Het Rhythm & Blues Festival, Blues Peer vond plaats op 15, 16 en 17 juli 2016. Hieronder het verslag van zondag 17 juli. Tekst door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois. Klik hier om het album te bekijken.
Dat ook Oostenrijkers de blues zingen en spelen weten de échte blueskenners al langer en dus hebben de programmeurs voor de opening van de laatste dag van de 2016 editie gekozen voor een veel belovende band Meena Cryle & the Chris Fillmore Band.
Frontvrouw/zangeres/gitariste Meena Cryle en gitarist/vocalist Chris Fillmore en zijn band trekken al bijna twintig jaar samen op en ze hebben duidelijk hun draai gevonden in de blues. Deze tweede plaats winnaars van European Blues Challenge van 2011 én finalisten op de International Blues Challenge van 2013 zullen het aanwezige publiek versteld doen staan met hun muzikaliteit en passie.
De bandleden zijn naast Meena en Chris, Roland Guggenbichler op de toetsen, de ritme-sectie bestaat uit Joris Hendrik Nass (bass) en Bernhard Egger (drumms). Deze band uit de stal van King Bee Agency overtuigt al heel snel, de dragende en goed verstaanbare stem van zangeres Meena Cryle is van een bijzondere orde, Chris Fillmore laat de vetste licks horen en het nog steeds arriverende publiek kan zichzelf wel schoppen dat ze niet om klokslag twaalf uur de weide op gelopen zijn.
Zijn dit openers? Nee, naar mijn mening zijn Meena Cryle & the Chris Fillmore Band dit stadium voorbij. De up-tempo nummers en slow-blues nummers wisselen elkaar af om Meena de kans te geven op adem te komen, misschien kampt zij met de afloop van een verkoudheid want zij is soms hoorbaar buiten adem. Een mooie vertolking van Sam Cooke’s ‘A Change Is Gonna Come’ staat ook op de set-list al vind ik de uitvoering wel iets te gekunsteld en de dikke L en volle O verraadt dat Meena Cryle geen native-speaker van het Engels is. Mijn hartje maakt een sprongetje als ik hoor dat Meena Cryle & the Chris Fillmore Band ook ‘Fire’ van Bruce Springsteen op hun set-list hebben staan.
Terwijl ik geniet blijf ik me afvragen waarom er een foto van Elvis op het podium bij de drumms staat; wie van de bandleden is door Elvis geïnspireerd geraakt om muziek te gaan spelen? Het blijkt onbelangrijk als ik ook nog mag genieten van Chris’ spel op de dobro. Een zeer leuke verrassing Meena Cryle & the Chris Fillmore Band die ongetwijfeld na dit zeer goede optreden nog veel meer boekingsaanvragen zal mogen ontvangen.
Het verslag van mijn eerste kennismaking met Mojo Man eindigde met de woorden -Mojo Man you can count me in next time! – ik breek niet graag mijn beloftes en dus sta ik op dit vroege uur van de laatste dag van Blues Peer 2016 wéér vooraan. Een beetje breeduit weliswaar want ik weet dat ik de ledematen niet stil zal kunnen houden op de opzwepende ritmes van Mojo Man. Zoals eerder vermeld in het verslag van hun optreden op Ribs & Blues Raalte is Mojo Man een 9 man sterke band met vijf blazers die drie saxofonisten – Reinier Zervaas, Robert van der Laarse en Henk Brüggemann – en twee trompettisten telt – Robert Bogaart en Marco Muusz – . De ritme-sectie bestaat uit bassist (5-snaar) John Aponno en Rick van der Vlist bespeelt de drumms, de jonge blonde god op de Gibson heet Theo van Niel Jr. en de gangmaker/spring-in-‘t-veld/frontman/zanger/gitarist is Marcel Duprix.
Ook hier in het Belgische Peer laat Mojo Man het publiek kennismaken met hun rhythm & blues, funk en soul, ook hier in België laten zij hun visite kaartje achter. De zanger, Marcel Duprix wint op de Peerse weide weer heel veel zieltjes met zijn soulisch stemgeluid waar ik persoonlijk erg fan van ben. Deze band is een samenwerking van meer ervaren en jonge muzikanten die elkaar ieder hun moment in de spotlight gunnen. De afwisseling van soli van blazers en gitaristen is ook vandaag een genot om mee te mogen maken; de meeste bezoekers tonen zich prettig verrast door het hoge muzikale niveau van de Haagse Mojo Man. ‘Hipshakin’ Mama’ lijkt haast nóg meer gedreven gebracht dan de eerste keer dat ik de band op zag treden. ‘On The Floor’ wordt expliciet aangekondigd als een nummer over sex; misschien iets te uitgesproken voor de bescheiden Belg maar feit is dat dit nummer wel aanslaat.
