Het Gevarenwinkel Festival vond plaats op 28 en 29 Augustus 2015. Hieronder het verslag van zaterdag 29 Augustus. Tekst door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois.
Zagen wij de openers van het Gevarenwinkel Festival al in 2013 op het podium van Swing Wespelaar optreden, inmiddels zijn het jongste Belgische talent The Blues Visionmet Arne Demets op gitaar, Hanne Vandekerckhove op bass en Bernd Coene op de drumms al op heel wat podia in België en Nederland te aanschouwen geweest. De week voor het Gevarenwinkel Festival stond Arne Demets zelfs als lead-gitarist met Guy Forsyth op het podium van dat zelfde Swing Wespelaar waarover ik de lezers van ‘TBA?’ toen al berichtte dat deze jongeman van slechts 22 jaar zijn plaats op het podium met verve verdedigde en zijn gitaar liet zingen en huilen. Vandaag dus met zijn eigen band, die overigens zoals bovenstaand te lezen valt alweer een andere drummer in haar gelederen vindt. De band opent met ‘No Sleep Tonight’ van het nieuwste, inmiddels derde, schijfje ‘Kind Of Blues’ dat The Blues Vision op haar naam heeft geschreven. Arne Demets blijkt niet alleen een gitaartalent maar hij blijkt ook alle nummers op ‘Kind Of Blues’ zélf geschreven te hebben. Tóch horen we ook ‘The Drummer Get’s All The Girls’ van het uit 2011 daterende album ‘Schoolblues’ maar ook een enkele cover wordt de grote tent ingeslingert zoals Jimi’s ‘Hey Joe’ en B. B.’s ‘Every Day I Have The Blues’ . Hoewel ik het gitaarwerk van Arne Demets van hoogstaand niveau vind ben ik niet écht onder de indruk van zijn zangkwaliteiten, het doet allemaal wat emotieloos aan. De band komt toch op mij nog wat geremd over, er is weinig speelplezier waar te nemen tussen de bandleden. Is dit de Belgische, ingetogen beleving of is het de jeugd die vindt dat je niet té gek mag doen…..? Als hekkensluiter van de set krijgen we een, naar mijn menig véél te laat ingebouwde, sublieme slide te zien en horen in ‘What Time of Day’. Tóch is het nog in kleine getale aanwezige publiek onder de indruk van The Blues Vision zodat een toegift onvermijdelijk blijkt. The Blues Vision een goed team die de potentie heeft uit te groeien tot een veelgevraagde blues-act.
Inmiddels is het alweer tijd geworden om ons te begeven naar het roots podium op het Varenwinkel terrein, nadat we op onze weg een aantal bekenden te hebben begroet arriveren we in de inmiddels al behoorlijk gevulde kleinere tent. De band die we daar op het podium aantreffen is bezig al een fiks feestje te bouwen; de band noemt zich The Congo Faith Healers en vindt zijn habitat in London, daar is ook alles mee gezegd want eigenlijk zijn er maar twee leden van de band uit Engeland en dat zijn drummer Jay Tubsman en frontmanMatt ‘Sonny’ West. De twee andere leden trompettist Victor Hechavarria Sarret is Cubaan en up-right bassist Ákos is Hongaar. De band snapt gezien hun outfits (Sonny West heeft bijvoorbeeld een échte diamant in de hoektand – na de set hoorde ik het verhaal erachter) héél goed dat de looks onderdeel uitmaken van het succes dat men bereikt. Over succes hoeven The Congo Faith Healers zich geen zorgen meer te maken want zanger, gitarist Matt ‘Sonny’ West kan al terugkijken op een zeer succesvolle carrière. Hij speelde in 1991 al met Elvis’ Jordanaires en D.J. Fontana op Wembley, ook kan hij samenwerkingen met Bob Geldoff, Franz Ferdinand, Razorlight en Wilko Johnson op zijn c.v. schrijven. De band was headliner op het West End Live op Trafalgar Square in twee opeenvolgende jaren en speelde voor 10.000 toeschouwers in Edingburgh, ook zijn er stempels van Quatar en de Verenigde Emiraten in de paspoorten van de bandleden van The Congo Faith Healers te vinden. Niet zomaar een bandje wat de organisatie van het Gevarenwinkel Festival geprogrammeerd heeft.
