Op 18, 19 en 20 Mei 2024 vond het Ribs & Blues plaats in Raalte. Onderstaand een sfeerverslag van tweede Pinksterdag Maandag 20 Mei 2024 waarvan de tekst is geschreven door Nicolette Johns. De foto’s komen dit jaar van Dick van der Wilt (klik HIER om zijn albums te bekijken), Paul de Vries (klik HIER om zijn album te bekijken). Voor het album van José Gallois klik je HIER.
Allereerst wil ik me bij U als trouwe lezer van The Blues Alone? excuseren; onderstaand verslag is minder gedetailleerd dan dat u gewend bent. Onze trouwe reporter Ton Kok moet helaas door ziekte verstek laten gaan waardoor de acht acts die er vandaag op dit Ribs & Blues te zien zijn door slechts één reporter gecoverd dienen te worden. De foto’s zijn natuurlijk wél van alle acts te bekijken!
De laatste festivaldag wordt geopend op het Delta Stage waar Jake La Botz staat geprogrammeerd. Jake La Botz, de inmiddels vijfenvijftig jarige man, komt uit Chicago maar woont in Nashville. Jake brengt echter geen Chicagoblues maar Roots/Americana. Jake begon op straat, in bars, kerken en zelfs in tattooshops en leerde hij de fijne kneepjes van het vak van legendarische bluesmuzikanten zoals David ‘Honeyboy’ Edwards en Homesick James. De invloed van deze iconische mentoren is nog steeds duidelijk merkbaar in zijn muziek, van zijn gitaarspel tot zijn teksten en in zijn diepe, doorleefde stem.
Op zijn vijftiende besloot Jake La Botz te rond te gaan trekken, de wijde wereld in. Hij vond verschillende jobs in diverse steden, toch bleek zijn talent zich vooral op muzikaal gebied te bevinden. Jake La Botz is namelijk uitgegroeid tot een singer-songwriter van formaat met twee I.M.A.’s op zak voor zijn album Sunnyside en They’re Coming For Me. Jake heeft uitgebreid getourd in de VS en Europa en heeft het podium gedeeld met Ray Charles, Etta James, Dr. John, Mavis Staples, JD McPherson, Buddy Guy en Junior Wells, Tony Joe White, Low Cut Connie en tal van andere grootheden.
Het is nog maar kwart over één en dat is vroeg maar niet voor de Roots- en Rockabilly aanhangers. Er staan al een heleboel mooi in fifties tenue aangeklede dames en heren voor het Delta Stage. Zelf zag ik La Botz alweer zo’n zeven jaar geleden op Moulin Blues. Jake trekt momenteel door Europa met het Duitse Smokestack Lightnin’ – Bernie Batke (bass), Axel Brückner (keys/gitaar) en drummer Frederik ‘Suave’ Van den Berghe – waar hij ook regelmatige platen mee opneemt.
Het met tempowisselingen doorspekte ‘Everybody Got To Fall Down’ (Get Right 2013) is een knap werkje maar sommige niet-kenners hebben even tijd nodig om aan dit geluid te wennen. Ik zie Jake voor het eerst mét band en ik vind het wel heel lekker zo. ‘Without The Weight’ en het latin-achtige ‘Johnnybag the Superglue’ komen van They’re Coming For Me uit 2019 waarvan ook nog eens de titeltrack wordt gespeeld.
Heerlijke muziek maakt deze man toch, op het fijne ritme van ‘You Can’t Put A Hobo On A Passenger Train’ voegt er zich steeds meer publiek al dansend voor het podium. ‘The Bankrobber’s Lament’ een song over een waargebeurd ludiek feit. Ik moet me écht losrukken van ‘Hey Bigfoot’ en van deze Jake La Botz en zijn excellente Duitse Smokestack Lightnin’. Een fijne laid back set om deze tweede pinksterdag mee te beginnen!
