Een sfeerverslag van het 21ste Hookrock Festival te Diepenbeek – België gehouden op 3o Juni en 1 Juli 2017 j.l. door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois (klik hier voor zijn album).
De tweede dag van dit zeer sympathieke festival begint al om twee uur ‘s middags en dus kunnen we na ons verlate ontbijt niet lang rondlummelen, bovendien willen we graag op tijd zijn om een parkeerplekje voor onze heilige koe te garanderen. We verwachten n.l. veel meer bezoekers dan gisterenavond. We nemen stelling in het tegenover gelegen etablissement en zien zo de vele blues-brothers – sisters arriveren.
Net even voor tweeën staan we, net als vele andere media-vertegenwoordigers, present voor de eerste band op de line-up van Hookrock 2017. De eerste band is een band van ‘bij ons’ want het vindt zijn oorsprong in België en heet Helix Electrix, voor ons een onbekende. Zoals u weet houdt deze delegatie van uw online muziekmagazine wel van verrassingen dus wij gaan er met open vizier in. Met de muziek zal het vast goedkomen want de frontman/zanger/gitarist maar ook bluesharpist speelt op Guttlin gitaren. Nu weet de oplettende lezer dat deze makelij ook door the Goon Matt van the Boogie Beasts bespeeld wordt en die sound vindt dit TBA?-team een lekker geluid.
De frontman heet Karel Phlix en is blijkbaar een vaste waarde in de Belgische bluesscene want er zijn een boel mensen voor zijn podium te vinden op dit vroege uur. Van een Belgische conculega verneem ik dat hij ook al in Blues Lee te zien was. De pijlers waar dit trio op rust wordt gevormd door bassist Guy Engelen en drummer Carlo Smeyers.
We worden getrakteerd op ‘Mr. Average’ een nummer met een heerlijke funky blues groove. Dat begint goed, ik ben bij de les! De verrassing is compleet als ik de eerste tonen van Tony Joe White’s ‘As The Crow Flies’ hoor, je moet het maar durven als trio maar ik zeg u Helix Electrix komt er heel goed mee weg! Nog meer lef wordt getoond als de T-birds worden geëerd met een vertolking van ‘Wait on Time’, ook deze kan de goedkeuring van het publiek wegdragen.
Zelf ben ik écht onder de indruk van de uitvoering van ‘St. James Infirmary’, je moet het maar doen hoor voor een nog steeds arriverende menigte. Het gas gaat er weer op met alweer een nummer van Kim Wilson en zijn T-birds ‘She’s Tuff’ krijgt al snel bijval in de vorm van ritmisch geklap en meezing partijen van de toehoorders. Helix Electrix, alweer een goede opener op dit sympathieke Hookrock!
Gelijk gisteren zijn de organisatoren van dit festival van ‘bij ons’ niet bang om net over de grens te kijken en dus staat als tweede band het Nederlandse Mike’s Electric Mud geprogrammeerd.
Frontman/zanger/blues-harpist heet Maikel van Bogget, de bassist heeft een bekend gezicht, Henri Colbers die samen met drummer Rick Bours de ritme-sectie vormt. De band huist maar liefst twee gitaristen t.w. Marc Gijsen en Peter Mathijs Linsen. Dit team van TBA? zagen Mike’s Electric Mud vorig jaar nog optreden op het Moulin Blues Festival en waren toen al enthousiast over hun optreden.
Toch raar dat we de band niet meer tegengekomen zijn maar wellicht brengt dit optreden op Hookrock daar verandering in. De band heeft haar bakermat in Weert en Maikel zal ongetwijfeld ooit op hetzelfde Moulin Blues Festival beïnvloed zijn geraakt door het legendarische optreden van Lester Butler want de opener is ‘Automatic’. Ik mag wel zeggen een krachtige opener, Maikel beschikt over zo’n stem met een randje maar ook zijn harmonicawerk is niet te versmaden. Het collectief zet een goede sound neer en het geheel klinkt nu al bovengemiddeld goed!
