Zaterdag 29 september 2018 jl. vond in GC De Breugel, Haacht (België) de finale Belgian Blues Challenge plaats. In totaal namen zeven bands en een duo deel. Een verslag van Ton Kok met foto’s van Fer Vanreyten.
Op de Nederlandse Blues Challenge hoor ik zo’n beetje bij het meubilair, voor wat betreft de Belgische Blues Challenge was het de eerste keer. Ik ben niet helemaal op de hoogte van het Belgische gebeuren, maar ik begreep dat de organisatie in het verleden lag bij bluesliefhebbers uit de omgeving Gent. Dit jaar was de organisatie in handen van de mensen achter het fantastische Swing Wespelaar festival. Deze mannen wisten een geslaagde avond te organiseren en kunnen terugkijken op een uitverkochte challenge.
Het grootste verschil met de Nederlandse Blues Challenge is dat de Belgen alleen aangesloten zijn bij de European Blues Union en niet bij de International Blues Foundation, zodat de artiesten hier alleen strijden voor een plaats op de European Blues Challenge, die begin volgend jaar gehouden wordt op de Azoren, ook geen verkeerde plek om een aantal dagen te vertoeven. Verder geen ronde miss om de tijd in de gaten te houden. De bands worden vanaf de zijkant van het podium op de resterende speeltijd gewezen. Minder gedoe met allerlei zaken als loterijen of cheques voor optredens op de diverse festivals. De winnende band kreeg een check van EUR 500,– van de organisatie. Er was een stevige hap verkrijgbaar en natuurlijk draagt het Belgische bier ook bij aan de sfeer.
De jury bestond uit vertegenwoordigers van diverse Belgische bluesorganisaties. Franky Bruneel (Back To The Roots magazine) en Arie Verheul (Dutch Blues Foundation/Blues In Wijk) waren de ook in Nederland bekendste namen.
Klokslag zeven uur ‘s avonds trapte het gezelschap Bluebird het spits af. Dit kwartet bestaat uit Matis Kooreman (zang/harmonica), Lajos Tauber (akoestische gitaar, zang), Kasper van de Ponseele (akoestische gitaar) en Natan Goessens (drums).
Deze heren zetten een prima set blues neer met toch een zeer eigen geluid, soms een beetje poppy, Het harmonicaspel was dik in orde en de beide gitaristen wisselen elkaar solerend en begeleidend af en deden zeker niet voor elkaar onder.
De zang kwam af en toe een tikkeltje onzeker over, maar deze heren zetten een overtuigende set neer en het pubiek wist dat zeer te waarderen. Een prima opening.
The Blue Chevys waren van een heel andere orde. Een acht koppig gezelschap, dat al sinds eind jaren tachtig aan de weg timmert.
Deze band bestaat uit zanger Kris Briest, de gitaristen Frederic Martello en Sven Smekens, bassist Jean-Luc Cremens, drummer Philippe Martello, toesenist Jan Ursi en de blazers Koen Desloovere (sax) en Kim Vandeweyer (trompet). De band speelt eigenlijk rock à la Rolling Stones met een flink aandeel voor de blazerssectie.
Ook deze band had weinig tijd nodig om het publiek van hun kwaliteiten te overtuigen. Ze speelden een vlotte, goedlopende en afwisselende set. Een geroutineerd gezelschap dat toch fris en met veel speelplezier een sterke set neerzette.
Weer van totaal andere orde was The Hourglass Instinct. De heren oogden als het gemiddelde powerrock trio, maar toch lag hun muziek wel degelijk diep geworteld in de blues. Dit trio bestaat uit zanger/gitarist Daniel Sas, bassist Wim Franssen en drummer Kris Lemkens. Stevig werk werd afgewisselend met ingetogen slow blues werk.
Fantastisch gitaarwerk, eigenzinnig drumspel en daar tussendoor huppelende bas, die alles prima bij elkaar hield. Af en toe deed het aan Cream denken en dat is beslist als compliment bedoeld.
Nog meer jong talent met Tom’s Place. Tom Verhoeven (zang/harmonica) en Pieter Place (gitaar) wisten een mooie set neer ze zetten met Delta en Chicago blues zonder terug te vallen op de overbekende klassiekers. Zowel zang, harmonica en gitaar waren sterk, Tegen het einde van de set liet Pieter op slide gitaar horen ook een prima stukje Elmore James-stijl in de vingers te hebben.