De eerste track ‘Morning Train’ van het debuut album ‘Ju Ju Mix’ klinkt al meteen heel feestelijk, herinneringen aan New Orleans komen boven. Maar de band vervolgt met een Mambo ‘Red Bandana’ en dus heb ik moeite me niet mee te laten voeren naar “Old Havana” zoals de tekst luidt ongetwijfeld gedeeltelijk te wijten aan de sexy trompetsklanken van Victor Hechavarria Sarret en de ritme sectie van up-right bassist Ákos en drummer Jay Tubsman. Met ‘Wang Dang Doodle’ zorgt Sonny West op zijn Ozark Resonator gitaar dat ook de bluesbrothers en sisters niet worden vergeten, maar daarna verrast dezelfde zanger mij weer met een stem à la Tom Waits in de songs ‘Voodoo Queen’ en ‘The Street Robbery’. Voordat het uitverkocht raakt, want dat vertrouwen heb ik, schaf ik voor het einde van de set al het schijfje ‘Ju Ju Mix’ aan. The Congo Faith Healers, een unieke band, die hun collectieve wereldse invloeden mixen tot iets verrassends en zinderends. The Congo Faith Healers‘s show is een niet te stoppen muzikale roller-coaster. Deze medewerkers van uw on-line muziek-magazine ‘The Blues Alone?’ gaan zéker de gig-lijst van The Congo Faith Healers in de gaten houden want wij willen nóg een keer zo’n feestje meemaken!
De tweede act op het main-stage is de eerste Amerikaan die deze zaterdag het Varenwinkelse podium betreedt. Chris Bergson is een man uit Brooklyn – New York, wij van ‘TBA?’ zagen hem al eerder optreden, o.a. op de Haagse Koninginnenach 2009 en Blues Open 2014. Ook hier op het Gevarenwinkel Festival heeft Chris Bergson zijn Franse band meegenomen die bestaat uit toetsenist Philippe Billoin, bassist Philippe Dandrimont en drummer Pat Machenaud. Chris Bergson neemt de vocals en de gitaar (McCurdy en Teisco) voor zijn rekening, de kleine man uit de grote appel kan alweer een zevental albums op zijn naam schrijven waarvan het jongste exemplaar ‘Live at Jazz Standard’ uit 2014 dateert. Het album werd zélfs door Mojo Magazine (UK) uitgeroepen tot Blues Album of The Month June 2014 ! Natuurlijk opent de band met een nummer van dit album ’61st & 1st’, lekker bluesy maar er staat ook soul op dit album getuige de vertolking van het nummer ‘The Only One’ hier op het main-stage van Gevarenwinkel. Een nummer dat overigens als duet met Ellis Hooks op het schijfje werd gezet. De soulstem van deze Chris Bergson overrompelt me, waarom kreeg ik de voorgaande optredens deze fantastische sound niet mee? Na slechts twee nummers begrijp ik dat mij een geheel andere set staat te wachten dan in Den Haag en Geldrop. De doorgaans timide man lijkt op te bloeien door de feedback van het publiek en speelt en zingt de nog weinigen buiten de tent vertoevende toeschouwers tot vóór het podium. Van ‘Imitate The Sun’ krijgen we ‘Goin’ Home’ te horen wat ik het best kan vergelijken met de sound die The Band neerzette. Bij het beluisteren en beleven van het up-tempo ‘Greyhound Station’ blijf ik mij verbazen over de ‘zwarte soul stem’ van de kleine New Yorker. Chris Bergson speelt ‘leentje buur’ bij de jazz, blues en soul, heeft hiervan in Den Belgique een zeer entertainende mix gesmeed. Terecht kan ik concluderen dat de Mojo Award verdiend is, mijn missie is de schijfjes van Chris Bergson snel, héél snel aan te schaffen.