Als ik om twee uur de grote tent binnenkom is Eddie 9V al een kwartier bezig. Eddie 9V(olt) is het alter-ego voor Brooks Mason een achtentwintig jarige zanger/gitarist uit Atlanta. Hij kreeg al jong (6) zijn eerste gitaar cadeau waarna hij als tiener in zijn eerste coverbandje Smokin Frogs speelde. Met The Georgia Flood, een blues-rock band, deed hij een gooi naar de eerste prijs van International Blues Challenge in Memphis.
Inmiddels had Brooks een redelijk bekende naam opgebouwd die hij veranderde in Eddie 9V toen zijn solocarrière gestalte kreeg. Ondertussen bracht Eddie 9V al drie albums uit Left my Soul in Memphis (2019), Way Down The Alley (2020) en Little Black Flies (2021) die in de media lovende recensies scoorden.
Eddie 9V heeft een soulstem die doet denken aan Otis of Sam maar zijn gitaargeweld is zonder twijfel geïnspireerd door de ‘three kings’. Toch is dan vreemd te moeten constateren dat de bezoekers nog maar weinig tot geen aandacht hebben voor de man op het podium. Eddie 9V wordt bijgestaan door Chad Mason op toetsen, David Green op drumms en Lane Kelly op bass.
Toen ik Eddie 9V backstage zag arriveren twijfelde ik sterk of hij het wel was want de ‘clean, slick’ look is totaal verdwenen, hij ziet er wat slordig uit met die gatenbaard. Zou Thomas Ruff van Ruff Records waar Eddie 9V is ingelijfd hiervan wel op de hoogte zijn? Persoonlijk vond ik de eerste look beter, meer ‘out of the ordinary’ maar misschien is het om niet verward te worden met McKinley James.
Ik luister met plezier naar ‘Left My Soul In Memphis’, fijne stem, lekker piano en die drummer……wat een lekkere groove zetten deze mannen neer zeg! Naast de gloednieuwe single ‘Saratoga’ ook een cover van Howlin’ Wolf’s ‘Miss James’ die we pas nog in Leiden hoorden bij het optreden van Jon Amor. Ook deze vertolking van Eddie 9V mag er zijn hoor, deze cover is funkier en meer soulish.
Ook ‘Little Black Flies’ is weer zo’n nummer waarbij Eddie’s soulvolle stem volop tot z’n recht komt. Wat een geweldige sound heeft deze gast, de jonge man heeft een daadkrachtige band achter zich staan die hier op het Main Stage on-ge-lo-fe-lijk zitten te genieten, Eddie 9V schittert met een heerlijke gitaarsolo in ‘3AM In Chicago’ waar ik soms even aan Lenny Kravitz moet denken. De afsluiter is het funky ‘Yella Alligator’. Graag had ik Eddie 9V en z’n band meer oplettend publiek gegund, misschien was het grote podium toch een maatje te groot? Hoe dan ook, Eddie 9V onthoud die naam!
Als ik het plein ben overgestoken is Neal Francis en z’n band al begonnen op het Delta Stage. Neal is een jonge singer/songwriter afkomstig uit New Jersey die zijn werk achter de piano ten gehore brengt zonder maar ook soms mét band zoals vandaag op het Ribs & Blues festival. Nu hoor ik u denken New Jersey? Daar komen de beste performers vandaan maar we zullen van Francis geen working class blues zoals van The Boss kunnen beluisteren want hij groeide op in Chicago en speelde o.a. bij Mud Morganfield. Francis laat zich bovendien beïnvloeden door de NOLA sound van Dr. John, Allen Toussaint en The Meeters, het kan slechter.
Zijn nieuwe album In Plain Sight kwam tot stand na een tumultueus jaar waarin hij door zijn alcoholverslaving aan lager wal raakte en hij in een spookachtige kerk in Chicago onderdak vond. De songs die hij schreef zijn zowel vreemd als dat zij getuigen van een pijnlijk zelfbewust zijn, geschreven tijdens nachtelijke ritten in de krochten van een zomers delirium. Dat is wat ik vrij vertaald in m’n in-box vond ten gunste van zijn optredens in Nederland. Ik ging niet maar nu ik hier bij het Delta Stage sta te genieten van ‘Dirty Little Secret’ heb ik daar wel een beetje spijt van.
