Gezien & gehoord in Peer: Belgian Rhythm & Blues Festival op vrijdag 13 juli 2012. Tekst door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois
Normaal gesproken brengen wij de lezer van ‘The Blues Alone?‘ als eerste de verslagen van de optredens van een festival maar deze keer willen wij een uitzondering maken door als eerste de 400 vrijwilligers die zich ieder jaar weer helemaal een slag in de rondte werken om het Belgian Rhythm & Blues Festival beter bekend als ‘Blues Peer’ tot een succes te maken te bedanken voor hun inzet. Ondanks dat de weergoden de meeste tijd van de dagen tijdens ‘Blues Peer’ het festival niet goed gezind waren bleven zij allen optimistisch en ons verblijf vergezellen van hun glimlach. Ook de organisatie willen we bedanken voor hun gastvrijheid tijdens de 28ste editie van ‘Blues Peer’, het was weer geweldig!
Na vele omzwervingen in het centrum van Peer arriveren we te laat; middenin de set van de eerste band van de vrijdagavond line-up ‘The Bottle Comets’ . De band heeft zojuist een slow-blues ingezet en laat deze volgen door een cover van Eric Clapton’s ‘I’m Tore Down’. ‘The Bottle Comets’ zijn opgericht in 2009 en zij brengen een combinatie van ‘old school’ soul, jazz en blues. Zij willen zich hiermee profileren als een ‘niet’ stereotype blues band. De zanger van deze Belgisch Limburgse (Peer) band Davy Jansen die ook de gitaar bespeelt nodigt iedereen uit het publiek hem te trakteren op een pint, hilarisch. Wéér zijn wij blij verrast over de goede uitspraak van de engelse taal van deze zanger, wat is dat toch dat die Belgen véél beter de engelse uitspraak beheersen i.t.t. de Nederlanders? ‘The Bottle Comets’ brengen up-tempo blues, vooral hun ritme-sectie zit strak in elkaar. De bassist Tom Thijs en drummer Stijn Persoons zijn duidelijk aan elkaar gewaagd. De band wordt gecompleteerd door Marc Swerts op sax en de fransman David Pitoiset op gitaar en op de Mississippi Saxophone (blues-harp). Een goede openener van de 28ste editie van ‘Blues Peer’ vinden wij en zeker een aanrader voor promotors.
Alles wordt deze editie van Peer aan elkaar gepraat door MC Walter Broes; zanger en gitarist van Belgische blues/roots band ‘The Seatsniffers’. een goede keuze. Hij kan ons de kleinste details vertellen over de bands.
De tweede band van de avond is wederom een Belgische formatie uit de omgeving van Leuven, ‘The Devilles’ een trio van gitaar, bas en drums waarvan de zanger/bluesharpist/gitarist (linkshandig!!) en de drummer de broertjes De Vries zijn. Daan is de zanger en Evert de drummer van het gezin De Vries. De bassist van ‘The Devilles’ is Lexy Laeremans. Lexy??? What’s in a name, maar ik zou me toch maar Lex gaan noemen nu er met de band aan de weg getimmerd wordt. Want dat zal na hun optreden op Peer zeker gebeuren. Dat de band beïnvloed is door die andere Belgische band, Triggerfinger, blijkt al snel. Ze hebben voor de naamsbekendheid een eigen bannertje opgehangen, alsof BRBF Peer niet aan naamsvermelding doet!! Evert De Vries kan een lekker potje trommelen, tegendraads ritme, lekker hoor zo’n ventje. We zijn getuige van een shuffle-tje, nou toe maar! Tja, àls ik dan een minpuntje moet noemen is het dat de stem van Daan De Vries mij niet écht over kan halen, nog niet. Bovendien is het gebrabbel wat hij tussen de songs door doet écht niet te verstaan, dit ligt mede aan de forse ‘tremble’ die op de microfoon staat maar ook doordat hij slecht articuleert. Ach, hij is nog jong dus hij leert vast wel bij. We horen nog een nummer ‘Dance to the Rhymes of Seasick Steve’ wat een heel aanstekelijk nummertje is, ‘Find My Way’ (naar de biertent) en een nummer met de gevleugelde titel ‘Live Like It’s Your Very Last Day’ (nou wáár hebben die uitspraak meer gehoord?). ‘The Devilles’ oogsten zoveel bijval dat we zelfs een toegift krijgen met ‘Summertime Blues’ van Eddie Cochran, waar de fotograaf en de reporter zélf van smullen. Later komen we erachter dat we deze band al eerder dit jaar hadden zien spelen tijdens het Southbound Festival in de W2 in Den Bosch. Leuke set van een jong, leuk bandje waarvan we mijn inziens nog meer zullen horen.
