Het Swing Wespelaar festival vond plaats op 21, 22 en 23 Augustus 2015. Hieronder het verslag van zaterdag 22 Augustus. Tekst door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois.
Fris en monter zijn de ‘TBA’ fotograaf en reporter alweer behoorlijk voortijdig de aanvang van de tweede dag van Swing Wespelaar gearriveerd op het plein onder de kerktoren. De line-up belooft veel goeds, bands uit buurland Nederland, het Scandinavische Noorwegen maar ook een drietal uit de US. Genoeg aanbod om het publiek te verrassen, voor ieder wat wils!
Het muzikale spits mag worden afgebeten door de enige Nederlandse band op de line-up van dit drie daagse Swing Wespelaar festival.
De Fossen Struijk Band is geïnspireerd door de clubsound uit de hoogtijdagen van Chicago Blues in de 60-er, 70-er en 80-er jaren. Als één van de weinigen houden ze de Chicago bluesfakkel brandend. De Fossen Struijk Band bestaat uit Robbert Fossen vocals, gitaar en blues-harp, Peter Struijk op gitaar, Jan Markus op de bass, hij vormt samen met drummer Eduard Nijenhuis de ritmesectie. De Fossen Struijk Band heeft inmiddels een groot aantal prijzen op hun naam staan; in 2014 won de band de Dutch Blues Award voor ‘Beste Bluesband’ en riep de Dutch Blues Foundation Robbert Fossen uit tot de ‘Beste Vocalist’ van Nederland, terwijl Peter Struijk ook nog een nominatie kreeg als ‘Beste Gitarist’. De twee heren gitaristen, Robbert en Peter drongen zélfs als duo door tot in de finale van de I.B.C. in Memphis in 2013.
Al eerder hebben uw fotograaf en reporter de mannen in een ‘leading role’ ervaren, n.l. in ons eigen Westland tijdens Blues aan Zee 2014 nadat wij hen ook al een aantal malen als begeleiders van Amerikaanse artiesten hadden zien optreden. Onze eerste kennismaking met Robbert Fossen dateert alweer van 2007 tijdens zijn tour met Chick Rodgers samen met de Nederlandse Southside Blues Revue in Breda; Peter Struijk liet met zijn optreden in de Noviteit in Monster op mijn een verbluffende indruk achter. Juist deze verpletterende indruk heeft mijn verlangen naar het bijwonen van deze set op het podium van Swing Wespelaar gevoed. Jan Markus en Eduard Nijenhuis zagen we onlangs nog musiceren met alwéér een Amerikaanse muzikant, Super Chikan, tijdens een matinee in Café Crossroad in het Belgische Olen.
De stem van Robbert Fossen zorgt meteen voor een prettige verrassing bij de Vlamingen die nóg onbekend met hem waren, een heerlijke ‘soul-voice’ klinkt over het plein van Wespelaar. Het nog in kleine getale aanwezige publiek spitst de oren….Toch denken uw fotograaf en reporter van uw on-line muziekmagazine ‘The Blues Alone?’ dat er een stemprobleem heerst of geheerst heeft bij Robbert, de stem hoort érg diep vandaag soms bijna onverstaanbaar. De handtekening van Peter Struijk binnen de band is van meet af aan duidelijk. We zien Robbert Fossen op de Danelectro en Peter Struijk op de Fender Telecaster. Een golf van herkenning gaat door het, nog slechts in mondjesmaat aanwezig, publiek bij de vertolking van Muddy Waters’ 19 years old, waarin Robbert Fossen een fenomenale blues-harp solo neerlegt maar ook Peter Struijk tekent voor een prachtige gitaarsolo, deze ´coole dude´ laat alles voorkomen of het spelen hem totaal geen moeite kost. Alle disciplines kan deze ‘guitar-master’ aan, de slide partijen zijn van een kaliber waar ik kippenvel krijg! Jan Markus moet ook zeker genoemd; zulke groovy bass-lijnen zijn zelden in een blues-set mee te maken. Eduard Nijenhuis, een drummer die o.a. met één van mijn favoriete jazz-trompettisten mocht musiceren – Roy Hargrove – is ook hier op Swing Wespelaar in vorm; hij raakt de drumms daar waar een fikse beat nodig is en daar waar het subtiel moet raakt hij met liefde het koper.
