Flirting With The Blues vond vrijdag 30 november en zaterdag 1 december 2018 jl. plaats in Theater Flint van Amersfoort. Een verslag van Ton Kok met foto’s van José Gallois. Klik hier om het gehele foto album te kunnen bekijken.
Na de prima openingsdag van Flirting With The Blues vroegen sommigen misschien af of die eerste dag wel overtroffen kon worden. Nou, daaar kunnen we zeker bevestigend op antwoorden. In plaats van twee stonden er deze dag vier acts op het hoofdpodium en zeker niet de minsten. In de foyer konden we voorafgaande aan de opening in de grote zaal en in de pauzes luisteren naar het regionale gezelschap RootzStock, die onder de naam Storybook Sessions vier sets van een half uur speelden met muziek van onder andere Keb’ Mo’, Anders Osborne en Lou Rawls.
De band band bestaat uit Herman Onnen (gitaar en zang), Frank Stukker (gitaar en zang), Ramon Doornekamp (cajon en zang) en Peter Badenbroek (bas). Gastzanger was Peter Rip. De heren zorgden voor een aangenaam geluid tijdens de rustmomenten in de grote zaal.
De zang en het instrumentale gedeelte was dik in orde, het geluid was op een prima volume om de eet en drinkmomentjes in de foyer op prettige wijze van muziek te voorzien.
In de grote zaal ging het er wat steviger aan toe, om te beginnen met The Veldman Brothers. De broers Gerrit (gitaar/zang) en Bennie Veldman (toetsen/harmonica/zang) zijn al lang uitgegroeid tot een vaste waarde binnen het Nederlandse bluescircuit.
De band wordt gecompleteerd door bassist Fred van der Wende en met vanavond Mathieu van Uden voor het eerst achter het drumstel. Mathieu is ondermeer bekend van Mojo Hand, terwijl hij ook bij de Dave Chavez Band de nodige invalbeurten achter de rug heeft.
Gedurende de show bleek toch wel dat de band in de loop der jaren de nodige Nederblues klassiekertjes op zijn naam heeft met schitterend werk als ‘One More Chance’, ‘All Those People’ en ‘Leavin’ om er een paar te noemen. Het merendeel was eigen werk, maar ook een eigenzinnige versie van ‘I’ve Got My Mojo Working’ sierde de setlist. Een prima openingsset van de mannen.
The Delgado Brothers speelden eerder op het festival en gitarist Joey Delgado maakte vorig jaar deel uit uit van de 4G sessie. Naast Joey Delgado (gitaar/zang) waren er Steve Delgado (drums/zang), Bob Delgado op bas/zang) en Hammond speler David Kelley.
Moest ik twee jaar geleden nog even wennen aan hun mix van R&B, latin en blues, dit jaar wist ik wat ik van er kon verwachten en wisten de heren een prima set neer te zetten. Ze speelden ondermeer ‘Fair Warning’ van hun debuut cd uit 1979, maar uiteraard ook materiaal van hun meest recente cd Two Trains waaronder de titelsong.
Drummer Steve neemt de meeste leadvocalen voor zijn rekening, maar ook zijn broers staan vocaal hun mannetje. Eigenlijk zat de speeltijd er op voordat de mannen er erg in hadden en moesten ze het laatste nummer op de setlist laten schieten.
Jammer? Enerzijds wel, anderzijds konden we ons op gaan maken voor de klapper van de avond, de 4G sessie met de gitaristen Alan Haynes, Danny Giles, Jim Suhler en Matt Schofield. Twee Britten en twee Amerikanen. Voor de begeleiding zorgden The King’s Rhythm Crew met Govert van der Kolm (toetsen), Ruud Weber (bas) en Fokke de Jong (drums).
Texaan Alan Haynes mocht het spits afbijten. De man is actief sinds de jaren zeventig, heeft in Nederland een select gezelschap aan fanatieke fans en wordt regelmatig in verband gebracht gebracht met Stevie Ray Vaughan. Op zijn cd ‘Wishing Well’ uit de jaren negentig is zo de complete band Double Trouble te horen.
