Een sfeerverslag van het 3e Ramblin’ Roots dat op 22 oktober 2016 in TivoliVredenburg – Utrecht plaats vond. Een verslag van Nicolette Johns met filmpjes van Walter Wouters en met foto’s van José Gallois. Klik hier om het album te bekijken.
Op goed geluk zijn we een parkeergarage ingereden die na de voetgangersuitgang bereikt te hebben op slechts een kleine honderd meter van de ingang van het vernieuwde TivoliVredenburg ligt. Dat is alvast meegenomen want ons staan heel wat wandelingen in het immens grote TV te wachten. De laatste keer dat dit setje van The Blues Alone? de oude locatie aan het Vredenburg bezochten was nog in de tijd van de 5 à 6 bluesnights die als omkadering van de jaarlijkse Blues Estafette georganiseerd werd door Jaap Hindriks. De ontvangst verloopt zeer soepel, we krijgen een compliment van de persbegeleidster en worden bij de poorten doorgelaten door een bekend gezicht het is ‘waar is Wally?’ !
De eerste act die wij in ons spoorboekje hebben aangemerkt met een ster staat te gebeuren in de Ronda en heten The Mulligan Brothers, de bandleden zijn overigens geen familie zoals de naam doet vermoeden. De band is afkomstig uit het zuiden van de US – Mobile, Alabama. De band heeft ook een dame in haar midden, Melody Duncan, zij speelt de viool, draagt haar zendertje in een rugzakje en ziet er alleraardigst uit. Zij is de aangename variatie op het thema ‘brothers’. De bassist Ben Leiniger bespeelt zijn custom up-right bass, een suitcase-bass, bestaande uit een koffer op een (microfoon?)standaard, de hals is op de koffer bevestigd. Voor het gemak ga ik ervan uit dat de onderdelen te demonteren zijn en misschien wel in de koffer passen. Een dikke vinger naar de luchtvaartmaatschappijen, goed bedacht Ben! Greg DeLuca is de drummer en de frontman/zanger/gitarist op de akoestische Gibson heet Ross Newell. Dat Ross Newell geen ego-tripper is blijkt uit het feit dat er een belangrijke rol is weggelegd voor de viool van Melody die overigens ook niet onverdienstelijk zingen kan. The Mulligan Brothers brengen melancholieke songs maar ook Iers beïnvloed opzwepende, up-tempo songs. Terwijl Jan Donkers goedkeurend vanuit de coulissen toekijkt geniet ik van de tweede stem van bassist Ben Leiniger tijdens ‘Louise’ – een nummer over het nichtje van frontman Newell – maar ook ‘Ceicilia’ vind ik erg mooi. Een heel fijn begin van deze Ramblin’ Roots 2016.
Het is nog even puzzelen hoe we de andere zalen moeten bereiken maar we zijn er zeker van dat als we vannacht het gebouw verlaten we de sluipwegen op ons duimpje kennen. We zetten koers naar de Pandora want daar zal onze zuiderbuur Tom van Laere a.k.a. Admiral Freebee en zijn uit 6-man (Tim Coenen op gitaar/vocals, Senne Guns zien we op keyboards en vocals, Jasper Hautekiet is de bassist, Maarten Moesen de drummer, de blazers zijn Marc De Maeseneer op bariton sax en Yves Fernandez de trompet) bestaande begeleidingsband optreden. Als we de zaal binnenkomen zien we bijna geen hand voor ogen, het is niet zo heel groot en behoorlijk donker. Geen nood als de band opkomt wordt er d.m.v. licht effecten een sinistere sfeer neergezet; sinister zou ook een goede manier zijn om Admiral Freebee’s blend van roots, Americana, indie- en rootsrock te omschrijven. We hebben de man al eens op Blues Peer (vóór het tijdperk TBA?) gezien en zo weet ik dat na afloop de liefhebbers van Bob Dylan, Van Morrison, Neil Young, Tom Waits maar ook de Rolling Stones blij verrast de Pandora zaal zullen verlaten. Het is te hopen dat Tom van Laere er vanavond zin in heeft want touren is iets ingewikkelds voor hem. Wil altijd optredens afzeggen, manager laat hem geloven dat het ook daadwerkelijk gebeurt maar altijd staat hij er weer. Deze keer dus op Ramblin’ Roots. De setlist vertoont nummers van eerdere albums zoals ‘Admiral For President’ en ‘Fools Like Us’. Het hoge stemgeluid afgewisseld met de donkere stem à la Tom Waits heeft mij altijd weten te bekoren. Zijn gitaarspel op de Gibson, de kwasten op de drumms en de pedal steel samen met de blazers zijn heel verleidelijk om de hele set bij te wonen maar zoals op menig festival moeten er keuzes gemaakt worden en gaan we weer op zoek naar een ander onderkomen de Hertz zaal deze keer.