De gitarist in ‘on fire’ en Neal’s stemgeluid gezongen in een seventies opname microfoon is ook heel prettig. Zijn werk bevat veel variëteit stel ik al snel vast. Het past niet meer in de agenda maar voor deze man had ik kaarten voor Utrecht of Rotterdam moeten kopen. Volgende tour ben ik erbij!
Hierna zijn wij weer van de partij in de grote tent om Kitty, Daisy & Lewis op het Main Stage te zien optreden. Dit Londense ‘familie bedrijf’ blijft een graag geziene gast op festivals over de hele wereld, zelfs in Japan zijn ze zeer populair. Kort geleden stond Kitty Durham in Groningen maar toen met haar eigen band als Kitty Liv. We kennen hun performance omdat ook zij al eerder op ditzelfde podium stonden.
We zien papa Graeme Durham (70 jr!!) op de gitaar en Kitty, Daisy en Lewis Durham wisselen instrumenten (later leest u welke) dat het goed opletten blijft. Mama Durham die in het verleden de upright bass bespeelde is er niet bij, zij is nu vervangen door een leeftijdsgenoot van de ‘Durham siblings’.
De band speelt rock & roll, country, rhythm & blues en Ska maar willen persé geen rockabilly band genoemd worden. Eerlijk gezegd dat zou ook niet fair zijn, het dekt gewoon niet de lading van wat deze mensen allemaal in huis hebben.
We zien Daisy (de oudste van de twee zusjes) in haar panter ‘play’ suit de drumms en xylofoon bespelen maar zij neemt ook de zang voor haar partij. Kitty is te zien op de Gibson Les Paul en switcht ook nog tussen blues-harp en drumms. Broer Lewis, die mij het meest laat denken aan een jonge Johnny Cash, zingt ook en speelt ook weer meerdere instrumenten zoals de drumms, gitaar en natuurlijk piano.
Papa Durham blijft degene die het meest standvastig is wat betreft instrument en dat mag hoor als je zeventig bent! Daisy verhuist weer van de drumms naar de xylofoon, we kunnen het allemaal niet meer bijhouden! Het leuke van dit alles is dat het een en ander gebeurt met een zekere nonchalance, maar ja ze staan dan ook al een dikke twintig jaar op de planken.
Lewis beseft zich dat ze op een bluesfestival zijn uitgenodigd en pakt de gitaar op om alle bluesneuzen dezelfde kant op te laten wijzen zodat zuslief Kitty zich uit kan leven op de blues-harp. Muzikaal is het één en al blijheid, het is een groot feest waar ook de verstokte blues-fanaat veel plezier aan beleeft. Alweer is er een wissel voorhanden als Lewis verhuist naar de drumms en Daisy gewapend met een tamboerijn achter de microfoon vooraan het podium ‘She Won’t Stop’ te vertolken.
Dat Daisy vooral voorlopig niet stopt dat hopen ook een heleboel mannen want haar speelpakje is van flinterdun materiaal dat maar weinig te raden overlaat. Snel verdwijnt Daisy nu achter de piano voor een song met een West Indian feel ‘Bye Bye Bye’.
Als reporter moet je er wel bij blijven want ineens zie ik ‘pantertje’ achter de xylofoon en horen we het eerste nummer dat Kitty ooit zelf schreef ‘Hold Me Tight’ een echt swingend liedje waarop ik vele heupjes in beweging zie komen. Dit is lekkere ‘feel good music’ waardoor de grote tent inmiddels stampvol staat.
Voor de cover van Louis Jordan’s ‘Ooo Wee’ zie ik Daisy de gitaar omhangen maar ik probeer door menigte naar het Delta Stage te geraken. Kitty, Daisy & Lewis oeuvre is nog steeds van hoogstaande muzikaliteit en blijft leuk om naar te kijken!
