Het Gevarenwinkel Festival vond plaats op 28 en 29 Augustus 2015. Hieronder het verslag van vrijdag 28 Augustus. Tekst door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois.
Eindelijk is het dan zover; al vaker hebben de fotograaf en de reporter van ‘The Blues Alone?’ het plan opgevat echter nog nooit eerder de reis ondernomen naar Varenwinkel voor het Gevarenwinkel Festival.
Na ingecheckt te hebben bij ons favoriete hotel in Herentals en aldaar alvast een cavaatje op de goede muziek te hebben gedronken komen we na een klein half uurtje rijden in Herselt-Varenwinkel aan bij het festivalterrein. Na navraag te hebben gedaan aan een voetganger waar het best te parkeren krijgen we een parkeerplaats voor het hele week-end (!) aangewezen op het terrein voor zijn huis. Wát een gastvrijheid valt ons nú al ten deel, het muziekweek-end is nog niet eens begonnen! Dat belooft een vriendelijke, gemoedelijke sfeer van dit bluesfestival in de provincie Antwerpen dat alweer sinds 1998 haar tenten op zet voor menige bluesliefhebber uit binnen- en buitenland. Ook de line-up van deze achttiende editie van het Gevarenwinkel Festival is een internationale; we lezen bands uit België, Polen, UK en de US op het affiche. Natuurlijk kan ook dit festival niet draaien zonder de tomeloze inzet van de 200 vrijwilligers, die zorg dragen voor een vlekkeloze verloop van het gebodene alsook de vrijwilligers van de organisatie die menige ‘nuit blanche’ zullen hebben gehad door de stress of alles wel op tijd zal gaan verlopen.
De eerste band die op het ‘main-stage’ aantreedt, Barefoot and the Shoes, is al vaker te gast geweest; vier jaar geleden stonden zij op het ‘roots-stage’ (de kleinere tent) en sindsdien hebben zij al op vele podia mogen musiceren. Onwetend, ik heb deze keer mijn huiswerk niét gemaakt, ben ik prettig verrast als ik jongelingen het podium op zie komen. Zoals de trouwe lezer van ‘TBA?’ inmiddels weet draag ik de musicerende jeugd een warm hart toe. Deze band heeft in de 4 jaar dat zij bij elkaar zijn al 3 albums opgenomen waarvan de eerste met medewerking van Steven de Bruyn, toch niet de minste lijkt me! Al meteen wordt mijn roots/folk/blueshart geprikkeld; frontman zanger/gitarist Brent Buckler (Newburyport – Massachusetts) heeft een bijzonder stemgeluid, zéér volwassen voor een 21 jarige. Het eerste nummer, met tempowisselingen doet een beetje North Mississippi Hill County-ish aan. Uit de film Cold Mountain brengt de band het nummer ‘Home’, wérkelijk zeer goed. De bijna jazz bass solo van Vincent Lembregts in dit door Jack White geschreven nummer is van een uitmuntende kwaliteit, ik geniet nu al en dit is nog maar de eerste act van dit festival, dat belooft nog wat voor de rest van de avond! Drummer Marijn Geerts, note bene afgestudeerd aan onze eigen Rotterdamse Codarts zet een ook een puike set neer maar multi-instrumentalist Sander Cliquet blijkt ook niet voor een gat te vangen te zijn, hij bespeelt op niet onverdienstelijke wijze de gitaar, synthesizer maar ook vocaal komt hij goed uit de verf. Echter zonder frontman Brent Buckler, die tekent voor de teksten en muziek, zou deze Barefoot and the Shoes blootsvoets door het muziekcircuit wandelen, de jongen is zó gedreven dat er niet één maar zelf twee snaren sneuvelen op de verschillende gitaren. Misschien is het een idee voor een snarenproducent om deze Brent Buckler te endorsen= Barefoot and the Shoes een band die een vertegenwoordiger/agent in Nederland moeten krijgen zodat ook Néderland met deze talenten kennis kunnen maken.
