Tekst: Nicolette Johns
Prince – de man die op 57 jarige leeftijd afgelopen week (21 april 2016) stierf in zijn huis in de buurt van Minneapolis Minnesota – de staat waar hij ook het levenslicht zag.
Prince geboren als Prince Rogers Nelson op 7 juni 1958 was een wonderkind – autodidact op tientallen instrumenten, van de piano, gitaar tot de bass en drumms. Zoon van John Nelson en Mattie Shaw; vader en moeder waren beiden muzikaal, vader was pianist en had ook zijn eigen band, het Prince Rogers Trio. Ook vader Nelson had een alias n.l. Prince Roger. Moeder Mattie was de zangeres van deze band.
Ondanks de successen die hij al heel vroeg boekte ging zijn leven niet over rozen; zijn eerste huwelijk met zijn backing-vocaliste en danseres Mayte Garcia werd voltrokken in februari van 1996 en 8 maanden later werd op 16 oktober hun zoon Gregory geboren. Het jongetje overleed slechts een week later aan de gevolgen van het syndroom van Pfeiffer, niet de ‘zoen-ziekte’ maar een schedelafwijking.
Na het overlijden van hun zoontje begon Prince steeds meer belangstelling te krijgen voor de leer van de Jehova’s getuigen, dit mede onder invloed van vriend, lid van de band, bassist Larry Graham (Larry Graham & Central Station). Later bekeerde Prince zicht tot de Jehova’s getuige leer; hij ging zelfs in zijn woonplaats langs de deuren om het evangelie te verkondigen. Ondanks dat het echtpaar steun van het geloof ondervond om dit verlies te dragen hield het huwelijk geen stand; zij scheidden in 2000. In 2001 trouwde Prince voor de tweede keer met Paisley Park medewerkster Manuela Testolini maar ook dit huwelijk duurde slechts kort, het hield slechts vier en half jaar stand.
Prince schreef honderden liedjes voor zichzelf en maar ook voor andere artiesten. Prince werkte samen met grote namen zoals Mavis Staples, Madonna, Maceo Parker, Patti LaBelle, Chaka Kahn, George Clinton en natuurlijk onze eigen Candy Dulfer. Prince was voor musici uit de tachtiger jaren een inspiratie maar ook jonge musici van tegenwoordig zien hem nog steeds als een inspiratie, een idool. Zijn veelzijdigheid is ongekend maar ook zijn stemgeluid is uniek.
Hij was één van de meest productieve kunstenaars in de muziek, hij nam 39 studio albums op, waaronder vier in de afgelopen 18 maanden!
Vorige maand (maart) kondigde uitgever Spiegel & Grau aan dat zij de rechten hadden verworven om Prince’s memoires in de herfst van 2017 te gaan publiceren; “We beginnen vanaf het begin van mijn eerste herinnering en hopelijk kunnen we de hele weg gaan naar de Super Bowl” aldus Prince.
Het lijkt nu onwaarschijnlijker dan ooit dat we de memoires van één van de meest ongrijpbare en raadselachtige rock performers te lezen krijgen.
Hij bracht zijn debuut album, ‘For You’ waarop hij àlle instrumenten zelf bespeelde, uit in 1978, gevolgd door ‘Prince’ (1979), ‘Dirty Mind’ (1980), mocht als voorprogramma met Rick James op tour in 1980 en vond tóch ook de tijd om een nieuw album ‘Controversy’ (1981) uit te brengen, het album waarmee hij voor het eerst de Nederlandse top 40 bereikte. Elk van hen was doorspekt met zijn handelsmerk diepe synthesizer funk, een geluid dat hij voortdurend verfijnde totdat hij zijn doorbraak beleefde in 1982 met het dubbel album ‘1999’.
Van de apocalyptische titeltrack ‘1999’ regelrecht naar de dansvloer hit, ‘Little Red Corvette’, dit album betekende voor Prince dé doorbraak in de mainstream.
Aangespoord door het succes van zijn album, wist Prince Warner Bros overtuigen om een film te financieren – Purple Rain – , een luchtig autobiografisch verhaal over een worstelende musicus uit een gebroken gezin.