Ook gitarist Marc Gijsen weet behoorlijk zijn weg op zijn ‘baby’. ‘No Fightin’ is nog zo’n nummer waarbij de kwaliteit van deze Mike’s Electric Mud wordt bevestigd. Het blijft echter niet bij Lester Butler maar ook Jimmie Reed komt voorbij als de band een hele beste vertolking van ‘Big Boss Man’ ten gehore brengt. Als je bluesharpist bent kan een cover van een van de beste mondharmonica-spelers niet ontbreken en dus krijgt ook in deze set Kim Wilson van the Fabulous Thunderbirds een eerbetoon als ‘Low Down Woman’ heel goed wordt gecoverd. Maar ook Howlin’ Wolff staat op de set-list met ‘Riding In The Moonlight’, de complimenten aan de band dat telkens weer de songs heel strak worden afgesloten daar zien we bij de professionele musici nog wel eens andere taferelen.
Natuurlijk staat ook bij zanger/bluesharpist Maikel Bogget ‘Devil Woman’ van Lester Butler hoog op de agenda, Henri Colbers bast een piekfijne set maar ook de beide gitaristen, Marc Gijsen en PM Linsen, hebben hier in Diepenbeek hun visitekaartje afgegeven.
Een geweldige set van Mike’s Electric Mud waarbij een bis-nummer, ‘Driftin’, niet uit kan blijven. Mike’s Electric Mud, een prettige verrassing van dit 21ste Hookrock 2017!
Met een kleine tien minuten vertraging komt er alweer een delegatie vanuit Nederland het podium bemannen. De volgende gasten waren als begeleiders van Amerikaanse muzikanten wel eerder in België te aanschouwen maar nog niet zo heel vaak als band.
Inmiddels staat de vaste schare fans van de Fossen & Struijk Band al vooraan, het lijkt wel een Haagse invasie zegt Robbert Fossen, zanger/bluesharpist/gitarist. De back-bone van de band wordt gevormd door Eduard Nijenhuis op de drumms en Jan Markus op de bass, zij zijn wellicht bij u ook bekend als The Dynaflow.
Peter Struijk is de gitarist die voor veel prachtige slides en soli zal gaan zorgen. Dat doet Peter Struijk zo verdienstelijk dat hij samen met Robbert Fossen in 2012 tot de finale van de International Blues Challenge finale in Memphis wist door te dringen.
Het eerste nummer zet gelijk de trend, de set zal uit Chicago Blues bestaan en als ode aan de overleden Magic Slim wordt geopend met ‘That Will Never Do’ maar ook Muddy Waters’ ‘Nineteen Years Old’ waarin een werkelijk fantastische solo van Peter Struijk is er zo een. Ja, het is écht té lang geleden dat we Struijk op een podium zagen; musiceren dat doet hij tegenwoordig in het Drentse. ‘Sadie’, ook de naam van de laatste telg in de Fossen dynastie, wordt als vanouds weer retestrak gespeeld en gezongen maar is ook het nummer waarbij de blues-harp ten tonele wordt gevoerd.
Hoorden we een weekje eerder in Overpelt ‘Papa Was A Rolling Stone’ gespeeld worden ook hier in Diepenbeek mogen we genieten van de cover van The Temptations hit maar dan wel met een exquise slide partij van de gitaargigant Peter Struijk. We zijn getuige van nog meer covers zoals ‘Long Distance Call’, waarin een snerpende, huilende slide van Struijk die de rillingen over m’n rug laten lopen………ja, dit is heel goed.
Graag zou ik een Struijk-band zien verrijzen waar hij met een jongere, wat vuige zanger wat meer de jeugd aan zou kunnen spreken. Ook ‘Mannish Boy’, ‘Hoochie Coochie Man’ Jimmy Reed’s uptempo ‘Baby, What You Want Me To Do’ maakt dat het publiek heel erg lekker participeert in de show. Johnny Littlejohn, deze slidegitarist uit Chicago krijgt de eer die hij verdient met alweer zo’n verduiveld goeie slide solo van Struijk. Hemeltje, hemeltje, hemeltje…..Struijk Is Back!!
Fossen is nooit weggeweest en The Dynaflow ook niet, allen hebben diverse projecten waar de Nederlandse bluesscene steeds weer ontvankelijk voor blijkt. We hebben een hele goede set mee mogen maken van een viertal musici die niet voor niets diverse Dutch Blues Awards in de wacht sleepte; geen wonder dat Den Huibbe weinig tot geen moeite moet doen om het publiek voor een toegift te laten vragen.
Deze komt er in de vorm ‘Me, Myself and I’ maar gelukkig is dat slechts de titel want zanger/gitarist/blues-harpist Robbert Fossen heeft er geen moeite mee om het spotlight te delen met ‘the one and only’ Peter Struijk.