Op het Delta Stage staan The Bluesbones geprogrammeerd, de band en ik gaan zo’n dikke tien jaar terug toen ik tijdens Paasblues als door de bliksem geraakt werd door de stem van Nico De Cock toen nog met The Blues Conspiracy. Inmiddels is de frontman/zanger omringd door andere bandleden zo zien we op drumms Jens Roelandt, de ritmesectie wordt gecompleteerd door Geert Boeckx op de bass. De man die ooit vroeg of hij – toen nog geen twintig – een nummertje mee mocht spelen Stef Paglia op gitaar en op toetsen zien we de ongeëvenaarde Edwin ‘Captain Keys’ Risbourg.
Nico en zijn mannen openen met ‘Changes’ (Unchained 2023) dat voor de meegekomen fanbase geen enkel geheim meer bevat, volmondig wordt er meegezongen ook een nummer waar Stef Paglia meteen zijn bijzondere gitaarskills kan etaleren. De opvolger ”noemt” de ‘Chain Gang’ zoals Nico het nummer introduceert, ook deze voortreffelijk geschreven song komt van voorgenoemd album, aan het eind horen we een lekkere tempo wijziging waarbij Edwin Risbourg op toetsen schittert.
Over tempo gesproken dan moet je maar eens ‘Find Me A Woman’ van Saved By The Blues uit 2015 beluisteren. Die Paglia is vingervlug, zijn slide is een heerlijke uitstapje naar de southern states van de US. Op aansporen van frontman De Cock klappen de toeschouwers vol enthousiasme mee.
De songs volgen elkaar rap op zo horen we nog ‘Broken Down Car’ (Live @ The Bosuil – 2013) iets wat een aantal bezoekers hier aanwezig eerder die dag blijkbaar aan den lijve moesten ondervinden. Enfin ze zijn op Ribs & Blues geraakt en staan nu samen met uw reporter met volle teugen te genieten van de slow blues ‘I Try’ waar Stef Paglia nog maar eens het kippenvel op m’n armen tovert. Wàt een groei heeft deze gitarist doorgemaakt, chapeau!
Ik luister nog even naar Nico’s vertolking van ‘She’s Got The Devil’ maar dan moet ik toch écht weg. Voor die aanwezigen die de laatste paar jaar onder een steen hebben geleefd zijn The Bluesbones een openbaring waarvan mij hier door een nieuwe fan toevertrouwd wordt dat deze mannen op het Main Stage thuishoren en daar ben ik het volledig mee eens! Later verneem ik dat het dringen was voor Bluesbones merchandise, heerlijk toch?!
Op het Main Stage staat op de laatste festivaldag de enige échte oude bluesman die hier op Ribs & Blues geprogrammeerd staat Robert Finley (70 jaar) die opgroeide in Bernice, Lousiana. Toen hij een jaar of tien was kreeg hij geld om een nieuw paar schoenen te kopen, maar kwam in plaats daarvan thuis met een gitaar.
Door optredens van lokale gospelgroepen te bezoeken en nauwlettend de vingers van de gitarist in de gaten te houden, leerde hij spelen. In 1970 ging hij in dienst en trok met een armyband door Europa. Bij zijn terugkeer naar Louisiana moest er gewerkt worden om de eindjes aan elkaar te knopen maar was hij tijdens de week-enden bandleider van Brother Finley and the Gospel Sisters.
Toen hij door een oogziekte blind werd moest hij gedwongen stoppen als timmerman. Hij ging verder als straatmuzikant en werd zo ontdekt door de Music Maker Foundation. Dit is een organisatie die oudere bluesmuzikanten ondersteunt en zich hard maakt voor het in stand blijven van de muzikale tradities uit de zuidelijke staten van de US.
Wij van The Blues Alone? zagen de man al eens eerder optreden, in 2016 op Swing Wespelaar wel te verstaan toen met The Music Maker Blues Revue waarin vertegenwoordigd gitaristen Albert White, Robert Lee Coleman en Alabama Slim dat was voortgekomen uit bovenstaande non-profit organisatie. In dat zelfde jaar werd Finley’s album Age Don’t Mean A Thing uitgebracht.