De pelvis wordt getriggerd door het slow, erotisch ritme; het naderen van de climax wordt door Robert Bogaart op trompet vertaald, het echte hoogtepunt echter wordt door beiden gitaristen Theo van Niel Jr. (op de Goldtop Fender) en Marcel Duprix (op de Vintage Model T Relic The Hague gitaar) vertaald op de huilende, sexy snaren. Het uithijgen na de daad komt ons toe in een prachtige trompet solo. Met de woorden “let’s play some goddamn rock ‘n roll” moet het publiek ‘met goesting’ weer aan de bak op de tonen van ‘Get Over You’.
Als Marcel na zijn bezoekje op het drumm podium te laat terug is bij de microfoon is de hilariteit bij de bandleden hoog. Heerlijk om te zien dat de boog niet altijd even gespannen hoeft te staan en dat speelplezier voorop staat. De slide kwaliteiten van Theo van Niel Jr. worden nog maar eens benadrukt als hij op de trap ‘Searching Man’ speelt, o.a. dit nummer maakt dat ik niet alleen een live optreden bij u lezers maar ook het debuut album ‘Mojo Man’ van harte kan aanbevelen.
Via een FB-vriendin had ik al met de muziek van J.P. Soars & The Red Hots kennisgemaakt en dus was ik heel blij dat ik eerder dit jaar in de bekendmaking van de line-up van Blues Peer kon lezen dat deze van origine uit Californië afkomstige nu in Florida woonachtige 47 jarige J.P. Soars deel van dit muzikale festijn uit zou maken. J.P. Soars begon zijn carriere als Metal-gitarist, evolueerde naar de blues, maar ook gypsy-swing en latin-jazz kent voor hem geen geheimen. Persoonlijk hoop ik op een stukje Django Reinhardt én dat hij zijn ciggar-box heeft meegenomen om daar ook even op te spelen. J.P. is in het bezit van meerdere awards zoals de Albert King award voor beste gitarist tijdens I.B.C. in 2009 én waar hij met The Red Hots de award voor Best Blues Band mocht ophalen bij de jury.
J.P. Soars schreef tot nu toe drie albums op zijn naam waarvoor de opname van zijn 2012 album More Bees with Honey zelfs publiekslieveling Jason Ricci is mee komen spelen. De man werd ook gevraagd om op Jimmy Thackery’s album As Live As It Gets uit 2013 mee te spelen. Het geluid van de eerste tonen van deze J.P. Soars & The Red Hots maakt dat ik snel mijn zetel verlaat om mij nieuwsgierig aan de voorkant van de tent te posteren. Het feit dat deze man moeiteloos rockabilly, blues en gypsy jazz mixt met bekende theme’s zoals de leader van ‘The Pink Panther’ is op zijn minst verfrissend te noemen.
J.P. Soars (gitaar/vocals) heeft naar België zijn bandleden Steve Laudicina op gitaar en ritme-sectie Matt Walker (bass) en Chris Peet (drumms) meegenomen. Soms hoor ik Latin invloeden in het drumm spel van Chris Peet, gitaar solo’s waarbij het in grote getale aanwezige publiek werkelijk het tentdak er dreigt af te fluiten. Ook de surfsound – wat me meteen aan de Tarentino films en aan The Reservoir Dogs Band doet denken – maar het jazzy ‘Gypsy Woman’ van het 2008 album Back Of My Mind is ook adembenemend goed.
Als hij dan ook nog de door broertje Soars gebouwde 2 snarige ciggar-box gitaar erbij neemt kan deze set wat mij betreft niet meer stuk. Meneer Soars heeft er twee nieuwe fans bij, natuurlijk omdat zijn stemgeluid er zo een is alsof hij als kind whiskey i.p.v. melk te drinken kreeg maar vooral door zijn virtuositeit die hij dùrft te blenden maken dat wij binnenkort een paar cd’s zullen aanschaffen.