De pauzes tussen de sets zouden aanvankelijk door het Nederlandse CC Jerome Trio op het buitenterras aangekleed worden maar door andere verplichtingen zien we in hun plaats een kwartet uit de UK. Phil Haley and His Comments, een te gekke band die hun repertoire hebben samen gesteld met een dikke knipoog naar Bill Haley and His Comets.
Zij bewijzen dat coveren ook smaakvol gedaan kan worden, op authentieke manier dat je soms de echte Haley voor de geest haalt. Opzwepende, stuwende sound en entertainment van een aangenaam niveau. Een mooi intermezzo!
De volgende act komt uit Austin – Texas en ziet zichzelf omringt door het crème de la crème aan Nederlandse gitaristen. Ondanks dat zanger/gitarist Steve Doerr hier in Diepenbeek als enige van de originele band, The Leroi Brothers, te gast is gaan we voor het gemak ervan uit dat ook zijn begeleiders na de gigs van Leipzig en van vanavond als ‘brothers’ verder door het leven zullen gaan.
De begeleiders zijn niemand minder dan Dusty Ciggaar (The Rhyhm Chiefs en Ian Siegal Band), Jeroen Van Gasteren (CC Jerome) en Marcel Scherpenzeel (Band of Friends).
De ritme-sectie bestaat uit drummer Darryl Ciggaar (Dry Riverbed Trio) en Martin Ubaghs is de bassist die regelmatig op de upright bass de Amerikaan James Intveld begeleidde tijdens zijn Europese tours.
The Leroi Brothers bestaan alweer een dikke dertig jaar en trekken met hun Rock ‘n Roll nog steeds de hele wereld over. Deze ‘one off’ band opent ‘Big Time Operator’ en gelijk zie ik de dansers uit het publiek naar voren komen, de band heeft een behoorlijk aantal rockabilly lovers naar Diepenbeek gelokt. Steve Doerr heeft zo’n lui, nasaal ‘Southern’ accent maar zingt voor zijn achtenzestig jaar nog goed en krachtig, we zien de gitaristen wachten op Steve’s teken om de spotlight voor even op zich gericht te krijgen als het hun beurt is een mooie solo de zaal in te katapulteren.
Toch vind ik de keuze van Band Of Friends Marcel Scherpenzeel, die de eerste solo krijgt toebedeeld, een opmerkelijke en hoop ik stiekum dat zijn ‘debuut’ in de rock ‘n roll van The Leroi Brothers een aanzet tot een breder repertoire mag betekenen.
De volgende gitarist die op aangeven van Steve Doerr een solo mag geven is de man met de mooiste rock ‘n roll gitaar (Bigsby Airline MAP) van de band, Jeroen van Gasteren, ook hij etaleert waarom hij veelvuldig uitgenodigd wordt om in het Rockabilly circuit Amerikaanse muzikanten te begeleiden.
Dusty Ciggaar is degene die de rijen sluit als het om solo’s gaat, als begeleider van Steve Doerr kan hij niet teveel buiten de lijntjes kleuren zoals hij gewend is bij zijn huidige werkgever maar ook hier kan het publiek hun enthousiasme niet lang verhullen. Het vuige, uptempo’Ain’t I’m A Dog’ en de hit van Roy Head uit 1965 ‘Treat Her Right’ trekt de set helemaal los! Het nummer werd door velen gecoverd, Bruce Springsteen, Tom Jones en de Billy Gibbons’ aanhangers geloven nog steeds dat het nummer uit zijn pen is voortgekomen. Wat een luxe heeft Steve Doerr dat hij zijn eigen gitaarwerk mag afwisselen door drie van deze Nederlandse toppers van gitaristen.
Vocaal hakt Steve nog steeds met het bijltje van voorheen, het is dynamisch en vitaal. Groot compliment aan dit collectief, ondanks dat sommigen de eerste avond Steve Doerr begeleiden, de nummers zo strak worden afgesloten, klasse! Van Lightnin’ Hopkins die Doerr ooit zijn vriend mocht noemen zo vertelt hij ons in de introductie horen we een rock ‘n roll versie van ‘Mojo Hand’; een uitvoering ‘extraordinaire’. Maar ook het eigen werk zoals ‘Chain Of Love’ vind ik een heel fijn nummer. The Leroi Brothers zijn voor mij de tweede verrassing van deze avond, een mooie afwisseling op het geprogrammeerde! Steve Doerr introduceert het volgende nummer met een verhaal over het in de muur krassen van de dagen als je in de bajes zit; het verhaal gaat dat als je dat gedaan hebt de muren je ‘terugroepen’ naar je voormalige onderkomen…….