In de Hertz is n.l. Ian Siegal als solo act bezig het publiek te verbazen met zijn vocale kwaliteiten maar ook zeker zijn virtuositeit op de gitaar zal opzien baren. Als we in de Hertz arriveren zien we dat het een zaal met stoelen is; dat is mooi want dan wordt er veel minder gewauweld. Gelukkig is er helemaal vooraan nog één plekje vrij, de fotograaf neemt stelling links voor het podium en ik mag achterover gezeten notities maken van wat er op het podium gebeurt. Ian Siegal is al aan het derde nummer van de show bezig, ‘Mortal Coil Shuffle’ op de Harmony H44, de vette slide partij en zijn drie sterren yell kan rekenen op zeer veel bijval uit het publiek. Dit publiek is niet zo heel erg bekend met de man en dus zijn de ooh’s en ahh’s af en toe uit het rode pluche duidelijk te horen. Mooi, ook hier op Ramblin’ Roots worden weer nieuwe fans geboren! De Brit vertelt over de hanger aan de hals – hij draagt de beeltenis van Charlie Patton aan een koord – en zet ‘Pony Blues’ in op de ’59 Gibson. Het applaus is bijna oorverdovend zo enthousiast is men over de vertolking. Na dit zeer up-tempo gespeelde nummer moeten de vingers zich weer bedwingen in ‘Come In My Kitchen’ waar de goede verstaander van de dubbele betekenis van de lyrics helemaal in het sensuele nummer opgaat. Praktisch alle nummers worden omlijst met een serieuze introductie dan wel humoristische benadering; ‘Talking Overseas Pirate Blues’, ‘Ain’t Nobody’s Business’ waarin de uitermate gelukte skat ook veel bijval van de toeschouwers oogst. Af en toe zien we Ian Siegal zoeken naar welke gitaar bij welke song “look at me with all my guitars”; pedalsteel sound wordt geëvenaard op het zwart/witte exemplaar waarop ‘Earlie Grace’ (in de volksmond California) ten gehore wordt gebracht “but out in California they’ll be sure to get a long” waarop Ian improviserend zingt “once her neck comes off”. Dat de set voornamelijk in het teken van de 2wenty5ive anniversary (= zelf geschreven songs) zou moeten staan werd al overschreden met ‘Pony Blues’ maar Ian besluit om nóg een cover te brengen. En wat voor één, ‘Gallo del Cielo’ wordt gespeeld omdat aan de vooravond van dit optreden ‘the man in the suit’ een email met de complimenten van schrijver Tom Russell in zijn in-box mocht vinden, een “mind blowing compliment”. De vertolking is ook hier in Utrecht weer gedreven en mooi. Als afsluiter speelt Ian ‘Fly Away’ en wéér zit de fotograaf met een dikke strot naar zijn favoriete, prachtige nummer te luisteren. Een superieure solo-set van Ian Siegal die na het optreden, bij uitzondering omdat hij nóg een optreden in Venray heeft, aan de rand van het podium vele exemplaren van zijn albums aan de nieuwe fans mag overhandingen.
