Poogie Bell en zijn begeleidingsband speelden op 23 april 2016 in de North Sea Jazz club van Amsterdam. Tekst door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois. Klik hier om het album te bekijken.
Als we de North Sea Jazz club binnentreden zijn we overdonderd; de tafels voor de toeschouwers die nog aan het dineren zijn staan opgesteld tot aan de verhoging naar de bar! Als wij een koffie bestellen blijft er nog steeds publiek binnenkomen, sommige blijven staan maar een studentendispuut van zo’n twintig jongemannen heeft een hele sectie zitplaatsen achter de sound engineer gereserveerd. Heerlijk gemengd publiek zie ik, zeer jong, jong, met ons nog meer belegen en ook gelukkig de generatie boven ons is vertegenwoordigd. Music Unites, dat blijkt.
De reden dat deze verslaggevers naar de North Sea Jazz club getogen zijn is voor drummer Poogie Bell met zijn band. Poogie is de bijnaam van Charles Bell Jr. die in 1961 in Pittsburgh geboren werd. Poogie Bell is een Amerikaanse funk/fusion/jazzdrummer, componist en producer. Wij van TBA? kennen Poogie door het feit dat hij bij een van de beste bassisten in de fusion een kleine twintig jaar als drummer verbonden was, Bell werkte n.l. intensief samen met bassist Marcus Miller. Wat velen niet weten is dat Bell niet alleen over de wereld toerde met Marcus Miller maar ook als sideman fungeerde voor andere artiesten zoals Stanley Clarke, Victor Wooten, Erykah Badu, David Bowie, Chaka Khan, Roberta Flack, Al Jarreau, David Sanborn, John Scofield en Luther Vandross.
Overal is te lezen dat Poogie Bell met tien maanden al achter zijn eerste drumkit zat. Dit verhaal zal wel wat aangedikt zijn maar het is niet geheel onvoorstelbaar want hij komt uit een zeer muzikaal gezin. Zijn vader was ook jazzmuzikant én muziekdocent. Nadat het gezin naar New York verhuisde omdat vader Bell daar een aanstelling als professor in de muziek verkreeg worden een aantal grote muzikanten huisvrienden van het gezin Bell. Er worden namen genoemd als drummer Max Roach, saxofonist Ornette Coleman en bassisten Paul Chambers en Ron Carter die gewoon in de huiskamer van de Bells zaten te jammen. Met twee en een half jaar schijnt Poogie al zijn debuut op het podium gemaakt te hebben……….a little drummer boy dus deze Poogie! Wij van TBA? werden in 1998 op North Sea Jazz festival in de Statenhal van het Haags Congrescentrum voor het eerst geconfronteerd met de Marcus Miller band, bleven ieder jaar weer terugkomen als zij op hetzelfde festival optraden, stonden te vernikkelen voor de ingang van De Lantaarn (Hellendoorn) in 2003 er werden door de band meegenomen naar het dichtstbijzijnde restaurant om mee te eten. Sindsdien zijn wij ook de andere leden van de band zoals drummer Poogie maar ook trompettist Patches Stewart blijven volgen. Wij van TBA? staan i.i.g. te trappelen om na een kleine tien jaar deze topdrummer weer eens te zien optreden. Vanavond dus in de intieme setting van een club, een club waar de sfeer iedere keer, met welke muziekstroming dan ook, optimaal is, een club waar de geluidstechnicus en de man van de belichting iedere keer weer cum laude slagen. Maar ook de begeleiding van de pers, de bediening zijn altijd weer even vriendelijk en optimaal. Poogie Bell heeft het eerder geplande concert van 5 december 2015 door gezondheidsperikelen van moederlief moeten cancelen en zal ongetwijfeld proberen de bezoekers de teleurstelling van het gemiste concert doen vergeten.
Poogie Bell wordt vanavond begeleid door Kenny Peagler op de toetsen, op saxofoon Mike Stephenson en de Slovaak Juraj Griglak op de bass. Met een “it took me a while to get here” begroet de bandleider Bell het publiek. De set wordt geopend met de titeltrack van het 2004 album ‘Thinking Outside the Box’ dat lijkt me een mooie gedachte voor vanavond.
Het nummer heeft naast een hoofdrol voor de drumms een hele grote bijrol voor de saxofoon van Mike Stephenson maar ook bassist Juraj Griglak zet meteen de toon, de Mr. Sipp look-a-like Kenny Peagler op de piano zit er ook al goed in. Bij het tweede nummer van de set ‘Hard To Find’ van het 2013 album ‘Suga Top’ zo’n heerlijk groovy nummer met sax is diezelfde Kenny Peagler maar even achter zijn piano gaan staan. Poogie is wonder boven wonder niet de narcist die al de aandacht op hem gericht wil zien maar nodigt keer op keer saxofonist Mike Stephenson en Kenny Peagler uit de leading role te vervullen.