Als hij de blues-harp erbij haalt horen we het uit 1963 stammende ‘The Same Thing Could Happen To You’ van Excello recording artist Lazy Lester, ondanks dat The LeRoi Brothers het nummer een kleine dertig jaar later op Crown Royale uitbrachten is nu het alwéér vijfentwintig jaar later nog steeds een winnaar. Dave Dudley’s ‘Six Days On The Road’ en ‘Mary Lee’ zijn de laatste nummers van de set. Den Huibbe zou geen goeie MC zijn als hij niet zou pleiten voor een toegift…..Deze ‘brothers from other mothers’ die in anderhalf uur Hookrock tranformeerden in de ‘Diepenbeek Rave’ sluiten af met ‘Blues Stop Knocking At My Door’.
Het is inmiddels na achten en ondanks dat de geest steeds weer gefêteerd wordt op mooie belevenissen moet de maag ook even getrakteerd worden en dus nemen wij even plaats op het buitenterrein waar de tenten staan opgesteld om even een hapje te eten. De programmering is een dik kwartier uitgelopen en dus is het al kwart voor negen als Chicagoan Toronzo Cannon met zijn band het podium betreedt.
Toronzo heeft zijn eigen band meegebracht naar Europa, de dag ervoor stond hij in Zwitserland, vandaag in België en maandag zal hij weer gewoon achter het stuur van de CTA bus plaatsnemen want, zo zegt hij zelf, hij wil als buschauffeur graag zijn pensioen veilig stellen. Cannon zagen wij ooit op het Chicago Blues Festival van 2005 optreden en heeft sindsdien een welverdiende bekendheid in de nationale en international blueswereld verworven. Inmiddels is Cannon getekend door het platenlabel van Bruce Iglauer Aligator Records en zijn in 2016 uitgebrachte album The Chicago Way oogst wereldwijd de beste kritieken.
Toronzo’s band bestaat uit rots in de branding, bassist David ‘white chocolate’ Forte en drummer Melvin ‘Pooky Stix’ Carlisle maar er is vandaag naar Diepenbeek ook een toetsenist meegebracht die door het leven stapt als Sonny Edwards die overigens de toetsen mét handschoentjes beroert. Altijd lekker om de pijlers van een band te kunnen verstevigen met een B3.
Als inspiratie heeft Toronzo Cannon net als vele andere gitaristen de drie Kings, maar ikzelf vind zijn spel maar vooral zijn stem bij tijd en wijle héél veel op die van Jimi Hendrix lijken. Toronzo Cannon bespeelt linkshandig de door Eddy Clearwater met ‘The Chief’ getekende gitaar en is dus een zogenaamde ‘lefty’.
De vingers worden losgemaakt met Buddy Guy’s ‘Let Me Love You’ en het gas wordt erop gezet met ‘Midlife Crisis’ een titel wat velen hier aanwezig wellicht aan zal spreken komt van het jongste album The Chicago Way uitgebracht bij Aligator Records. ‘John the Conquer Root’ van het gelijknamige album in 2013 uitgebracht bij Delmark is hét uitgelezen nummer om je mee terug te voeren naar je twenties. Jimi Hendrix Revisited!
Cannon blijft maar groeien in performance, stem maar ook zeker gitaarvirtuositeit. ‘Cannonball’ Toronzo is niet alleen een goede entertainer maar hij heeft écht plezier in het performen en neemt hiermee zijn begeleiders op sleeptouw. ‘Bad Contract’ is een hele lekkere maar ook horen we teksten als “let them marinate” in ‘Fine Seasoned Woman’ speciaal voor de dames die pal aan zijn podium staan spreken tot de verbeelding….Toronzo Cannon bewijst eens te meer dat hij tot de absolute wereldklasse behoort als het om het Chicago Blues genre gaat. Let’s go to church denk ik als door de klinklare soul van ‘Turning Point’ de heupen niet meer kan bedwingen. De Cuyvers B3 wordt zó geweldig eer aangedaan door Sonny Edwards maar ook Melvin ‘Pooky Stix’ Carlisle is een stuwende kracht.
