Ter gelegenheid van de lancering van ‘The Calling’ – The Imperial Crowns én ‘Dealing with my Blues’ – Nico Duportal & His Rhythm Dudes gaf het Franse platenlabel Dixiefrog Records maandag 7 November j.l. een cd releaseparty in de New Morning van Parijs. The Balkun Brothers, die bij het zelfde label zijn ondergebracht, mochten de opening verzorgen. Tekst door Nicolette Johns met foto’s en clipje van José Gallois. Klik hier voor het album.
Na een relaxte treinreis waarin behoorlijk wat surveillance van speciale eenheden op de trein waarneembaar zijn, arriveren we na slechts twee en een half uur heerlijk uitgerust op Gare du Nord waar we ‘le metró’ pakken om twee stops verder te arriveren bij ons hotel in het atelier-district van Parijs. Ook op straat zien we weer veiligheidsmaatregelen, we zien veel blauw op straat maar ook CRS (= ME) en het leger patrouilleren allemaal met de volle uitrusting en de mitrailleur in aanslag. Gek genoeg krijgen wij geen onveilig gevoel, in tegendeel deze nuchtere Hollanders, ja ook de Franse fotograaf is na bijna veertig jaar in Nederland een nuchtere Hollander geworden, voelen we ons op ons gemak. Tijdens de 3 minuten lopen naar ons onderkomen voor de nacht hebben we al een leuke brasserie uitgekozen om na onze check-in eerst eens een lekker ‘café crème’ te drinken. De dame achter de receptie van het ‘quirky’ ingerichte hotel heeft al rap door dat wij geen gewone toeristen zijn en verwelkomt ons met een drankje. Dit hotel wat overigens slechts 2 minuten lopen van de New Morning is gelegen, is inderdaad dé uitzondering op de regel van ontvangsten in hotels. Zoals gezegd willen we snel naar de brasserie ‘Le Napoléon’ en dus ‘dumpen’ we onze bagage in het zéér efficiënt ingerichte kamertje, we staan versteld wat er allemaal met goed design in dit kamertje past. De eerst volgende uren zitten we te drinken, babbelen, borrelen en te genieten van een entrée, een ‘Confit de Canard’ als hoofdgerecht en daarna snoepen we nog van een heerlijk nagerecht. Als we, nadat we even terug naar het hotel geweest zijn om ons op te frissen en de schrijfster van dit artikel haar gezicht heeft ‘opgezet’, teruggaan om nog even een ‘Sailor Jerry’ drinken op de hoek, komen we daar naast Franco Limido en zijn vrouw Leila te zitten die vanuit Milaan ingevlogen zijn om The Imperial Crowns na bijna een decennium weer aan het werk te zien.
Ook bij aankomst in de New Morning blijken de veiligheidsmaatregelen de gewoonste zaak; alle bezoekers worden grondig gescand en gefouilleerd, niemand klaagt want het is vandaag op de dag af 51 weken geleden dat de aanslag op de bezoekers van een concert in de Bataclan Frankrijk in een nachtmerrie deed belanden. De zaal van de New Morning is opgebouwd uit een ‘zitkuil’ met tafeltjes en stoeltjes en het gedeelte dat voor de staanders is bedoeld wat zich bevindt op dezelfde hoogte als het podium. Overal goed zicht dus met als bonus dat er langs de wanden banken zijn én natuurlijk de bar waar we onze drankjes kunnen halen.
Degene die de avond om half negen mogen openen zijn de twee broers uit Connecticut (Hartford), The Balkun Brothers, bestaande uit Steve Balkun, die de vocals, blues-harp en de gitaar voor zijn rekening neemt en Nick ‘the Hammer’ Balkun is de drummer van dit jonge duo maar ook hij neemt regelmatige wat vocalen voor zijn rekening.
