De tweede editie van het Flirting With The Blues vond plaats op 3 december 2016 in de Flint van Amersfoort. Een verslag van Ton Kok met foto’s van Ton Dontje.
Afgelopen zaterdag stond de AFAS zaal van Theater De Flint voor de tweede keer in het teken van Flirting With The Blues. Na een eerste editie met wat schoonheidsfoutjes waren er wat aanpassingen doorgevoerd. Zo stonden er dit jaar uitsluitend elektrisch versterkte bands op het podium in de foyer. Dit in tegenstelling tot de (semi-)akoestische acts van vorig jaar, die totaal ondergesneeuwd werden door het vele en luidruuchtige gepraat. Het gepraat was er nog steeds, maar ja, dat is een foyer een beetje eigen natuurlijk.
Over de publieke belangstelling had de organisatie niets te klagen. Naar schatting wisten twee keer zoveel bezoekers als vorig jaar de weg naar het theater te vinden. Dit zorgde er wel voor dat het voor het kleine podium bij tijd en wijle wel erg druk was, maar dat is de tol van het succes, zullen we maar zeggen. De catering was weer dik in orde voor een snelle hap, maar er kon ook van een wat uitgebreide maaltijd genoten worden. Tegen het eind van de avond waren de taps volledig leeg, maar bier uit een flesje smaakte ook uitstekend.
Aan Rootbag de eer om de aftrap te mogen verrichten en ondanks een niet geheel fitte drummer doen ze dat met verve. Richard van Bergen (gitaar/zang), Roelof Klijn (bas/zang) en Jody van Ooijen (drums) zetten een prima set neer met vrijwel uitsluitend door Richard geschreven materiaal, waarin de invloeden van Jimmy Reed, Fabulous Thunderbirds, Professor Longhair en anderen doorklinken, maar altijd met het herkenbare swampy Rootbag-sausje overgoten.
En passant wordt er even reclame gemaakt voor het optreden van een van Richard’s helden, Doyle Bramhall II, in De Boerderij in Zoetermeer op 20 mei 2017. Ook wordt er even gememoreerd aan het overlijden van de vele muzikale grootheden dit jaar en krijgen we zelfs een stukje Prince voorgeschoteld.
Nummers van de eerste cd en de volgend jaar te verschijnen nieuwe schijf wisselen elkaar af. Met “Walk On In” wordt de set afgesloten en de sfeer zit er al vroeg prima in.
Met “Bring It On Home” start de set van Barrelhouse in de grote zaal. Wat valt er nog over deze band te vertellen? Na ruim veertig jaar actie heeft de groep nog niets aan zeggingskracht verloren. Bassist Jan Willem Sligting en drummer Bob Drost zetten een strakke basis neer, de broers Guus en Johnny Laporte zorgen voor gitaristisch vuurwerk.
Han van Dam is ongenaakbaar op de toetsen en dan is er nog Tineke Schoemaker … nog steeds met afstand de beste Nederlandse blueszangeres.
Het oude werk gaat er in als koek, maar ook nieuwe pareltjes als “Almost There” en “Lonely Together” weten te overtuigen. Bij de eerste nummers komt met name de gitaar van Johnny niet helemaal goed door in de zaal, maar al snel is dit probleem verholpen en klikt het weer ouderwets fel.
Aangenaam is ook de hernieuwde kennismaking met de frêle Ierse zangeres/gitariste Grainne Duffy. In 2014 mocht ik haar aankondigen op het Bluezy Festival in Ridderkerk. Ze is nog steeds dezefde fantastische zangeres, maar haar gitaarspel is beter geworden. Regelmatig wist ze de toehoorders te verbazen met prima solo’s op haar Les Paul Goldtop. Grainne (spreek uit: Grohnjah) is een soort rockende versie van Bonnie Raitt. Vanaf het openingsnummer “Let Me In” pakt ze de aandacht van het publiek en weet die vijf kwartier vast te houden.
