Een sfeerverslag van Zondag 19 Augustus van het 31ste Swing Wespelaar – België op 17, 18 en 19 Augustus 2018. Tekst Nicolette Johns met foto’s van José Gallois. Klik hier om het gehele fotoalbum van dag 3 te bekijken.
De zondag begint sereen op het plein onder de kerk van Wespelaar, er zijn nog maar weinigen écht wakker. De vrijwilligers achter de togen vullen de koelkasten, zetten koffie en ontvlammen koffiepoeder om de wespen te verdrijven. Mondjesmaat lopen de eerste bezoekers de Grote Baan op, de een zoekt een plekje in de schaduw, de ander juist in de zon, de meesten hebben een stoel mee maar sommigen zijn speciaal vroeg aanwezig om een van de vele terrasstoelen te confisceren. Wij twijfelen nog tussen wel of geen zonplaatsje…….het wordt de schaduw. We beginnen met koffie en wachten op de aftrap van alweer de laatste dag van dit nu al succesvolle Swing Wespelaar 2018.
De man die al weer sinds mensenheugenis aantreedt als MC van dit nog steeds gratis toegankelijke festival introduceert de eerste act van deze laatste festivaldag als volgt “hij is de knuffelbeer van Australië en zij heeft Ierse roots“. Het handelt hier om het Australische/Ierse duo Robert ‘Fitzy’ en de aantrekkelijke Cara Robinson die in de muziekscene als Hat Fitz & Cara bekend zijn. Hij timmerde al jaren aan de weg van het bluescircuit in Australië voordat hij Cara ontmoette tijdens een tour in Ierland. Cara toerde als achtergrond-zangeres met mijn favoriet uit jongere jaren Jamiroquai maar ook met Corinne Bailey-Ray. In Ierland sprong niet alleen de muzikale vonk over maar ook de liefdesvonk. Samen zetten zij een mix van ‘old skool raggedy’ blues en folk getinte songs op hun repertoire.
Hat Fitz op de (akoestische/resonator) gitaar en Cara op de drumms waarnaast zij ook nog de ‘fife’ en het washboard bespeelt, tel daarbij een krachtige, elysische stem bij op en Wespelaar is getuige van een mooi optreden. ‘Company Underground’ is een gedicht van Frank McNamara dat door Fitz en Cara op muziek werd gezet; het heeft een bezwerende melodie en geeft goed de strekking van het gedicht van de naar Australië verbannen dichter weer.
‘Fitzy’ wisselt de elektrische gitaar af met de resonator en neemt in ‘That’s No Way To Get Along’ de vocalen van Cara over waarin hij een superbe slide ten gehore brengt en Cara met de elegante vingerhoed-handschoentjes het washboard er behoorlijk van langs geeft.
Zo wordt de Zondag mooi geopend, hier wordt een mens vrolijk van! Cara heeft een soulvolle, ver reikende stem waarvan ik ook deze keer weer van achterover sla in het wonderschone ‘I’m Going Home’ over de wens dat 1 van de 100 muren in Belfast misschien ooit afgebroken zal kunnen worden. Als we bijna aan het einde van de set zijn aangekomen brengt het duo ‘Power’ over de kracht die je zelf kan vinden na een tegenslag. Een nummer waarin de ‘fife’ een hoofdrol krijgt.
We krijgen een voorproefje op het album wat begin 2019 uitgebracht zal worden met ‘Hold On’, ook al weer geschreven over tegenslag. De Ierse ‘travelers’ komen in ‘Slow Down’ aan bod en met ‘Try’ doen we allemaal mee.
Cara krijgt na afloop van de set zoals altijd weer een stevige omhelzing van manlief ‘Fitzy’. Wij van ‘The Blues Alone?’ hebben de ‘power’ van dit duo alweer geapprecieerd en hebben volop genoten van deze akoestische opener van Swing Wespelaar.
Nick Dittmeyer & The Sawdusters is voor dit setje van TBA? een volledig onbekende band en dus laten wij ons verrassen. Deze mannen brengen onvervalste Americana, de band vindt haar oorsprong in Indiana en wordt voorgestaan door Nick Dittmeier zanger/gitarist.
Hij ziet zich begeleid door gitarist JP Payton, Bob Rutherford is de bassist en Mark Minnick is de drummer. We lezen in de vooraankondiging dat de band muzikaal doet ze denken aan The Band en Little Feat, we gaan het beleven. De beide gitaristen, Nick en JP zijn heerlijke muzikanten, fijn op de slide en het hoge bluegrass-gehalte brengt een laid-back sfeertje teweeg in Wespelaar.