Finley heeft een soort cult status bereikt doordat zijn muziek door Dan Auerbach (Black Keys) als soundtrack is gebruikt bij het online stripverhaal Murder Ballads. Auerbach nam Finley mee op tour. Sindsdien nam Finley deel aan America’s Got Talent, bracht ‘t tot de finale en bracht Finley ook een viertal albums uit waarvan Black Bayou de jongste is. Finley wordt hier op Ribs & Blues door een zeer jonge band bijgestaan waar een werkelijk bijzonder goede gitarist deel van uitmaakt.
Overigens weten de overige bandleden ook wel waar ze de mosterd halen. ‘Starting To See’ is een echte soulsong dat op Sharecropper’s Son (2021) uit werd gebracht. Met zijn diepe stem raakt Finley zelf de meest nuchtere bluesadept, de vrouwelijke bezoekers van Ribs & Blues hangen aan zijn lippen. We horen een nummer dat hij speciaal voor een zieke ‘maat’ schreef ‘Old Buddy’ heet het nummer toepasselijk. ‘Living Out Of A Suitcase’ is een track dat is te vinden op het nieuwste schijfje Black Bayou, lekkere groove Mr. Finley!
Dan mag ook zijn trouwe begeleidster, zijn dochter Christy Johnson vocaal een duit in het zakje doen. We horen een medley van ‘Tennessee Whiskey’ en ‘I’d Rather Go Blind’ wat grif de handen op elkaar weet te krijgen, de appel valt niet ver van de boom zal ik maar zeggen. Met het optreden van Robert Finley en z’n band is de bluespurist ook weer tevreden gesteld. Een fijne set van een der laatste bluesmohikanen.
Het Delta Stage gaat eruit met een ‘big bang’ zeg ik u! Waarom? Omdat The Seatsniffers daar de laatsten zijn die hun apparatuur zullen afkoppelen. ZE ZIJN TERUGGGGG!!! The Seatsniffers, één van de persoonlijke favorieten van Franse fotograaf en ondergetekende, spelen hun eigen soort Rock & Roll.
De bandleden zijn beïnvloed door de crossover tussen Afro-American rhythm & blues, – rock & roll en een keur van vroege roots-stijlen zoals rockabilly, surf en Tex-Mex. Dit alles wordt met een Seatsniffer saus overgoten en je staat geen moment meer stil.
De band brengt veel eigen geschreven materiaal maar ook een enkele cover wordt niet gemeden. The Seatsniffers zijn een begrip in rootsland en zijn gedurende vijftien jaar op menig internationaal podium te zien geweest tot dat er een dikke tien jaar geleden besloten werd een punt achter de samenwerking tussen Walter Broes (gitaar/vocals), Pier de Houwer (drumms/vocals), Roel Jacobs (saxofoon/backing vocals) en Bop de Houwer (upright bass/backing vocals) te zetten.
Er wordt geopend met ‘Loudmouth’ dat al bijna twintig jaar staat als een huis, man wat kan die Broes toch gitaarspelen. De energie van Piet de Houwer inmiddels toch alweer een dagje ouder is nog immer ontzagwekkend, hij geeft de vellen van jetje! ‘She’s a Fox’ en ‘Million $ Baby’ vind ik eerlijk gezegd beter dan vroeger op de schijf. De mannen hebben meer savoir-vivre lijkt het wel, minder gêne, de nummers worden er bijna uitgespuugd!
Het publiek, velen gekleed in mooie fifties kledij, raken buitenzinnig bij de drummsolo van Piet de Houwer – de man die voor vele jonge roots drummers als voorbeeld diende en dient – maar als Walter Broes sàmen met de Houwer de trommels geselt dan is het hek helemaal van de dam in de kleine tent!
Ik kan het bijna niet genoteerd krijgen in het bekende boekje want de songs volgen elkaar in zo’n hoog tempo op maar genieten kan ik wel van ‘Shake It’. Geef Broes eender welke gitaar (nu een Guild) en hij weet er de beste tonen uit te halen, tja deze ‘guitargeek’ mag zeker tot een van de beste roots gitaristen van Europa gerekend worden.
