Mac Arnold & Plate Full O’ Blues speelden op zondag 11 December j.l. in de North Sea Jazz club van Amsterdam. Tekst door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois. Klik hier voor het album.
Via een vlotte autorit en een kleine, kille wandeling over de Haarlemmerweg bereiken we al vroeg de warme, sfeervolle North Sea Jazz club. We zijn lekker op tijd om zo aan het voor ons, bij uitzondering gereserveerde, tafeltje plaats te nemen. Inderdaad u leest het goed dit verslaggeversetje gaan er bij zitten vanavond. Nee, niet de hele avond maar wel voor het drie gangen diner van de nieuwe kok, Michiel Visser (ex Bougogne-Schoorl) die sinds begin november de scepter in de keuken van de North Sea Jazz club zwaait. Wij mogen eens proeven hoeveel zijn inbreng verschilt van zijn voorganger, uit meerdere ervaringen kunnen wij ook de vorige als een zeer goede kok betitelen. De nieuwe chef-kok, die als specialiteit heeft sous-vide (vacuüm/slow-cooking ) te koken, heeft gekozen voor een vaststaand menu dat maandelijks wisselt. Vanaf volgend jaar januari kunt u zelfs optioneel voor een vierde gang kiezen. Deze keer nemen er een bubbeltje bij want we zijn slechts een dag verwijderd van de huwelijksdag, alsof dat nog niet genoeg excuus is voeren we ook als excuus aan dat we vakantie hebben. Onze smaakpapillen worden verwend met de meest heerlijke combinaties van gerechten, ja ook de kok is op zijn vakgebied een artiest.
Jammer genoeg moeten we vaststellen dat als het bekende tape-je met instructies zoals geen flits en de conversaties proberen te beperken tot na de set, de bediening nog moet beginnen met het uitserveren van het dessert…..De fotograaf verkiest de foto’s boven het chocolade-truffel taartje met het inmiddels smeltende ijs op zijn dessertbord.
Mac Arnold is een blues muzikant die zijn enthousiasme voor de gitaar ontwikkelt aan het eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Als hij van een familielid een zelf gefabriceerde gascan-gitaar krijgt is het hek van de dam. Mac Arnold blijkt autodidact op deze gitaar en krijgt ook de bass onder de knie. Deze 74 jarige uit South Carolina afkomstige Arnold gaat bij James Brown spelen. Na een aantal jaren verhuist hij naar Chicago waar hij bij A.C. Reed en bij Muddy Waters speelt. Wanneer hij in 1967 zijn eigen band The Soul Invaders opricht krijgt hij werk als de backing band van B.B. King en The Temptations. Hij speelt mee op albums van John Lee Hooker, Otis Spann en in de zenventiger jaren mag hij vier jaar lang het tv-programma Soul Train zijn werkgever noemen waar hij als bassist aangesteld is. Zijn basslijn voor het de sit-com Sanford & Son werd wereldberoemd. Zoals zovelen musici heeft ook Arnold het moeilijk in de negentiger jaren maar na lang aandringen van bandlid Max Hightower stapt hij in 2005 toch het podium weer op en inmiddels heeft hij alweer vijf cd’s op zijn naam geschreven.
Mac Arnold wordt zoals gezegd begeleid door Plate Full O’ Blues welke gevormd wordt door een drietal “youngsters” zoals Arnold ze pleegt te noemen. De set wordt geopend door Austin Brashier op gitaar en vocals, multi-intrumentalist (vocals, gitaar, bass, piano en blues-harp) Max Hightower en drummer van dienst Fransman Denis Agenet die u ook zou kunnen kennen van zijn werk bij Bo Weavil of Bad Mules.
Op de bekende Amerikaanse wijze wordt het publiek in de uitverkochte North Sea Jazz club opgewarmd door achtereenvolgens Austin Brashier en Max Hightower die beide een song ten gehore brengen totdat Arnold wordt aangekondigd.
De ietwat stramme, goedlachse, cowboyhoed dragende Arnold opent hij met “signature song” ‘Ghetto Blues’, uit 2005 verschenen op Nothin’ To Prove, waarin zijn jonge jaren in Chicago beschreven worden, zijn ‘struggle’ om te overleven, zijn ontmoetingen en samenwerkingen met de blues-legendes van heden en verleden zoals Buddy Guy en Muddy Waters. Eén ding is zeker…..deze 74 jarige is nog heel goed bij stem en heeft er duidelijk zin in!
Natuurlijk wordt in Amsterdam gekozen om het nieuwste album ‘Give It Away’ te promoten maar de set bestaat ook uit het oudere werk van deze innemende persoonlijkheid.
Na deze opener krijgen we track nummer 12 ‘Amos Moses’, de enige cover (Jerry Reed) op het album, van het jongste schijfje te horen. Hierna neemt Mac Arnold de bass over van de rechtshandige Max Hightower die Arnold dan weer, alsof het hem geen enkele moeite oplevert, linkshandig bespeelt om ons het volgende nummer van het nieuwe album ‘Train Smoke’ te laten horen, één van de zes verschenen werken op het album die door Max Hightower geschreven werd. Maar het moet gezegd, alle nummers tot nu toe gehoord zouden niet het elan mee krijgen zonder het wérkelijk fantastische gitaarwerk van Austin Brashier!