De eerste band die op het roots-stage, de kleine tent, aan mag treden noemen zich Jo & Lazy Fellow en komen uit Polen, Gdansk om precies te zijn. Nu hoor ik u denken; Polen? Maken ze daar blues dan? Jazeker, nou ja in het geval van Jo en haar Lazy Fellow(s) is het meer country-rock wat zij brengen. Joanna Knitter is de zangeres en bespeelt de akoestische gitaar, zij wordt bijgestaan door ritme-sectie bestaande uit Krzysztof Pomierski op de bass en Piotr Góra op de drumms. De band huist naar mijn mening niet alleen een goede en charismatische zangeres maar ook een begaafd gitarist Piotr Augustynowicz die met zijn cowboyhoed de goede look van band bevestigt. We komen de tent binnen als we de eerste klanken van June Carter en Johnny Cash´s ´Jackson´ horen, ongetwijfeld op de set-list gezet om de aandacht van het nog steeds arriverende publiek te trekken en ik moet zeggen dit klinkt niet verkeerd, niet hoogstaand maar wél zuiver en goed gemusiceerd. Vooral Piotr Augustynowicz maakt op mij indruk met zijn gitaarspel. De band brengt een aantal nummers van hun twee albums die zij al uitbrachten, sommige covers zoals bovengenoemde maar ook eigen geschreven werk zoals ´Solution´ . Een prima band met een zangeres die is behept met zo´n lekkere stem met een randje; dit zal niet het laatste optreden zijn wat België en Nederland van Jo & Lazy Fellow hebben gezien.
Dan is de tijd aangebroken voor de grote naam van de line-up van de eerste dag van de achttiende editie van het Gevarenwinkel Festival, de Amerikaanse band Nikki Hill. Een band die gevormd is rond het echtpaar Hill. Zagen wij de band in kwestie al vorig jaar op Blues Peer optreden, ook hier op het Gevarenwinkel Festival zijn weer heel veel nieuwsgierigen op deze naam afgekomen. De frontvrouw en naamgever van de band, zangeres Nikki is gehuwd met de gitarist Matt Hill en samen met bassist Ed Strohsahl en drummer Joe Meyer toeren zij alweer een viertal jaren de wereld rond en deelden podia met vele groten w.o. Buddy Guy. Groot onderdeel en wat mij betreft hét verschil in beleving van een optreden is de podium presentatie van Nikki Hill, de energie zal er ook hier in Varenwinkel van af gaan spatten. De Nikki Hill band is gewend een uitbundige show neer te zetten en hebben een frontvrouw die in het bezit is van een bijzonder stemgeluid waardoor de band zich goed kan onderscheiden van de rest. Haar stem is het best te vergelijken met die van Little Richard dat mag u vreemd in de oren klinken maar Little Richard‘s stemgeluid is nu ook niet echt een diepe mannelijke stem te noemen. Matt Hill‘s gitaarspel is aanvullend waar het gewenst is, waar nodig is soleert hij op scheurende wijze maar is nergens over de top. Nikki Hill is niet alleen een goede zangeres in het uptempo, rock ‘n roll genre maar kan ook de ballads, ongetwijfeld aangeleerd in de gospelkoortjes waarin zij in de kerk zong wonderschoon vertolken. Ze is een mooi mens die inmiddels haar look heeft veranderd, ze draagt nu een afro en lijkt wéér kilo’s te zijn afgevallen, vele fotografen verdringen zich regelmatig voor de podia waar zij aantreedt en dit is in de grote tent van het Gevarenwinkel Festival niet anders. De band opent met ‘Sweet Little Rock & Roller’ van Chuck Berry en meteen komen de laatsten nog buiten vertoevende festivalbezoekers toegesneld; goede beslissing van deze set wil je niets missen! Het tweede nummer is ‘I’ve Got A Man’ , ‘loving wife’ Nikki zingt dit vol overgave voor ‘the love of her life’ Matt Hill alsof er verder niemand in de tent aanwezig is . Wàt een super stel is dit, heerlijk deze erkenning en liefde voor elkaars talent te mogen aanschouwen. We horen een mix van nummers van het eerste album ‘Here’s Nikki Hill’ zoals het nummer van Ike Turner pré Tina ‘Gotta Find My Baby’ en van het, met Deke Dickerson opgenomen ep-tje, Soul Meets Country ‘Struttin’. De menigte in de inmiddels gehoorlijke hete, klamme tent is buiten zinnen, wàt een intensiteit zien we hier voor ons op het podium men kàn niet anders dan mee dansen, klappen en zingen. Nikki Hill is een band die je keer op keer kippenvel bezorgt, je hart harder laat pompen en je serotonine gehalte in je brein op top niveau brengt! Na twee toegiften, Sam Cooke’s ‘Twistin The Night Away’ en AC DC’s ‘Whole Lotta Rosie’ mogen lovebirds Matt en Nikki Hill samen met drummer Joe Meyer en bassist Ed Strohsahl eindelijk van het goedsmakende Belgische bier gaan genieten.