Het is een energiek duo deze twee broers, bovendien zijn deze heren ook niet vies van een fikse knipoog naar de showbizz. Geheel ‘opgedoft’ met hoed en oranje zonnebril zit de jongste van de twee, Nick, geheel relaxed achter de drumkit in de spotlight in de Parijse New Morning.
The Balkun Brothers hebben met de ondertekening van het contract met het Dixiefrog platenlabel een mooie kans om zich in Europa te profileren, bovendien hebben zij een bekende beschermheer gevonden in Popa Chubby, die het album produceerde en die de heren in 2015 als support-act al meetroonde op zijn Europese tour.
The Balkun Brothers brengen een blend van hardrock, funk en psychedelische blues maar het is naar mijn mening vooral energieke bluesrock wat er uit de versterkers in Parijs komt. Steve heeft een degelijke, old skool slide in zich, zijn stem met dat randje maakt het voor mij helemaal af.
De set bestaat uit nummers die hun oorsprong vinden in de North Mississippi Hills, het geluid zoals we dat kennen van R.L. Burnside, Kimbrough en van Luther en Cody Dickinson. ‘Been Drivin’ is een regelrechte blues-rocker, veel pedaalwerk en intense soundeffecten, slide partijen op de resonator tijdens ‘Storm For The Devil’. Maar we horen ook werk van Johnny Winter zoals ‘Mean Town Blues’. Het is niet altijd gemakkelijk om als eerste het publiek mee ‘op reis’ te nemen als duo met een gitaar en drumms, maar The Balkun Brothers zijn naar mijn mening er toch in geslaagd de meeste toeschouwers te overtuigen van hun interpretatie van de blues….
Deze TBA? verslaggevers zijn er van overtuigd dat we The Balkun Brothers niet voor de laatste keer gezien en gehoord hebben. Dit duo uit Connecticut die bij tijd en wijle héél erg aan de podiumprésence én aan het werk van Eric Sardinas doet denken, maar ook de traditionele benadering van de blues vormt voor dit duo geen belemmering. The Balkun Brothers zéker een aanrader voor de Nederlandse en Belgische festivals. Na het bedanken van Dixiefrog en Borderline Agency zoekt Steve Balkun nog een keer de rand van het podium op om zo zijn Franse publiek nog maar eens aan te sporen mee te klappen (= equivalent van het gewauwel bij ons) en met een staande ovatie komt na drie kwartier een einde aan een zeer entertainende, energieke set van deze Balkun broertjes.
Na een kleine twintig minuten pauze is de tijd aangebroken om de vleugel die al klaar stond te laten klinken, Nico Duportal & His Rhythm Dudes, inmiddels ook geen onbekende meer bij de Nederlandse en Belgische lezers onder u, heeft ook onlangs een nieuw schijfje op de markt gebracht.
‘Dealing With The Blues’ is de titel van het bij het Dixiefrog ondergebrachte album. Ondanks dat het voor deze band passen en meten is op het podium dat voor een kwart door de volwassen vleugel bespeeld door Olivier Cantrelle in beslag genomen wordt heeft frontman/zanger/gitarist Nico Duportal (Gibson Les Paul) zijn blazerssectie Alex Bertein (bariton-sax) en Arnaud Desprez (tenor-sax) meegenomen.
Ook up-right bassist Thibault Chopin (ook bekend van Mike Sanchez) kunnen we herkennen ondanks dat hij een beetje verscholen achter zijn frontman staat. Drummer Pascal Mucci zit bijna met de rug tegen het decor maar oogt toch aardig in zijn hum met hetgeen wat te gebeuren staat. Nu zullen er een aantal lezers denken Franse rhythm & blues, wat moet ik me daarbij voorstellen? Allereerst zien de mannen bijna allemaal gekleed in fifties outfit en dito haarstijl er zeer verzorgd uit, maar ook het plezier samen te musiceren weten de heren goed over te brengen. De beheersing van het Engels is overtuigend en er is geen Frans accent te bespeuren.
