Afgelopen vrijdag 27 Oktober stond er in de Haarlemse Blues Club @ Circus Hakim – Haarlem een akoestische avond op de agenda met Rashidi Graffiti en Ian Siegal. Het pauzeprogramma werd verzorgd door Robbert Fossen en Lothar Wijnvoord. Tekst door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois. Klik hier om het gehele foto album te kunnen bekijken.
Om tijd te besparen spreken uw verslaggevers na gedane arbeid af bij het treinstation van Schiedam, zo kunnen we na een kleine vijf minuten Schiedam te doorkruisen meteen de A4 oprijden richting Haarlem. We besluiten eerst op onze bestemming te geraken alvorens er besloten wordt of de tijd toereikend is voor een hapje te eten. Na een een dikke drie kwartier is de Korte Verspronckweg alwaar het Circus Hakim huist snel gevonden; we zijn ruimschoots op tijd en besluiten toch nog een hapje te gaan eten. Het restaurant vinden we in Bloemendaal, we eten Japans en voordat we er erg in hebben is het bijna showtime dus snel richting Haarlem. Alsof er op ons is gerekend vinden we nog 1 parkeerplek voor de ingang van de zaal, nou ja het is eigenlijk een heel complex wat de man van Sesamstraat hier uitbaat. Zijn Circus Hakim (Traïdia) is een theater- en filmschool en bestaat uit een zeer sfeervolle zaal met volwassen bioscoopstoelen. Een aantal jaren geleden viel het doek voor de bluesavonden in Bluesclub De Key van Haarlem, de samenwerking van Circus Hakim en (Robbert) Fossen Events zijn vastberaden de HBC nieuw leven in te blazen.
De avond begint rond half negen met de Afroamerikaan uit Philadelphia maar in Berlijn woonachtige Rashidi Graffiti (1954). Hij is een multi-instrumentalist die zowel drumms, piano als de gitaar bespeelt. Vanavond op het podium van zijn oude vriend en mede straatartiest – de twee kennen elkaar sinds de jaren tachtig uit Amsterdam – een tijd waarin zij zelfs samen in het Shaffy theater stonden.
Wanneer artiesten het podium opkomen willen zij graag begroet worden met applaus, zo ook Rashidi en als dat applaus uitblijft dan maak je gewoon een vragend gebaar om dit applaus alsnog te genereren. Het ijs tussen publiek, een kleine honderdentien man in het theater wat tot 120 personen kan accomoderen, en de openingsartiest is meteen gebroken.
Rashidi zal echter toch de aandacht moeten delen met een nieuw talent in de blues/roots scene. Lothar Wijnvoord zal de rasta-dreadlocks dragende Rashidi begeleiden op de zwarte electrische Gibson Les Paul.
De linkshandige Rashidi opent met de smooth klinkende ‘A Change Is Gonna Come’ van Sam Cooke; de stem is nog niet helemaal warm maar als opener is het een goed vertolkt nummer. Tijdens de opvolger ‘The Invisible Man’ word ik vooral gegrepen door de swampy sound à la Tony Joe White die door Lothar Wijnvoord wordt gegenereerd.
Rashidi Graffiti heeft blijkbaar niet genoeg eigen materiaal om een show mee te vullen en dus worden we ondergedompeld in een nummer van Jefferson Airplane ‘White Rabbit’, een nummer wat handelt over drugs, maar Rashidi Graffiti’s vertolking memoreert voor hem juist het niet gebruiken van drugs hiermee vertrouwt hij de toeschouwers toe. Hier geen blues-police aanwezig om de man af te straffen maar wel échte luisterend genietend publiek van de goed vertolkte cover. Goed, de man blaast mij niet van de sokken maar zijn charisma en interactie met het publiek maakt een hoop goed. Gelukkig is Rashidi wel een constante gitarist en kan hij vertrouwen op een mooie begeleiding op de electrische Gibson van Lothar Wijnvoord. Als ik Graffiti Jimi Hendrix’ ‘Little Wing’ hoor aankondigen ben ik blij dat TBA?-verslaggever Ton Kok hier niet aanwezig is om de vertolking aan een grondige analyse te onderwerpen. Otis Redding staat ook op Rashidi’s repertoire zoals het hier gezongen ‘I’ve Been Loving You Too Long’, jammer dat zijn microfooncontrole in dit nummer niet optimaal is, zo raakt er heel wat tekst verloren.
Het door The Rolling Stones bij het grote publiek bekend gemaakt ‘Little Red Rooster’ (Willie Dixon) is de eerste echte blues classic in de set waarvan we alweer halverwege de tijd zijn. Eén klap krijgt de introductie van ‘Sultans of Swing’ van de Dire Straits bij de introductie; Graffiti implementeert een eigen interpretatie van de tekst maar gelukkig is er de solo van Lother Wijnvoord die naar mijn bescheiden mening het nummer redt van blamage.