De volgende man stond voor het eerst in 1995 op het toen nog BRBF geheten, na eenentwintig jaar is Walter Trout weer terug op Peer. Na een leven vol muziek als voormalig bandlid van o.a. Louisiana Red, Canned Heat en The Bluesbreakers besloot Walter Trout in 1990 met eigen band op te gaan treden. Helaas heeft de muziekscene voor velen verborgen bijbehorende demonen en heeft Walter Trout (1951) het zichzelf niet makkelijk gemaakt met als gevolg zeer ernstig leverfalen waardoor een levertransplantatie (gefinancierd door benefiet concerten in Europa) onvermijdelijk bleek. Volgens vele reacties te lezen in de media is Walter Trout niet alleen terug maar hij is zelfs beter dan ooit. Walter Trout heeft na een paar jaar er tussenuit te zijn geweest een wedergeboorte ondergaan. Daar kan ik niet over oordelen omdat Trout nooit zo mijn ‘ding’ was doordat ik nu eenmaal niet zo’n blues-rock fan ben. Maar het laatst bijgewoonde optreden op het eerste Holland International Blues Festival in Grolloo was een openbaring voor uw verslaggever van TBA?. U kunt dit natuurlijk ook zelf vaststellen met de aanschaf van zijn recente liveplaat, die vorig jaar werd opgenomen in de Amsterdamse Carré lees hier de recensie van TBA?-er Eric Campfens. Walter Trout is de eerste van de vier legendes die de laatste zeven uur die deze Blues Peer 2016 telt af gaan sluiten.
Walter Trout gitaar/vocals heeft bandleden Sammy Avila op de Hammond, Johnny Griparic op bass en Michael Leasure op drumms als begeleiders. Al meteen word ik gepakt door de energie en blijdschap die toetsenist Sammy Avila uitstraalt maar het zou onterecht zijn als ik bassist John Griparic niet zou noemen. Slechts een enkele keer in de paar jaar komt men een bassist tegen die zich zo prominent in een band gedraagt; hij is de gangmaker en als er een kampioenschap bekken trekken zou zijn is John zonder enige twijfel de wereldkampioen.
Bij het intro van het tweede nummer hoor ik Trout zeggen “Let’s Go!” en kan alleen denken “oh waren we nog niet begonnen dan?” We horen Trout vertellen over zijn optreden op dit sympathieke festival dat hij bij zijn laatste bezoek van ‘t podium sprong maar er niet weer op geraakte. Walter Trout vertelt met zijn songs van ‘Battle Scars’ (Rock Blues Album of the Year) én tijdens de introducties van de nummers zéér open over zijn ziekte en het bijbehorende verdriet wat het gezin Trout ten deel viel. Het publiek is getuige van een zeer passievolle set met ‘Almost Gone’ waarbij zoon Jon Trout meespeelt, de woorden “there’s blues underneath it so no funkin’ worry” blijken de introductie tot ‘Playin’ Hideaway’ te zijn.
Bij de introductie van ‘Please Take Me Home’ waarbij Trout het publiek toevertrouwt dat daags voor het vinden van zijn donornier hem de mentale kracht steeds meer ontbrak vroeg hij zijn vrouw Marianne “take me home” waarop zij hem stevig in de armen nam en zei “you’re home now” kan ik mijn emoties niet de baas en in afwezigheid van buurman Danny droog ik de ogen aan mijn shirt. Het nummer werd overigens geschreven door de man die vandaag Trout de gitaren in de goede toonhoogte aanreikt Andrew Elt als een tribute aan de vrouw van Trout.
Met een “it’s laidback, it’s subtile, it’s quiet” krijgen we het bewijs dat Walter Trout nog steeds de blues-rock in de vingers heeft, het laatste nummer ‘Prisoner Of A Dream’ oogst zoveel applaus dat Walter Trout geëmotioneerd de handen voor het gezicht slaat. Een toegift kan Walter Trout door de stage-manager niet ontzegd worden en we gaan eruit met Freddie King’s ‘Going Down’. Meneer Trout u heeft mijn respect en ik zal niet schromen ook de volgende keer weer bij een van uw optredens aanwezig te zijn.