Na een kleine ingelaste pauze is het tijd voor de tweede van vier Amerikaanse bands die op de achttiende editie van Gevarenwinkel Festival staan geprogrammeerd; Eugene ‘Hideaway’ Bridges is de man die met gitaar én een begenadigd stemgeluid de toeschouwers mag verbazen. Hij wordt geflankeerd door Gabriel Piers-Mantell (UK) op toetsen, Arturs Reirs (UK) op drumms en onze eigen Nederlandse Bart Kamp op de bass. Ook deze, zonder vaste woon- of verblijfplaats Eugene ‘Hideaway’ Bridges, zagen de reporters van ‘TBA?’ vorig jaar op het Wespelaarse podium maar tóch lijkt het dat de man wéér moeilijker loopt. Hij oogt voor een 52 jarige behoorlijk vermoeid. Zijn optreden op Wespelaar wil geenszins zeggen dat Eugene ‘Hideaway’ Bridges de festivals in Europa plat loopt maar mr. Bridges is geen onbekende in de Wetlands van Nederland en België.Eugene ‘Hideaway’ Bridges werd geboren in New Orleans en is de zoon Hideaway Slim en is een ver familielid door moederskant met mevrouw Bullock. De muziekkenner zal deze laatste achternaam zeker herkennen……het is de meisjesnaam van Tina Turner. Zijn eerste album ´Born To Be Blue´ dateert van 1998 wat hij opnam op het Blueside label van…..Mike Vernon! Eugene ‘Hideaway’ Bridges wordt dit keer niet door de plaatselijke huisarts M.C. Geert Salaets aangekondig d maar door zijn ´assistente´ Julie Varenwinkel Thijs die “niet weet wat hij gaat doen maar wel dat hij het keigoe gaat doen”. Eugene ´Hideaway´ Bridges neemt de door B.B. King getekende Gibson ter hand en draagt meteen de show op aan B.B. King en alle anderen die ons dit jaar ontvallen zijn. Ook Eugene ‘Hideaway’ Bridges is zoals zijn voorganger Chris Bergson een man die geen onderscheid maakt tussen Chicago blues, soul of in Eugene´s geval gospel; hij laat ons genieten van een mooi mix van de diverse genres. Ook hier op het Gevarenwinkel Festival vertelt hij het publiek dat hij zijn vader, bluesgitarist en reverend Hideaway Slim, dankbaar is voor zijn liefde voor de blues. Het publiek in de volle tent krijgen nummers van het 2011´s album ´Rock and Hard Place´ en het jongste album ´Hold On´ voorgeschoteld. De jonge Engelse muzikanten, Arthurs op de drumms en Gabriel op toetsen maar ook zéker de ervaren Bart Kamp stonden allemaal hun mannetje deze imposante Eugene ‘Hideaway’ Bridges te begeleiden. Een zeer goede set van een goede combinatie van musici!
D-tale is een 4 man tellende Belgische roots/blues band die bestaat uit Mario Pešić die voor de vocalen en gitaarklanken zorgt, Steve ´Dynamite´ Wouters (Little Hook) op drumms, Jan Ieven (El Fish) op bass en Patrick Cuyvers (Hideaway en Jim Cofey) op de toetsen. Mario Pešić de Antwerpenaar, van geboorte Kroaat, groeide op in de Verenigde Staten, vandaar waarschijnlijk zijn uitmuntende dictie. Ik zou Mario Pešić tekort doen als ik alleen zijn uitspraak zou roemen; zijn stemgeluid is namelijk meer dan aangenaam. Hij heeft een lekkere rauwe stem en is een meestergitarist. Hoe hij het presteert zulke finesse op de snaren
met handen als kolenschoppen te bereiken is me een raadsel maar het kost hem blijkbaar geen enkele moeite. Mario Pešić is beinvloed door het vinyl van de rock en bluesgiganten van weleer mààr ook de onlangs nog op ´Roots in the Park´ optredende John Hiatt is een van zijn helden. D-tale wisselt up-tempo nummers, doorspekt met de uplifting klanken van ervaren toetsenist Patrick Cuyvers’ hammond en piano, af met intieme nummers. Ook hier een mooi evenwicht van de set, een evenwicht waarbij bijna al het Varenwinkelse publiek, er staat niemand meer buiten de tent, zich heel gelukkig voelt. We horen nummers van de voorgenoemde John Hiatt, meezinger ´Riding With the King´ en ´Feels Like Rain´ maar ook wat werk van de blueslegendes van weleer zoals ´Big Boss Man´ waarPatrick Cuyvers inmiddels achter de toetsen is gaan staan omdat de adrenaline gegenereerd door de wisselwerking op het podium tussen de muzikanten onderling én het succes wat dit bij het publiek teweeg brengt niet meer te negeren valt. Ook Billy Boy Arnold´s ´Early in The Morning´ staat op de niet aanwezige set-list van D-tale. Steve ´Dynamite´ Wouters en Patrick Cuyvers krijgen keer op keer op aanwijzen van de frontman hun moment te soleren. D-tale een band niet bang is om een zweetdruppeltje te verliezen én een band op dit achttiende Gevarenwinkel Festival bewijst dat zij klaar zijn om de grotere podia te bestijgen. Programmeurs van Nederland, wees er snel bij want D-tale ´is on a roll´!