De set bestaat uit een mix van blues, swing, soul en natuurlijk rhythm & blues maar ook calypso wordt ten gehore gebracht. Nico Duportal heeft inmiddels in Europa een behoorlijk naam opgebouwd maar worden ook regelmatig in de States uitgenodigd en schreef al zeven volwassen cd’s en twee ep’s op zijn palmares. De opener ‘When I’m Gone’ is meteen een krachtige en opzwepende nummer. ‘Now Hush’ een song waarbij we heerlijk wegzwijmelen op de orgelklanken van Olivier Cantrelle.
Een nummer wat geïnspireerd werd door Chuck Berry is ‘I Know The Rules’ écht heel erg lekker, ja deze Nico Duportal weet met zijn Rhythm Dudes aardig de dansers over de streep te trekken. Hier en daar zie ik stelletjes in de karakteristieke kledij een fijn potje tap-jiven. Bij ‘Benzola Ascenseur’ komt speciale gast Benoit Blue Boy (hij bracht zo’n 15 blues albums sinds 1980 uit), die overigens ook op het album te horen is, een fikse blues-harp melodie neerleggen maar ook deze man is behept met een fijne strot, het hek is van de dam.
Ook hier in de Parijse New Morning maken Nico Duportal & His Rhythm Dudes er weer een feestje van, ik kan net als op Blues Peer 2014 en Moulin Blues 2016 niet meer de heupen in bedwang houden ook al is dit niet mijn favoriete genre van de blues. ‘Sometimes’ is een “good old fashioned swing” nummer maar ondanks dat ik geniet van deze zeer goede performance kijk ik ook op mijn horloge……
De main-act van deze avond zijn The Imperial Crowns die hun nieuwste album ‘The Calling’ uitgebracht bij Dixiefrog Records in de New Morning ten doop houden. De band uit Los Angeles – Ca. bestaat uit Jimmie Wood (zang/blues-harp/gitaar), J.J. Holiday (zang/gitaar) en Billy ‘Champangne’ Sullivan (drumms), zij worden vergezeld door bassist Danny Avila die ook een rol in de backing-vocals speelt én Rachel C. Wood die een steeds groter deel van de vocalen voor haar rekening neemt. Na een afwezigheid van bijna 10 jaar zijn de heren met vereende krachten terug op de bühne! Na twee succesvol afgesloten optredens in Nederland is het nu de beurt aan het Franse publiek dit vijftal in de harten te sluiten. Alsof er helemaal geen vermoeidheid te bespeuren is openen TIC ‘full force’ met ‘I Gotta Right’ en gaan bijna zonder van het applaus te genieten over in een gouwe ouwe ‘Lil’ Death’ en ‘Preachin’ The Blues’.
Clip Preachin’ The Blues:
Jimmie Wood pakt het Parijse publiek, waarin ook Stéphane Sanseverino (speelt en zingt gypsy blues maar ook acteur) vlák voor het podium staat te genieten, met zijn charisma hélemaal in. Een Franse collega-verslaggever vertrouwt mij toe dat hij Jimmie Wood ziet als kruising tussen Iggy Pop en James Brown. Tja, zo zou je Jimmie Wood “de artiest” ook kunnen beschrijven maar wij van TBA? zien Jimmie Wood vooral als Jimmie Wood. Wij vinden hem zijn eigen man en geen vergelijking met een andere muzikant of performer doet de man eer aan, óf het moet Mick Jagger zijn.
J.J. Holiday rijgt zijn licks, riffjes en punchy solo’s moeiteloos aan elkaar.
De jongste dochter van Jimmie, zangeres Rachel C. Wood, vanavond in een zwart/rode outfit geheel afgestemd op de look van pa Wood, legt nóg meer sensualiteit in deze band.
Heeft haar vader die mannelijke passie en sexy uitstraling, Rachel Wood heeft de vrouwelijke touch, ze is vertederend mooi en heeft een prachtige stem maar ook haar liefdevolle blikken jegens haar vader brengt een mooie balans in deze ‘in your face’ band.