Met de volgende gast is het ook een weerzien voor de trouwe Blues Peer bezoeker, Taj Mahal was al eens in 1997 te gast van dit grootse muzikale festijn. Taj Mahal zag in 1942 al het levenslicht in Harlem New-York als Henry St. Claire Fredericks Jr. en bracht zijn eerste album al in 1967 uit. In het verleden was hij te horen en te zien in samenwerkingen met bluesmuzikanten zoals o.a. Eric Clapton, Buddy Guy, Dave Alvin, Keb’ Mo maar ook met jazzmuzikant Wynton Marsalis. Het recentste optreden van deze letterlijk en figuurlijke blues gigant in de Roma werd in de media niet écht positief ervaren laten we hopen dat de respons van het publiek in Peer Taj Mahal naar het oude niveau kan tillen.
Eddie Rich is de bassist en Smith is de drummer die dit trio completeren. Taj Mahal zit te midden een halve cirkel gevormd door akoestische, elektrische en resonator gitaren maar ook een banjo en een ukele maar helaas is het geheel niet gecentreerd op het podium zodat de toeschouwers die rechtsvoor het podium staan veelal tegen de rug van de grootheid aan staan te kijken. We horen ‘C.C.Rider’ en eerlijk is eerlijk deze vertolking verloopt niet helemaal vlekkeloos en soms zelfs ‘out of key’. Veel gepingel in ‘Good Morning Little Schoolgirl’ maar het publiek beantwoordt ieder nummer met groots applaus; het lijkt meer te genieten van zijn aanwezigheid dan te luisteren naar het gebodene.
Toch denk ik nog een beetje van de oude Mahal te kunnen bespeuren in ‘Don’t Change My Way’ maar de teksten blijven door het missen van de voortanden vrijwel onverstaanbaar. Ook al blijft de man bijzonder charismatisch ik had liever mijn oude beeld van Taj Mahal in mijn herinnering gehouden i.t.t. deze vergane glorie uitvoering van deze blues gigant. Als na een moeizaam verlaten van het podium toch nog een oorverdovend applaus aanhoudt besluit Taj Mahal een toegift te geven, ik ben al halverwege de tent als ik concludeer dat de toegift op de banjo het beste (incluis een enkele uitglijer) van de set is.
Wij zijn al sinds het optreden van Buddy Guy in 2002 vaste gasten op Blues Peer, het grootste aantal jaren als bezoekers, de laatste jaren als verslaggevers voor TBA? Maar als we geen vaste gasten zouden zijn en we een excuus moesten verzinnen om dit festival te bezoeken, dan is het de vermelding van Buddy Guy op de line-up. Buddy Guy staat alweer voor de vierde keer voor het Peerse, Belgische, Nederlandse én internationale publiek vanavond.
Buddy Guy is de laatste der Mohikanen na het overlijden van B.B. King vorig jaar maar is op een paar dagen na ook al weer tachtig lentes jong. Hoewel zijn optredens in het verleden wel eens gapend afgesloten konden worden lijkt de man vanavond in topvorm. De pretoogjes verklappen geenszins dat de man alweer zo’n halve eeuw over de wereld reist om zijn ‘down home blues’ aan zijn toehoorders te verkondigen. Op het meest recente album Born To Play Guitar, warm aanbevolen door alle TBA?-ers van heden en verleden, zijn niet alleen zijn eigen fantastische gitaarskills te beluisteren maar Buddy Guy ontving ook gasten zoals Billy Gibbons, Kim Wilson, Van Morrison grote namen uit de muziekscene maar ook de inmiddels niet meer zo onbekende jonge Britse soulzangeres Joss Stone. Buddy Guy opent met zijn signatuur nummer ‘Damn Right I’ve Got The Blues’ gevolgd door Eddie Boyd’s ‘Five Long Years’ waar de apotheose van het nummer door gitarist Ric Hall -met de linkerhand in de talkpoeder- gespeeld wordt.
De overige bandleden zijn publieksopwarmer/toetsenist Marty Sammon, Orlando Wright is de bassist en de drummer heet Tim Austin. “let Ric play one more” zijn de woorden die bij ‘I Just Wanna Make Love To You’ tot bluesstandard gezongen door Etta James horen maar ook Muddy’s ‘She’s Nineteen Years Old’ en ‘Hoochie Coochie Man’ komen aan bod. Bij het laatst genoemde zet Buddy zelfs twee keer in nadat de volgende woorden “hold on, hold on, we’ve got a good thing goin on here and I’m not gonna let you fuck it up” tot het publiek richt.