De set zit goed in elkaar er wordt gelachen naar aanleiding van korte anekdotes over zijn bandleden die door Bell gedeeld worden met het publiek maar ook prijst Bell zijn bandleden. Zo horen o.a. dat de uit Philadelphia afkomstige Mike Stephenson sinds zijn laatste tour in Europa Amsterdam geweldig vindt maar ook dat hij niet alleen saxofonist is maar ook zanger en “oh, are you in for a treat”. New Yorker Kenny Peagler schijnt ook ooit met Roberta Flack het podium te hebben gedeeld; Slovaak Juraj Griglak is bassist in het Slovaakse Symphony Orchestra. Er staat ons nog heel wat moois te wachten….. De daaropvolgende nummers in deze set zijn doorspekt van de vette basslijnen die Juraj Griglak aan de dag legt maar natuurlijk excelleert meneer Bell zelf ook. Zijn drumvellen zijn zo strak gespannen dat ik in mijn positie, schuin achter hem, de drummsticks zo’n dikke vijfentwintig centimeter op zie veren. Hoe losjes deze inmiddels grijze vrolijke teddybeer de sticks hanteert, de wisselen de ritmes de baas is maar toch niet de aandacht op wil eisen is van fenomenale waarde. Het heerlijke ‘Kingston’ van het 2010 album ‘My America’ klinkt weliswaar anders door de afwezigheid van gitaar en bluesharp én Marcus Miller op de bass maar of het publiek hier aanwezig in de North Sea Jazz club dit nu écht mist, wij van TBA? in ieder geval niet. Ook is de soundkleur van de bass van Juraj Griglak een andere dan die van Marcus Miller maar ik geniet met volle teugen van dit optreden.
Alweer zo’n sterke drummpartij wordt moeiteloos overgenomen door Kenny op de XS6 Yamaha en zijn hoge tonen laten de haren op m’n armen rijzen en de rillingen over m’n rug lopen. Het nummer doet wat experimenteel aan waardoor het publiek achterin er maar moeilijk de aandacht bij kan houden maar vooraan bij het podium zitten de dinergasten met open mond te kijken. Als conservatorium geschoolde pianist Kenny een N’awlins ritme mixt met een Ray Charles en zelfs een klassiek thema dan is de aandacht ook achterin weer volledig terug bij het podium in plaats van bij de bar.
Eindelijk verruilt Mike de saxofoon voor de vocalen……..goh, het enige wat er door mijn hoofd heen gaat is D’Angelo…..wàt lijkt zijn stem op die van voorgenoemde. Hij zingt heel fijn hoor deze jongeman, die zien we nog vaker in Europa dat verzeker ik u! Ook brengt Mike Stephenson net als Marcus Miller op bass klarinet ‘Amazing Grace’ op de sax maar nérgens wordt het een slap aftreksel, hij zet écht zijn eigen versie neer, een iets experimentelere versie, mooi!
De haren in mijn nek gaan omhoog als Mike dan ook nog eens de hoge noot haalt in Sam Cooke’s ‘Change is Gonna Come’ en het publiek hem hiervoor met een oorverdovend applaus beloont.
De heupen gaan bij velen staande toeschouwers in beweging als we bij de funk zijn aanbeland, gelardeerd met een swingende toetsensolo, groovy bass, veel kwart noten en Poogie die ons vraagt “snap your fingers”. Op aangeven van Poogie Bell speelt Kenny een zeer uitgebreid intermezzo in ‘Blackbird Fly’ wat ook weer door Mike op excellente wijze vertolkt wordt.
Natuurlijk wordt “Bro” Prince die daags voor dit optreden op 57 jarige leeftijd overleed geëerd met de vertolking van ‘Pop Life’ wat doorspekt is van de bass van Juraj Griglak maar ook het publiek heeft een fikse bijrol door het chorus uit volle borst mee te zingen. De toegift is een echte fusion waarin een piano solo die de rest van de band doet verstommen, we eindigen met een bassist die nog maar eens zijn virtuositeit bevestigd, Mike Stephenson niet voor één gat te vangen is wat muziek betreft maar ook Poogie Bell heeft met dit optreden bewezen dat hij een drummer van wereld niveau is en toont zich een uitstekend bandleider.
Wij van TBA? bedanken de North Sea Jazz club voor hun gastvrijheid en de goede zorgen.