We horen covers van John Prine en Willie Nelson maar ook eigen nummers zoals ‘Rhythm Of The Train’ en ‘My True Love’ helpen ons weg te dromen naar bossen en beekjes. ‘Stabbed To Death In Ohio’ heeft een iets minder fijne boodschap, goed gemusiceerd maar het blijft allemaal een beetje vlak en monotoon.
Nee, de vergelijking met The Band gaat hier echt niet op, het is allemaal een beetje statisch. De Merle Haggard cover “I’m So Tired Of It All’ lijkt wel toepasselijk op de mannen op het podium, nee Nick Dittmeyer kan me niet over de streep trekken. Als ik zo over het terrein kijk wordt er menig goed gesprek gevoerd tijdens het optreden, jammer naar mijn idee een gemiste kan voor deze band!
Met Andy J. Forest The Swamp Crawlers gaan we naar New Orleans, beter gezegd naar Frenchmenstreet waar deze frontman/zanger/washboard/blues-harpist samen met zijn band avond aan avond muziek maken. NOLA’s bijnaam is ook wel ‘meltingpot’, de stad waar vele culturen en muziekstijlen bijelkaar komen en de diverse invloeden elkaar kruisen.
Zo ook in de muziek van de 63 jarige Andy J. Forest horen we invloeden uit de zydeco, blues, soul, funk en natuurlijk jazz. De man mocht al een twintigtal albums op zijn palmares schrijven en was in de jaren negentig een graag geziene gast in Europa. Na 20 jaar is hij weer eens te gast in België en ik denk dat we in zijn voor een feestje in New Orleans stijl! Forest woonde een dikke vijftien jaar in Italië en dus heeft hij Italiaanse begeleiders naar Wespelaar meegebracht t.w. Antonio Vezzano op de vintage Guild gitaar.
De ritme-sectie bestaat uit Luca Tonani op bass en drummer is Pablo Leoni. Forest opent met Little Walter’s ‘Just Your Fool’ en van meet af aan kunnen we zeggen dat zijn band een flinke steen bijdraagt. Andy J. lijkt nog even nodig te hebben om te stem te verwarmen en de lippen wat soepeler te maken maar de sfeer zit er al lekker in.
‘I Love You Worse’ is volgens Forest “a slow and deep depressing song”, de man beschikt over een grote dosis humor blijkt want er volgt een aanstekelijke jump-blues waar we maar moeilijk het ritme meeklappend kunnen volgen. Zydeco is normaliter met een accordeon maar Forest imiteert het instrument vakkundig op zijn smoelenschuiver.
Dat de frontman ook aardig gitaar speelt bewijst hij met ‘Breach In The Levee’ dat hij schreef 3 dagen na Katrina, een song met een onheilspellende feel. Ik geniet van deze man met een werkelijk voortreffelijke band, soms laat Forest me terugdenken aan een jonge Tom Waits. De song die menige heup op de Grote Baan laat wiegen heet ‘Fish Skin Boots’; een topper van een mambo.
Bo Diddley komt langs in de vorm van ‘Crazy Legs’ maar volgens Forest heeft het dansje wat erbij hoort niet zo aangeslagen als Checker’s twist of Berry’s duck walk. Een klein beetje afgeleid doordat we ineens in de rookwolk van “de buur zenne b.b.q” staan is deze vrolijkheid genererende set tot een einde gekomen. Andy J. Forest The Swamp Crawlers een band waarbij weer die fijne avond(en) in het French Quartier herinnert.
De volgende band – Catfish – zijn de winnaars van British Blues Award voor Blues Act of the Year (2017). Catfish heeft inmiddels al een bijzondere reputatie opgebouwd waarvan de 23 jarige frontman/gitarist/zanger Matt Long de meeste credits op zijn conto mag schrijven. Catfish was al eens eerder vertegenwoordigd op deze website maar toen was Ton Kok de recensent van dienst; vandaag krijg ik ook de kans deze jongeman te zien performen.
Matt Long wordt begeleid door vader Paul Long op toetsen en vocalen, de ritme-tandem bestaat uit Kevin Yates op drumms en Adam Pyke op de bass. Geen raszuivere blues maar stuwende blues-rock staat ons te wachten aldus de MC. ‘Leading Me On’ haalt de laatsten nog bij de toog vertoevende bezoekers naar het podium want deze jongeman vertolkt met passie het opzwepende nummer. Een rustpunt in de set is het rillingen opwekkende ‘So Many Roads’; niet alleen mijn bluesvriend uit Zeeland en ik zijn sprakeloos maar ook de menigte op de Grote Baan is muisstil . Zó knap als je dit voor elkaar weet te boksen als jongen van nog maar 23 jaar!
