Een sfeerverslag van het 2e Holland International Blues Festival te Grolloo op 9 en 10 Juni 2017. Een verslag van Nicolette Johns met foto’s van José Gallois. Klik hier om het hele album te bekijken.
De tweede dag van het Holland International Blues Festival 2017 zijn we lekker op tijd aanwezig om met vrienden en gelijkgestemden op het terras van Café Hofsteenge de eerste festivaldag door te nemen én natuurlijk onze verwachtingen voor dag twee uit te spreken. Omdat we dag 1 als afgevaardigden van de media ook in de rij van festivalbezoekers moesten aansluiten nemen we behoorlijk bijtijds positie in voor de hekken van het terrein aan de Hoofdstraat van Grolloo.
De eerste band die zijn opwachting op de tweede dag van dit HIBF 2017 zal maken is The James Hunter Six. Als trouwe lezer van TBA? weet u dat wij als medium al diverse keren optredens van de man en zijn begeleiders hebben bijgewoond. Inmiddels is de vierenvijftig jarige man uit Colchester-Essex die bij Van Morrison de backing vocals verzorgde een platencontract bij het Amerikaanse Daptone Records rijker en reist de hele wereld over om het bij dit recordlabel uitgebrachte Hold On! aan de man te brengen. James Hunter is de ‘working class’ artiest, met een paar kolenschoppen van handen worden zijn snaren van de Gibson keer op keer behoorlijk gegeseld. Maar ook is James Hunter de man die door ex-werkgever Van Morrison wordt betiteld als het best bewaarde geheim in de wereld van de soul en R & B.
Jammer genoeg oogt James Hunter vrijwel altijd gespannen, tikkeltje nerveus waardoor hij veel, te veel met zijn publiek ‘coseert’. Ook vandaag in Bluesvillage Grolloo is het niet anders. Met de openingswoorden “we’re gonna put some soul in your blues” en “we’ve only got an hour, so we’re gonna play both of our good ones” breekt hij het ijs bij de toeschouwers.
Zijn ‘six’ heeft een kleine verschuiving ondergaan; we zien niet langer Eric Ranzoni op de B3 maar Joe Glossop die we nog kennen van zijn participatie in de band van Jonathan Jeremiah maar ook Saint Jude en wat denkt u van Tom Jones? Daarnaast zien we Hunter samen met zijn vaste begeleiders, drummer Jonathan Lee, Jason Wilson heeft zijn karakteristieke pose achter upright bass, Damian Hand en Lee Badau resp. tenor en bariton saxofoon vormen samen de blazerssectie.
Niet zo verwonderlijk dus dat het Amerikaanse label Daptone (o.a. Charles Bradley en Sharon Jones) The James Hunter Six oppikte. Inmiddels heeft de man zijn basis in de US waar hij regelmatig met de band tourt maar ook waar hij en zijn partners-in-crime regelmatig in de studio te vinden zijn. Mijn verslag over Hunter en zijn band behoeft geen wollige praat, ondanks dat ik vandaag niet écht onder de indruk ben van het gitaarwerk zet hij als opener een redelijke set neer met nummers als ‘Chicken Switch’, de titeltrack van zijn jongste album ‘Hold On’ of het Five Royals’ nummer ‘Baby Don’t Do It’ doen het goed bij het nog steeds arriverende publiek en brengen hen alvast in de stemming voor wat nog allemaal komen gaat.
‘Let the Monkey Ride’ staat ook weer op de set-list en natuurlijk ook ‘Gypsy’, een nummer wat gebaseerd is op het Fortuneteller van Allen Toussaint. Als we na de reguliere speeltijd nog twee encore’s te horen krijgen mogen de toeschouwers ook nog getuige zijn van de truckendoos die Hunter regelmatig met zijn gitaar uithaalt, kompleet met een dansje zit de eerste set van de tweede dag van het HIBF er alweer op.
Top collectief die James Hunter Six, een band die ongetwijfeld in Grolloo nieuwe fans aangeboord hebben.