Als we even moeten bekomen van de impact van deze set blijven we even in de foyer luisteren naar Sheesham & Lotus & Son zij zijn een trio uit Ontario Canada en al lijkt de naam verzonnen het zijn wel degelijk de voornamen van de bandleden Sheesham Crow, Lotus Wight, ‘Son’ Sanderson ze brengen old skool blues, Americana en bluegrass. De mannen hebben genoeg toehoorders verzameld onderaan Plein 6 waar de bezoekers heerlijk een hapje kunnen eten. Wij zijn slechts getuige van het laatste nummer van de band maar vinden het wel verfrissende klanken.
Na al een heleboel trappen te hebben gelopen pakken we nu de roltrap voor het bijwonen van het laatste half uurtje Richmond Fontaine in de Ronda. Ik laat me vertellen door een mede toeschouwer dat er van de frontman Willy Vlautin ook een aantal boeken te koop zijn in de stands aan de lange zijde van Plein 6. De band komt uit Portland – Oregon en hebben volgens de flyer hun laatste album opgenomen. Jammer, want ik vind dat de linkshandige gitarist/frontman/zanger een lekkere rauwe stem heeft, de andere gitarist uit de band, Dan Eccles, is van de effecten. Keer op keer zoekt hij het pedaal en gaat helemaal in zijn muziek op, lettend op zijn body-language. Het subtiele drumwerk komt van Sean Oldham en hij ontpopt zich soms ook tot een zeer passievolle drummer. We vinden het lekker klinken maar constateren dat er weinig op het podium gebeurt, de aanwezigen zijn ongetwijfeld fans die de band luisterend hebben ontdekt. Gedegen country maar geen verrassing.
Bij volgende act in de Pandora is het beneden al stampvol, de toeschouwers staan schouder aan schouder, ze doen me denken aan sardines in een blik. De fotograaf en ik besluiten onze geluk op het balkon te gaan beproeven; er is bij beide ingangen slechts plaats voor één en dus splitsen we ons op. Ik zit op ‘front row’ op het balkon maar al snel zal blijken dat zitten de moeilijkste opgave zal zijn tijdens het optreden van de nieuwste sensatie in blues land. The Reverend Shawn Amos is een ‘slick dude’ in een prachtig slim gesneden aubergine kleurig pak met klein crèmekleurig hoedje op het bebrilde gezicht. Hij heeft iets van een nerd maar is alles behalve dàt! De man is producer geweest voor Solomon Burke en werkte met Quincy Jones. De 49 jarige man is in het bezit van een dragende blues stem, die hij keer op keer versterkt met zijn blues-harp microfoon. Zijn passages op de blues-harp doen mij denken aan die van Jimmie Wood maar dat is ook omdat zijn podium presentatie mij herinnert aan de show van de The Imperial Crowns voor de Duitse tv. Wàt een sensatie zie ik hier op het podium, Amos komt de zaal in, knielt op het podium, ligt plat op de rug te zingen maar blijft vooral goed musiceren. Zijn begeleiders, ‘Doc’ Chris Roberts is de gitarist, Hannag Dexter bespeelt haar met roze pluche gepimpte bass en Rodd Bland zien we op de drumms.
We zijn getuige van ‘Hollywood Blues’ want daar resideert deze New Yorker al weer vele jaren, Memphis Minnie’s ‘Joliet Bound’ maar ook een à capella in de zaal gezongen ‘Mercedes Benz’ van Janis Joplin is een van de hoogtepunten van deze set. Prachtig vind ik ook de bluesversie van Bowie’s ‘The Jean Genie’. Met klassiekers als ‘Wang Dang Doodle’ en ‘Got My Mojo Working’ heeft hij inmiddels àlle toehoorders in de zak gestoken al ben ik wel van mening dat The Reverend Shawn Amos meer eigen werk zal gaan moeten brengen want de échte blueskenner ziet al genoeg covers voorbij komen in bluesland. Hoe dan ook, The Reverend Shawn Amos een show om niet te missen.