Het geluid van de performance wordt door road-manager en geluidsman Martin met finesse uitgebalanceerd.
Het nummer ‘Liberate’ kan ook hier in Parijs weer, of júist weer in Parijs, op een ovationeel applaus rekenen. Er gebeurt veel op het podium, de Fransen komen ogen te kort, ook ik kan met moeite de energieke Jimmie Wood volgen. Niet alleen heeft de 63 jarige Jimmie een tomeloze energie, ook J.J. Holiday lijkt zich steeds meer te amuseren.
Drummer Billy blijkt een gimmick met Rachel C. Wood ingestudeerd te hebben als ik getuige ben hoe hij de sambaballen over het podium richting Rachel gooit die hen als volleerd jongleur opvangt. Jimmie maakt ook tijdens de show in de New Morning mooi gebruik van de pedalen en effecten terwijl J.J. het funky ritme in ‘Ramblin Woman Blues’ de zaal in slingert.
De ritme-sectie Danny op bass en Billy op drumms verslappen geen enkel moment, ook hier in Parijs staat deze combinatie van jong en jongere oudere als een huis. De sfeer is overexited, bij TIC én publiek, maar er moet helaas ook aan dit fenomenale optreden een einde komen.
De Fransen, er zijn diverse bezoekers speciaal naar Parijs afgereisd w.o. de programmeur/organisator van het Bretonse Blues Festival ‘Bain de Blues’ kunnen er geen genoeg van krijgen en vragen – terecht- om een encore. Het laatste werk waar de Parijse bluesliefhebber maar ook de beroemde componist Alex Desplat, bekend van o.a. de soundtrack van een de Harry Potter films, The King’s Speech en Oscar winnaar voor de filmmuziek van The Grand Budapest Hotel, van kunnen genieten is ‘Restless Soul’.
Rachel zingt weer een mooie partij terwijl papa Jimmie op de blues-harp voor het laatst vanavond de longen uit het lijf blaast. Danny Avila, Billy Sullivan en J.J. Holiday hebben het geheel wederom weer van de lekkerste vibe voorzien en zullen op de tour die hen nog te wachten staat overal met ovationeel applaus beloond worden.
Als we de club bijna als laatste verlaten zien we op weg naar onze favoriete brasserie vele bezoekers een sprintje trekken naar het metrostation Chateau D’Eau in de hoop nog de laatste metro van tien voor een te halen. Het bleef nog lang onrustig in de Rue des Petites Écuries waar we in de vroege morgen ons bedje weer vonden.
Jammer genoeg worden onze dromen over de afgelopen dagen vroeg in de morgen wreed verstoord door een brandalarm. Omdat er in Parijs meerdere panden recentelijk in rook op zijn gegaan staan we snel met een verschrikt gezicht in de geheel met rook gevulde lobby van het hotel. Gelukkig blijkt een vlam gevatte broodrooster de boosdoener. We pakken nog een aantal uurtjes slaap voordat we na een overheerlijke lunch de terugreis naar Nederland aanvangen.
Moe maar héél voldaan arriveren we in Rotterdam waar onze heilige koe ons trouw naar de habitat rijdt. Het was een mooie ervaring met hele bijzondere muzikanten, lieve vrienden en vriendinnen en een mooie persoonlijke kennismaking met dé man van Dixiefrog Records/Borderling Agency. The Imperial Crowns zijn in het voorjaar van 2017 – in ons land o.a. Dongen en Ridderkerk – weer terug in Europa. In Juli staat de band i.i.g. op Cognac en Cahors Blues Festival maar misschien pikken ze ook nog een festival mee in Nederland en/of België? Wij van TBA? kunnen niet wachten!
Grote dank aan The Imperial Crowns, Martin, Laurence, David, Patrick, Franco, Leila en het personeel van ‘Le Napoleon’ en de ‘New Morning’voor een onvergetelijke maandag en dinsdag.