Deze man windt het publiek om zijn vinger, hij heeft het naar zijn zin want zoals hij vanavond zelf zegt “een lach staat beter dan een gvd-se frons” en “if everyone were like me, the world would be fine”. De man blijft zijn reputatie van beste bluesgitarist ter waarmaken, we zijn nog getuige van ‘Fever’ alvorens zijn levensmotto ‘Born To Play Guitar’ aan bod komt. Weergaloos zoals de man op het podium gebruikt; hij verhoudt zich als een man van middelbare leeftijd zo niet jonger. Intussen maakt de security onderaan de trap de doorgang naar de zaal vrij voor de man die het patent heeft op de publiekspassage. ‘Slippin’ Out Slippin’ In’ wordt tot in de verste regionen van de Peerse tent gespeeld en het publiek is buiten zinnen van blijdschap.
Als de krasse tachtiger terug op het podium is volgt zijn medley van bekende tunes van John Lee Hooker (Boom Boom), B.B. King (Sweet Thing) en Marvin Gay (Ain’t That Peculiar). Voor zijn moeder die hem nooit heeft zien spelen besluit hij ‘Skin Deep’ te vertolken, een nummer wat mij betreft door merg en been gaat. Stiekem hoop ik op ‘Sweet Tea’ een van mijn favorieten maar het is ijdele hoop; wél haalt de met de Kennedy Center Honors (2012) onderscheiden George Buddy Guy nog even een paar capriolen uit als de gitaar met de mond, met drumstok, achter de rug, de gitaar schurend tussen de benen bespeeld of via het slaan met de stagehanddoek wordt.
Als de set afgelopen is blijkt dat het vele tongen losgemaakt heeft en praten we met onbekenden over het voorafgaande succes van deze ‘Last Man Standing’ zoals de pers en genodigden Buddy Guy de hele dag voorafgaand aan zijn set liefkozend genoemd hebben. We prijzen ons gelukkig dat we in 2005 een handje – al was het een slap handje – mochten schudden tijdens ons bezoek aan zijn club Legends aan de Chicagose South Wabash Avenue. Buddy Guy thanks for you music and keep safe!
De afsluiter van dit zéér succesvolle en bluesiest festival van de laatste edities stond ook al eens op het podium van Bruegelstadje, vijf jaar geleden om precies te zijn. Een jaar dat wij voor het eerst een sfeerverslag mochten maken voor The Blues Alone?; dit jaar ben ik nog gemotiveerder om een van mijn favoriete muzikanten uit de tachtiger jaren te zien optreden en daarvan een reportage te mogen maken. Van wie zult u zich afvragen; niemand minder dan Brian Setzer’s Rockabilly Riot is van Amsterdam naar België afgezakt om ons allemaal de onbezorgde jaren vijftig te laten herbeleven.
Begin tachtiger jaren besluiten vocalist/gitarist Brian (Long Island 1959), bassist Lee Rocker en drummer Slim Jim Phantom The Stray Cats op te richten, maar omdat de US nog niet klaar is voor de revival van de rockabilly verkast het trio naar London. Daar ontmoeten ze platenbons Dave Edmunds die gecharmeerd is van hun geluid. Twee jaar later werd het eerste album ten doop gehouden, het album sloeg in als een bom.
>
De revival van de rockabilly was een feit en een hele generatie jonge Britten toog naar de vintage winkeltjes om vijftiger jaren kleding aan te schaffen, de oude vetkuif en de watergolf deed haar intreden. Brian Setzer’s Rockabilly Riot bestaat uit; Noah Levy die de vervanger is van drummer Slim Jim Phantom (nu bij Darryl Higham’s Kat Men), Kevin Mc Kendree op de piano, Mark Winchester is de bespeler van de ‘fat lady’ de up-right bass.
Hoewel ik meer rockabilly meisjes in mooie outfits zou verwachten in de voorste rijen achter het hek zie ik slechts enkele tientallen stelletjes uitgedost in fifties stijl kleding met bijbehorende looks. Deze ‘King of Swing’ heeft maar liefst een kleine vijtigtal albums opgenomen, met zijn eerste band The Tomcats, The Stray Cats, The Brian Setzer Orchestra en solo albums waarvan de teller inmiddels staat op 14 (!) miljoen verkopen. Geen wonder dat Setzer de bezitter is van de grootste collectie Gretch gitaren. Tussentijds heeft de man ook nog tijd gevonden om te acteren (hij speelde o.a. Eddie Cochran in La Bamba), albums van anderen te produceren én de wereld over te reizen om zijn veel gevraagde act op de bühne te brengen. We zijn klaar voor deze apotheose van deze 2016 editie Blues Peer het jaar waarin meeste blues-acts van de laatste jaren op de line-up prijkten. Voorgenoemde heeft de bezoeker te danken aan de nieuwe programmeur van Blues Peer Patrick Cuyvers bijgestaan door Rachel Theunissen die dit week-end vooral rennend tussen back-stage en artiestenverblijf te signaleren viel.
