Corey Harris speelde op 17 april 2016 in de North Sea Jazz club van Amsterdam. Tekst door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois. Klik hier om het album te bekijken.
Corey Harris die in 1969 in Denver-Colorado geboren werd is een gitarist, singer/songwriter maar ook bandleider die door de jaren heen zijn eigen niche in de blues heeft verworven. Corey is een krachtige zanger en een zeer ervaren gitarist; hij betrad podia over de hele wereld zoals Noord-Amerika, Europa, Brazilië, het Caribisch gebied, West-Afrika, Azië, Australië en Nieuw-Zeeland. Corey Harris begon zijn carrière echter als straatzanger in New Orleans en trok door de zuidelijke VS om zijn muziek aan de man te brengen. Toen hij twintig was woonde hij een jaar lang in Kameroen, deze invloeden kan je tot op heden in zijn muziek horen. Ook woonde Harris vier maanden in Amsterdam (Czaar Peterstraat). In die periode trad hij blijkbaar vaak op in Bourbon Street maar ook buiten de stad, in Haarlem, Lisse en Utrecht. Hij bewaart goede herinneringen aan die tijd “Ik zie mijn werk als een boom met verschillende takken die zijn gegroeid uit dezelfde wortels”. Corey Harris, die alweer 15 albums op zijn naam wist te schrijven, heeft vele Tradionals opgenomen maar ook het creëren van originele ‘Corey Harris blues’ onder invloed van rock, soul, reggae en West-Afrikaanse muziek. Het 1995 album ‘Between Midnight and Day’ is een eerbetoon aan de traditie van deze akoestische blues. Bij dit setje van The Blues Alone? staat er al sinds 1997 ‘Fish Ain’t Bitin’ in de platenkast, een goede reden om deze eigenzinnige man eens live te gaan beluisteren.
Klokslag negen uur stapt de rijzige Corey Harris het podium van de North Sea Jazz club op; er staat slechts één akoestische gitaar opgesteld kennelijk is deze man wars van uiterlijk vertoon. Corey Harris opent met ‘Black Woman Gates Blues’, terwijl er nog steeds toeschouwers binnen komen; tóch is het publiek muisstil…….een verademing! De man met de rode turban blijkt in de vijfentwintig jaar dat hij de gitaar bespeelt en daarmee de wereld rond reist trouw gebleven aan de rauwe emotie van akoestische Delta Blues.
Corey Harris kampt helaas met een “misbehaving microphone” en vertelt ons dat hij zojuist is gearriveerd uit Rusland waar hij een kleine twee weken toerde. De laatste stop was Siberië maar Corey Harris vertrouwt het publiek toe “I like potatoes but too much is too much”.
We zijn getuige van prachtige tempowisselingen in ‘Everybody Got To Change Sometimes’ maar ook, doordat er met één gitaar gewerkt wordt, moet er tussen de songs veel gestemd worden. We genieten met volle teugen van Bukka White’s ‘High Fever Blues’ en Muddy Waters’ ‘Turn Your Lamp Down Low’ maar alle songs die Corey Harris hier in de North Sea Jazz club brengt zijn geen imitaties van de voorgenoemden maar Corey‘s interpretaties van de blues-standards. Het jasje is inmiddels uit als hij een nummer over onze hedendaagse maatschappij brengt, het gaat over het thema ‘surveillance of ook wel de toezicht-camera’ een song getiteld ‘Watching You’ wat een blues met een reaggae sausje is. Niet écht de smaak van dit publiek blijkt als Corey Harris slechts een dun applausje krijgt.
Voor mij het krachtigste en mooiste nummer van deze set zal toch wel Skip James’ ‘Special Rider Blues’ zijn, Corey‘s stem raakt me diep maar ook hier weer de ‘misbehaving mic’ die keer op keer naar beneden zakt. Na afloop van het nummer komt de stage-manager trachten het euvel provisorisch te verhelpen.
Roosevelt Sykes’ ’44 Blues’ krijgt een jazzy en klassiek intermezzo mee en in ‘Daily Bread’ en ‘Farafina (Mama Afrika)’ worden we ondergedompeld in Sahara Blues geresulteerd uit de samenwerking met Habib Koité en Ali Farka Touré. Jammer dat Corey Harris in slechts enkele gevallen tijdens het stemmen van zijn gitaar kiest om het contact met zijn publiek te zoeken; een in hoog tempo afgewerkte eerste set is het gevolg. ‘Pimps and Thieves’ is de laatste van de eerste set, een politiek getinte song over de macht van de Dollar en uit zijn tijd dat hij in Jamaica vertoefde.
Tijdens de pauze komt er een andere microfoonstandaard en voor het geval dàt wordt deze meteen vast getapet…….óók tijdens de pauze neem ik de kans om onze eerst verworven Corey Harris cd ‘Fish Ain’t Bitin’ te laten signeren. Harris reageert verrast dat er nog ‘eerlijke’ exemplaren van hem rondgaan.
De tweede set wordt hervat zo rond kwart over tien en ook in deze tweede set laat Corey Harris ons kennismaken met wéér een andere stem die hij rijk is……we zijn terug in de dertiger jaren van de vorige eeuw als hij ‘I’ve Had My Fun’ en Tommy Johnson’s ‘Big Road Blues’ in een eigen compositie ten gehore brengt, tempowisselingen die lukken maar soms ook maar nét. Naar mijn smaak wordt de slide er veel te laat bij gepakt maar ik geniet er niet minder om als hij een fabuleuze ‘Walkin’ Blues’ speelt en ‘CC Rider’ die overigens maar moeilijk te herkennen viel.
Ook in de tweede set moet de blonde akoestische gitaar, waar ik helaas de makelij niet van kan ontwaren door het stemapparaatje op de kop, gestemd worden. Dit keer echter zoekt hij het contact met zijn publiek om zijn Nattyworks producten aan de man de brengen. Soms wordt er zo intens gespeeld dat Harris zijn slide verliest zoals tijdens Charley Patton’s ‘Pony Blues’ maar als ik Blind Willie Johnson’s ‘Bye and Bye, I’m Gonna See The King’ lijkt het wel of ik naar de Alan Lomax Tapes zit te luisteren……de manier waarop hij schuin in de microfoon zingt is ongetwijfeld de reden dat het zo klinkt, kippenvel! Wat deze onopgesmukte zang en gitaar teweeg brengt bij bluesliefhebbers is imponerend, mensen zitten met open mond te kijken of met gesloten ogen te luisteren. Ook B.B. King wordt geëerd als Harris een vertolking brengt van zijn ‘Sweet Little Angel’. Een interpretatie van Mississippi Fred McDowell’s ‘See What My Lord Has Done’ horen we als Corey Harris dit optreden afsluit met ‘Keep Your Lamp Trimmed and Burnin’ wat een ovationeel applaus oplevert. Een applaus wat zo lang aanhoudt dat Corey besluit om een toegift te geven, het publiek wordt op slag weer muisstil als hij de eerste klanken van ‘King Cotton’ ten gehore brengt.
De reporter en fotograaf van TBA? kunnen met recht eens zijn met de aankondiging van de North Sea Jazz club dat Corey Harris een bluesjuweel op het lijstje van Johan is.
Wij van TBA? bedanken de North Sea Jazz club voor de programmering van deze grote artiest in intieme setting, hun gastvrijheid en de goede zorgen.