Naast prima catchy eigengeschreven werk wordt de set aangevuld met wat covers als “Voodoo Woman”, “Love Me Like A Man” en een heerlijke frisse uitvoering van “I’d Rather Go Blind”. Normaal zijn de eerste tonen van dit nummer voor mij het teken dat het tijd voor een rookpauze is, maar de versie van Grainne en haar band weet me van het begin tot het einde te boeien. Miss Duffy wist weer de nodige harten voor zich te winnen.
De verwachtingen zijn hoog gespannen voor het Nederlandse debuut van de Delgado Brothers, de winnaars van de International Blues Challenge 2016. Het kwartet, bestaat uit de broers Joey D., Bob en Steve Delgado, aangevuld met David ‘B’ Kelley achter de Hammond. Joey D. is een klasse gitarist, die met felle solo’s regelmatig weet te imponeren en af en toe de leadzang voor zijn rekening neemt, Bob speelt bas en Steve drumt en neemt de meeste leadvocalen voor zijn rekening.
De band gaat stevig van start en breng een mengeling van soul, blues, R&B met een vleugje latin. Regelmatig slaat de vlam echt in de pan en weten ze de zaal volop in beweging te krijgen, maar bij het wat rustigere en wat gladde R&B werk zakt het toch af en toe iets in. Desalnietemin zou deze band het prima doen op de zomerfestivals.
De Sean Webster Band had ik de week ervoor nog aan het werk gezien, toen nog met twee gitaristen in de gelederen. Stef Paglia, de invalgitarist van de laatste weken, is er niet bij en wordt vervangen door toetsenist Colly Franssen (ex-King Mo en Guy Smeets Band). Verder heeft zanger/gitarist Sean Webster met Greg Smith (bas) en Joel Purkess (drums) een prima ritmesectie achter zich staan.
Ze worden aangekondigd als de U.K. band uit Giethoorn en zetten een prima, zij het wat volumineuze set neer. Qua blues is het een beetje ‘van dik hout zaagt men planken’, maar met name het eigen werk werk, dat meer in de richting gaat van het pop/rock werk à la King King, is zeker de moeite waard.
Ook hun uitvoering van “I’d Rather Go Blind” is dik in orde, hoewel het rookmomentje toch komt bij “I Shot The Sheriff”. Het toetsenwerk brengt de nodige rust in de nummers, hoewel ik toch een beetje de gitaarduels van vorige week met Stef mis.
Afsluiter van het festival is Julian Sas. Een goede zet, want de bluesrocker uit het land van Maas en Waal weet met een energieke set de aandacht tot het eind goed vast te houden. Met als vanouds Rob Heijne achter de drums en verder met relatieve nieuwkomers Roland Bakker (toetsen) en Fotis Anagnostou (bas) blijkt al snel snel dat de boogie-trein nog steeds op volle snelheid doorraast.
Het veelvuldig wisselen van gitaar behoort tot het verleden en vrijwel de hele set speelt hij op een Gibson Les Paul. De band begint met “Jump For Joy” van de laatste cd, maar ook de oude favorieten worden niet vergeten.
Het geluid was weliswaar niet helemaal optimaal, maar voor het merendeel van het publiek maakt dat niets uit.
Gezien het strakke tijdschema met direct op elkaar aansluitende optredens was er eigenlijk geen ruimte voor toegiften, maar Julian ontkomt daar toch niet aan. Hij krijgt nog een paar minuten extra om er nog even een keer “Bullfrog Blues” uit te gooien, maar dan zit de tweede editie van dit festival er weer op.
De organisatoren kunnen terugkijken op een grote stap voorwaarts, met als klein minpuntje de niet optimale akoestiek in de foyer, een euvel dat overigens ook al door de mensen zelf geconstateerd was. Maar met een degelijke en constante line-up was het gewoon zeven en een half uur non- stop
genieten. Voor de derde editie kan de datum 2 december 2017 genoteerd worden.