Hoewel het acteren wat oubollig en het plot té gekunsteld was waren de critici lyrisch over de concertbeelden; deze film bleek de aanleiding tot één van zijn meest memorabele songs………Purple Rain. Deze titeltrack, een uitgesponnen, gepassioneerde ballade waarin de gitaarsolo inmiddels wereldberoemd samen met het onaantastbare chorus zijn bereikte nummer twee, maar het bleef tot op de dag van vandaag zijn signatuur én een van de meest herkenbare rocknummers uit de geschiedenis. Prince won zelfs een Oscar voor de soundtrack in 1985.
Vijf singles werden uitgebracht van de soundtrack van Purple Rain – waarvan er twee, ‘When Doves Cry’ en ‘Let’s Go Crazy’, op nummer één in de Billboard Chart stonden.
De muzikant maakte met zijn opvolgende album ‘Around the World In A Day’ de verwachtingen niet waar en zijn fans waren teleurgesteld; tóch kwam er de hit ‘Raspberry Beret’ uit voort. Maar Prince bleef zijn ‘followers’ verwarren en bracht ‘Evotion/Parade’ uit, met als hit ‘Kiss’ tot gevolg daarna werd in 1987 het sociale geëngageerde ‘Sign O The Times’ op de markt gebracht.
Prince bleef echter onderwijl uitstapjes maken in films; zo regisseerde hij in 1986 én speelde hij de rol van een gigolo in ‘Under the Cherry Moon’ (opgenomen in Frankrijk) tegenover actrice Kristen Scott Thomas. De film flopte; maar ‘Graffiti Bridge’ uit 1990 – een vervolg op ‘Purple Rain’ – werd genomineerd voor vijf Golden Raspberries.
In de zomer van 1986 kwam Prince voor het eerst sinds de paar concerten in 1981 voor een uitgebreide tournee naar Europa. Sindsdien was Prince duidelijk verknocht aan Europa en verkreeg hij zijn grootste schare fans hier. In augustus van dat jaar stond hij voor het eerst 3 avonden in de Rotterdamse Ahoy. Wat opviel was dat Prince nauwelijks gitaar speelde; gek genoeg werd hij vanaf dat moment omarmd door de Nederlandse critici. In ’87 nam hij zelfs de dvd ‘Sign O The Times’ op in het Rotterdamse Ahoy.
Tóch bleven de hits komen; ‘Alphabet St.’ met de voor mij als jonge vrouw onvergetelijke tekst “I’m going down to Alphabet Street, I’m gonna crown the first girl that I that I meet, I’m gonna talk so sexy she’ll want me from my head to my feet” maar ook ‘U Got The Look’, ‘Diamonds and Pearls’, ‘Get Off” … Prince leek niet te stoppen, een hitmachine.
Prince die door zijn outfits teweeg bracht dat vele jongemannen ineens in kostuum de dansvloer opgingen om de jongedames te behagen. Prince die maakte dat uitgaan een ritueel werd, je moest je ‘groomen’ om te imponeren. Prince die zorgde dat dat mannen ook alleen de dansvloer opgingen óf zelfs met hun vrienden gingen dansen. Prince die soms wel 20 keer per dag te horen was op de radio. Prince die ik altijd, ondanks de uitstappen naar andere muziekstijlen, altijd trouw ben gebleven. Prince, die bij ons in huis zijn eigen sectie heeft in de platenkast, stond aan de wieg van vele carrières zoals The Time, Vanity 6 en Sheila E, die nog steeds de wereld over reist met haar funky drumms, de in onze platenkast goed vertegenwoordigde Sheena Easton maar ook The Bangles en Wendy & Lisa (ook in de platenkast) zagen hun samenwerking met Prince (in zijn band en als hun producer) tot erkenning leiden in de muziekscene. Zijn laatste protegé, bassiste Nik West, staat nota bene binnenkort (28 oktober) in onze eigen North Sea Jazz club van Amsterdam.