Zijn opener was een prima relaxte mid-tempo blues, dat een prima visitekaartje was. Daarna werd het iets vlakker met overbekende nummers als ‘If You Got A Good Friend’ en ‘Help Me’, maar het gitaarspel was om de vingers bij af te likken. Net als bij Kid Ramos de dag ervoor bleek deze man ook aardig vergroeid met zijn instrument.
Danny Giles leerde ik jaren terug kennen als een van dik hout zaagt men planken gitarist, die veel Freddie King en Jimi Hendrix songs op zijn programma had. Maar wat recentere optredens van hem als frontman en als begeleider hadden me er al van overtuigd dat deze man veel meer in zijn mars had. Dat liet hij ook vanavond in De Flint horen. Met een prima set met eigen werk wist hij vriend en vijand van zijn klasse te overtuigen. Goed uitgebalanceerd gitaarspel en ook als zanger stond hij zijn mannetje tussen de grote namen om hem heen.
Jim Suhler was de volgende. De man heeft, althans wat mij betreft, met Tijuana Bible één van de beste blues/rock/Americana platen aller tijden gemaakt en de titelsong van deze CD bezorgde me ook deze avond weer de nodige kippenvelmomentjes.
Suhler was de enige van de 4G mannen, die zich aan de slide gitaar waagde en ook hierop is hij een meester. Terwijl zijn voorgangers er drie nummers uitgeperst hadden, Suhler wist het tot vier nummers te brengen. Hoewel ik wel ergens een EP-tje van hem in de kast heb liggen heeft deze jongeling nog geen indrukwekkende discography weten op te bouwen, maar het wordt toch hoog tijd dat iemand hem eens een poosje in een studio opsluit.
Matt Schofield was de afsluiter van het eerste gedeelte van de show en gooide er een heerlijke set met funk, jazz een blues tegenaan met ook ondermeer het New Orleans-achtige werkje ‘Live Wire’.
De heren van The King’s Rhythm Crew en Schofield hadden nog niet zo lang geleden samengespeeld en zetten een bijzonder hechte set neer, waar niets op aan te merken was. Alsof de heren al jaren samenspeelden. Het plezier spatte eraf en ook Govert van der Kolm kreeg de nodige soloruimte, die hij als vanouds perfect benutte.
Werd de 4G sessie vorige jaar afgesloten met een paar obligate shuffletjes, dit jaar hadden de vier voorgangers allemaal nog een eigen nummer ingebracht dat bij hen paste en wisten dat nummer met behuld van de collega’s prima uit te bouwen.
Voor mij hier het sterkste Danny Giles met een schitterende slow blues en Schofield met het funky ‘Black Cat Bone’. Dit overigens zonder de instrumentale bijdrage van Haynes en Suhler’s versie van ‘Let’s Work Together’ tekort te doen. Wàt een power, wàt een energie. Deze set komt hoog in mijn eindejaarslijstje van live concerten. Met recht GFource!
Aan Phil Bee’s Freedom de ondankbare taak om na dit hoogtepunt te moeten afsluiten.
Met gitaristen John F. Klaver en Berland Rours bleef het zes snaren niveau zeer hoog. Wil Hermens (bas) en Arie Verhaar (drums) legden een groovy basis neer en Pascal Lanslots achter de toetsen zorgde voor de perfecte instrumentale afwerking, waarop zanger Phil Bee zijn soulvolle geluid kon laten horen.
Ook bij deze heren prima geschreven en gearrangeerd eigen werk, aangevuld met pareltjes als ‘Big Legged Woman’ en ‘Got To Get Better in A Little While’. Zo eindigde ook deze avond, zoals die begonnen was, op ongekend hoog niveau.
Op zaterdag was het wat drukker dan op vrijdag maar de bezoekersaantallen van beide avonden rechtvaardigen het om er volgend jaar weer een tweedaags festival van te maken (13 en 14 december 2019). Bart de Lange en Hans van Horck en alle andere andere betrokkenen hadden het weer prima voor elkaar.
In een plaatselijk kroegje is ‘s nachts nog een lekker after-party, waar dit jaar onder meer Joey Delgado, Danny Giles, Alan Haynes en Jim Suhler binnenstapten en waar tot in de vroege uurtjes werd gejamd. Maar na de perfecte avond in de De Flint konden de lange jams op Stormy Monday enz. dat echt niet meer overtreffen.