Nummers met prominente Hammond vertegenwoordiging, intensieve gitaar soli en vooral het stemgeluid zijn de handtekening van Catfish. De band is wat mij betreft nù al de verrassing van dag 3 van dit festival. ‘Broken Man’ had ik natuurlijk al eens beluisterd in de social media maar live doet het nummer mij de tranen in de ogen opwellen; ik ben ‘amazed & flabbergasted’ zoals de Engelsen zo mooi verwondering kunnen uitdrukken.
Alweer kun je een cavafles horen ploppen zó stil is het op het plein voor deze Catfish. “Sometimes you’ve gotta sing a uplifting tune” zegt Matt Long en zo’n liedje is ‘Better Days’ waarbij hij de trap afkomt om langs het publiek aan de dranghekken te musiceren. Alsof Matt Long ons nog niet genoeg heeft verbaasd en in mijn geval heeft gewonnen horen we ook nog een zéér smaakvolle ode aan de 2 dagen geleden oveleden Aretha Franklin met ‘Make It Rain’.
Matt Long knielt voor zijn publiek maar eigenlijk moeten wij als toeschouwers voor hem knielen als dank voor alweer een betoverende ontdekking. Grote buiging naar Catfish, nog niet gezien? Laat u zo snel mogelijk betoveren door deze gitaargigant waarbij ik me geen moment heb geërgerd aan de vele noten in zijn solo’s.
Alweer kwart over acht is het geworden als Diunna Greenleaf & Blue Mercy, haar Deense band, het podium betreden. Geen Swing Wespelaar zonder ‘big mama’ moet de programmeur hebben gedacht; helaas bleken de kinderkopjes en haar hakjes geen vrienden te kunnen worden en dus zag deze bluesdiva jammer genoeg voor het optreden de kinderkopjes van ‘up-close’.
Het wiegje van deze diva stond in Houston-Texas en werd grootgebracht in de gospel. Diunna Greenleaf is van de generatie van Aretha Franklin, Sam Cooke en Koko Taylor en natuurlijk is stijl hierdoor beïnvloed. De diva ziet zich geflankeerd door Ronni Busack-Boysen op gitaar, Galvin Moolchan is de drummer en Henrik Poulsen bespeelt de bass maar ook het keyboard heeft voor hem geen geheimen. Als extra gitarist zien we Pascal Fouquet uit Frankrijk meespelen.
Het openingsnummer van de set waarvoor velen zich inmiddels strak tegen de hekken aandrukken heet ‘I Can’t Wait’ en ik word opgeslokt door de soul van deze bluesdiva. Een van mijn persoonlijke favorieten ‘Back Door Man’ staat ook op de set-list toch moet ik bekennen dat de dame de band wat teveel uit de spotlight houdt. Nadat John Lee Hooker overleden was schreef Greenleaf ‘Tribute to John Lee Hooker’ een nummer met een nogal lang en daardoor tenenkrommende introductie.
Àls de song dan eindelijk gestalte krijgt is het meeste werk voor Ronni en Patrick en weinig vocals. Heeft Diunna pijn aan de verstuikte enkel of wordt zij emotioneel door haar gesprek met een toeschouwer op de eerste rij over het overlijden van Aretha Franklin? We weten het niet maar wat ik wel weet dat ik de vrouw liever hoor zingen, het komt er niet van en jammer genoeg ebt het optreden langzaam weg. Een desillusionerend optreden van een blues-diva die ooit de menigte omver blies.
Iemand die mij wél ooit omver blies ten tijde van zijn optreden in de helaas ter ziele gegane North Sea Jazz club is Sugaray Rayford. Deze ‘bigger than live’ teddybeer was frontman/zanger van The Mannish Boys tegenwoordig is hij beter bekend als zijn eigen man waarvan de band zijn naam draagt. Caron Nimoy ‘Sugaray’ Rayford werd negenveertig jaar geleden geboren in Texas en werd als zovele van zijn Afro-Amerikaanse collega’s gevormd in de kerk waar hij de gospel belijdde.
Afgelopen jaar ontving de in San Diego-CA residerende frontman maar liefst vier American Blues Music Awards nominaties waarvan de belangrijkste de BB King Entertainer Award voor Best Live Performer zonder twijfel hier vandaag in Wespelaar waargemaakt zal worden.