Naamgenoot Ethan Johns staat ook met een sterretje gemerkt in het spoorboekje van deze verslaggevers van TBA? en dus nemen we roltrappen en lift om de bovengelegen zaal Cloud Nine te bereiken. Ethan Johns is een Engelsman die jaren in California woonde. Deze gitarist is singer/songwriter
Ethan Johns en zijn gezelschap kunnen me ook na het beluisteren van ‘Junanita’ en een aantal andere nummers niet overhalen de hele set uit te zitten. Ik sein de fotograaf in dat ik graag verder wil, ook al betekent dit dat er wéér stappen aan de stappenteller op de smartphone worden toegevoegd.
Onderweg besluiten we koers te zetten naar de Ronda waar het gezelschap uit Niger, Bombino, inmiddels aan haar optreden is begonnen. Eerder tijdens Blues Peer waren we al een getuige van de zogenaamde ‘Desert Blues’ van Tinariwen en we weten dus dat deze muziekstroming in Europa aan populariteit wint. We zien drie heren in lichte West-Afrikaanse kledij het podium bemannen, de drummer – aan zijn uiterlijk te zien niet afkomstig uit Niger – is in een donkere outfit. Ja, ik houd van die drone van de desert blues, de bassist op de vijfsnarige bass is mijn favoriet. Heerlijk hoe die bass de back-bone is van dit repeterende ritme van gitarist/zanger Touareg (lid van Ifoghas stam) Omar ‘Bombino’ Moctar. De echte naam van deze Desert Blues horen we de frontman zeggen heet eigenlijk ‘Tichumaren’. Nummers van 10 minuten zijn eerder regel dan uitzondering. De drummer werkt zich letterlijk in het zweet, zelfs vanaf de flanken is waar te nemen dat zijn djellaba kleddernat op het lichaam geplakt zit. Eerlijk gezegd kunnen de stemmen van de zangers – ze zingen alle drie – mij niet overtuigen. Het is me te hoog en te nasaal, de stemmen staan in geen vergelijking tot die van Tinariwen. Maar het opzwepende ritme van deze prachtige mannen uit Niger laat wel alle nonconformistisch jongeren van weleer bewegen want we kunnen namelijk niet alles wat we gadeslaan als dansen bestempelen. Toch ben ik ervan overtuigd dat ook hier op Ramblin’ Roots Bombino vele onbekenden met de Desert Blues heeft laten kennismaken.
Nadat we een eetpauze ingelast hebben zetten we voortijdig het optreden de pas erin richting Cloud Nine waar de Brit Jon Cleary zal optreden. Jon Cleary (54 jr) verruilde een dikke dertig jaar geleden het Britse regenachtige weer voor een andere variant van vochtigheid n.l. het vochtige klimaat van New Orleans. Jon Cleary trad met grote artiesten als Bonnie Raitt, Eric Burdon, B.B. King en Taj Mahal op. Zijn composities werden op de plaat gezet door John Scofield, Taj Mahal en ook Bonnie Raitt kon zijn composities genoeg waarderen om op te nemen. Wij van TBA? zijn al in de zaal aanwezig als er nog door de band gesoundcheckt wordt. Het is a ‘fussy man’ deze Cleary maar dat is ook te waarderen in de man in scruffy outfit. Zijn begeleiders The Absolute Monster Gentlemen bestaat uit bassist (5 snaar) Cornell Williams die blijkt niet alleen een heerlijke groove te bezitten maar kan ook vocaal best uit de voeten. De jonge drummer, A.J. Hall, spant zich genoeg in om hier in Europa zijn visite kaartje achter te laten. Nummers als ‘Groove Me Baby’ maar ook ‘Smile In A While’ zitten allemaal muzikaal subliem in elkaar maar Cleary’s stem is niet altijd even zuiver en dat begint me op den duur zo te irriteren dat ik het spoorboekje gade sla waar ik me kan laven aan de muzikale hoorn des overvloeds wat deze derde editie van Ramblin’ Roots 2016 is gebleken.
