Ian Siegal en zijn band The Rhythm Chiefs speelden op zondag 16 Oktober j.l. in de North Sea Jazz club van Amsterdam. Tekst door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois. Klik hier voor het album.
Alsof het helemaal nog geen herfst is lopen we na een lekker etentje heerlijk in het zonnetje richting Pazzanistraat op het Westergasfabriek terrein waar de North Sea Jazz club is gesitueerd. Omdat we een paar dagen eerder die week ook al een optreden bijwoonden herkent de dame bij de frontdesk ons meteen en is een voorspoedige incheck een feit.
Wanneer we de zaal betreden zien we dat bijna alle tafels bezet zijn met dinergasten, de zaalmanager wijst ons een leeg gebleven tafeltje voor twee aan de rand van het podium toe. Dit met de bestelde fles cava, ons gezelschap wat inmiddels is aangeschoven én het optreden wat ons te wachten staat móet dit een garantie zijn op een fantastische zondagavond.
Wij zijn i.i.g. goed geluimd, de blues-sisters en -brothers die de avond ervoor in de W2 van Den Bosch getuige waren van de show van de artiest die zometeen het podium zal bemannen deelden de fotograaf en mijzelf al mee dat de Brit weer in topvorm is, nu hopen of dat vanavond ook het geval is.
Net na negenen komen The Rhythm Chiefs, drummer Rafaël Schwidessen, bassist Danny van ‘t Hoff, gitarist Dusty Ciggaar en frontman/zanger/gitarist Ian Siegal de zaal in om het podium te betreden. Dusty Ciggaar is er vanavond ook bij in Amsterdam; hij moe(s)t bij een aantal optredens verstek laten gaan i.v.m. zijn verplichtingen bij John Buijsman die met de Hula Blues theatertour door het land reist. Als we de introductie met zaalregels beluisteren horen we een hardvochtig “yesss” van het podium komen op de aanwijzing de conversaties te beperken tot het eind van het concert uit respect voor de artiest.
De set wordt afgetrapt met ‘The Skinny’ van het gelijknamige album van vijf jaar geleden, de Brit voor de gelegenheid in een driedelig blauw/grijs westernpak gehesen, deelt ons mee dat het de bedoeling is dat het te spelen repertoire op deze ‘2wenty5ive anniversary tour’ slechts door Ian’s zelf gepende songs zal bestaan. De man zal niet om materiaal verlegen zitten want hij schreef inmiddels een elftal albums met eigen werk op zijn naam. Dusty heeft zijn Anderson Amp meegenomen en Ian zijn Snake Tone versterker. Ian speelt de eerste slide van de avond op de Harmony H44, zijn jarenlange metgezel op vele, vele tours over het westelijk halfrond. Al meteen wordt duidelijk dat de man goed bij stem is en een enthousiasme toont die we toch wel eens de laatsten jaren moesten missen. Na het beëindigen van dit nummer wil Siegal naadloos over in ‘Better Than Myself’, van hetzelfde album wat hij met Luther en Cody Dickinson opnam in de Zebra Lounge in Mississippi, als hij merkt dat zijn publiek aarzelt met een applaus. Met de woorden “You can clap” doorbreekt hij humoristisch de spanning en pakt ook deze keer de bezoekers van de North Sea Jazz club in. ‘Better Than Myself’ staat ook sinds lange tijd weer eens op de set-list met als gevolg dat de tekst af en toe afgelezen moet worden. Bij het BBA winnende nummer ‘I Am The Train’ van Candy Store Kid (2012) is het spreekwoordelijke hek van de dam, Ian geniet van de improvisaties van Dusty Ciggaar en staat nu al te dansen van blijdschap.
Ondertussen speelt Danny van ‘t Hoff de vingers blauw op de dikke snaren van zijn 4-snarige Fender bass. Drummer Rafaël Schwidessen mag voor zijn shuffle een compliment van de frontman in ontvangst nemen tijdens ‘Mortal Coil Shuffle’ (Broadside 2007) maar zelf laat hij de snaren even voor wat zij zijn.
