Een sfeerimpressie van de Rhythm & Blues Night in de Oosterpoort in Groningen op 29 april 2017. Een verslag van Ria Pronk met foto’s van Gerrie van Barneveld.
Mooi op tijd ben ik bij de Oosterpoort waar vanaf 20.00 uur tot in de late uurtjes de Rhythm & Blues Night plaatsvindt. Een duidelijke timetable zal ons door de avond loodsen. Het wordt weer kiezen en je zult weer niet alles kunnen zien; het eeuwige dilemma van een festival.
Het is nog lekker rustig in de Binnenzaal bij Little Hurricane. “Little Hurricane is a dirty blues/rock band from San Diego, CA; interests band: wrecking homes, destroying cities (bron: Facebook).” Dan bekruipt je het gevoel dat het er vast wild aan toe zal gaan. Maar dat valt mee. Het duo wordt gevormd door Tone (Antony Catalano) en kauwgom kauwende CC (Celeste) Spina. Tone zingt en speelt gitaar en CC drumt alsof haar leven er vanaf hangt met een grote grijns op het gezicht. Ik vind het een fijne, krachtige binnenkomer.
De Britse Jo Harman met band, is dan inmiddels begonnen in de foyer. We haken aan tijdens een waanzinnige en erg lange gitaarsolo, gevolgd door een gevoelige ballad. Haar nieuwe single When We Were Young, pikken we ook mee; een lekker in het gehoor liggend poppy nummer. Ondanks dat Jo Harman een mooie verschijning is, een prima stem heeft en wordt omringd door een puike band, boeit het optreden niet. De versterking van de zang is matig en Jo Harman lijkt zelf ook niet echt in haar nopjes.
Het laatste kwartier zijn we getuige van het optreden van Fink’s Sunday Night Blues Club. Blues? Ik heb het niet gehoord. Toch is het laatste album van de populaire Brit gewijd aan de blues. Wellicht kwam ik binnen op het verkeerde moment. Hoe dan ook, Looking to Closely en Warm Shadow, zijn hypnotiserende songs, waar je een beetje van in trance raakt.
We spoeden ons naar de Grote Zaal, waar Pokey LaFarge op het podium staat. De kleine ragtime, country-blues man, Andrew Heissler met band, uit St. Louis, Missouri, was al een aantal keer eerder in de Oosterpoort en is hier erg populair. Ik ontwaar nieuwe blazers. Actin’ a Fool, klinkt lekker oubollig. Wanna Be Your Man, heeft ook die old-time feel en datzelfde geldt voor Central Time. Pokey is lekker op dreef vanavond, de presentatie is vrolijk en ontspannen. Op hetzelfde tijdstip vertoont The Reverend Shawn Amos zijn kunsten in de Entreehal.
Er is geen doorkomen aan, zo druk is het daar. De gecoverde Mercedes Benz en Bowie’s, The Jean Genie, krijgen we mee van de bluespriester uit Los Angeles. Een hoog showgehalte, maar een beetje rommelig. Avery Sunshine verrast ons in de Binnenzaal. Achter de piano, geflankeerd door een gitarist, bouwt zij samen met het publiek een feestje.
Zij sleept ons mee in de wereld van gospel, rhythm & blues en soul. Een prachtige goedlachse, open persoonlijkheid. “I give you my happy, and take your blues”, we zingen, klappen en wiegen mee. Het kan gewoon niet anders.
Bij Devon Allman staan opvallend veel mannen voor het podium, de liefhebbers van het betere gitaarwerk. Marley’s No Woman No Cry wordt lang uitgesponnen en datzelfde geldt voor Left My Heart in Memphis. Lekker veel twang in de zang, zoals alleen Amerikanen dat kunnen, daar houd ik van. Joan Osborne begint de avond met Mighty Quinn van Manfred Man’s Earth band.
Zij brengt binnenkort een album uit met songs van Bob Dylan. Een voorproefje krijgen we met een verbouwd Everybody Must Get Stoned. Ik weet niet of ik het me verbeeld maar Osborne klinkt een beetje verkouden.