De tweede band wordt door MC Johan Derksen geïntroduceerd als een bandje dat alweer veertig (!) jaar geleden in Austin-Tx het levenslicht zag. Volgens Johan zijn The Fabulous Thunderbirds de oudste bluesband van de US. Ongetwijfeld zal deze band veertig jaar geleden veel meer hebben moeten wedijveren voor enige acceptatie. Goedkeuring en erkenning die de band door middel door, vooral in het begin, veel ‘vlieguren’ te maken dubbel en dwars hebben verdiend.
De T-birds zoals ze ook wel liefkozend genoemd worden zijn professionals van de bovenste plank en staan hier op het affiche van het HIBF in Grolloo te boek als een van de headliners. Frontman/zanger/bluesharpist Kim Wilson maakt al platen sinds 1979 en het gros van de bezoekers van het HIBF waren toen in hun twenties. De band heeft in de loop van de jaren een aantal verschuivingen in bezetting ondergaan; vandaag staan zij echter in de bezetting die alweer een aantal jaren de wereld verblijden met hun versie van de blues.
We zien Johnny Moeller op een werkelijk prachtige gitaar, Steve Gomes is de bassist, de drummer heet Rob Stupka en de toetsenist is Kevin Anker. Wilson is gekleed in een prachtig zwart geborduurd westernhemd en ‘still going strong’; hij ziet er gezond uit ook al is de man nog maar een kleine vijf jaar hersteld van een hartinfarct. Bij de cover van het Temptations nummer ‘I’m Losing You’ gutst het zweet de man echter al van de haarloze knetter. De man (1951) gooit van meet af aan alles in de strijd van het performen óf zou stiekem de leeftijd hem parten gaan spelen? In ieder geval kan ik op het led scherm zien dat zijn sikje aan een verfbeurt toe is.
Ook de kraker ‘Tuff Enuff’ wordt met de energie van weleer de zaal ingespuugd; lekker om te zien dat er ook een jonge generatie het nummer uit 1986 vlekkeloos kunnen meegalmen! Johnny Moeller, die in 2007 Nick Curran opvolgde, verwent alweer een decennium lang de trouwe fanbase van de T-birds…..nog vier jaar en hij evenaart gitarist Jimmie Vaughan die maar liefst 14 jaar als T-bird de bühne beklom. Moeller is een fabelachtige goede gitarist maar ook frontman/zanger/bluesharpist Wilson heeft nergens ingeboet. Zijn stemgeluid maar ook zijn harpkwaliteiten zijn nog steeds ‘top notch’.
Dit is zoals het bedoeld is, muziek die je de vermoeidheid wegspoelt en je energie geeft. Kevin Anker laat zijn groove met ogenschijnlijk gemak de tot de nok toegevulde Alpha tent in stromen; slechts een enkeling slaat de set vanaf de terrassen gade want de meesten willen deze vibe ‘voelen’. Bij ‘Rock This Place’ worden we gevraagd allemaal mee te klappen en mee te zingen; het is niet het mooiste nummer van de set maar het publiek smult ervan en daar gaat het toch om?
‘She’s Tuff’ is ook alweer zo’n nummer waar de meesten de tekst letterlijk van kennen, jammer genoeg is het niet overal even zuiver. Met slechts het publiek als begeleider sluit Kim Wilson deze memorable set af met de bekende 12 minuten durende solo zoals we die in het verleden op Blues Peer zagen en zet hiermee Grolloo in vuur en vlam. Kim Wilson en zijn Fabulous Thunderbirds zijn nù al voor de vele trouwe fans de overwinnaars van de dag.
The Magpie Salute is qua grootte te vergelijken met Tedeschi-Trucks Band die op ditzelfde podium vorig jaar een ‘musical footprint’ achterliet. Toch deed The Magpie Salute bij mij geen belletje rinkelen maar het is dan ook een splinternieuwe band die gevormd is door drie oud-leden van The Black Crowes.
Gitarist Rich Robinson (mede-oprichter The Black Crowes) heeft samen met twee andere leden van de Crowes, gitarist Marc Ford en bassist Sven Pipien het initiatief genomen voor dit tienkoppige muziekgezelschap. De drummer heet Joe Magistro en Nico Bereciartua is ook te zien als gitarist. The Magpie Salute bestaat verder uit drie dames die voor meer dan alleen de backing-vocals zorgen en de lead-zanger heet John Hogg, hij was de zanger van het Britse Moke en is naar mijn smaak een hele goede zanger maar zijn geluid wordt jammer genoeg heel erg vervormd door het volume en wellicht daardoor blikkerig overkomt, ik kan met moeite verstaan wat er gezongen worden.
De band brengen Southern-rock, blues, gospel met een flinke dosis rock ‘n roll. Overigens heb ik de prachtig in Afrikaanse kledij uitgedoste dames nog niet voorgesteld, we zien Charity White die ook bij de Crowes te horen was en de twee anderen heten Adrien Reju en Katrine Ottosen. Ik moet zeggen dat zo’n grote band toch wel wat heeft, de toeschouwers in Grolloo worden gefêteerd met maar liefst vier heren die de vocalen beheersen. De toetsenist zit in zijn eigen ‘ivoren’ toren, hij speelt dat het een lieve lust is en de warmte op het podium blijkt in het geheel geen belemmering om de, waarschijnlijk zelf gehaakte, muts nog verder over de oren te trekken. Op mijn inmiddels vaste stek op de tribune en als bewaker van de fototas(sen) – ook in het tweede jaar van HIBF helaas geen faciliteiten zoals lockers of een aparte ruimte voor de pers – zie ik een gesmeerd lopende set van The Magpie Salute maar ik zie ook dat gitaristen Robinson en Ford de, in het publiek aanwezige, jonge gitaristen verbaasd doen staan met hun virtuositeit.
Dat er veel jonge mensen naar The Magpie Salute komen kijken kan ik slechts verklaren dat het gespeelde genre een mix is van blues, bluesrock en NUblues. Toch vind ik het jammer dat het geluidsniveau ook op de tribune niet zonder gehoorbescherming beluisterd kan worden en ik ben écht wel wat gewend. Vocaliste Katrine Ottosen horen we niet alleen zingen maar de dame bespeelt ook nog fluit en bluesharp; ja deze set zit goed in elkaar, heeft een hoog Crowes gehalte maar zijn vooral een ‘great bunch of musicians’. Echter wat wij als Europeanen als minpuntje ervaren is het gebrek aan interactie bij vele Amerikaanse acts. Toch kan ik bij tijd en wijle genieten van o.a. de psychedelische klanken van de rode Gibson van Rich Robinson; ook de leden van Vintage Trouble hebben dit bij hun aankomst blijkbaar gehoord en komen heel even om de hoek van het podium kijken. Niet lang want drie opgeschoten bejaarde groupies vinden het nodig om een muzikant voor aanvang van zijn ‘werk’ lastig te vallen.
Al naar gelang de set vordert kan ik steeds meer de blues van de seventies ontwaren in het werk van The Magpie Salute. Voor wie net als ik graag iets ontdekt, de band is volgende maand – maandag 10 Juli a.s. – in Paradiso te bekijken en te beluisteren.
Na een snelle hap op het terras vlakbij de ‘meet & greet’ corner van Gov’t Mule dient de fotograaf zich te melden voor Vintage Trouble. Vintage Trouble heeft in een korte tijd een goede reputatie opgebouwd. Een reputatie van een sensationele, opwindende act; ook de reputatie van frontman/zanger Ty Taylor als de reïncarnatie van Otis Redding is hem vooruit gesneld.