Magnus Berg is een jonge man (18 jaar) uit Noorwegen die nog maar 2 jaar als muzikant de podia’s bestijgt en waarvan niet alleen Noorwegen onder de indruk bleek van het talent die deze jongeman aan de dag legt. Ook Amerikaanse Kristen Thien (Swing Wespelaar 2013) bleek onder de indruk van zijn talent, zó onder de indruk dat zij hem aanbood een album te maken onder haar Screen Door platen-label. Het album ‘Cut Me Loose’ werd in de blues-media met lovende kritieken ontvangen. Wij hebben nog niet de eer gehad Magnus Berg aan het werk te zien en staan dus in volle verwachting voor het podium op wat er komen gaat. Wat me het eerste opvalt is dat deze blonde jonge Noor al met zijn achttiende een zeer goede volwassen stem heeft, bijna zwaar, maar ook spreekt hij de teksten uit met een behoorlijk goed Amerikaans accent. Magnus Berg wordt hier op het Wespelaarse podium bijgestaan door drummer Håvard Sunde, bassist Roy Oscar Pettersen en blues-harpist BjørnTorre Larsen. Al na de eerste tonen stromen de bezoekers toe, ze komen als muizen uit alle gaten om hét talent uit Noorwegen op gepaste tijden aan te moedigen en te belonen voor zijn gitaarkunsten. We horen het titelnummer van bovengenoemde eerste album ‘Cut Me Loose’, ‘How Blue Can You Get’ wordt gespeeld na de introductie dat Magnus Berg de hele nacht heeft doorgehaald, nou ja doorgehaald de tiener heeft 24 uur niet geslapen omdat er gereisd moest worden; was in mijn tijd geen probleem dus kom maar op met die solo’s Magnus! Heerlijk mee te mogen maken dat een jonge gitaargod als Magnus Berghet rumoerige publiek subtiel tot stilte maant door zijn solo op minimum geluidsniveau te brengen, gevolgd door ‘een Buddy Guy-tje’ pràchtig! De hitte is blijkbaar de reden dat regelmatig de Ray-Ban aan de microfoon omhoog geduwd wordt maar na dit een kleine tiental keren gedaan te hebben smijt hij de bril tijdens ‘Drifting’ toch tegen het podiumdek. Het speciaal voor Mike Zito geschreven nummer ‘St. Pete Boogie’ maakt op mij zo’n indruk dat ik er op gewezen wordt dat mijn mond open staat. Magnus Berg heeft de ziel van een oude zwarte bluesman in een lichaam van jonge Noorse gitaargod! Bij wéér een ander groots gebracht nummer zien we zélfs blues-harp speler op het podiumdek musiceren, BjørnTorre Larsen bewijst over een goede longinhoud te bezitten als hij ook liggend zijn ‘Mississippi Saxophone’ kan bespelen. Dat Magnus Berg als jongeling ook de nieuwste snufjes op het gebied van effecten met ons wil delen horen we als hij het thema van James Bond het plein op zwiept, zoiets als ‘My Name is Berg, MagnusBerg MI 5′ wat bij deze jonge heer staat voor Musical Interaction Section 5! Wij van ‘TBA?’ kunnen niet wachten om Magnus Berg snel weer te zien optreden, it’s all in the name MAGNUS!