Ik weet dat we nog maar in het begin van de set zijn maar ik denk nu al “l’ histoire de Boerderij se repète”; blijkbaar is de frontman ook deze mening toegedaan want hij becommentarieert zijn eigen ‘yell’ met “that was a good one” en een lach van oor tot oor. Als we getuige zijn van ‘Brandy Balloon’ deelt Siegal zijn teleurstelling met Dusty dat we toch niet gaan dansen omdat we Europeanen zijn…….Eh, en je publiek achterin dan? De man die vandaag niet oogt alsof hij al vijfentwintig jaar ‘on the road’ is haalt zo uit op de 1959 Gibson dat hij een snaar breekt.
Echter dit keer kan Ian Siegal niet vertrouwen op Isa Azier die hem hier in April 2014 in dezelfde club assisteerde met zijn gitaren. Dus wordt er een beroep op het publiek gedaan “come on, there múst be a gitarist in the room?!” en inderdaad bezoeker Patrick stelt voor om de snaar te repareren.
Ian, inmiddels met zwart/witte Fender en bijpassende Buddy Guy gitaarstrap, zet ‘The Revelator’ (Meat & Potatoes 2005) in, maakt gebruik van het pedaal en laat de solo in dit nummer over aan Nederlandse jongste gitaarlegende Dusty Ciggaar. Het nummer gaat, zoals zijn trouwe fans weten, meestal over in ‘Back Door Man’ van Howlin’ Wolf en als een dinergast vlakbij de frontman aan zijn tafelgenoot wil uitleggen dat dit niet door Siegal werd geschreven maar door The Doors kan de Brit natuurlijk niet anders dan hem corrigeren. Tja, je hebt de grote man niet voor niks op je bovenarm getatoeëerd….
Prachtig dat ‘Early Grace’ van het bij Taxim opgenomen album Standing in The Morning steeds vaker deel uit maakt van de songs die Ian Siegal ten gehore brengt; ook prachtig is dat het publiek muisstil is en we slechts wat gerinkel van glas van de bar horen. Eerlijk gezegd heb ik in tijden niet zo’n goede vertolking van het nummer mogen meemaken.
Als The Rhythm Chiefs wat ‘ambient muzak’ spelen probeert de frontman zich enigszins te drogen want in het polyester westernpak zweet hij als “a whore in church”…..terwijl hij improviserend zónder microfoon Sam Cooke’s ‘You Send Me’ zingt.
Ja, u leest het goed het is een relaxte avond met een genietende en uitermate charmante Ian Siegal. Als de 1959 Gibson weer gerepareerd is wordt mogen we na ‘Blooshot’ ook weer eens genieten van “true story” ‘Butterside Up’ voor een gebiologeerd publiek voor de man die het nummer ver van de microfoon en op een bijna jazzy manier vertolkt – fantastisch!
In ‘Hard Pressed’ waarin de tempoversnelling naar de twee nummers van Prince leiden – ‘Sign’O’The Times’ en ‘Get Off’ – wordt het pedaal weer gevonden. Inmiddels heb ik mijn tafelgenoot verlaten want ik kan de heupen niet meer bedwingen en sta op de vierkante centimeter te dansen op de klanken van deze in awards grossierende Britse zanger/gitarist. Maar ik geniet ook van de ritme-sectie Danny op bass en Rafaël op drumms want ook zij staan garant voor deze retestrakke set op deze zondagavond in de North Sea Jazz club.
Het publiek krijgt de primeur van ‘How Come You’re Still Here?; een nummer wat verscheen op het album ‘Picnic Sessions’ uitgebracht in 2015. Het was een verfrissende kennismaking voor de vaste fan-base; het nummer heeft een hoog tempo in de akoestische versie maar ook hier geven The Rhythm Chiefs zich niet zomaar gewonnen en geven het nummer een flair mee dat we niet meer naar het akoestische nummer verlangen. Ook hier zijn de gitaarskills van Dusty Ciggaar onnavolgbaar.
