Dudley Taft en voorprogramma Will Wilde speelden op zaterdag 22 Juli in Podium Gorcum. Een verslag van Ton Kok met foto’s van Ton Dontje.
Voor afgelopen vrijdagavond stond bij de Stichting PoGo in de De Haarhorst in Gorinchem weer eens een lekker blues avondje geprogrammeerd met uit het Verenigd Koninkrijk Will Wilde met zijn band en uit de Verenigde Staten Dudley Taft.
De Stichting PoGo is ontstaan uit het samengaan van Gorcum Live: De Bunker en Stichting MetalFront. Ze hebben onderdak gevonden in De Haarhorst en men is hard op weg een goede naam op te bouwen als regionaal poppodium. Met enige regelmaat wordt er ook blues geprogrammeerd en het zijn zeker niet de minste namen, die er op het podium staan.
Helaas was het met de publieke opkomst deze avond nog niet zo goed gesteld. Het was goed om te zien dat de een flinke groep bekende blues liefhebbers vanuit onder andere Oss, Den Haag, de regio Utrecht en het Westland de weg hadden weten te vinden. De opkomst vanuit de regio Gorinchem was helaas wat minder en is zeker voor verbetering vatbaar. De locatie is uitstekend en een professioneel getapt koel biertje was snel voorhanden.
Will Wilde begon al om 19.00 uur aan zijn set. Hij werd om half twaalf aan de andere kant van het land (Venlo) op het podium verwacht, maar ondanks het vroege tijdstip zette hij met zijn strakke band een prima set neer. Naast heer Wilde (zang/harmonica/gitaar) stonden op het podium gitarist Danny Giles, bassiste Victoria Smith en drummer Alan Taylor.
Ik heb Will in het verleden wel eens live aan het werk gezien in de band van zus Dani, om hem vervolgens uit het oog te verliezen. Met het album ‘Live In Hamburg’ kwam hij weer onder de aandacht en bleek hij behoorlijk gegroeid te zijn. Hij liet deze avond duidelijk horen waar hij de diverse nominaties voor de Britse blues awards aan te danken heeft. Zijn harmonicaspel was zeer indrukwekkend, vooral in een nummer als “Paranoia” bewees hij zijn klasse. In “Jealous Woman” bleek hij ook uitstekend op de gitaar uit de weg te kunnen en ook de zang was krachtig. De nodige nummers van zijn live cd kwamen voorbij, evenals enkele bekende covers. Zo werden twee Ierse blues helden door hem geëerd en kregen we onder andere de nummers “Philby” (Rory Gallagher) en een indrukwekkende harmonicaversie van “Parisienne Walkways” voorgeschoteld.
Aangenaam was ook het weerzien met gitarist Danny Giles, van wie ik al heel lang geleden eens zijn debuut EP in handen geduwd kreeg. Deze jongeman is als gitarist behoorlijk gegroeid en als persoon behoorlijk afgevallen in de loop der jaren. Van hem is over enkele maanden een nieuwe cd te verwachten, waar we verwachtingsvol naar uitkijken.
De band maakte een uitstekende indruk op het publiek en toch wel jammer dat de speeltijd er na een uur opzat en de band dringend op weg moest naar de volgende gig. Met “On The Road Again” en “Automatic” kwam er een eind aan een (te) korte set.
Tijdens de pauze zat vrijwel iedereen buiten op het terras te genieten, terwijl binnen Dudley Taft en zijn begeleiders de spullen aan opzetten waren voor hun tweesetter.
Dudley Taft is iemand, die regelmatig een bezoek brengt aan ons landje. Het is een beetje jammer, dat de man hier te vaak in de kleinere zaaltjes te zien is. Hij en zijn begeleiders verdienen het ondertussen wel om op de wat grotere festivals te staan. Gepland was één set, maar dat werden er uiteindelijk twee, wat de setlist behoorlijk door elkaar gooide. In de eerste, langere, set kwamen maar liefst twaalf nummers voorbij. Met trapte af met het instrumentale “Driving South”.
Eigen werk als “Ain’t Nothing Gonna Stop Us Now”, “Long Way Down” en “Sleeping In The Sunlight” werden afgewisseld met nummers als Johnny Winter’s “Leland Mississippi Blues” en een schitterende vertolking van Albert King’s “Drowning On Dy Land”.
Natuurlijk ook een werkje van Freddie King, een van Dudley’s grote voorbeelden. Een lange versie van diens “Palace Of The King” vormde de afsluiting van de eerste set.
Na in de pauze eerst even met mevrouw Taft gebeld te hebben was het, onder het genot van een ‘bottle of Hertog Jan’, even gezellig bijpraten met deze sympathieke man uit Cincinatti, Ohio.
De tweede set was iets korter dan de eerste, maar de muzikanten deden er wel een schepje bovenop. Slechts zeven nummers passeerden de revue, maar de mannen gingen tot het gaatje. Meer eigen werk tijdens deze set.
Tijdens “Broken Down” kregen ook bassist Kasey Williams, drummer Carl Marin en toetsenist Eric Robert ruimschoots de gelegenheid om te excelleren op hun instrument. Vooral de toetsenist scoorde hier extra punten met een lange, goed opgebouwde solo.
Ook tijdens deze set werd Freddie King niet vergeten. “Going Down” knalde er weer eens heerlijk uit . Met het rockende “Red Line” kwam ook aan de tweede set een eind.
Uiteraard liet het publiek de bandniet vertrekken zonder een dik verdiende toegift en wisten Dudley en zijn mannen er nog twee nummers uit te persen. Men eindigde uiteindelijk met het onvermijdelijk “Oh Well”.
Zo kwam er om elf uur ’s avonds een einde aan een stevig avondje blues. Wat mij betreft zeker voor herhaling vatbaar, hopelijk wel met wat meer publiek uit de regio zelf.
Will Wilde
Dudley Taft