De volgende set is er ook een van over de plas maar dan uit de UK, Mike Vernon & the Mighty Combo staat te gebeuren. Ook hier had ik me niet van tevoren in verdiept zodat ik verrast ben als ik bij de soundcheck een heleboel bekende gezichten het podium op zie komen…….De fotograaf en de reporter herkennen up-right bassist Ian Jennings, drummer Mike Hellier, gitarist Paul Garner en blues-harpist Steve ‘West’ Weston die we allemaal kennen van onze bezoeken aan London, Mijas maar ook zeker door hun samenwerking met Mud Morganfield. De frontman Mike Vernon alsook de pianist Geraint Watkins en Martin Winning (tenor) saxofonist hebben we nog niet eerder zien optreden. Bij het lezen van deze namen begrijpt de regelmatige lezer van ‘TBA?’ dat er een échte klassieke rhythm & blues act staat te gebeuren op het Varenwinkelse podium. De zeventigjarige Mike Vernon is jarenlang (40 jr) een befaamd producer geweest, hij is de oprichter van Blue Horizon, Indigo en Code Blue labels waar o.a. John Mayall, Eric Clapton maar ook Muddy Waters, Johnny ‘Guitar’ Watson platen maakte én hij ontdekte ooit The Hoax! Een man die klaarblijkelijk weet waar het mooie blauw vandaan komt….Met dat mooie blauw maken al bij het eerste instrumentale nummer kennis als we Steve ‘West’ Weston zien blazen en zuigen op de chromatic harmonica. Dàn is het tijd voor Mr. Blue himself Mike Vernon met ‘Kansas City’ door velen in het verleden op het zwarte vinyl gezet zoals Bill Haley, Fats Domino maar ook Muddy Waters. Mr. Blue, Mike Vernon, blauw is vast niet alleen zijn favoriete muziek-genre maar gezien zijn outfit ook zijn favoriete kleur, zingt nog ‘bangelijk’ goed, oogt levenslustig en geniet zichtbaar van de aandacht die hij hier op het Gevarenwinkel Festival van de toeschouwers krijgt.
Al eerder hadden deze ‘TBA?’-ers Paul Garner op het Festival Internacional de Blues de Mijas zien musiceren maar wat we hier op het podium zien is een een gitarist die enorm gegroeid is in spel en in podium presentatie, toegegeven er wordt op het podium een beetje de draak gestoken met diens beenbewegingen maar het is zeer aangenaam om naar te kijken en te luisteren. Ik geniet van een onovertroffen goede ‘scat’ van zanger Mike Vernon in Big Bill Broonzy’s versie van ‘All By Myself’. Ook Willie Dixon komt voorbij als de ‘Seventh Son’ gespeeld wordt, maar Fats Domino’s ‘Going Home’ staat ook op de set-list. Een tribute aan Johnny ‘Guitar’ Watson wordt gebracht in de vertolking van diens ‘Hot Little Mama’ omdat zijn overlijden Mike Vernon geschokt heeft “his death was a major blow, he was so important to the blues and funk”. Na een vijftal keren door zakenman Mike Vernon te zijn gewezen op het feit dat er vanavond ook een album aan te schaffen valt krijgen we nog een sexy sax solo van Martin Winning in ´Bloodshot Eyes´ en een kanjer van een blues-harp solo van Steve ‘West’ Weston in ´It Hurts Me Too´ De mannen krijgen allemaal hun moment toebedeeld maar toch blijft het allemaal wat braaf, écht Engels. Hier op het Gevarenwinkel Festival zijn niet écht heel veel dansers te spotten zoals er bij het, over het algemeen (nóg) wat oudere, publiek op de Rhythm & Blues festivals in de UK wél zijn. We krijgen dan ook nog een, door huisarts a.k.a. M.C. Geert Salaets ietwat geforceerde, toegift maar dan is het toch écht gedaan op de weide van Varenwinkel. We gaan nog even een ´koffietje´ drinken en dan rijden we nagenietend terug naar ons onderkomen voor de nacht. Morgen weer een dag vol mooie muziek op een sympathiek Gevarenwinkel Festival.
Het verslag van dag 2 kun je hier lezen