De twee laatste acts van dit achttiende Gevarenwinkel Festival zijn de ´nieuwe lichting´ bluesmuzikanten, de jongelingen heten respectievelijk Jarekus Singleton en Selwyn Birchwood en hebben beiden een al een platencontract op zak van één van de toonaangevende blueslabels die de US rijk is; Alligator Records. De voorlaatste set van dit Gevarenwinkel Festival wordt dan ook niet door M.C. Geert Salaets geïntroduceerd maar door platenbaas himself Bruce Iglauer ! De voorlaatste band die het Varenwinkelse publiek zal versteld doen staan is Jarekus Singleton (31jr) uit Mississippi, Jarekus Singleton is nog maar 4 jaar prof en stond daarvan al twee keer op het prestigieuze Chicago Blues Festival. Zoals gezegd is de ex basketballer (een enkel blessure gooide roet in het eten waardoor hij zich geheel op de muziek stortte) in het bezit van een platencontract bij Alligator waar hij zijn eerste album ‘Refuse To Lose’ opnam. Eigenlijk is dit zijn tweede album want hij bracht ooit (2011) ‘Heartfelt’ onder eigen beheer uit. De band, incluis vrouwelijke drummer Maya Kyles, neef Ben Sterling op bass, toetsenist Sam Brady lijken er zin in te hebben…..Meteen wordt het publiek erbij betrokken, erg on-Amerikaans – krachtig! De neven zijn beiden opgegroeid in de kerk, de grootvader van Singleton was de reverend. Jerekus is niet alleen fijn om te horen, zowel zijn virtuositeit op de snaren als zijn stemgeluid zijn van een heel prettig kaliber maar de kerel is nog fijn om naar te kijken ook. Ook heeft hij gevoel voor stijl getuige zijn custom made opengewerkte Clevenger gitaar. Keer op keer wil hij gevoed worden door zijn mede musici, toetsenist Sam Brady speelde werkelijk het dak van de tent op het Gevarenwinkel Festival maar ik mag zéker bassist Ben Sterling niet vergeten. Allereerst speelt hij een lekker potje bass, wat bij navraag na de set zelf aangeleerd is in de kerk, geen opleiding whatsoever…..mààr hij is ook een geweldig schouwspel om naar te kijken, de jongen danst dat het een lieve lust is en lijkt bij iedere slam en pluck op zijn bass een grotere grijns op het gezicht te krijgen. De show aanschouwend kan ik me toch niet onttrekken aan de gedachte dat ik hier een hele jonge Lenny Kravitz zie, het zal me niet verbazen als Lenny als een van Jarekus Singleton´s invloeden genoemd zou worden. Dat Jarekus bol staat van de adrenaline blijkt als de ingezette slow-blues door de man himself opgezweept wordt. Over die gemiste basketbal carrière schreef hij ‘Keep Pushin’ , bijzonder goed nummer en met veel beleving gebracht! Prachtig hoe Jarekus Singleton niet voor eigen glorie gaat maar ook herhaaldelijk zijn bandleden voor blijft stellen en ieder hun moment gunt van het applaus te genieten. De toeschouwers in de tent zijn inmiddels buiten zinnen van wat zij hebben mogen meemaken; een groot gejoel en geklap voor een toegift kan dan ook écht niet uitblijven! We krijgen als toegift ‘Crime Scene’ van het Alligator album ‘Refuse To Lose’ maar ik kan de lezer van ‘TBA?’verzekeren dat Jarekus Singleton hier op het Varenwinkelse podium ‘een driepunter’ gescoord heeft.
