en startten met een jazzy instrumental, gevolgd door een bluesy instrumental, waarin Pierre Lacoque direct diverse mondharmonica helden eerde. De sfeer zat er al weer snel in.
Ook hier even wennen aan het gitaargeluid van Michael Dotson, die eigenlijk precies het tegenovergesteld klonk als Big Daddy Wilson’s gitarist. Een clean Telecaster-geluid zonder gebruik van pedalen.
Na de eerste band was het even wennen aan het aanvankelijk wat iele gitaargeluid, maar al snel was de band op stoom. Brian Quin (bas) en Terrence Williams (drums) vormde een goed geoliede en groovende ritmesectie.
Na de instrumentale nummers was het tijd om zangeres Inetta Visor op het podium te halen. De dame oogde een stuk minder energiek als bij onze vorige ontmoeting, maar wist met het boogieënde “Let’s Live It Up!” wel gelijk de vlam in de pan te doen slaan.
De band zette ook een heelijke set neer. Miss Visor kreeg wat rust, toen Michael Dotson de vocalen voor zijn rekening nam in zijn zelfgeschreven “The Last Go Round”.
Ook Mississippi Heat had een nieuwe cd te promoten. We hoorden ondermeer de titelsong “Cab Driving Man” en het het “Just Your Fool”- achtige “Cupid Bound”. Als toegift kregen we nog een ingetogen versie van Jimmy Reed’s “Honest I Do” te horen.
Afsluiter van het festival was James Armstrong. Armstrong was in de jaren negentig een aanstormend talent, wienst carrière wreed onderbroken werd, toen hij bij een overval in zijn huis zwaar gewond raakte. Dit leverde hem een lange herstelperiode op met blijvende schade aan zijn linkerhand. Hij ging echter niet bij de pakken neerzitten, paste zijn speelstijl aan, ondermeer door zich het slide spelen eigen te maken. Als je er op let is een en ander hem nog wel aan te zien, maar hij weet de zalen toch weer flink op zijn kop te zetten met een tomeloze inzet en als humorvolle entainer.
Zijn laatste bezoek aan Nederland dateerde van begin deze eeuw, maar hij kon zich er niets meer van herinneren. “Dat moet een heftig feest geweest zijn”, vertrouwde hij het publiek toe, daarbij het bekende drinkgebaar makend. Met zijn vrouw erbij zou het er dit keer wat rustiger aan toegaan, sprak hij met een grijns.
James had als begeleiders meegebracht toetsenist Henry Carpaneto, bassist Eric Lebeau en drummer Emanuele Rivara. Met dit Frans/Italiaanse gezelschap had hij toppers om zich heen verzameld en ook zij gingen van start met een jazzy instrumentaal nummer.
Bij het tweede nummer werd de frontman aangekondigd, die er meteen een prima versie van Freddie King’s “I’m Tore Down” tegenaan gooide. Naast een ras entertainer is Armstrong een goede zanger/gitarist, maar ook als songwriter staat hij zijn mannetje. Zïjn “Bank Of Love” werd als muziek gebruik bij de film ‘Hear No Evil’ en ‘The Florentine’ en kreeg een sterkte uitvoering maar de covers hadden vandaag de overhand. Zijn versie van “Lights Are On, But Nobody’s Home” was wellicht het mooiste moment van de avond. Een setlist was voor deze mannen overbodige luxe. Het laatste gedeelte was een beetje ‘van dik hout zaagt men planken’ niveau, met onder andere John Lee Hooker’s “Boom Boom” en als afsluiter van de show “The Blues Is Alright”, inclusief een lange wandeling door het publiek.
Als toegift kwam daar nog achteraan “Sweet Home Chicago”, maar het mocht de pret allemaal niet drukken. James Armstrong maakte veel indruk en wist de temperturen tot kookpunt op te voeren.
We kunnen weer terugkijken op een geslaagde editie en voor de 28 editie, 24 maart 2018, zijn inmiddels Johnny Mars en Michael Roach vastgelegd. Dan hebben we alvast wat om naar uit te kijken, maar voorlopig trilt deze geslaagde en perfect georganiseerde 27e editie nog na.
Big Daddy Wilson:
Mississippi Heat:
James Taylor:
Schitterend fotowerk! Cesare Nolli speelde overigens op een mini Gibson…