Omdat Mac Arnold bassist was bij Muddy Waters speelt hij in het Amsterdamse ook een nummer uit die tijd ‘Walking Through The Park’. Max Hightower, die ook hier weer de blues-harp bespeelt, is werkelijk een bijzondere muzikant. Hij lijkt me zeer introvert maar kan wel in ieder instrument zijn ziel en zaligheid kwijt. ‘Walking Through The Park’ is ook het eerste nummer waar deze verslaggever niet meer op de stoel kan blijven zitten en een hoekje zoekt om de ledematen te kunnen bewegen, want deze Chicagoblues is onweerstaanbaar.
Mac Arnold werkte ook met Bobby Blue Bland en memoreert zijn samenwerking met de vertolking van ‘Stormy Monday’ – wat Bland natuurlijk weer coverde van T-bone Walker maar dit terzijde – voorzien van een kippenvel gevend intro en latere solo door Austin Brashier. De finesse ten top!
Als Max Hightower weer de hoofdrol krijgt met de blues-harp hapert zijn microfoon en valt zelfs uit, geen punt we gaan gewoon onverstoord verder met de zangmicrofoon en zélfs onversterkt verder met slechts de beat van Denis Agenet die tijdens de hele set al het idee geeft voltijds deel uit te maken van Plate Full O’Blues maar slechts 3 weken met deze band op tournee is. De oude knokige grote handen van Mac Arnold blijven de vetste grooves neerleggen maar als Max de bass overneemt van de frontman weet de goed oplettende toeschouwer dat het tijd geworden is voor de 4-snarige gascan-gitaar. ‘Greenville South Caroline’ blijkt ook het einde van de eerste set maar de band zal nóg een set spelen zoals Mac Arnold verkondigt “I ain’t outta gas yet”.
Tijdens de pauze babbelen we wat met onze buren, vaste gasten Otto en Jacques, we tippen elkaar over nog te verwachte acts in de North Sea Jazz club, proberen de mannen over te halen ook eens in de omgeving van Rotterdam te komen. Vreemd genoeg blijft de band in de zaal tijdens de pauze, nee niet op hun album te verkopen want daar is er geen enkele meer van voorradig. We bestellen het album via een link op de site van de band.
Na een twintigtal minuten start de tweede set van deze tot nu toe memorabele show in de North Sea Jazz club met ‘Drivin’ Wheel’ waar Arnold in de introductie ook nog even met ons deelt dat hij in zijn leven nog nooit zoveel fietsen bij elkaar heeft gezien als in Amsterdam. Meteen wordt duidelijk dat er een beter geluid de zaal in komt, het volume is opgeschroefd en lijkt veel helderder. Alweer is het Brashier die de show steelt. In ‘Nickel & Dime’ de openingstrack van het nieuwe album zien we de oude Mac zichtbaar genieten, hij perst er zelfs een dansje op zijn struisvogelleren cowboyboots uit! Van Country Man (2009) horen vervolgens een slow-blues ‘Screamin’ and Cryin” en weer heeft Max de toetsen verwisseld voor de blues-harp en is gelukkig zijn hartverscheurende solo ook beter te horen. Max is hét voorbeeld van een man met een blanke velletje maar met een zwarte ziel, fantastico!
De overgang van het akoestische tijdperk naar het electrische werd door Max Hightower vertaald in de song ‘Nitty Gritty’ ook verschenen op Give It Away. Voor alle soldaten die over de hele wereld hun leven laten,dat we hen moeten eren en we “humble” moeten zijn voor wat we toebedeeld krijgen schreef Max Hightower na de dood van zijn leermeester (Jack Robinette red.) ‘Give It Away’. Het is een bijna gospelachtige ervaring, de hele zaal klapt mee en ondertussen zie ik Denis Agenet behendig de kwasten op zijn drummvellen bewegen.
De goedlachse Arnold mag even uitblazen als Austin Brashier ‘Fool Hearted Lover’ geweldig smooth speelt en zingt, oei écht genadeloos! Als Max het stokje in de vocalen overneemt komt Denis vanachter zijn drumms vandaan om een soort van ‘Jason Ricci’ effectje met de e-smoker te creëren. Inmiddels hoor ik een North Mississippi Hill Country sound de club ingeslingerd worden en ook hierin is Brashier heer en meester!
De 4-snarige gascan-gitaar is weer van de partij bij de cover van Alber King’s ‘Don’t You Lie To Me’; dit is me de blues wel zeg, de twee gitaren en de gascan gaan door merg en been. Zelfs onze immer bekkentrekkende Nantenaar op de drumms lijkt er geen genoeg van te krijgen.
Ook van het Country Man album komt ‘Cackalacky Twang’, de bijnaam van de staat South Carolina, dit is de afsluiter van deze zeer mooie, gezellige en entertainende avond in de North Sea Jazz club waarin Denis Agenet zijn moment krijgt te excelleren. En hoe! We zijn getuige van een drummsolo van bijna 5 minuten, energiek en dynamisch van een klassebak uit Frankrijk die niet onder doet voor een drummer uit New Orleans.
Natuurlijk gaat de menigte uit hun dak en een staande ovatie van de dinergasten samen met het joelende al staande publiek kan natuurlijk niet uitblijven. Wonderlijk genoeg krijgen we geen toegift want de bandleden zijn al druk in gesprek met oude fans, nieuw verworven fans en wellicht boekers?
De reporter en de fotograaf van TBA? bedanken de North Sea Jazz club voor de gastvrijheid en de medewerkers voor de vriendelijke bediening en goede zorgen, wensen hen fijne feestdagen en hopen op een weerzien in 2017.