De laatste act van dit prachtige Varenwinkelse week-end is de andere protegé van meneer Iglauer, Selwyn Birchwood. De gitarist in kwestie, afkomstig uit Florida is ook nog maar 30 jaar jong maar wel de ´over all´ winnaar van International Blues Challenge 2013 te Memphis, hij werd als beste uitgekozen uit 115 andere acts.Selwyn Birchwood, de Britse Amerikaan (vader afkomstig van het Commonwealth eiland Tobago en moeder uit de UK ), speelt alweer zo’n dikke vijftien jaar gitaar en pikte als negentien jarige de fijne kneepjes op bij buurman bluesgitarist Sonny Rhodes. Een man die hem de wijze raad meegaf “Play what’s in your heart”. Afgelopen Mei zagen we de jongeman op Moulin Blues optreden waarvan onze collega’s uit het bourgondische zuiden des lands verslag van deden. Toen waren deze reporters slechts toeschouwers en eerlijk gezegd was ik niet écht onder de indruk van Selwyn‘s optreden aldaar. Laten we eens zien of de aanwezigheid van de grote baas, Bruce Iglauer een positieve invloed heeft op de performance op het Gevarenwinkel Festival. Deze nieuwkomer, Selwyn Birchwood, uit de stal van Alligator Records oogt iets minder flamboyant dan zijn voorganger, Jarekus Singleton, maar probeert wel i.t.t. het optreden op het Ospelse podium, de interactie met het publiek op te zoeken. Het mooie ‘Love Me Again’ wat eigenlijk klinkklare soul is met de vette sax solo van Regi Oliver, geeft mij een de indruk dat de jongeman een ‘groeispurt’ in performance maar ook muzikaliteit heeft gemaakt, hij lijkt zich te hebben ontdaan van de gêne die ik de vorige keer waarnam; Selwyn‘s stem kan vanavond écht niet beter. Maar ook het ‘Walking In The Lion’s Den’ wat een Waitsiaanse noot heeft maar soms ook Fusion-achtig aandoet, imponeert me deze keer ook al zingt het geluid ietwat rond. Niet alleen Selwyn Birchwood verkeert in bloedvorm, ook zijn band bestaande uit Regi Oliver op de bariton-sax, Donald ‘Huff’ Wright op de 5-snarige bass en drummer die niet de aangekondigde Curtis Nutall op drums is maar een man die ook heul erg goed de ‘high hat’ en de snare-drumm bespeelt. Als we allemaal helemaal ‘into’ Selwyn zijn krijgen we ook nog een verrassing als Jarekus Singleton hem komt vergezellen, de ex basketballer heeft het jeansjack gelaten voor wat het is en de dames in de Varenwinkelse tent tonen hun goedkeuren door zich nog wat naderbij het podium te posteren. Inmiddels heb ik mijn plaatsje voor het podium verruild voor een plekje op een klapstoel aan de zijkant van de tent waar ik in gezelschap van meneer Iglauer geniet van het zeer goede optreden van Selwyn Birchwood en zijn band. Tóch kan ik niet blijven zitten op het stoeltje, ik móet meebewegen als Selwyn Birchwood ‘Hoodoo Stew’ van het, net als de eerder genoemde werkjes die Selwyn overigens allemaal zélf schreef, album ‘Don’t Call No Ambulance’ op de lapsteel speelt. Allemachtig wat is dit een totààl ander optreden dan op Moulin Blues. En op de vraag van Selwyn Birchwood of we zijn optreden érg goed vinden roepen zoals gevraagd allemaal in koor “Fuck Yeah”. De reporters van uw on-line magazine zijn het eens; de toekomst van de blues is veilig gesteld met deze lichting jonge blues beloftes!
De fotograaf en de reporter van ‘TBA?’ willen de programmeur bedanken voor zijn ‘know how’, de organisatie voor hun niet te stoppen enthousiasme, de buurman voor zijn gastvrijheid en àlle 200 vrijwilligers bedankt voor de goede zorgen!
Graag zijn wij, ‘all going well’, er in 2016 weer bij op de nieuwe locatie.
Het verslag van dag 1 kun je hier lezen:
Inderdaad, alweer genoten van 2 prachtige verslagen en de mooie foto’s.
Hartelijk dank !
Zoals gewoonlijk helemaal af … my compliments !! mooi verslag en foto,s !!