David ‘white chocolate’ Forte kan de lach van oor tot oor maar moeilijk bedwingen ook hij geeft alles op de dikke snaren van zijn bass en wat mij betreft hadden de solo’s van beide heren wat langer mogen duren.
Ook na deze set houdt de stagemanager niet krampachtig vast aan de time-table en gunt de vier mannen van de band het lange, uitbundige applaus. Tijdens de toegift ‘Boogie’ denk ik slechts de toekomst is veilig, Toronzo Cannon kan moeiteloos Buddy Guy opvolgen als de vertegenwoordiger van de Chicago Blues van de 21ste eeuw.
Uit een heel ander muzikaal vaatje tappen The Imperial Crowns, die hun oorsprong vinden in het westen van de VS. The Imperial Crowns zijn terug van weggeweest en maakten een soort van come-back op het Moulin Blues van 2015 waar gitarist J.J. Holiday en frontman/zanger/bluesharpist Jimmie Wood de kleinzoon van R.L. Burnside, Kent Burnside, vergezelden bij zijn optreden aldaar.
Mede dankzij de programmeurs van Hookrock 2017 kan het publiek genieten van deze bijzondere mix van woeste blues, psychedelische soul en dampende funk. Op speciaal verzoek van deze zelfde programmeurs is ook Jimmie Wood’s dochter Rachel C. Wood weer aanwezig als backing vocaliste. Tóch is er een verandering in bezetting deze keer want niet de jonge Danny Avila fungeert als bassist maar zijn oom én IC-er van weleer de kleine John Avila staat weer met zijn levensgrote bass, hoedje en zonnebril op het podium in Diepenbeek. Dat zal een feestje worden als drummer Billy ‘Champagne’ Sullivan en hij weer als ooit tevoren samen zullen musiceren.
The Imperial Crowns zien een vaste, vooral vrouwelijke, aanhang voor hun podium als zij om kwart voor elf openen met ‘I Gotta Right’ waarin zij beweren dat zij de rechten om in rock en roll schoenen te trotten bezitten. Dat trotten in die speciale schoenen doen ze goed want ook hier op Hookrock krijgt de band steeds meer aanhang, als we ‘Lil’ Death’ van het 2004 album Hymn Book horen zien we de fans van weleer terecht de handen op elkaar krijgen.
The Imperial Crowns zijn een decennium niet in Europa te zien geweest wat overigens niet wil zeggen dat de mannen hebben stil gezeten. De drie heren zijn heel druk in de filmmuziek-industrie (componeren en spelen), speelden als huisband in House Of Blues van vriend Dan Akroyd waar zij veelvuldig met James Belushi en Johnny Depp op het podium stonden. Jimmie zegt bereid te zijn om voor Hookrock hard te werken als hij ‘The Calling’ de titeltrack van het 2016 album inzet. ‘Praise His Name’ is weer van een ouder album uit 2000 maar ‘Miz Aprodite’ komt weer van het jongste schijfje.
Dochter Rachel, gehuld in een zeer charmante bronskleurig lamé ‘kleedje’, neemt de lead vocals voor haar rekening in ‘Love Blues’ waarin die bovenste best slide van J.J. Holiday op de gitaar de nekharen overeind laten staan. Persoonlijk vind ik dit nummer de snelheid wat te vroeg uit de set halen maar het is en blijft een goed nummer. Gelukkig wordt het opgevolgd door de klassieker ‘Altar Of Love’ een van de favorieten van Jimmie zelf maar blijkens de bijval van zijn toehoorders ook van het publiek. Voor die toeschouwers die na deze opeenvolging van nummers nog niet overtuigd waren dat deze band niets aan beleving en stemvolume heeft ingeboet spelen de TIC’s het krachtige ‘Liberate’.
Drummer Billy ‘Champagne’ Sullivan is inmiddels achter zijn drummstel gaan staan en zwaait ritmitsch met de sambaballen op ‘Ramblin’ Woman Blues’ waarbij de oude vrienden Jimmie en J.J. beide effecten genereren met hun versterkers. Tijdens de toegift ‘Soul Deep Freak’ van Star of the West bewijst Jimmie nog maar een keer dat zijn blues-harp virtuositeit niets is veranderd ten opzichte van de jaren vóór zijn absentie van de Europese podium.