Al traplopend, ja alwéér, blijven we even hangen bij Hollis Brown de band die we ooit mochten ontdekken op het Ribs & Blues van 2014. De band is vernoemd naar een song van de kersverse Nobel Prijs-winnaar Bob Dylan. Frontman is zanger/gitarist Mike Montali samen met gitarist Jonathan Bonilla, toetsenist Adam Bock en ritme-sectie bassist Dillon DeVito, drummer Andrew Zehnal spelen zij in K.F. Hein Foyer hun eigen ‘wayward mix’ van rootsrock. Geen idee waarom ik twee jaar geleden niet zo van hun optreden gecharmeerd was maar nu ben ik het wel, de band heeft een ongelofelijke groeit doorgemaakt. Wellicht hebben zij hun repertoire voor deze Ramblin’ Roots 2016 iets meer verschoven naar de country kant, hoe dan ook het is behoorlijk vol in de pit van dit fraaie TivoliVredenburg. Zelf kunnen we niet te lang blijven hangen want we willen ook nog naar de Ronda om daar een artiest van formaat te gaan beluisteren.
De man in kwestie in met recht een artiest van formaat te noemen, letterlijk en figuurlijk. De immer in lumberjack overhemd gehesen Canadees Matt Andersen heeft deze keer zijn Canadese begeleiders The Bona Fide meegenomen naar Europa om wederom ons te laten genieten zijn ongelofelijke stem en gitaarskills. Matt Andersen & The Bona Fide werden in thuisland Canada al genomineerd voor een prestigiueuze prijs , JUNO, maar in Europa mocht Matt Andersen de European Blues Award in ontvangst nemen om thuis op de Canadese schoorsteenmantel te zetten. Matt Andersen & The Bona Fide brengen een mix van blues, folk en soul. De bebaarde man neemt ons mee op sleeptouw langs deze verschillende genres, zijn gedreven gitaarspel en werkelijk prachtige soulvolle stem is zó niet te rijmen met zijn uiterlijk. Deze nederige sympathieke man laat iedere keer weer, ik zag Matt als eens op Moulin Blues 2015, de rillingen over m’n rug lopen. Wàt een gigant is de man die de Ronda, ondanks dat hij de laatste act in deze zaal is, aan de nok toe heeft weten te vullen. Bij ‘Break Away’ verbloemt hij een missertje op de snaren door de bass-snaar meer bij het geheel te betrekken, zijn toetsenist op de Hammond is fenomenaal op zijn klavier, maar u als trouwe lezer weet dat ik veel van dit instrument houd. ‘Honest Man’ heeft die lekkere soul groove zoals je van een Afro-American zou verwachten, deze imposante zanger heeft bijna geen vocale versterking nodig! Als hij keihard 1, 1, 2, 3 aftelt mogen we ook nog eens genieten van zijn zelf gepende ‘Devil’s Bride’ waarin ook weer een heupopzwepend Hammond solo onderdeel van de compositie is.
Zijn eigen favoriet wordt voor het laatste bewaard, Bob Dylan wordt ook tijdens de show van Matt Andersen geëerd met de majestueuze vertolking ‘I Shall Be Released’. Ondanks dat we grote fans van The Band zijn is deze vertolking van deze man uit Canada, die ik inmiddels in mijn hart gesloten heb, een ontroerende en prachtige apotheose van een sublieme set.