Deze act heeft zelfs zijn eigen banner meegenomen, eigen stage crew gehesen in ‘Riot Crew’ overhemden zijn druk bezig alles te installeren en niets aan het toeval over te laten. Alles alle lichten uit gegaan zijn komt de nog ‘good looking’ 58 jarige Brian Setzer het podium op en opent met Carl Perkins’ ‘Put Your Cat Clothes On’ en al meteen kan de menigte niet meer stil staan. Ook bij het zelf geschreven nummer ‘Rumble in Brighton’ zijn de bluesfanaten uitzinnig. Na twee nummers wordt me duidelijk dat de afspraak die we maakten om voortijdig te vertrekken t.g.v. de wekker die weer vroeg rinkelt weleens geschonden zou kunnen gaan worden. ‘Stray Cat Strut’ en ’49 Mercury Blues’ worden woordelijk meegezongen, wàt een feest is deze set! Nee, door deze energie vergeet ik de vermoeidheid, de pijn in de rug en voeten, Brian Setzer en zijn Rockabilly Riot zijn regelrechte healers!
Tijdens ‘Great Balls of Fire’ van Jerry Lee Lewis krijgt pianist Kevin Mc Kendree zijn moment en als Brian een slide op de knieën naar de staande piano maakt modelleert hij en passant nog even zijn kuif in de glanzende kast. ‘Gene & Eddie’ is Brian’s buiging naar Gene Vincent en Eddie Cochran gevolgd door het bluegrass nummer ‘Blue Moon of Kentucky’. De band is niet meer te stoppen, onvermoeibaar zien we Mark Winchester pirouetten draaiend met up-right bass of zien we Kevin Mc Kendree dansend achter de piano.
Brian zelf is ook niet meer te houden als hij een van zijn grootste hits inzet ‘Runaway Boys’ en weer is de menigte niet te houden; men zingt uit volle borst mee. Na een kleine schermutseling op de trap met een overmoedige fan die Setzer na het tekenen van een gitaar van een toeschouwer achterna wil het podium op laat Setzer de toeschouwers ook nog even kennismaken met zijn jazz-kant. Hij het bijna klassiek aandoende ‘Sleepwalk’ al zittend op de bovenste treden van de trap. Ik sta met open mond en hoog kippevel op de armen naar deze bescheiden Amerikaan te kijken en te luisteren; het is PRÀCHTIG.
Het bluesminnende publiek overlaadt de man met een ovationeel applaus en een toegift kan niet uitblijven. De allerlaatste klanken op de 32e editie van Blues Peer zijn voor Brian Setzer en zijn Rockabilly Riot die ‘Rock This Town’ spelen. Met deze ‘ear-wurm’ en met een grote glimlach op ons gezicht nemen we snel afscheid van alle vrienden en bekenden alvorens we door de zwarte nacht naar ons thuis rijden.
De verslaggevers van TBA? hebben genoten van een mooie gevarieerde line-up. Net als Brian Setzer zetten wij een fikse duim omhoog; ‘ne GROTE proficiat voor Patrick Cuyvers en Rachel Theunissen die de échte blues terug wisten te brengen naar Bruegelstad Peer.
De reporter en de fotograaf van TBA? bedanken ook de 150 vrijwilligers van Blues Peer die net als voorgaande jaren met hun enthousiaste en vriendelijke bijdrage dit festival tot een succes maken, met speciale dank aan het personeel die aangesneld kwamen na mijn val bij binnenkomst op zondag, Martine Weckx voor het managen van de bar en natuurlijk de organisatoren voor hun gastvrijheid. Tot volgend jaar!
Lees het verslag en bekijk de foto’s van Dag 1 van Blues Peer 2016 hier en van Dag 2 hier.
Heerlijke line-up, en als vanouds prachtig beschreven en in beeld gebracht! (y)
Indrukwekkende line-up weer, die door de serie verslagen en de prachtige foto’s alle recht wordt aangedaan.
Dank !
PS : Meena & Chris staan dit jaar ook op Culemborg Blues : http://www.culemborgblues.nl/programma-2016/