Er komen steeds meer toeschouwers aan de lange kant van het dinergedeelte staan, ook de kok komt – nog immer in tenue – steeds vaker om de hoek kijken om maar niets te hoeven missen van deze ‘top notch’ show.
Een diepe zucht gaat er door de zaal als Siegal zijn volgende nummer introduceert met de tekst “ik was geïnspireerd door Big George Ross Watt en besloot in 1993 dit nummer te schrijven” velen weten dan al wat er komen gaat…….Ian Siegal’s ‘signature song’ ‘Falling on Down Again’ en weer kan men een speld (of plectrum) horen vallen.
Dit nummer moet voor alle mannen die hun kids maar om de andere week mogen zien door merg en been gaan. Ook na al die jaren, na alle meegezongen keren, raakt dit nummer nog steeds bij mij de spreekwoordelijke gevoelige snaar.
Inmiddels is de kok klaar met koken en vervoegt zich bij de fotograaf van dienst en kan zijn enthousiasme voor de Britse Amsterdammer niet langer voor zich houden; “wie is dit?” – “zoiets heb ik nog nooit meegemaakt, wàt een geweldige muzikant is dit!” – zo is er wéér een nieuw lid aan de Siegal congretie toegevoegd.
Nog meer vakmanschap toont de Brit door naadloos in Otis Redding’s ‘Dreams To Remember’, Smokey Robinson’s ‘You Really Got A Hold On Me’, memoreert Joe Tex, O.V. Wright, James Carr en eindigt met Sam Cooke’s ‘Bring It On Home To Me’. Als ik thuis in m’n notitie boekje kijk zie ik in hoofdletters geschreven MEESTERLIJK achter deze songtitels staan. Inderdaad deze set waarvan wij in Amsterdam getuige mochten zijn was een meesterlijke set van een man die in het verleden weleens afgedroogd werd door een enkeling die niet gecharmeerd is van zijn showmanship.
De dinergasten zijn eensgezind en trakteren deze Ian Siegal en zijn band The Rhythm Chiefs op een staande ovatie waarbij zij luid voor een encore roepen.
De encore krijgt zijn eigen introductie als Siegal ons vertelt dat er een AD tijdmare is; het betekent zoveel als “After Dylan”. Het gevolg is natuurlijk een nummer van Bob Dylan ‘Tonight I’ll Be Staying Here with You’ van het 1969 album ‘Nashville Skyline’ wat ik eigenlijk mooier vind dan het origineel, Dylan’s teksten zijn voor vele tekstschrijvers slechts de deprimerende gewaarwording dat zij zijn teksten nooit zullen evenaren maar ik was nooit zo onder de indruk van Dylan’s stemgeluid. Maar het blijft niet bij één toegift, er volgen nog ‘Gallway Girl’ van Steve Earle en met nóg een Dylan nummer wat tegenwoordig steevast op de set-list staat, ‘Forever Young’ waarin Dusty Ciggaar weer carte blanche krijgt om volledig los te gaan, steken Brit Ian Siegal en zijn Nederlandse begeleiders The Rhythm Chiefs de hele zaal in de pocket.
Vele malen heb ik verslag mogen maken van Ian’s optredens, solo, als duo met Jimbo Mathus of met band maar na dit optreden in de Amsterdamse North Sea Jazz club kan ik net als op Moulin Blues 2016 zeggen YOU NAILED IT…….AGAIN!!
De reporter en de fotograaf van TBA? bedanken de North Sea Jazz club voor de gastvrijheid en de medewerkers voor de vriendelijke bediening en goede zorgen. We bedanken de programmeurs voor het mogelijk maken van “another night in Amsterdam with Ian Siegal”