J.J. Holiday laat met zijn ‘finger-picking’ stijl aan de in het publiek aanwezige gitaristen zien hoe het moet, zijn gitaarspel lijkt zó makkelijk maar de gitaristen naast mij staan gebiologeerd toe te kijken. Persoonlijk vind ik het jammer dat tijdens de toegift ook niet voor de prachtige ballad ‘Somethin Of Value’ wordt gekozen.
Wellicht komen we volgend seizoen weer aan onze trekken. The Imperial Crowns verkeren in een ‘league of their own’. The Imperial Crowns, dé rock and rollers van Hookrock 2017!
Een band van ‘bij ons’, Doghouse Sam & The Blues Revue, sluit deze eerste kennismaking met het sympathieke en zeer succesvolle 21ste Hookrock af. Doghouse Sam in het dagelijkse leven Wouter Celis staat in Diepenbeek niet met zijn Magnatones maar met zijn Blues Revue op het podium.
De Blues Revue wordt gevormd door up-right bassist Patrick Indestege (Rhythm Bombs) en drummer Tom Derison die we op Swing Wespelaar met Les Generals Jack zagen musiceren maar hij drummt ook in El Fish en frontman Doghouse op de gitaar/vocals en blues-harp.
De band stond één keer eerder in deze formatie op het podium en wel tijdens Keeping The Blues Alive in Vlierden en ook hier naar Diepenbeek heeft Doghouse Sam als gast Bluesbones’ gitarist Stef Paglia meegenomen. De achterliggende gedachte van deze formatie is oudere bluestunes een Doghouse Sam & The Blues Revue versie mee te geven.
Er wordt afgetrapt met Slim Harpo’s ‘Got Love If You Want It’ maar ook Sonny Boy Williamson’s ‘Keep It To Yourself’ staat op de set-list. Het is een vreemde combinatie, de roots van Wouter ‘Doghouse Sam’ Celis met de bluesrock van Stef Paglia maar het werkt! Dat Wouter over een prettig stemgeluid en voorbeeldige uitspraak van het Amerikaanse Engels kan bezitten weten de trouwe lezers inmiddels maar ook zijn blues-harp kwaliteiten zijn van hoog niveau. Tóch betrap ik Stef Paglia erop dat hij nog vaak in zijn uithalen van de bluesrock vervalt, graag had ik hem iets meer buiten zijn comfortzone willen zien schitteren.
De ritme-sectie van Indestege op bass en Derion op de drumms staat als een huis en zo voelen Celis en Paglia zich vrij en frank om te excelleren op hun gitaren. Zelf omschrijven ze hun stijl authentieke powerblues met een high-energy attitude. Nou, dat is het zeker!
De inmiddels benevelde, de een wat minder dan de ander, toeschouwers worden bij de kladden gegrepen door deze revue wat op het podium van de OC Rooierheide dit prachtige festival afsluit. Hun uitvoering van ‘Boogie Burst’ is ronduit opzwepend en waanzinnig goed gemusiceerd. De set swingt van start tot finale en de pr van dit festival krijgt gelijk met hun beschrijving van Doghouse Sam & The Blues Revue als een een muzikaal orgasme. Omdat het in de nabijheid van het podium te hectisch wordt pakken we tijdens de klanken van ‘I Got No Place To Go’ langzaam aan de fototas en de schrijversaccesoires in en lopen we al afscheid nemend naar de uitgang van dit goed geoutilleerde Ontmoeting Centrum Rooierheide en zoeken wij al napuffend van een geweldig week-end vol muziek, oude en nieuwe vriendschappen de heilige koe op.
Deze verslaggevers van TBA? hopen Doghouse Sam & The Blues Revue nog zeker ergens anders op een mooi festival tegen te komen. Schot in de roos voor Wouter Celis maar ook voor de programmeurs van Hookrock 2017.
Lees het verslag en bekijk de foto’s van Dag 1 van Hookrock 2017 hier.
The Blues Alone? willen Hookrock complimenteren met de organisatie van deze 21ste editie. Natuurlijk willen wij alle vrijwilligers bedanken voor hun inzet en hun vriendelijke bediening. Nancy voor de assistentie back-stage en de organisatoren voor de gastvrijheid.
Hookrock 2017 was een mooie ervaring, graag zijn wij volgend jaar weer van de partij!