Watermelon Slim speelde met zijn begeleiders, The Truckers, woensdag 05 Juli j.l. in Muziekhuis Qbus – Leiden. Tekst door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois. Klik hier om het gehele album te bekijken.
Normaal gesproken is woensdagavond een sportavond maar deze week maak ik graag een uitzondering want de week zal worden doorgezaagd door het enige optreden van Watermelon Slim in Nederland.
Programmeur Hans van Polanen heeft besloten om half negen de deuren te openen voor zijn vaste schare gasten maar als wij aankomen vinden we het nog behoorlijk rustig. Geen nood, velen komen met dit mooie weer op de fiets en niet lang van te voren luidt het. Wanneer de toeschouwers dan wel arriveren zie ik hen de stoelen die voor het grijpen staan in de hoek van de zaal staan opgestapeld in een rij voor het podium plaatsen. Meteen denk ik, mooi men gaat luisteren naar het gebodene…..
Op kwart over negen is het show-time en komen Watermelon Slim en zijn drie Truckers het podium op. The Truckers worden gevormd door Jake Corn, hij jongste van het stel en bespeelt de gitaar, de ritme-sectie bestaat Joe Eagle op de drumms en John Allouise op de bass.
Watermelon Slim heet eigenlijk William (Bill) Homans en werd in 1949 geboren in Boston waar hij via Tulsa en andere oorden nu woonachtig is in Clarksdale – MS. De man heeft meerdere malen op een podium in Nederland en België gestaan, wij hebben de man al eerder live gezien maar vóór het tijdperk TBA? en zijn schijfjes vinden nog regelmatig de weg naar de cd-speler.
Watermelon Slim heeft zijn geheel eigen, rauwe, ongekunstelde manier van blues bedrijven. Zijn blues is beïnvloed door alle regio’s waar de man zijn hoofd op een kussen heeft gelegd. Chicago-, Piedmont- en natuurlijk Delta-blues! Deze man heeft na zijn ‘enlistment’ in het leger een leven gekend van 12 ambachten en 13 ongelukken want zo zegt hij zelf “wie wil nu iemand met deze kop in dienst nemen?”. Slim was vrachtwagen- en heftruckchauffer, begrafenisondernemer en watermeloenen kweker waar hij zijn bijnaam aan te danken heeft maar de man heeft ook journalistiek gestudeerd. Zijn leven ging niet over rozen, verloor zijn vrouw aan drugs. In 2002 krijgt hij een hartaanval die hem bijna fataal wordt. Daarna lijkt hij als herboren en besluit tóch zijn droom van muziekmaken na te jagen, zijn ambitie levert hem verschillende awards op. Zijn 2006 album ‘Watermelon Slim & The Workers’ valt diverse malen in de prijzen. Zijn aimabele persoonlijkheid, zijn niet aflatende enthousiasme en kwaliteit maakt dat hij een graag geziene gast op festivals en internationale podia is. Zijn vocals en blues-harpspel samen met zijn slidekwaliteiten op de lapsteel guitar maken dat hij een vaste schare fans wist op te bouwen.
Vanavond is Watermelon Slim, die ons begroet door zijn hoed voor het publiek af te nemen, voor een uniek optreden in Nederland. We krijgen meteen te horen dat Slim ooit twee en een halve maand in Amsterdam woonde en dat hij nog een heel klein beetje Nederlands “praat”. Watermelon Slim is in Europa om zijn nieuwste album ‘Golden Boy’, uitgebracht op het Franse Dixiefrog label, aan de man te brengen. De set wordt krachtig geopend met ‘King Bee’ van Slim Harpo en nu al in het eerste nummer zoekt de 67 jarige de rand van het podium op. Tijdens het zingen knoopt de man, toepasselijk gekleed in een goudkleurig satijnen hemd, nog even de veters van de lakschoenen maar daarna is het toch echt performen wat de klok slaat.
Het tweede nummer van deze toch wel zichtbaar vermagerde en verouderde Watermelon Slim is er een van Willie Dixon, een hele vrije vertolking van ‘Hoochie Coochie Man’. Een nummer wat eigenlijk handelt over een man met heel veel sex-appeal……hierin gaat de song toch wel een beetje mank want de man op het podium is getekend door de tand des tijds.