Walter Trout is neergestreken in de Grote Zaal en Con Brio is het enige alternatief voor wie niet van bluesrock houdt. Fotograaf van dienst zou zeggen, meisjesmuziek, versus jongensmuziek. En misschien komt het daardoor dat ik lang bij Con Brio blijf hangen. Con Brio, is een term uit de muziek, die aangeeft dat een muziekstuk op een levendige manier dient te worden uitgevoerd. Een betere naam had men niet kunnen kiezen voor deze strak geregisseerde, funk en rhythm & bluesmachine.
Ziek McCarter is de onbetwiste leider van het gezelschap, maar iedereen kent zijn rol en speelt die met verve, springend, dansend, klappend en het publiek opzwepend tot een stomende massa, hoewel dat in Groningen nog een heel karwei is.
Toch nog maar even naar bluesrocker Walter Trout; van het jeugdig charisma naar de grijze vitaliteit. Ook hier dampt het en er staan een heleboel Troutfans voor het podium die mee dampen. Zoonlief betreedt het podium om in een gitaarbattle de strijd met vader Trout aan te gaan. “Nee, toch, daar heb je hem weer”, hoor ik achter mij iemand zeggen, “kan hij die jongen niet gewoon thuislaten?”
De Grote Zaal wordt voor de laatste maal omgebouwd, als ik moet kiezen tussen Barrelhouse, Dan Patlansky en Woody Pines. Barrelhouse is al jaren een constante factor in de Nederlandse Bluesscene. Mooi dat ze vanavond tot de line-up van dit festival behoren.
Dan Patlansky, brengt stevige rauwe bluesrock. We laten het op de vroege zondag maar even over ons heen komen, zonder er al te veel van te vinden. Woody Pines uit Nashville, praat vooral veel en zingt zijn oldschool liedjes.
Het kan mij niet echt boeien, terwijl je me normaalgesproken voor een pedal steel en een contrabas wel wakker kunt maken. Het zal te maken hebben met de zang, die niet erg zuiver is.
King of The World, aangevuld met de BP Horns, heeft zich voor dit optreden in de Grote Zaal in het pak gestoken. Dat ziet er goed uit, heren op dat mooie uitgelichte podium! Ook hier blijkt weer wat een goede band KOTW is en met blazers erbij wordt het alleen maar beter. Nikki Hill speelt gelijktijdig in de Entreehal. Zij stond al een tijdje op mijn to-see- and-hear- list. Wat een prachtige verschijning is Nikki Hill. In een t’shirt met de tekst “My Rhythm is Blue” brengt zij soul shocked, volume cranked, feel good rock n’ roll. Hill’s stem doet denken aan die van Little Richard, Lavern Baker en Etta James.
Zo’n scheurend stemgeluid heb je of heb je niet. Nikki heeft een prima band om op te leunen. Het meest opvallend is de tweede gitariste, Laura Chavez, die naast Matt Hill, geweldig slag maar zoals later blijkt, ook soleert als de beste. Opvallend veel muzikanten die we eerder deze avond op verschillende podia zagen, zien we terug in het publiek.
Het festival loopt ten einde, een ronde langs de kleinere zalen levert nog een optreden op van The Paladins. Misschien iets minder Rockabilly dan we van ze gewend zijn, maar altijd leuk. Zeker wanneer de gitaristen van Nikki Hill zich bij de Paladins voegen. Op dit tijdstip van de nacht kan alles.
De jonge Marcus King trekt het laatste publiek naar zich dat niet vies is van het steviger gitaarwerk. Bij de Amerikaanse Junior Mack sluiten we de avond af. Hij wordt bijgestaan door niemand minder dan Richard van Bergen op gitaar, Bart Kamp op bas en Jody van Ooyen op drums. Blueskwaliteit van eigen bodem.
Tijd om huiswaarts te keren. We kijken terug op een mooi afwisselend festival. Wat opviel was dat veel muzikanten teruggrepen op covers van bestaande nummers, of liepen we dan toevallig net de zaal binnen? We deden nieuwe ontdekkingen en werden soms bevestigd in wat we al wisten.
Voor de organisatie en de gastvrijheid bedanken wij de Oosterpoort.