Tim Mitchell Band uit de US is ook zo’n band die deze ‘TBA?’ medewerkers nog nooit hebben zien optreden. Frontman Tim Austin Mitchell Richarson heeft in de tachtiger jaren gespeeld bij de ‘Philly’ soul band The Stylistics, die kennen we dan weer wél o.a. van hun hits ‘You Make Me Feel Brand New’ en ‘You Are Everything’, onvervalste soul! Benieuwd ofTim Mitchell in zijn blues ook zijn soul legt. Tim Mitchell, woonachtig in het Spaanse Mallorca, speelt op Swing Wespelaar met een ‘full European’ band bestaande uit Britten gitarist Michael Carey (o.a. Sam Kelly) en Spy Austin op de 5-snarige bass, Duitse drummer Felix Dehmel en Italiaans toetsenist Paolo Durante. Tim Mitchell telg uit een zeer nombreuse muzikale familie, lijkt zo’n man die opgegroeid is in de Baptist kerk, al heel vroeg in de set laat Tim Mitchell het publiek kennismaken met zijn stembereik. De diverse registers die deze zestigjarige zoetgevooisde aankan is impressionant. Wat ook impressionant is, dat is het volume wat door de boxen schalt, voor het eerst op een open podium moet ik in de buidel naar mijn oorbeschermers tasten. Mét gehoorbeschermers probeer ik het geheel nog een kans te geven van voor het podium alvorens ik uiteindelijk tóch het besluit neem ietwat afstand te nemen. De band speelt behoorlijk wat nummers van het in 2014 gereleaste album ‘Time’ zoals ‘Uncle Bo’ waarin heel veel noten in een korte tijd, het soulful ‘A Matter of Time’ maar ook het vol met vette B-3 solo’s ‘Kansas City’ waarbij ik me gedraag als een bejaarde go-go danseres. Tóch komen er ook een aantal covers van wereldhits langs, zoals Stevie’s ‘Superstition’ en zélfs Led Zeppelin’s ‘Whole Lotta Love’. Jammer genoeg haalt de vertolking van ‘Hey Joe’ een beetje de vaart uit de set, een muzikant als Tim Mitchell heeft het écht niet nodig om zich met dit nummer aan het Wespelaarse publiek te bewijzen maar misschien is het een geste naar de bassist van de band Spy Austin want hij zingt dit nummer en hoe goed zingt hij deze klassieker dan wel? Héél goed, ik krijg er zelfs bij 30 graden Celsius kippenvel bij! Onderwijl spelen gitarist Michael Carey en frontman Tim de sterren van de hemel op respectievelijk de G & L Asat en de Gibson, meneer Mitchell bespeelt de gitaar zélfs op een ‘slamm’ bass manier. Er is een feestje gaande op én voor het podium ook al slaat ‘The Blues Police’ het geheel met argusogen gade. Ik zeg Tim Austin Mitchell een ‘undiscovered gem’ ook al was hij al een keer eerder op het podium in Nederland te bewonderen .
King King loopt alweer een vijftal jaren in de gebaande paden van de blues. Waar heeft de band nog niet opgetreden? Overal in Europa oogsten deze vijf mannen succes, vandaag staan zij dus op Swing Wespelaar. Schot Alan Nimmo tekent voor de vocals en gitaar, Lindsay Coulson bass, Wayne Proctor drumms – beiden winnaars in 2013 én 2014 van een British Blues Award voor respectievelijk ‘Best Bass Player’ en ‘Best Drummer’ – én onze eigen Nederlandse, ondertussen in de UK woonachtige, Bob Fridzema op de toetsen.King King zijn ook inmiddels de trotse bezitters van drie British Blues Awards voor ‘Best Band’ (2012, 2013 en 2014), een award voor ‘Best Album 2013’ met hun album ‘Standing in the Shadows’. King King heeft in Alan Nimmo niet alleen een fantastische gitarist als frontman maar ook een begenadigd zanger, getuige de in 2014 vergaarde British ‘Best Vocalist’ Award, een man die ook hier in Wespelaar ongetwijfeld weer vele fans rijker zal worden. Nog even wordt de set-list door Lindsay Coulson aangereikt en los zijn de mannen. Inmiddels heeft King King alweer drie albums op hun palmares staan en op Swing Wespelaar spelen zij vele nummers