Door de wolkbreuk kan er inmiddels geen piep meer bij in de kleine tent maar dat is geen straf voor de naar binnengevluchte festivalganger want ook zij worden meegevoerd op de rock & roll golven van The Seatsniffers. Bespeur ik een riffje van The Red Devils in ‘UFO’ of werd Walter z’n rifje ooit door The Red Devils overgenomen?
Hoe dan ook het is voor het publiek niet belangrijk want de toeschouwers zijn in de ban van Walter, Piet, Bop en Roel. Wat een heerlijk optreden en wat prijs ik mezelf gelukkig dat ik er deze keer bij kan zijn. ‘Castin’ My Spell’ heeft zo’n opzwepend Bo Diddley ritme waar de laatste stilstaande bezoeker toch écht de heupen bij gaat bewegen.
Ja, ik besmeur me graag met de vette riffs van Walter Broes en onderga gewillig de overdosis rock ’n roll van zijn kompanen, wat een genot om deze mannen na twaalf jaar weer aan het werk te zien! Nu maar hopen dat zij er zelf ook zo lang mogelijk van blijven genieten. Een top set van een stel heerlijke musici die nog immer aan de top van hun stiel staan. Europa maak je klaar want The Seatsniffers zijn terug aan het rootsfirmament!
Deze zesentwintigste editie van Ribs & Blues wordt afgesloten door 10CC, vraag me niet wat deze band met blues te maken heeft want ik heb er geen antwoord op. De band bestaat nog slechts uit een origineel lid t.w. Graham Gouldman die nu met een hele nieuwe, deels jonge band weer aan het touren is geslagen.
Als één van de meest invloedrijke groepen uit de geschiedenis van de popmuziek wist 10CC de ene na de andere hit te scoren. Na een lange periode van afwezigheid is de band weer op de podia van Europa te zien waarbij ze alle grote hits uit het verleden opnieuw met veel enthousiasme spelen én ontvangen worden. Nummers als ‘Dreadlock Holiday’, ‘I’m Not In Love’ en ‘The Wall Street Shuffle’ waren in de jaren zeventig stuk voor stuk wereldhits en staan ook op de set-list die hier in Raalte wordt gespeeld. Wij als verslaggevers van TBA? besluiten dit optreden over te slaan en de fototassen weer op orde te brengen voor de reis naar huis.
De reporters van The Blues Alone? willen al die vriendelijke vrijwilligers die zich ieder jaar weer inzetten voor dit fijne festival bedanken voor hun tomeloze energie. Ook grote dank aan al die mensen àchter de schermen die dit Ribs & Blues tot een succes maken. Rob Telgenkamp en Frank Satink weer bedankt voor de verrassende programmering, Jaap Harmsen voor de aankondigingen, Ton Groot Beumer, Jan Doppen, Floor de Goede voor hun harde werk i.z. pr. én natuurlijk al die sponsoren met het muzikale hart op de goede plaats, ook betaald blijft jullie festival een van de toonaangevende van Nederland!
Lees het verslag en bekijk de foto’s van Dag 1 van Ribs & Blues 2024 HIER en van Dag 2 HIER.
Drie geweldige recensies weer van wat een prachtige 2024 R&B editie blijkt te zijn geweest.
Ik blijf me verbazen waarom het hier niet barst van de commentaren, die laten weten hoe groot de waardering is voor dit Gouden Duo (Nicolette & José), dat al decennia lang echt fantastische overzichten blijft maken van alles wat er aan mooie blues te zien en te horen is geweest.
Ik heb ze allemaal met heel veel aandacht en plezier gelezen, en zal dat blijven doen.
Een diepe buiging om van mijn dank en respect te doen blijken
Dank je wel voor je complimenten maar zonder de andere vrijwilligers zou TBA? écht niet kunnen blijven draaien. TBA? kan nog wat versterking in de vorm van schrijvers gebruiken overigens.