De sympathieke Slim is Vietnam-veteraan en heeft de blues aan den lijve ondervonden, raakte gewond en vond weinig begrip bij terugkomst in de States. Hij besluit zich aan te sluiten bij ‘veterans against the war’ én een protest lp uit te brengen, acties die in die jaren verstrekkende gevolgen hadden voor de acceptatie maar ook zeker voor zijn werkgelegenheid. Inmiddels heeft de man niet alleen een carrière in de muziek maar hij heeft ook zijn eigen restaurant in Clarksdale het Bluesberry Café waar drie maal per week een optreden wordt geprogrammeerd.
Slim houdt van intiem en zoekt keer op keer de interactie met zijn toehoorders, komt op de monitor zitten en verzet deze ook nog even eigenhandig. Ook vertelt hij graag verhalen over betere tijden in de VS, een van die verhalen handelt over de noord-zuid route van Ontario naar Crossroads MS……de blueshighway deze leidt tot de song ‘Highway 61’.
We horen dat hij en vriend Charlie Musselwhite in het zelfde jaar ‘Hard Times’ schreven en hij laat ons raden wie de prijs voor Best Song van de American Blues Foundation in ontvangst mocht nemen? Toch is Slim geen verbitterde man, in tegendeel zelfs, hij lijkt alles te in zijn voordeel uit te kunnen leggen en ondertussen gaat hij in deze song tekeer op de lapsteel guitar.
Drummer Joe Eagle drummt een inspiratieloze set, ook al blijkt hij ooit bij Albert King te hebben gespeeld, zijn voorliefde voor het ritmisch getik op het koper in iedere song van Watermelon Slim kan mij niet echt bekoren.
Wat mij wel kan bekoren is het gitaarspel van de jongeling Jake Corn, bij tijd en wijle is het zelfs jazzy! ‘The Wheel Man’ dateert alweer uit 2007 en is nog steeds even krachtig maar vocaal is het toch moeilijker te verstaan doordat Slim inmiddels tandeloos het nummer ten gehore brengt. Het eerste nummer van het nieuwe album Golden Boy dat gespeeld wordt heet ‘Pick Up My Guidon’, een heel lekker nummer mag ik wel melden.
Als Slim ons toevertrouwt dat zijn vader bij de slag om Anzio tegen de “Nazis” vocht in 1944 blijkt dit de aanleiding te zijn ‘Tribute To Those Who Fell’ op de blues-harp zonder begeleiding de zaal de rillingen over de rug te bezorgen. Alsof we nog niet genoeg kippenvel hadden gekregen bij het voorgenoemde zingt en speelt deze revolutionair op heel gevoelige wijze ‘Angel Of Montgomery’. Een song van John Prine die bekender is van Bonnie Raitt waar Slim ooit samen mee in een protestmars liep, vertelt hij ons. Werkelijk een eminente slide van Watermelon Slim maar ook de solo van Jake Corn is super de luxe!
Een nummer wat op de nieuwe schijf Golden Boy de hekkensluiter is werd al in 1988 geschreven, het is een song over maar vooral tegen drugs ‘Dark Genius’. De man lijkt overal met zijn gedachten te zijn want we weten inmiddels ook waar de enige dobro-capo’s in de wereld gemaakt worden…..Canada. Ook trouwens het land waar het laatste album Golden Boy werd geproduceerd.
Inmiddels spelen Watermelon Slim en zijn Truckers het laatste nummer van de set en hen valt een ovationeel applaus ten deel. Lieten de toeschouwers eerder op gepaste wijze hun waardering blijken, het was een aandachtig publiek, nu is het hek van de dam. In de deuropening van de back-stage ruimte luistert deze revolutionaire, maar zeer sympathieke, gedegen muzikant naar de bijval om rap terug het podium op te stappen voor een toegift.
Niet zomaar een toegift blijkt als hij vol schiet tijdens de introductie dat de dochter van een goede vriend op 22 jarige leeftijd recentelijk is overleden “Justice” bekommentarieert hij dit met gebroken stem…….’Your The One I Need’ sluit deze mooie avond in Juli af.
Na afloop zie ik meeste toehoorders goedkeurend knikkend richting merchandise desk lopen, zelfs de altijd wat meer luiddruchtig Amerikanen zie ik al fluisterend ook deze stand opzoeken om het nieuwste album aan te schaffen, te laten signeren en even met Bill Homans op de foto gaan. Men is onder de indruk…..en wij? Wij ook, het was een bijzonder optreden van een bijzondere muzikant.
Wij van TBA? danken Hans van Polanen voor de gastvrijheid, David voor de vriendschap en Watermelon Slim voor de reflectie.