We zijn getuige van een hilarisch incident doordat de ster van dit deel van de avond in de Haarlemse Blues Club vergeten is zijn ouderwetse, ‘not smart’ gsm uit te schakelen. Volledig mank vind ik de keuze voor Johnny Cash’s ‘Ring Of Fire’, de set komt steeds meer een beetje rommelig en bijelkaar geraapt op mij over. De man op het podium is een wandelende juke-box; jammer want hij kan wel gitaarspelen en ook zijn stem is met een goede microfoon-controle beter te ontvangen.
Als we na een uur speeltijd bijna aan het eind van de set zijn aangekomen krijgen we ook nog de verschijning van onze Algerijnse gastheer Hakim Traïdia die tijdens ‘Simple Man’ ons laat kennismaken met zijn core-business….mime-spelen. En passent betrekt hij een dame op de eerste rij bij zijn act maar dan is de openeningsact toch echt gedaan. Of toch niet?
Nee, Hakim en Robbert gaan n.l. nog voor een toegift van Rashidi Graffiti; we horen achtereenvolgens… ‘Gotta Break Free’, een tribute aan de onlangs overleden Fats Domino met ‘Blueberry Hill’ en als de oude vrienden er nog steeds geen genoeg van kunnen krijgen zien we Hakim aanschuiven om de cajón de bespelen tijdens ‘Honky Tonk Woman’. Een aardige set en een leuke binnenkomer tevens een zeer aangename kennismaking met Lothar Wijnvoord.
Zoals gezegd in de proloog van dit artikel zullen Robbert Fossen en Lothar Wijnvoord de pauze-act verzorgen. We zien Fossen in een voor mij onbekende rol, die van cajón bespeler maar gelukkig blijft het de volgende veertig minuten hier niet bij. Fossen neemt buiten de cajón ook de vocalen én de blues-harp voor zijn rekening, Lothar Wijnvoord is zoals gezegd zijn begeleider, dit keer op de akoestische Ibanez. Het eerste nummer moet ik helaas missen door een sanitaire stop maar ik ben gelukkig op tijd voor ‘Sunday Mission Box Number 10’. Wat een fantastisch vertolking van het Jim Croce nummer; ik prijs mezelf gelukkig dat ik ook eens een andere kant van Robbert Fossen mag leren kennen. Gewoonlijk is hij in Nederland en België gekend voor zijn Chicago Blues, als zelfstandige band maar ook vaak als begeleidende band voor een Chicago blues-artiest. Het intermezzo in deze mooie avond wordt slim gebruikt als try-out voor de nieuwe nummers die dit duo wilt opnemen in hun repertoire.
We vergeven dat sommige teksten van de iPad afgelezen worden want de nummers zijn ‘up my street’ zoals Eric Bibb’s ‘Don’t Let Nobody Drag Your Spirit Down’ waarbij Fossen ook nog de blues-harp erbij pakt. Ik zeg dit is een blijvertje in de set heren! Swampy wordt het met de zeer goede cover van ‘High Sheriff Of Calhoun Parrish’ uit de pen van Tony Joe White. Topper!
Alsof ik nog niet genoeg ben verwend door dit prima musicerende duo staat ook nog ‘Grandma’s Hands’ van mijn idool Bill Withers op het programma. Ooit hoorde ik Fossen dit nummer vertolken op Brews and Blues in Arnhem, toen was ik al verguld en vanavond geniet ik ook weer met volle teugen van de ingetogen met pràchtige fade-out vertolkte cover.
De absolute favoriet van Fossen is het nummer van Pop Staples (Staples Singers) een traditional/gospel daterend uit het begin van de twintigste eeuw ‘Will The Circle Be Unbroken’. Fossen werd ooit gevraagd door een jonge (terminaal zieke) vrouw die aanwezig was bij zijn show om het nummer te komen zingen tijdens haar uitvaart…..het gevolg is een werkelijk emotioneel gebracht nummer die samen met de blues-harp tonen mij de nekharen laten rijzen.
Een mooi einde aan een heel bijzondere pauze-act door een duo van de doorgewinterde Fossen (1969) en de jonge Wijnvoord (1996). We hopen zeker nog dit duo eens tijdens een full-time set te mogen ontmoeten.