Inmiddels zaten we bijna op de helft en was ik toch behoorlijk onder de indruk van de diverse bands. Nu staat de Belgische blues, waar de nadruk over het algemeen echt op blues ligt in plaats van de blues-rock van hun noorderburen, bij mij sowieso al hoog aangeschreven en werd hier vanavond weer eens bevestigd.
Een weer zeer geroutineerde naam op het programma was Buckwood Mojo. De leden van dit gezelschap werken onder de illustere namen Bad Luke (vocals), Lee Harper (harmonica), Jumping Jay (gitaar), King Louie (bas), The Rock (drums) en de enige dame vandaag op het podium Brownie ‘Sugar’
Morelli (toetsen).
Dit gezelschap wist zowaar het publiek aan het meezingen te krijgen. Ik had de indruk dat de harmonica soms een beetje zoekende was en de dame in het gezelschap was solistisch het meest indrukwekkend. Je hoeft deze ervaren rotten niet te leren hoe je een set op moet bouwen.
En dan, de Mojo Daemons, een duo bestaande uit Ben Pittoors (zang/harmonica) en Kris van Bosstraeten (gitaar). Dit was eigenlijk de enige act met bekende traditionals op het programma met nummers als ‘Saint James Infirmary’ en ‘Going Down Slow’. Maar dat deden ze dan wel zeer overtuigend.
Authentieke blues? Nou, ik heb zelden een akoestische gitaar over zo’n grote pedalenbank zien spelen. Blijkbaar wisten de mannen achter het mengpaneel niet helemaal goed raad met het geluid, maar deze heren wisten het oude materiaal op zeer overtuigende wijze te brengen. Overigens de heren van het geluid leverden prima werk af vanavond.
Een naam, die dankzij Swing Wespelaar al enige bekendheid had bij ondergetekende was Black Cat Biscuit. Dit was mijn kennismaking met de band en vanaf de openingklanken op slidegitaar van zanger/gitarist “Yasser” Arnauts pakte deze groep me.
Naast Arnauts bestaat de band uit Patrick Inderstege (bas, zang), Stanley Patty (gitaar), Mark Sepanski (harmonica) en Jeff Gijbels (drums). Gitarist Patty had in het verleden met de Love Veins ook al eens meegedaan aan de Dutch Blues Challenge. Toen brak hij in het eerste nummer een snaar, maar dat bleef hem deze avond bespaard.
Niet alleen was er muzikaal niets op aan te merken, maar er gebeurde bij deze mannen ook wat op het podium. Hun set werd afgesloten met ‘Sons Of A Vampire’, waarin Mark Sepanski op de rand van het podium stond te soleren, terwijl de rest van de band op het drumpodium een muur van percussieklanken neerlegde.
Wat kon hier nog tegenover gesteld worden? De Tuxedo Swamp-Blues Band zette desalnietemin een goede set neer. Prima blues met een laid back tintje, De band bestaat uit Jaak Billet (bas), Swa Parie (toetsen), Hans Wouters (drums), David Neath (gitaar) en zanger Ron Duxon.
Ondanks de verpletterende indruk van Black Cat Biscuit wist deze band zich ook prima staande te houden en voor een waardige afsluiting van de Challenge te zorgen. Ze lieten een mooie mengeling van bluesstijlen horen, prima gespeeld en met veel enthousiasme gebracht.
En dan zat het er op en konden de punten van de jury geteld worden. Zit ik er bij de Dutch Blues Challenge nog wel eens naast, hier bleek de jury het met mij eens te zijn en werd Black Cat Biscuit uitgeroepen tot winnaar van de Belgian Blues Challenge 2018.
Zij mogen begin volgend jaar naar Portugal afreizen om hun land op De Azoren te vertegenwoordigen. Komende zondag horen we alvast tegen welke Nederlandse tegenstanders ze het mogen opnemen.
Het is hier in België gebruikelijk dat de winnende band nog een paar nummertjes speelt, maar dat zat er vanavond helaas niet in. De heren hadden nog een flinke rit voor de boeg voor een nachtoptreden in Geleen.
Al met al kunnen we constateren dat ook in België nog veel bluestalent voorhanden is, dat op de Nederlandse podia zeker niet zou misstaan. Een prima sfeer in een gastvrije ontvangst en goede muziek maakte het tripje naar Haacht meer dan de moeite waard. En dan is het tijd voor de ‘Long Way Home”.