Sugaray heeft in Wespelaar zijn Amerikaanse band meegebracht met Gino Matteo op gitaar, Drake Shining op keyboard, de ritme-sectie wordt gevormd door Lavell Jones op drumms en Alan Markell is de bassist.
De horn-sectie bestaat uit saxofonist Aaron Liddard maar van de trompettist moet ik u de naam schuldig blijven. Voor wie Sugaray Rayford nog niet eerder zag optreden wordt dit een vermoeiende set, de man is ondanks zijn omvang een échte ‘dance-machine’ maar blijft afgezien van de energie die dit vergt vol overgave door zingen, transpiratie is voor hem tijdens zijn performance geen belemmering!
Inmiddels wil ik na mijn vorige ervaring met deze man in Amsterdam niets van zijn performance missen en ben ook ik vooraan het podium te vinden. Al bij ‘Blind Alley’ kan ik moeilijk stilstaan, de energie, de dominantie en zijn booty shaking dance-machine bewegingen werken aanstekelijk. Vooraf ‘Stuck For A Buck’ vraagt Rayford of het publiek is gekomen voor een concert of een feestje. Het antwoord laat zich raden want feestend gaat dit bijzonder sympathieke festival richting middernacht.
Gino Matteo op gitaar zorgt voor de sidderingen langs de ruggegraat maar ook de 5-snarige bass van Alan Markell is hiervoor verantwoordelijk voor. Sugaray pakt nog maar eens uit met ‘Born Under A Bad Sign’ – Albert King in een funky jasje – en ook deze uitvoering kan op veel bijval van het publiek rekenen. Nergens is te merken dat dit kollektief twee uur vóór het optreden in Brussel arriveerde na afgelopen nacht hun optreden op Sardinië om half twee ‘s nachts te hebben afgesloten; het is een stomend optreden waar slechts weinigen niet de deelnemen aan de dance-machine van Rayford!
Nog eens geeft Gino Matteo tijdens zijn laatste optreden bij Sugaray Rayford een gigantisch performance in het nummer ‘Big Legged Woman’. Tijdens deze tour opgedane talenkennis horen we de titel van ‘Beans and Cornbread’ in Portugees, Italiaans en Spaans maar de dance-machine Rayford laat ook zijn publiek uit volle borst meezingen. Dat Rayford niet alleen up-tempo nummers aankan bewijst hij met de mellow soft-soul song ‘Don’t Regret A Mile’ waarbij de horn-sectie de mellow tone voert.
Het feestje is in volle gang hier in het Haachtse als ook Guitar Slim Jr. en Diunna Greenleaf acte de présence komen geven luidt dit het ultieme slot in van een prachtige drie – droge – dagen in Wespelaar.
Inmiddels is de grote teddybeer op het VIP-podium te vinden waar hij iedere muzikant zijn solo gunt. Ik hoor mooie jazz-schema’s van saxofonist Liddard maar ook toetsenist Drake Shining kan de klokslag van middernacht moeiteloos overstemmen. Na de hartverscheurende gitaarsolo in een eigen interpretatie van Pink Floyd wil Rayford nog “5 songs in 5 minutes” doen want de tijd dringt waarbij we allemaal nog één keer een dance-machine zijn op de tonen van o.a. ‘Gonna Have A Funky Good Time’, ‘The Blues Is Alright’ en ‘Mystery Train’.
De menigte is uitzinnig maar een toegift is helaas uitgesloten, Sugaray Rayford en zijn mannen hebben dit Swing Wespelaar swingend afgesloten.
Lees het verslag en bekijk de foto’s van Dag 1 hier van Swing Wespelaar 2018 en van Dag 2 hier.
Gelijk ieder jaar lijkt de vorige editie niet overtroffen te kunnen worden maar steeds weer verrast de organisatie het publiek én de media-vertegenwoordigers, zo ook dit jaar. Dank aan programmeur Hans Baes en Chris die ook deze 31ste editie weer een bijzondere line-up verzorgden, voorzitter/organisator Filip Le Roy voor zijn niet aflatend enthousiasme en natuurlijk onze MC Dirk Kasteels. Tevens dank ik – namens alle bezoekers – al die vrijwilligers die ook deze 31ste editie weer mogelijk hebben gemaakt.
Afspraak Swing Wespelaar 2019 is alweer gemaakt, zien we u (weer) ook zo rond 18 Augustus?
Alweer een drietal uitstekende reviews, zoals gebruikelijk vergezeld van ontelbare prachtige foto’s.
Mijn dank is, zoals altijd, groot!