Het Heartland Festival vond plaats op 7 april 2018 in Metropool, Hengelo; een sfeerverslag van Ria Pronk met foto’s van Gerrie van Barneveld.
Op deze eerste, echte voorjaarsmiddag begeven we ons richting het oosten voor de jaarlijkse editie van het Heartland Festival. De programmeurs van dit “roots and beyond” festival in Metropool stelden ook dit jaar een divers programma samen. Artiesten uit binnen- en buitenland geven acte de présence op drie podia; de Jupiler stage, het Paradijs en het Muziekcafé.
Tangarine bijt het spits af in Het Paradijs. Arnout en Sander Brinks, de tweeling uit Assen, weet het voorzichtig toestromend publiek te verrassen. Ik heb het “van horen zeggen”, want wij zijn dan nog onderweg naar Hengelo.
We haken aan bij de Secret Sisters. De zussen Laura en Lydia Rogers uit Alabama moeten het hebben van hun vocalen, want het gitaarspel van Lydia is functioneel maar niet sensationeel. De stemmen van de zussen sluiten bij elkaar aan, als de schakeringen van een kleurstaal in de verfwinkel.
Het duo is een vrouwelijke variant van de Everly Brothers. In Bad Habit laten de dames horen dat ze ook in het hoge register aardig bedreven zijn. Bij tijd en wijle zijn ze erg grappig, die twee kibbelende zussen. Ooit zaten ze aan de grond, maar ze herrezen en staan in volle glorie in Hengelo; de enige “girlpower” vandaag.
We schuiven door naar de naastgelegen kleine zaal waar The Dawn Brothers op het podium staan. Het doet wellicht anders vermoeden, maar deze heren komen uit Rotterdam. Bas van Holt speelt gitaar, Levi Vis bas, Rowan Vos toetsen en Rafael Schwiddessen neemt de drums voor zijn rekening.
Lekkere stevige muziek van een stel jonge honden. Het rockt lekker, zoals bijvoorbeeld het titelnummer van hun debuut cd, Staying Out Late. Soms is het wat meer catchy; Vampire is daar een goed voorbeeld van. Fijne band, die deze zomer op tournee gaat door Europa en eind april begint met een rondje UK. Ga ze zien op Ribs & Blues!
Singer song-writer Twain zie ik in het café. Hij is opvallend klein van postuur, oogt wat verloren en klinkt authentiek folky. Luister vooral een keer naar Rare Feeling. Dit is een oude geest in een jong lichaam. Ik heb niet veel tijd om mij in weemoed te wentelen, want ik wil naar Andrew Combs. De man uit Nashville staat alleen op het grote podium en heeft niets anders dan zijn gitaar en zijn bijzondere stem.
Hij brengt bitterzoete country soul. Zowel fotograaf van dienst als ondergetekende menen iets van Don Maclean in zijn stem te herkennen. Een serie prachtige liedjes passeert: Lauralee, Like a Feather, een eerbetoon aan zijn vrouw en het sfeervolle en subtiele Month of Bad Habits.
Van Baptiste W. Hamon was mij inmiddels al ter ore gekomen dat dat muziek van bijzondere klasse is. Franstalige Americana hoor je sowieso niet veel. Baptiste komt uit Parijs en wordt geflankeerd door een gitarist en een gitarist/percussionist. Zijn bos met krullen wordt in bedwang gehouden door een jongensachtig petje. Wat maakt dit nou zo bijzonder? Het is natuurlijk die prachtige taal, de combi van Americana en chanson. Het is zijn melancholisch stemgeluid en hoe beide sidekicks dat aanvullen.