Dan zijn alweer aangekomen met de vóórlaatste set van deze eerste avond van ‘Blues Peer’; zij zijn de eerste winnaars van de European Blues Challenge, gehouden in 2011 in Berlijn, we hebben het over ‘Howlin’ Bill’. Wim De Vos de frontman van de band zingt en bespeelt zelf de bluesharp en samen met zijn band, Little Jimmy (Hontelé) op gitaar, Waylon Waters op bas, Uncle T (Ken Hontelé) brengen zij zoveel mogelijk eigen materiaal zoals ‘Night Nurse’ en ‘I’m All Alone’ deze laatste neigt toch aardig wat naar een Waits-iaans nummertje. ‘Howlin’ Bill’ (Antwerpen), die inmiddels al 4 cd’s op hun naam kunnen schrijven, spelen alweer zo’n vijftien jaar een mix van blues, rock ‘n roll, boogie, swingrock en rockabilly en zijn daar in Europa behoorlijk succesvol mee. Wim De Vos heeft een dragende stem en met de gitaar solo’s van Little Jimmy, die écht bóven de gemiddelde norm presteert, is dit een top band. Little Jimmy kun je qua spel én uiterlijk het jongere broertje van Dave Gonzalez van de Paladins noemen, tijdens het slow blues nummer ‘A Man’s Gotta Do What A Man’s Gotta Do’ krijgen we van hem een 8 minuten durende solo voorgeschoteld; kippevel. Dat ‘Howlin’ Bill’ vandaag zichzelf een held noemt omdat hij hier ooit als jong broekie als toeschouwer stond en nu zélf op het grote podium staat mag gewoon van ons. Als we zien dat het publiek w.o. Kees Wielemaker (Kwadendamme) danst, nou dan moet ‘Howlin’ Bill’ toch wel heel goed zijn. ‘Howlin’ Bill’ krijgt het zélfs voor elkaar dat er op zijn uitnodiging ‘spontaan’ een polonaise ontstaat. Dienen we nog even voor de volledigheid te vermelden dat ‘Howlin’ Bill’ vandaag voor deze gelegenheid werd aangevuld met Koen Geudens die de keys bespeelde. Wij hebben genoten van deze mannen en vragen ons stillekes af hoe ‘Helmut Lotti’ hier overheen kan……..
Tja, en dan is het alweer tijd voor de afsluiter van deze vrijdagavond van ‘Blues Peer’ t.w. ‘Helmut Lotti & Roland’s Super Allstar Einlightening Music Machine’, een naam zó lang dat hij zelfs te lang én te moeilijk is om af te korten. Vooraf al bekritiseert en dus wacht hen een sceptisch publiek hier op ‘Blues Peer’. Kijk dat Helmut Lotigiers eens iets anders wilde dan zijn normale wat klassiekere genre (crooners) kunnen we ons heel goed voorstellen, per slot van rekening deed hij in 1989 als Elvis imitator mee in de Nederlandse Soundmix Show van Henny Huisman waar hij derde werd maar deze combinatie hadden we hem toch niet toevertrouwd.
Omringd door stuk voor stuk grote namen uit de Belgiche music-scene lijkt dit toch op een door Helmut Lotti ‘gekochte’ band. Klinkende namen als Pieter-Jan De Smet (gitaar/vocals), Jasper Houtekiet (bas), Jeroen Stevens (drums), Elko Blyweert (gitaar) maar ook, de legende bij leven, Roland van Campenhout (gitaar/vocals) én Steven De Bruyn (blues-harp/vocals), die trouwens beiden dezelfde Japanse kleermaker hebben gezien hun met draken bestempelde spijkerpakken, omringen Helmut Lotti hier op ‘Blues Peer’. Maar of dit een garantie zal zijn voor een spetterend optreden, we geven hen het voordeel van de twijfel. Ieder op hun beurt excelleren de muzikanten in de door hen vertrouwde blues solo’s, Steven De Bruyn met gelikte bluesharp nummers, Pieter-Jan De Smet met zijn donkere doorleefde bluesstem en Roland doet wat hij het beste doet; gitaar spelen en zingen en maar vooral zichzelf hierin verliezen zodat het soms lijkt of hij zich ineens beseft dat hij niet alleen op het podium staat.
‘Helmut Lotti & Roland’s Super Allstar Einlightening Music Machine’, een gewéldige combinatie van muzikanten waarin helaas Helmut Lotti de vreemde eend in de bijt is. Het geheel wordt nog tragischer als een vaste schare fans (ouder) vrouwelijk schoon tracht een glimp van herkenning van Helmut probeert te vangen door histerisch naar hem te schreewen en te zwaaien. Hij tracht nog met Elvis’ ‘Cindy, Cindy’ en Warren Zevon’s ‘I’ll Sleep When I’m Dead’ een onderdeel van het geheel te worden maar de in smoking gehesen (waarom geen fifties hemd met jeans?) en de op tamboerijn musicerende Helmut valt behoorlijk uit de toon. Waar ik de lezer van ‘The Blues Alone?’ toch even speciaal op wil attenderen is ‘Nevada Fellow’ , ook híj is onderdeel van ‘Helmut Lotti & Roland’s Super Allstar Einlightneing Music Machine’, deze jonge singer/songwriter (studerend aan het Rotterdamse Codarts) heet eigenlijk Ruben Focketyn (zoon van Belgisch acteur Frank Focketyn) gaat volgens mij een mooie toekomst in de muziek tegemoet. Zijn gitaarspel is wonderlijk mooi en zijn stem doet bij tijd en wijlen denken aan die van Sting. Gelukkig zingt Roland van Campenhout nog zijn meesterlijke ‘Fortune Cookie’ en dan houden wij deze set voor gezien als Helmut Lotti in een van de laatste nummers van de set zijn tenorstem opzet. De andere ochtend tijdens ons ontbijt in Genk lezen we in het dagblad ‘het Belang van Limburg’ de volgende kop; Held Helmut ….of Loser Lotti? en we denken weemoedig terug aan die laatste set van de line-up van de eerste avond van ‘Blues Peer’. Nee, voor ons was ‘Howlin’ Bill’ de beste van deze ‘Belgian Affair ‘ van ‘Blues Peer’.
En hier kun je José’s foto’s van Dag 1 vinden: