Een sfeerverslag van het 2e Holland International Blues Festival te Grolloo op 9 en 10 Juni 2017. Een verslag van Nicolette Johns met foto’s van José Gallois. Klik hier om het hele album te bekijken.
Na een werkelijke rampzalige reis richting Assen én de lange wachtrij voor de de poorten van het HIBF terrein betreden uw verslaggevers tien minuten voor het einde van de set van Walter ‘Wolfman’ Washington de Alpha tent opgesteld aan de Hoofdstraat in Grolloo. Drie jaar geleden hebben we de man uit New Orleans – Louisiana en immer in het vuurrode pak mét bijpassende vuurrode claque op het gratis festival Swing Wespelaar mogen zien optreden. Hij was daar de uitsmijter van drie dagen kwaliteitsmuziek. Toen kwam de regen met bakken naar beneden en de inmiddels 73 jarige Washington moet vandaag ook gedacht hebben dat het in de ‘Low Lands’ alleen maar regent want ook in Grolloo regende het een uur voor zijn performance nog ‘cats & dogs’. Gelukkig zijn de weergoden inmiddels Walter ‘Wolfman’ Washington beter gezind, ‘the sky is no longer crying’ en de zon doet zijn werk op de blubber bij de ingang van het terrein. ‘The Wolfman’ is nog steeds hedentendage een van de coryfeën van NOLA.
Washington werkte als teen-ager al in de band van de fameuze rhythm & blues muzikant Lee Dorsey, ook tourde hij jaren met Johnny Adams wat resulteerde in het sinds het eind van de jaren tachtig touren met zijn eigen band The Roadmasters. Overigens wordt de krasse knar ‘Wolfman’ genoemd omdat de man steevast andere muzikanten op het podium wist uit te dagen. Zagen we de man op het podium van Wespelaar nog gewoon staande musiceren hier in Grolloo treffen we de man zittend op een barkruk te midden zijn begeleiders aan en neemt hij het leven ‘nice ‘n easy’. The Roadmasters bestaan uit een ritme-sectie, we zien een tweetal blazers, trompet en sax, maar ook de Hammond B-3 is present. De man himself bespeelt de vuurrode Gibson.
Jammer dat we niet langer mochten genieten van deze mix van soul, blues en rhythm & blues. We vertrouwen erop dat deze delegatie van TBA? nog eens een herkansing krijgt.
De volgende artiest op de line-up is onderdeel van de jeugdige, talentvolle en naammakende muzikanten die op dit tweede HIBF een podium gegeven wordt zich aan het bluesminnende publiek in Grolloo te presenteren. Natuurlijk hoor ik u als trouwe lezer al denken, presenteren? We kennen de uit de UK afkomstige Laurence Jones inmiddels toch al een paar jaar?
U heeft gelijk maar toch is er nog de toeschouwer die niet wekelijks dan wel maandelijks een cultuurpodium/blues venue bezoekt. Zoals gezegd timmert de 25 jarige Laurence Jones alweer een aantal jaartjes middels vele shows goed aan de weg en ook TBA? waren vele malen bij present. Inmiddels heeft hij bij diverse grootheden in het voorprogramma gestaan w.o. Walter Trout die over hem verklaarde dat Jones een kruising tussen Eric Clapton en Buddy Guy is. Bestond zijn band de afgelopen jaren uit Ruf Bluescaravan drummer Mirri Miettinen en bassist Roger Inniss inmiddels ziet hij zich omringd met leeftijdgenoten als toetsenist Bennett Holland, bassist Greg Smith en drummer Phil Wilson. De wisseling in begeleiding is goed merkbaar, het is fris, jong en de jeugd is volle bak enthousiast om zich iedere keer weer in de kijker te spelen. Jones schijft zijn teksten zelf en met zijn puike gitaarwerk heeft hij zijn muzikale belofte in ruime mate waargemaakt. In drie opeenvolgende jaren (2014, 2015 & 2016) mocht Laurence de British Blues Award voor Young Artist of the Year mee naar huis nemen maar in 2016 ook de ‘Guitarist of the Year 2016’ onderscheiding. De trofee voor zijn tweede plaats als ‘Band of the Year 2016’ staat ook al in de kast in Stratford-upon-Avon.
Ondanks dat de bluesrock niet echt mijn favoriete genre is kan ik wel beoordelen dat deze jongeman ondanks zijn drukke agenda en zijn aandoening (hij lijdt aan de ziekte van Crohn) zich blijft ontwikkelen. Volgens eigen zeggen hebben Jones en zijn bandleden al een heel jaar naar dit festival uitgekeken, ze openen met ‘What’s It Gonna Be’ en ‘Touch Your Moonlight’ die beiden als een huis staan. Gekleed in een Black Sabbath t-shirt maakt LJ de aanwezige jeugdigen in Grolloo erop attent dat blues niet àltijd oubollig of Chicago blues hoeft te zijn. LJ’s vertolking van de bluesrock krijgt zelfs de jeugd aan het dansen – althans iets wat er op lijkt – in de anderhalf keer grotere opgestelde tent dan vorig jaar tijdens hetzelfde festival.
Bennett Holland die afkomstig is uit Sheffield is een bovenstebeste naar mijn mening en de man met bass én de “second best quiff” Greg Smith kan op net zoveel bijval van zijn publiek rekenen als voorganger Inniss. ‘Someting’s Changed’ is funky en LJ wil graag dat we op zijn muziek meedansen; het nummer wordt prettig gelardeerd met een intermezzo op de piano door Bennett.
Als een ervaren muzikant dirigeert hij zijn toehoorders in het meezingen met ‘I Shot The Sheriff’ dat door Jamaicaan Bob Marley werd geschreven maar o.a. door Eric Clapton – een van LJ’s idolen – op schijf werd gezet. “Music unite, music puts us together” zegt Jones en hij draagt ‘Thunder in The Sky’ op aan de slachtoffers van Manchester en London. “It’s a crazy world we live in” zegt Jones inderdaad maar vandaag in Grolloo wordt de wereld nóg een stukje gekker met Laurence Jones’ uitvoeringen van ‘Everyday I Have The Blues’ en de keuze voor J.J. Cale’s ‘Cocaine’ is gezien de fris uitziende jongeman op het podium toch wel een opmerkelijke uitsmijter. Laurence Jones is nù al voor vele aanwezige critici en toeschouwers de winnaar van dit tweede HIBF.
De volgende band is bij mij volledig onbekend, The Rival Sons die overigens met een stuk geluidsband van Ennio Morricone openen zijn een collectief uit Long Beach California – US en lopen alweer zo’n kleine acht jaar de nationale en internationale podia plat. Ook schreven zij een negental albums op hun naam waarvan het jongste exemplaar uit 2016 Hollow Bones internationaal zeer goede recensies oogstte.
De band wordt gevormd door frontman/zanger Jay Buchanan, gitarist Scott Holiday en ritme-sectie leden Michael Miley op de drumms en bassist Dave Beste. De band die als support-act fungeerde voor o.a. Kid Rock en AC/DC gaan nu als volwaardige head-liners van start met ‘Electric Man’ van het in 2014 uitgebrachte Great Western Valkyrie. Vocaal stelt het me vooralsnog teleur, Jay’s stembeheersing is nog niet optimaal in de lagere registers ook al zijn de uithalen krachtig. Dit is klinklare rock in het hoekje van het bluesgenre, zo horen we nog twee nummers alvorens er een rustmomentje ingelast wordt. Ondanks de letterlijke valse start bij het nummer ‘Jordan’ van het 2012 album met de titel Head Down begin ik de kwaliteit van deze band meer te waarderen want Jay herpakt zich heel goed.
De slide van Scott Holiday is middels zijn speciaal aangemeten, zeer opvallende ring een traktatie voor de toeschouwer en luisteraar. Jay’s haar is inmiddels losgekomen uit het lokkenbedwingende elastiek en zijn stem wordt voller en nog krachtiger maar ook gecontroleerder. Buchanan’s afstand tot de microfoon is ronduit imposant. Holiday leeft zich inmiddels uit op zijn pedal-train. Inmiddels heb ik kwartier gemaakt op de tribune opgesteld aan de rechterlange zijde van de tent en mag ik een goede opgebouwde show van The Rival Sons gadeslaan maar ik zie ook in het publiek alles voorbij trekken……goed geklede dames, heren, wandelaars, ervaren festivalgangers maar die ene ‘dame’ met het bouwvakkers decolleté die mij de wijn uit doet proesten.
Op het podium lijkt het of de band met de eerste rijen fans hun feestje aan het bouwen zijn…..mij hebben ze niet over kunnen halen maar ik kan wel concluderen dat ondanks dat ik niet écht hun doelgroep ben The Rival Sons een brug slaat tussen de traditionele blues en de NU-blues van de nieuwe generatie bluesmuzikanten.
Een man die we al vaker in Nederland hebben mogen ontvangen staat als de voorlaatste act van de eerste dag van het tweede HIBF op het programma. Kenny Wayne Shepherd, Shreveport – Louisiana staat alweer een twee decennia op de diverse podia in Europa maar ook in de rest van de wereld domineert hij samen met Noah Hunt het blues-rock segment.
Practisch zonder introductie van MC Johan Derksen begint de band met een golden oldie ‘King’s Highway’ van het inmiddels 20 jaar oude album Trouble waarbij het volume als een aanslag op de oren aanvoelt en de laatste nog buiten de tent bivakerenden de tent inlokt. Het stuwende ritme is nog steeds ook na twintig jaar nog steeds aanstekelijk. De vanuit alle hoeken toegereisde trouwe fan-base van de man die daags na het festival zijn veertigstige verjaardag zal vieren hopen natuurlijk op nieuw werk van het later deze zomer uit te brengen album onder de titel Lay It On Down dat met een tour in Europa vanaf Augustus ter promotie aan de man gebracht zal worden gebracht. Eerder meldde ik al dat KWS gewoontegetrouw met Noah Hunt het podium had betreden maar ik wil ook even de andere leden aan u voorstellen. Op drumms zien we Chris Layton die samen met bassist Kevin McCormick voor de back-bone van band moet zorgen.
‘True Lies’ intro ligt ons bekend in het gehoor, niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat KWS in de ‘early years’ met de groten uit de blues het podium heeft gedeeld. Zo stond KWS o.a. met Honeyboy Edwards, Hubert Sumlin maar ook B.B. King en Clarence ‘Gatemouth’ Brown te jammen. Maar ook een echte rock ‘n roller zoals ‘The House Is Rocking’ een nummer wat door KWS speelstijl mij heel erg aan het werk van Brian Setzer doet denken. Het nummer werd uitgebracht op het 2014 album Going Home, eerlijk is eerlijk ook dit kan de bluesrocker van de Here met gemak aan. Fijn ook dat Noah Hunt nu ook zijn aandeel in de gitaarlicks heeft.
Nog meer ouder werk, uit 2011, staat op de set-list als we Noah Hunt de slow-blues ‘Heat Of The Sun’ horen inzetten. De bluespuristen zijn niet gemakkelijk tevreden maar ondanks dat ik niet in deze categorie val en niet helemaal weg ben van het genre bluesrock dat KWS en zijn kompanen belijden geniet ik met volle teugen van dit nummer. Elmore James’ ‘Talk To My Baby’ een nummer wat als een de favorieten van KWS te boek staat – zo wil hij ons laten geloven – wordt door de frontman/gitarist zelf gezongen.
Ondanks dat ik persoonlijk Noah Hunt de betere zanger van de twee vind tilt KWS de song met zijn gitaarsolo naar de ‘next level’. Inmiddels staan de dikke tienduizend bezoekers niet meer stil, ‘Deja Voodoo’ van het debuutalbum (1995) Ledbetter Heights is het nummer bij uitstek om een kunstje met de gitaar te tonen, ja ook KWS bespeelt zijn axe achter de rug. Stees weer wordt mijn aandacht naar de oudere, koele rakker op de bass Kevin McCormick getrokken en drummer Chris Layton verdienen wat mij betreft allebei een medaille. KWS en zijn bandleden bewijzen alweer garant te staan voor een vette set!
Tja, en dan is het tijd geworden voor de man die in een heel laat stadium aan de line-up van de tweede editie van het Holland International Blues Festival werd toegevoegd. Niemand minder dan de 81 jarige Buddy Guy (Lettsworth -Louisiana US) betreedt in zijn onmiskenbare handelsmerk, het zwarte hemd met de grote witte polkadots het podium. Zelf heeft dit setje verslaggevers de 34 maal met Blues Awards (meer dan welke bluesmuzikant ooit!!) onderscheiden Guy al vele malen aan het werk gezien, zowel in Europa als in de VS. We zagen hem in zijn eigen habitat optreden op het Chicago Blues Festival maar ook mochten wij een handje schudden toen hij aan de bar zat van zijn eigen blues-club Legends gelegen aan Wabash Avenue.
Nog immer ziet de man er fit uit, hij loopt nog goed, de kop is nog steeds goed én hij lijkt er nog steeds zin in te hebben want hij begroet het publiek met een lach van oor tot oor. Natuurlijk is deze set een kopie van de shows die hij alweer vele jaren op de bühne brengt; de opener ‘Damn Right I Got The Blues’ wordt in de coulissen door jongeling Laurence Jones met veel bewondering gevolgd.
Inmiddels zijn er nog maar weinig toeschouwers buiten de tent naar de grote schermen aan het kijken men wil deze bij leven al blueslegende Buddy Guy in het ‘echie’ bekijken maar vooral beluisteren. Ook Guy bewijst dat hij nog steeds flexibel is als hij zijn gitaar ondersteboven bespeelt, ondertussen zie ik dat niet alleen zijn gitaar met de witte polkadots waar hij normaal op speelt door zijn wingman gestemd wordt, ik zie overigens ook dat tegenwoordig de pedal-train én de microfoon van het BG-thema zijn voorzien. Nee, de man is niet vies van een dosis show, klooit in het begin nog wat met zijn versterker waarbij gitarist Ric Hall het gitaarspel voor zijn rekening neemt incluis het pirouetje voor de buik met zijn gitaar.
Gek genoeg brengen Guy en zijn begeleiders The Damn Right Blues Band die bestaat uit op toetsen Marty Simmons, drumms Tim Austin en bassist Orlando Wright weinig eigen werk ten gehore maar horen we covers van ‘Hoochie Coochie Man’ waarbij blijkt dat Buddy Guy op zijn leeftijd nog over een hoge dosis humor te bezitten als hij een imitatie van Junior Wells opvoert.
Ook dit keer op HIBF laat BG zien dat de zes snaren voor hem na een levenlang musiceren geen geheimen meer voor hem hebben als hij de drummstick de snaren laat beroeren. ‘Hoodoo Hoodoo Man’ van Sonny Boy Williamson en van de man die ooit aan de bar in het Grolloo van de jeugdige Derksen en wijlen Harry Muskee aan de bar van het plaatselijke café zat, Eddie Boyd, horen we ‘Five Long Years’ en Willie Dixon’s ‘I Just Wanna Make Love To You’ wordt uit volle borst door het publiek meegezongen.
Guy geniet zichtbaar van de bijval van zijn toehoorders en tilt het geheel nog een treetje hoger als hij de menigte hoort mee neuriën op de klanken van John Hiatt’s ‘Feels Like Rain’ ……..sommigen toehoorders tonen elkaar hun kippenvel op de armen anderen houden maar met moeite de waterlanders op de rand van de wimpers. Begrijpelijk want ondanks dat de show niet écht baanbrekend is weten we allemaal dat het wel eens de laatste keer zou kunnen zijn dat we Buddy Guy, door Obama onderscheiden met de Kennedy Center Honor, voor het laatst in Europa mogen zien optreden.
Toch lijkt deze mastodont van de blues hier op het 2e HIBF onvermoeibaar als hij ook nog eens John Lee Hooker én B.B. King “the greatest ever” aldus Guy eert. Gelukkig horen we ook nog het eigen nummer ‘Born To Play Guitar’ van het gelijknamige laatste album uit 2015. Ongelofelijk dat deze man nog zo kan musiceren, nergens is de fatigue af te lezen, nergens is de man te betrappen op het feit dat de man die zijn eerste platencontract in 1958 al in de wacht sleepte genoeg heeft van het performen. De klap op de spreekwoordelijke vuurpijl komt in de vorm van Laurence Jones die samen met zijn grote voorbeeld een dikke twintig minuten samen mag musiceren.
Jones toepasselijk voor de gelegendheid in een zwart met kleine polkadots gehesen speelt na enig overleg ‘Have You Ever Loved A Woman’ dat door Freddie King de wereld in werd gekatapulteerd. Mijn hemel wat moet LJ hier hebben staan beven want hij mag ook nog de vocalen onder het toeziend oog van Guy voor zijn rekening nemen. Hoe doet hij dat? Dat doet hij zó goed dat ik me als een trotse tante gedragend het geheel gade sla…….
Het HIBF sluit de eerste dag op een zeer succesvolle wijze af met Buddy Guy die een onvergetelijke show neerzette maar ook nieuw talent op zijn podium toeliet en zo Laurence Jones aan de wereld voorstelde. De wereld is klaar voor Laurence Jones maar Laurence Jones is ook klaar voor de rest van de wereld aan de hand van de meester Guy himself.
Voordat ik de reis naar ons onderkomen in Assen onderneem ga ik snel nog even Laurence Jones feliciteren met zijn optreden maar natuurlijk ook met zijn guest-appearence bij Buddy Guy. De jongen die me met vochtige ogen te woord staat zal de eerste dagen niet meer vanaf zijn ‘high’ afdalen.
Met de slogan die al de halve avond in mijn hoofd rondspeelt sluit ik het verslag van de eerste dag van de tweede editie van het Holland International Festival af – HIBF 2017 Showing Guts With NUblues!
Lees het verslag en bekijk de foto’s van Dag 2 van het Holland International Blues Festival 2017 hier.