Gezien & gehoord in 013 Tilburg (Dommelsch Zaal): Steve Miller Band op woensdag 24 oktober 2012. Review door Giel van der Hoeven met foto’s van Arjan Vermeer
Lange tijd liet Steve Miller weinig of niets van zich horen. Tot dat hij in 2010 plotseling weer (na 20 jaar) met een CD kwam en ging touren met de Steve Miller Band. Die comeback plaat ‘Bingo!’ was een blues georiënteerd coveralbum waarmee Steve Miller terugkeerde naar zijn roots. Sindsdien zijn de openbare discussies over Steve Miller en zijn muziek ook weer gaande. Termen als mainstream blues, saai, gedateerd en ouwelullenmuziek kwamen vaak voorbij in de discussies. Eigenaardig genoeg veelal uitgesproken door… gedateerde saaie ouwe lullen. Want de jeugd hoorde je nauwelijks een mening geven over de inmiddels 69-jarige Amerikaan. Ze kennen de reputatie van de beste brave man – die qua uitlijk ook hun wiskunde leraar zou kunnen zijn – waarschijnlijk niet eens, of ze laten zijn platen gewoon links liggen. Uitzonderingen daar gelaten natuurlijk, want ook in 013 kwamen we enkele geïnteresseerde jongelingen tegen.
Zelf maakte ik voor het eerst kennis met de muziek van Steve Miller toen ik 15 jaar was. Dat was in 1976 het jaar dat zijn negende studioalbum ‘Fly Like an Eagle’ uitkwam. Miller was toen 32 jaar, een ‘ouwe lul’ dus voor een puber van half zijn leeftijd. Maar, alles aan The Space Cowboy was toen wel revolutionair. Met zijn sound zorgde de Ganster of Love (nog zo’n tot de verbeelding sprekende bijnaam) toch voor een muzikale omwenteling in het symfonische rock genre, want er mocht ondanks het gebruik van de kunstmatige synthesizer ook weer gerockt worden! Met het album ‘The Joker’ en de gelijknamige single (in 1990 weer een hit door de Levi’s jeans reclame) had Steve Miller drie jaar eerder al aangetoond over humor te beschikken en vlotte deuntje te kunnen componeren. Maar met ‘Fly Like an Eagle’ viel alles uiteindelijk soeverein in het pulletje.
Het kruidige elektrische- en akoestische gitaarwerk gecombineerd met de zwevende synthesizer sound en Miller’s unieke jeugdige stemgeluid vormde de perfecte tools voor de zogenaamde Spacerock sound. Wat in feiten slechts een mix was van bluesrock en symfonische rock, toegepast in uitgekiende pakkende en sfeervolle composities. Op ‘Book of Dreams’ (1977) werd die lijn probleemloos doorgetrokken totdat begin jaren tachtig de commerciële sound (‘Macho City’, ‘Abracadabra’) helemaal over de artistieke vaardigheden ging heersen. Het decennium dat daarop volgde mag daarom creatief gezien nagenoeg geen naam hebben. Maar de zeven vette jaren hadden voldoende financiële armslag opgeleverd waardoor ‘The Joker’ een jaar of twintig in zijn vuistje kon gaan lachen.
Met het noemen van de eerdere albums en songtitels is gelijk een samenvatting van de setlist in 013 Tilburg gegeven. De Steve Miller Band had er bewust voor gekozen om het matig opgekomen publiek (ongeveer 1.000 bezoekers in de Dommelsch Zaal) te fêteren met louter klassiekers. De comeback albums ‘Bingo!’ en ‘Let Your Hair Down’ (2011) werden daardoor zo goed als ontzien. En de zesmans bemanning lanceerde met o.a. ‘Jungle Love’, ‘Take the Money and Run’, ‘The Stake’, ‘Abracadabra’ en ‘Mercury Blues’ in het eerste blok direct een aantal krachtige projectielen de (zaal)ruimte in. Ook aan het oor-decor met ontelbare led lampjes en een podiumobject dat iets weg had van de zwanenhals van de Erasmusbrug, was zichtbaar veel aandacht besteed.
Kenny Lee Lewis (ritmegitaar, zang), Joseph Wooten (keyboard, zang), Billy Petersen (basgitaar, zang) en Gordy Knudtson (drums) speelde onafgebroken loepzuiver. Maar mede-vocalist Sonny Charles (The Checkmates) stal toch wel ‘de show’. De tweeënzeventigjarige soulzanger is duidelijk ingehuurd om een wat saai ogende band nog enigszins een fraaie uitstraling te geven. Als een enthousiaste senior Master of Ceremonies slaagde hij ook in zijn missie. Zelden zal je een man van die leeftijd nog zulke swingende moves zien maken. Met namen in de soulevergreens ‘Further On Up The Road’ (Bobby Bland), ‘All Your Love’ (Otis Rush) en ‘Ooh Poo Pah Doo’ (Jessie Hill) kreeg de oude ster de ruimte om te schitteren. En, met ‘Just Got Back From Texas’ kregen we zo waar zelfs een authentieke slow bluessong te horen. Halverwege het optreden, na een prachtig dromerige versie van ‘Serenade From the Stars’ nam Steve Miller plaats op een kruk om met ‘Wild Mountain Honey’ de aftrap te geven voor een korte feilloze akoestische set.
In het laatste blok en de toegift van een bijna twee uur durend optreden kreeg het overwegende 50-plus publiek met o.a. ‘Fly Like An Eagle’, ‘Jet Airliner’, ‘Rock’n Me’, ‘Swingtown’, ‘Space Cowboy’ en ‘The Joker’ hélemaal waar het voor gekomen was!
Omdat de Space Cowboy zich de laatste jaren weer over de Blues trails begeeft hadden wij vooraf meer repertoire van de laatste twee albums verwacht. Maar als mijmerende midlifers hebben we toch met genoegen meegezweefd op de jaren zeventig spacerock klanken van de enige echte Steve Miller. Die met zijn eigen repertoire bij nader inzien en gehoor tijdloos en grenzeloos blijkt te zijn. “Time keeps on slippin’, slippin’, slippin’ into the future…”
Setlist: Jungle Love; Take the Money and Run; The Stake; Abracadabra; Mercury Blues ; Further On Up The Road (Bobby “Blue” Bland cover); Shubada Du Ma Ma; All Your Love (I Miss Loving)(Otis Rush cover); Kow Kow (Calqulator); Ooh Poo Pah Doo (Jessie Hill cover); Just Got Back From Texas; Sugar Babe; Serenade From the Stars. Acoustic: Wild Mountain Honey; Gangster of Love; Dance Dance Dance; The Window; Living in the U.S.A.; Space Intro; Fly Like An Eagle; Jet Airliner; Rock’n Me. Encore: Swingtown; Space Cowboy; The Joker.
Leuk verslag met mooie foto’s
De toegangsprijs was gewoon te hoog. Daarom laten mensen het links liggen.
Mooi geschreven verslag Giel en Arjan… je plaatjes zijn weer magnifiek!!