In de K.F. Hein Foyer staat de jongste ontdekking van de 2016 editie van Moulin Blues, de New Yorkers Revel In Dimes. Drummer en bandleider Washington ‘Washy’ Duke en gitarist/vocalist Eric Simons beklommen ooit als duo de podia van de clubs in Brooklyn-NYC. Zangeres Kia Warren vroeg hen op een avond of ze een nummer mee mocht zingen en met de versterking bassist/vocalist en blues-harp speler Chris ‘Premo’ Waller is de rest is geschiedenis. De band is sinds afgelopen mei aan een zegetocht door Europa bezig. Gelukkig staan er op dit late uur weer de echte die-hards, sommigen hebben inmiddels het TivoliVredenburg verruild voor de eigen habitat, te wachten op wat dit kwartet te melden heeft. Wij van TBA? zijn al iets meer bekend met het repertoire wat geïnspireerd is op de muziek van R.L. Burnside, Charlie Patton en Junior Kimborough en dus kunnen we al vele nummers (tot verbazing van enkele jeugdige omstanders) woordelijk meezingen. Revel In Dimes brengen hun eigen ‘blend’ van rock & roll en blues met een basis van dikke, vette, zwoele soul. Het is ook hier in de ‘pit’ van TivoliVredenburg weer een show van ruige foot-stompin’, booty shakin’ rock ‘n roll. De set-list is een opgesteld uit nummers van demo EP, Future Past, zoals ‘Runnin’, ‘Nancy’ en ‘Dimes’ maar ook de nummers van de laatste EP The Parlour zoals ‘You Gotta Go’ en ‘Dead & Gone’ zijn onderdeel van deze wervelende afsluiter van dit zeer geslaagde Ramblin’ Roots 2016. De band maakt gretig gebruik van effecten, waarbij Kia Warren zelf haar mengpaneel voor de microfoon bedient. Kia wisselt de vocals af met Eric Simons maar ook bassist Chris Waller, de Jimi Hendrix look-a-like, bewijst zich een volwaardige zanger in ‘K.I.S.S.I.N.G.’ waarbij hij ‘en passent’ ook nog probeert Kia uit te dagen, lekker hoor! Tijdens ‘Left To Right’ zien en horen we gitarist Eric Simons niet alleen geweldig gitaarspelen maar ook laat hij zich vocaal horen en ook zijn stemgeluid is heerlijk om naar te luisteren. Wat mij steeds weer invalt is dat de band door het veelvuldige touren en samenspelen enorm gegroeid is, niet alleen muzikaal maar in de interactie met hun publiek. Ik zie zelfs Eric Simons van het podium afspringen om even een loopje door de zaal te doen maar hij wordt beperkt door de lengte van zijn gitaarkabel. Dit is misschien gelijk een idee om een zender aan te schaffen zodat je mobiel niet gehinderd wordt Eric. Revel In Dimes heeft opnieuw bewezen dat zij de nieuwe lichting muziekliefhebbers op kan voeden met de muziek uit de vorige eeuw verpakt in een hedendaags jasje.
Op een festival waar op zes locaties 22 acts optreden is het onmogelijk niet iets te missen.
Als we de weg naar de garderobe volgen horen we van mede muziekliefhebbers dat wij zeker bij Jalen N’ Gonda in de Pandora hadden moeten zijn maar ook in Cloud Nine schijnen we een ontdekking te hebben misgelopen, Lance Canales & The Flood schijnt een geweldig optreden neer te hebben gezet. We vertrouwen erop dat we deze winter dan wel volgend voorjaar nog een herkansing krijgen deze twee muzikanten live te aanschouwen.
Als we de auto in de nabij gelegen parkeergarage hebben bereikt checken we beiden onze gsm om te zien hoeveel stappen we nu eigenlijk hebben gemaakt. Ikzelf heb er een kleine 600 honderd minder gemaakt dan de fotograaf maar het zijn er nog altijd 11.474! Niet verkeerd voor een avondje Utrecht, heerlijke muziek, mooie omgeving, nieuwe ontdekkingen en nog gezonde beweging opgedaan ook.
The Blues Alone? wil Ramblin’ Roots complimenteren met de geweldige sound in alle zalen en voor de uitlichting van de acts was met en enkele uitzondering heel mooi. TBA? bedankt de organisatoren voor haar gastvrijheid maar ook alle vrijwilligers van de derde editie van Ramblin’ Roots die evenementen zoals deze mogelijk blijven maken.
Graag is The Blues Alone? bij de vierde editie van Ramblin’ Roots ook weer van de partij.