Na een wel héle korte soundcheck van ongeveer drie minuten verdwijnt de gelauwerde Britse in awards grossierende Ian Siegal weer in de coulissen om door onze MC Robbert Fossen om kwart voor elf met de woorden “star time” geïntroduceerd te worden. Het is alweer even geleden dat TBA? Ian Siegal solo op een podium zag musiceren. Sterker nog de laatste keer dat TBA? getuige was van een akoestisch optreden van de Brit was toen hij het album Wayward Sons samen met Jimbo Mathus promootte in het door de Lockkeepers georganiseerde optreden in de Schouwburg van Vlaardingen vorig jaar Mei.
Siegal speelt de vingers los op de National dobro met het uptempo ‘Silver Spurs’ van het in 2008 uitgebrachte album The Dust. Eerlijk gezegd kan ik de lezers niet vertellen hoe vaak ik het nummer al live aanschouwd heb, iedere keer ben ik weer onder de indruk van het tempo van het gitaarspel maar ook zeker van de tekst die weinig tot nooit lijkt te herhalen. Velen weten het al, Siegal is een verhalenverteller maar ook zeker een begenadigd vocalist en gitarist. Ooit hoorde ik een gitarist zeggen dat het tegelijk spelen én zingen niet voor iedere muzikant is weggelegd.
Dat de nummers van het in Maart uit te brengen nieuwe album natuurlijk ooit hun geboorte hebben gehad op de akoestische gitaar wordt bewezen met de vertolking van ‘When The Shit Hit’, het maatschappij kritische nummer waar Siegal zich helemaal inleeft in de uitvoering ervan. Deze verslaggevers hebben al tijdens de recent bijgewoonde verschillende optredens een inkijkje in het nieuwe repertoire kunnen krijgen maar de akoestische uitvoering van ‘Eagle Become A Volture’ is nog vele malen mooier en raakt me meer dan de banduitvoering.
De toeschouwers die op de eerste rij hebben plaatsgenomen én degene die zich in het midden van de zaal – daar waar het geluid het beste schijnt te zijn – hebben geposteerd zullen zich gelukkig prijzen dat ook de traditional ‘Mary Don’t You Weep’ op de set-list staat. Zoals altijd weer krachtig en vol emotie vertolkt. Siegal beantwoordt zelf de wellicht door zijn toeschouwers veel gedachte vraag – speelt hij alleen eigen nummers vandaag? – “nee, niet alleen eigen nummers” maar ook Charlie Patton’s ‘Pony Blues’ op de akoestische gitaar. De man op het podium onder de ‘ouderwetse’ lampen schijnt het warm te hebben, zijn uitspraak “sweatin’ like a whore in church” is slechts de vaststelling van het feit.
‘The Train’ ooit geschreven als een country-song en winnaar van Best British Blues Song 2013 is in de akoestische uitvoering een belevenis voor vele aanwezigen. ‘Shotgun Rider’ is nog zo’n nieuw nummer wat vanavond akoestisch gebracht wordt maar ook Stephen Forster’s ‘Hard Times’ wat op Siegal’s album Man & Guitar (2014) te vinden is blijft een bijzondere belevenis om de man in de spotlight te zien opvoeren.
Ook de fotograaf heeft zo zijn voorkeur als het gaat om Siegal’s akoestische repertoire, gelukkig voor hem maakt de gospel ‘I’ll Fly Away’ ook vanavond haar appearance als tribute naar de onlangs overleden Eamonn Campbell (The Dubliners) inclusief prachtige uitlichting van de National door de lichttechnicus.
Met “this one is for myself” introduceert Siegal ‘American Girl’ als ode aan de veel te jong overleden Tom Petty; zijn mooie ‘distant singing’ raakt me weer. Siegal, die net als bij de vorige optredens eerder deze maand nog steeds het water onder handbereik heeft staan maakt vanavond een zeer ingetogen bijna afwezige indruk, weinig tot geen interactie met de toeschouwers maar toont zich wel dankbaar voor zijn luisterend publiek.
De set wordt afgesloten door alweer een nieuw nummer ‘Sweet Souvenir’, het nummer werd samen met Jimbo Mathus geschreven die ook het nieuwe album produceerde. Wij van TBA? kunnen haast niet wachten tot volgend jaar Maart wanneer dit nieuwe schijfje het daglicht zal zien. Siegal heeft wederom bevestigd waarom hij overal ter wereld (binnenkort Brazilië en 2018 Panama) gevraagd wordt om te komen optreden zijn core-business is akoestische blues!
Er staan nog veel meer van deze mooie avonden geprogrammeerd in de Haarlemse Blues Club zoals bijv. Vrijdag 3 November Wallace Coleman met Hein Meijer a.k.a. Little Boogie Boy in de begeleiding. Check hier de agenda.
De verslaggevers van The Blues Alone? bedanken Fossen Events en Circus Hakim voor de gastvrijheid en wensen hen veel succes met de voorzetting van de Haarlemse Blues Club.