Vintage Trouble ontstond alweer zeven jaar geleden in het aan de westkust van de VS gelegen Hollywood en heeft als grootste invloeden de soullegendes van weleer zoals James Brown en zoals gezegd Otis Redding maar hieronder legt gitarist Nalle Colt een sixties vibe à la Hendrix. U raadt het al zo heeft u dé perfecte nieuwe stroming van funky, soulvolle, bluesy rock & roll. Een optreden van Vintage Trouble is niet alleen kijken en luisteren, het is vooral participeren en je mee laten voeren op de groove van deze naar mijn mening zeer goede performers.
Dit quintet, bassist Rick Barrio Dill, drummer Richard Danielson en toetsen/synthesizer Brian London samen met Colt en Taylor zijn stuk voor stuk individuen maar samen worden ze één grote muzikale ervaring. De set begint met een audio opname van Big Mama Thornton die ‘Hound Dog’ zingt, apart, écht apart! Al in het eerste nummer ‘Total Strangers’ komt frontman Ty Taylor de trap af om de nog steeds aanwassende menigte meteen bij de kladden te kriijpen. Taylor is een onvermoeibare zanger en trombonist maar hij blijkt vooral een showman pur sang. De kerel gebruikt het hele podium in zijn gouden kostuum, wellicht een kleine knipoog naar die andere geweldige performer Elvis Presley.
Tijdens de volgende nummers zien we Ty Taylor zich als een volleerd turner manifesteren alleen de salto ontbreekt nog, deze man is onvermoeibaar en onderwijl blijft hij ongelofelijk goed bij stem. Dat zingen doet hij heel behoorlijk en zijn synergie met Nalle Colt is een groot plezier om te aanschouwen. De band krijgt van mij een award omdat het zich zo in dienst stelt van de frontman, ondertussen musiceren zij gepassioneerd verder. Het publiek in de Alpha tent ligt aan hun voeten, hangt aan de lippen van Taylor en volgen als makke schapen de instructies die de band hen opdraagt.
Als hen gevraagd worden mee te klappen en te zingen kunnen we – ik ook – geen weerstand bieden aan de charismatische Taylor. Deze band heeft een interactie die eigenlijk niet zo heel erg Amerikaans is maar bezit over een ongebreidelde energie. Na de eerste ‘in your face’ nummers blijkt Vintage Trouble ook een rustig nummer te kunnen brengen; ik mag genieten van ‘Doin’ What You Were Doin’ ‘ en ik kan mezelf niet helpen te denken ‘Otis Redding Revisited’.
Ja, dit is een band die de soulvolle, blues kan laten continueren en de jongeren onder ons – het zijn er veel in Grolloo – te enthousiasmeren de vele facetten van de blues te gaan verkennen. Taylor wil “moist into wet” veranderen en als hij ons mededeelt “I’m not bullshitting now, are you with me to go crazy?” gaat de man nog maar eens een keer voluit erin. Het gouden linnen pak is inmiddels doorweekt maar het schijnt hem weinig uit te maken. We moeten onze heupen vuig schudden, ook ik volg gedwee, op de tonen van het ‘Pelvis Pusher’ wat ook alweer een fijn stukje muziek is van een band die in de paar keer dat zij in Europa te zien waren een zeer grote aantrekkingskracht op haar publiek heeft weten te bewerkstelligen.
Als ik de flexibele man van het podium af zie springen en hem zingend de tent door zie wurmen kan ik niet bevroeden op wat er volgt. De volgspot kan hem even niet meer localiseren totdat hij al crowdsurfend weer te spotten is. Taylor toont geen angsten als hij zich vertrouwend op zijn publiek door vele handen zich terug laat voeren naar het podium. Écht een geweldige band deze Vintage Trouble, gààt dit een keer meemaken en geef u over aan Vintage Trouble!
De uitsmijter van deze alweer zéér succesvolle tweede editie van het Holland International Blues Festival is een band die deze verslaggevers van TBA? nog maar een keer eerder heeft zien optreden. Gov’t Mule dateert uit 1994 en wordt door Johan Derksen geïntroduceerd als het side-project van Warren Haynes die naast zijn participatie in The Allman Brothers band voor de ‘leut’ een eigen bandje oprichtte. “Van hobby bandje tot wereld band” aldus Derksen. Een kleine 25 jaar later heeft de band zo’n vijftien albums opgenomen en werd kort voor het festival de nieuwe schijf Revolution Come….Revolution Go uitgebracht.
