An Evening With The Blues vond plaats op zaterdag 26 Maart 2022 in LantarenVenster – Rotterdam. Een verslag van Ton Kok met foto’s van Dick van der Wilt. Klik HIER om het hele album te bekijken.
Zaterdag 26 maart j.l. was het na een onderbreking van 2 jaar eindelijk tijd voor de 30e editie van An Evening With The Blues in het LantarenVenster Theater in Rotterdam. In 2020 stond er op de poster de namen van John Primer, Chris Bergson & Ellis Hooks plus King Solomon Hicks. Heer Hicks was in de loop der tijd afgehaald, even was er sprake van dat Alabama Mike hem zou vervangen, maar uiteindelijk werd de sympathieke Brit Giles Robson vanuit Jersey overgevlogen om het festival te openen.
Het twee jaar uitstel had een klein bijkomstig voordeel. Iedereen had de kaarten voor het, overigens wederom uitverkochte, spektakel al twee jaar in huis, dus dit jaar geen vertraging bij de kassa. Velen stonden om kwart over zeven al in de rij voor de deuren van de zaal, die om half acht openging, om een zitplaats te bemachtigen. Maar The Blues Alone? mensen hadden minder haast en trakteerden zichzelf op een bakje koffie.
Master of Ceremonies, Henk Demper, maakte bij de aankondiging (bewust of onbewust) een klein uitglijertje door eerst even af te geven op Engelse muzikanten, die in de jaren zestig de 12 maten muziek van Amerikaanse voorbeelden imiteerden, om vervolgens enthousiast iemand te introduceren, die eigenlijk hetzelfde doet: Giles Robson.
Toch een Rotterdams tintje op het podium. Hij werd begeleid oor Fat Harry & the Fuzzy Licks (sans saxophoniste Jean de la Lumière), met Harold van Dorth (gitaar)
Arjan van den Oever (toetsen), Donald van der Goes (bas) en Jacco van den Heuvel (Jacky Hills) op drums.
De band had de nummers de avond ervoor even doorgenomen zonder Giles en tijdens de soundcheck samen even wat geprobeerd, maar het stond als een huis.
Na een lange instrumentale shuffle, het tweede nummer”, de slow blues “Your Dirty Look And Your Sneaky Grin” werd ook lekker uitgesponnen.
Daarna pakte Giles de zaak volledig in met in te haken op de rivaliteit tussen 010 en 0 nogwat om het maximale vocale en meeklap volume uit het publiek te halen met ‘Sarah Lee’.
Speciaal voor vandaag had hij de ‘Rotterdam Boogie Woogie’ geschreven, hoewel het sprekend leek op de ‘Blues Moose Boogie’, dat ik heb onlangs in Groesbeek hoorde spelen.
We hoorden verder een mooi eerbetoon aan Sonny Boy Williamson met ‘Nine Below Zero’ en met ‘Don’t Give Up On The Blues’ kwam een passend eind aan hun set, hoewel we nog geenszins van Giles af waren.
De zevenenzeventig jarige John Primer zou twee jaar geleden een afscheidstournee maken door Europa, maar moest spoorslags door Corona terugvliegen naar de V.S. Op die leeftijd moet je maar afwachten wat twee jaar lang inactief zijn met iemand doet, maar zijn gitaarspel was ‘spot on’ en zijn stem klonk ook fantastisch.
Hij begon de set met een wandeling op Broadway of te eindigen in (sweet home) Chicago. Maar voor het zover was kregen we een mooie bloemlezing van zijn repertoire te horen, met het nodige eigen werk, maar ook Jimi Hendrix, Muddy Waters en Elmore James hoorden we voorbij komen.
De Real Deal Blues Band met Steve Bell op harmonica, Darryl Wright op bas en Lenny Media (drums) zorgen voor de perfecte begeleiding.
Wat een heerlijk onderkoelde en strakke ritmesectie. Af en toe maakte John een ontspannen praatje met het publiek en mijn fotograaf van dienst, Dick van der Wilt leerde hem de Nederlandse vertaling van het Engelse woord chicken.
Hij legde ook nog even uit waarom hij niets had met Fender Stratocasters, maar besteedde toch het overgrote deel van de tijd aan het verzorgen van pittig vuurwerk op de bühne.
Voor het laatste nummer werd Giles Robson op het podium gevraagd en werd ‘Sweet Home Chicago’ ingezet. Het vuur op het podium werk nog wat opgestookt met een sublieme harmonica battle, waarin de heren Bell en Robson een schitterend duel uitvochten.
Nu is muziek geen wedstrijd en zal ik op het podium geen winnaar aanwijzen. De grote winnaar was het publiek.
En dan, Chris Bergson en Ellis Hooks. Zaterdag in Rotterdam en maandag was Chris Bergson inmiddels weer met de trein van New York op weg naar Boston om les te geven on het Berklee College Of Music.
In Rotterdam was de begeleidingsband iets afgeslankt met Philippe Dandrimont op bas en drummer Stephane Ranaldi.
Men begon lekker soulful met ‘The Only One’. De heren speelden een set met gezamenlijke nummers, maar ook materiaal van hun solo CD’s.
Dat Chris Bergson een buitengewoon gitaartalent is wisten we natuurlijk wel, maar zowel Chris als Ellis beschikken over een gouden strot en vocaal was het ook nauwelijks te overtreffen.
Het gitaarspel doet de fijnproever af en toe de mond openvallen met rock, soul, blues en jazz keurig vermengd tot een herkenbare stijl.
Ook op slide gitaar staat hij duidelijk zijn mannetje. Chris deed ook twee nummers samen met de ritmesectie, stevig rockend werk, terwijl Ellis een tweetal nummers zong van een van zijn grote invloeden, Sam Cooke.
Ook deze heren legden evenals John Primer een flinke reis af met ’55 Miles From Bromley’ tot ‘Back To Memphis’, een Chuck Berry nummer dat Chris ooit leerde van Levon Helm.
Na pareltjes als Little Milton’s ‘Grits Ain’t Groceries’ en een fraai ‘Get Out Of My Life Woman’ kwam de eindstreep toch onverbiddelijk in zicht.
Maar de opperspreekstalmeester Henk Demper kwam daarna het podium op om de mensen van het theater hartelijk te bedanken en de toegift aan te kondigen. De band kwam terug op het podium met in hun kielzog, ja, daar was hij weer, Giles Robson. Met Taj Mahal’s ‘Corinna’ kwam er een fraai einde aan deze heerlijke avond met de blues.
Het was allemaal prima verzorgd en hier vandaan wil ik de man achter het festival, Bert Lek, veel sterkte wensen a.s. donderdag in het ziekenhuis. Hopelijk herstelt hij snel en kan hij beginnen met het invullen van de 31e editie op 25 maart 2023.