In 1993 kondigde Prince aan met pensioen te willen gaan en gelijkertijd veranderde hij zijn naam. Het gevolg was een onuitspreekbaar symbool – ontworpen om zowel het mannelijke als het vrouwelijke geslacht verbeelden. Prince werd al snel, enigszins sarcastisch, bekend onder de naam “The Artist Formerly Known As Prince” (TAFKAP). De naamsverandering was te wijten aan een conflict dat hij met zijn label Warner Bros had inzake de eigendomsrechten van de ‘master tapes’. Zijn relatie met het label verslechterde; terwijl zijn in eigen beheer uitgebrachte ‘The Most Beautiful Girl In The World’ tot succes leidde, wat ook niet de situatie met zijn label ten goede kwam.
Na het ondertekenen van zijn platendeal bij Arista Records in 2000, ging Prince terug zijn oorspronkelijke naam gebruiken. Helaas heeft hij bij dit label nooit meer de verkopen van het vorige label kunnen evenaren maar ook de kwaliteit van zijn albums hebben nooit meer het hoogtepunt van 1980 kunnen evenaren. Beroemd om zijn extravagante shows en flamboyante outfits trekt Prince over de hele wereld met geïmproviseerde concerten w.o. in Nighttown Rotterdam en ´t Paard in Den Haag om zo zijn fans te behagen.
Over Prince werd vaak gezegd dat zijn ongelofelijke vocale bereik (meerder octaven) het feit dat hij één van de grootste gitaristen van zijn generatie was maskeerde; ik ben het daar mee eens nadat ik in 2011 het nachtconcert na afloop van het Nort Sea Jazz Festival van hem bijwoonde. Dààr werd mij pas duidelijke hoe veelzijdig deze man op de snaren kon zijn…….het was adembenemend om mee te mogen maken. Overigens staat zijn record op 21 nachten onafgebroken in de Londense O2 Arena waar hij in 2007 stond, bewonderenswaardig dat Prince zoveel followers had die de wereld overtrokken om de man live te hebben willen zien optreden.
Na ‘Purple Rain’ is ‘Nothing Compares 2 U’ ook één van zijn bekendste nummers; het werd opgenomen door een andere artiest Sinead O’Connor. Het nummer was oorspronkelijk een afdankertje van zijn side-project The Family, zij coverde het in 1990. ‘Nothing Compares 2 U’ bracht haar naamsbekendheid over de hele wereld mede door de emotionele videoclip die daarbij hoorde. Volgens eigen zeggen hadden de royalties van deze hit Prince hem een huis opgeleverd, tóch heeft hij de song met zijn eigen uitvoering ook weer op de kaart kunnen zetten door het veelvuldig tijdens elke tour van het mid negentiger jaren en daarna op de bühne te brengen.
De laatste jaren was hij veelvuldig te zien, met verrassingsoptredens zoals bij Larry Graham op het North Sea Jazz van 2013 – waar hij maar met moeite herkend werd door zijn nieuwe look, een seventies afro haarstijl. Maar ook de laatste Piano & A Microphone tour (een tribute aan zijn vader) bleek heel succesvol, Prince bleef zich opnieuw uitvinden. Een show waarvan het blad Rolling Stone in januari schreef “Prince stuns at emotional Piano & Microphone show” en “Piano & a Microphone” and a lot of Prince. Maybe more Prince than he’s ever shared before”.
Prince a.k.a. TAFKAP a.k.a. His Royal Badness was dus productief tot zijn onverwachte dood, hij werkte aan alweer een nieuwe album en er wordt beweerd dat Prince een schat aan onuitgebrachte muziek heeft liggen dat tot 100 nieuwe albums zou kunnen leiden. Laten we voorlopig maar zijn oude muziek draaien (of misschien weer aanschaffen) en duimen dat er een mooie bootleg van ‘Piano & a Microphone’ opduikt die legaal te verkrijgen zal zijn.
Sometimes it snows in April
Sometimes I feel so bad, so bad
Sometimes I whish life was never ending
And all good thing they say, never last
Prince bedankt voor vele uren dat ik naar je muziek luisterde, de uren dat ik op jouw muziek danste én voor je onuitputbare talent, r.i.p. Prince Rogers Nelson.
Credits Photos: WWW – unsigned
Credits Art Work: Purple City