Gov’t Mule vindt zijn oorsprong in North Carolina en kan ook hier in Grolloo weer rekenen op hun vaste schare (internationale) fans die de band trouw volgt waar ook in Europa gespeeld wordt. Zij, deze fans uit de diverse Europese lidstaten, hadden zich in de Alpha tent al bij de twee vorige acts aan de hekken voor het podium gepositioneerd om maar vooral te kunnen genieten van de bandleden. Ook al behoeft Gov’t Mule voor de trouwe lezer en/of bluesfanaat waarschijnlijk weinig tot geen introductie voor de andere lezers stellen we de leden toch nog even voor. Warren Haynes is de frontman/gitarist en zanger van de band, bassist heet Jorgen Carlsson, toetsenist Danny Louis en de drummer heet Matt Abts.
Wat me meteen opvalt is het prachtige lichtplan, wellicht een eigen man in de hoogwerker of is het toch een van die mannetjesputters die zich gedurende het hele festival vanaf hun stalen behuizing heeft gezorgd voor de mooiste belichting?
Vanaf nu Southern-rock wat de klok slaat, de mannen die hun seventies look nog steeds niet willen verruilen voor een meer up-to-date look laten respectievelijk de gitaar huilen en de bass zo brommen dat je het in je onderbuik voelt.
De enkele toeschouwer die nog niet zijn stoeltje op de tribune verlaten had is nu ook voor het podium te vinden om zich samen met de dikke negen duizend bezoekers van dag twee de laatste act ‘mee te maken’. De band trapt af met ‘Where’s My Mule’ dat alweer een dikke 20 jaar oud is maar nog steeds de toeschouwers helemaal plat kan krijgen. Ook ‘Thorazine Shuffle’ is alweer uit de vorige eeuw maar dat mag de pret niet drukken, beiden nummers staan nog als een huis. Wat ook rotsvast is in deze band is de beat van drummer Matt Abts, allemachtig wat kan die man drummen!
Natuurlijk laat de Warren Haynes en kompanen een paar nummers van het nieuwe album horen waar ik eigenlijk alleen ‘Stone Cold Rage’ en ‘Dreams & Songs’ kan thuis brengen. Vooral de laatste geeft mij kippevel, de gruizige stem van Haynes maar ook zijn slide is van een uitzonderlijke klasse. Ja, deze Southern-rock kan ik wel ‘diggen’. Het wordt tijd dat ik me eens meer ga verdiepen in deze band.
Warren Haynes en zijn Gov’t Mule hebben deze tweede editie van het Holland International Blues Festival met elan afgesloten. Langzaam schuifelen we het terrein af en zetten route naar een van de twee café’s van Grolloo, Café Hofsteenge, waar we nog tot diep in de nacht met gelijkgestemden het festival doornemen onder het genot van een drankje én een bitterbal!
De organisatie en de programmeursvan HIBF kunnen terugkijken op een zeer goed georganiseerd festival waarmee zij heel veel bezoekers een fantastisch week-end hebben bezorgd. De verslaggevers kijken terug op een afwisselende line-up met heel veel goede, gedegen en ook verrasssende muziek. We hebben genoten van een goed verzorgd festival, met kwaliteits catering. Het weerzien met inmiddels een fiks aantal trouwe bezoekers van het HIBF hebben deze plezierige ervaring slechts kunnen verhogen. De ‘nazit’ over het gebodene met gelijkgestemden staat vanaf nu vast op het programma ten tijde van HIBF.
Volgend jaar zal Grolloo op 8 en 9 Juni 2018 wéér worden getransformeerd tot Blues Village Grolloo, hopelijk is The Blues Alone? dan weer vertegenwoordigd, tot dan!
Lees het verslag en bekijk de foto’s van Dag 1 van het Holland International Blues Festival 2017 hier.