Het is de subtiliteit van de begeleiding. En last but not least zijn royale lach. Een meisjesding, hoor ik de fotograaf zeggen. Dat zou zomaar kunnen, want er staan opvallend veel dames aan het podium geplakt en Hamon heeft ook mijn hart gestolen. Alhoewel het begrip meisje op mij als vijftiger, wat minder van toepassing is; hoe spijtig dat soms ook is! Vermeldenswaardig is nog de adembenemende uitvoering van Waitin’ Round to Die (in het Engels) van Townes Van Zandt. Het is de enige cover, maar een om door een ringetje te halen. Een voorbeeld van hoe je een zaal muisstil krijgt.
Wink Burcham, de country-folk singer songwriter uit Tulsa speelt in het café. Het is zeker geen tweederangs muzikant, maar hij staat er ongeïnspireerd bij en maakt nauwelijks contact met het publiek. Ook zijn bassist en gitarist maken het verschil niet. Rare jongens die Amerikanen.
Blitzen Trapper is neergestreken op het grote podium. De band uit Oregon speelt experimentele country folk rock. Hun meerstemmige zang klinkt wat braafjes en zo oogt de band ook. Prima voor het tijdstip voor de avond, alhoewel we nu wel toe zijn aan iets pittigs.
Dat vinden we bij Kitchenette. Kitchenette is een indie poprock band uit Almere; de band rond zanger/gitarist Chris Kikic. Het klinkt lekker eigenzinnig en progressief, maar er is weinig interactie met het publiek, daardoor voelt het wat “ver weg”.
De eervolle vermelding is voor bassist Gijs Loots, die fijne baslijnen uit zijn instrument tovert en dat zo gemakkelijk doet, dat het lijkt of dat een fluitje van een cent is.
Het wordt nu toch echt tijd even buiten te kijken, waar hamburgers en pulled pork grif over de toonbank gaan. Er is een schiettent en een kunstenaar die van alles uit boomstammen zaagt. De sfeer is gemoedelijk en je kunt tot laat in de avond buiten zitten want het weer werkt mee vandaag.
Drukker dan bij Tim Knol is en wordt het niet vandaag. Knol heeft door een resoluut optreden in een radioprogramma, de heldenstatus bereikt. Muzikaal was hij altijd al een held; een sympathieke alleskunner.
Vandaag staat hij op het podium met band, waarin onder andere Anne Soldaat (gitaar en zang) een belangrijke rol speelt. Met Soldier On wordt de toon gezet. Sweet Melodies gaat erin als koek. Een optreden met veel vaart en zichtbaar speelplezier en dat werkt aanstekelijk. De liedjes van Knol liggen fijn in het gehoor.
Over The Yawpers wordt nog lang nagepraat. De opvallende frontman vraagt of we van rock & roll houden, maar punk dekt meer de lading. Nate Cook, Jesse Parmet en Noah Shomberg zijn een paar branieschoppers.
Mocht je inmiddels wat slaperig zijn geworden op dit tijdstip van de avond, dan is dat hier gauw over en oordoppen zijn geen overbodige luxe. De teksten verstaan is een hele klus en dat probeer ik dan ook maar niet.
Bij The Old Ditch Riverhoppers is inmiddels een feestje begonnen. Er wordt gedanst op bluegrassmuziek. Het Muziekcafé is overvol. Ik kan er een stoeltje bemachtigen en daar ben ik wel aan toe.
Aan The Grand East de eer het festival af te sluiten. De band komt uit het oosten, uit Diepenheim wel te verstaan. Je zou verwachten dat het publiek hier massaal zou aantreden. Dat is niet zo, Metropool is aardig leeggelopen.
The Grand East is een grote energieke uitbarsting. Rock ‘n Soul speelt the Grand East en dat doen ze goed. De beweeglijke frontman met een gouden strot, Arthur Akkermans, ziet alle hoeken van het podium. Met Kiss The Devil eindigt het Heartland Festival.
Dank aan Metropool voor de gastvrijheid en voor het ophangen van de posters waarin De Zwijgend Meerderheid de babbelaars bedankt voor het houden van hun mond. Dat heeft bij een aantal concerten zeker geholpen.