van de laatste telg van de drie ‘Reaching for the Light’ zoals ‘You Stopped The Rain’ voor oudere broer Stevie Nimmo waarmee Alan de laatste keer het podium van Swing Wespelaar deelde. Dat grote teddybeer, immer in Schotse kilt gehesen “Love the Life I Live” Alan Nimmo ook mooie ballads zingt weten de blues-rock liefhebbers al heel wat jaartjes maar mij verbaast het telkens weer hoe konstant zijn vocale kwaliteiten blijven, deze Glaswegian Nimmo zet een wel zó’n aangrijpende ‘Long History of Love’ neer dat je vergeet dat je naar een blues-rock band staat te kijken, de body & soul worden hier door Bob Fridzema tranentrekkend in aangebracht, wondermooi!Grappig detail is dat ‘Mick’ tijdens dit nummer de veters van de immer aanwezige bergschoenen van de frontman moet komen vastmaken onder de gevleugelde tekst “I hope it was as good for you as it was for me”. King King weet als geen andere band meezingers te produceren en volgens mij is dat een heel groot deel van hun succes in deze toch wel zeer beperkte blues-scene. Vertrouwend dat ook de laatste twee nummers van dit optreden King King succesvol zal afsluiten laten het team van ‘TBA?’ het optreden van Alan en zijn mannen voor wat het is en grijpen de gelegenheid aan om zich te gaan laven aan de uitstekende ‘cuisine Belgique’.
Aaron Moreland & Dustin Arbuckle zijn de naamgevers van de Amerikaanse (Kansas) roots-act aangevuld met drummer Kendall Newby wat de Schotse blues-rock opvolgt. Niet gemakkelijk om de rust weer terug te brengen maar ook deze heren zijn ervaren muzikanten die al op vele festivals rond de wereld te gast waren. Moreland & Arbuckle drongen in 2005 al door tot de finale van de IBC van Memphis waarna zij snel, toen nog als duo, een album opnamen. Echter in 2006 besloten de mannen dat zij meer kansen op boekingen zouden hebben als er een drummer in de gelederen van de band plaats nam. Werden de mannen ooit betiteld als té hoog rockgehalte voor een bluesfestival en een té hoog bluesgehalte voor een rockfestival; feit is wel dat dit power trio heel veel jeugdige bezoekers geneert naar hét festival voor ‘the people’ Swing Weseplaar! Nooit eerder zagen deze vrijwilligers van ‘TBA?’ deze band optreden en zijn dan ook gezond ongeduldig. Gitarist Aaron Moreland, van origine rock- en metal-adept, die door zanger, blues-harpist en bassist (PRS) Dustin Arbuckle meer wegwijs gemaakt werd in de (delta) blues, haalt lekker uit op zijn Gibson Les Paul. Eén van de songs die mij de oren laat spitsen is ‘Fly’ wat op het 2016 album zal verschijnen, lekker nummer. Deze toch wel stevige rootsmuziek laat het niet toe het van het eten uitbuikende publiek te laten indommelen. De vele jonge meisjes die op tv gezien hebben dat je veel moet gillen tijdens optredens doen hun best de aandacht van de mannen te trekken, buiten een kleine glimlach van Arbuckle blijft het tweetal zich focussen op de set. Misschien noem je zoiets tegenwoordig ‘dudes’ , ik vind dat er vooral weinig beleving op het podium is waar te nemen, houd me ten goede ik vind hun muziek van een bijzondere klasse maar het is geen energiek optreden te noemen. De klassieker ‘Too Many Women’ herbergt majestueuze solo’s door Arbuckle op de blues-harp maar ookMoreland‘s gitaar solo is er een om de vingers bij af te likken. ‘Catfish’ wordt op een psychedelische manier ten uitvoering gebracht, dit schijnt overigens niet iedereen ‘zijn ding’ te zijn maar de fotograaf en de reporter staan wél volop te genieten. Ik hoor een nummer ‘KowTow’ geheten en ik kan me niet aan de ‘sixties feel’ onttrekken dat dit nummer bij mij oproept. Bij terugkomst na mijn noodstop, de cava smaakte weer subliem, blijkt dat Dustin de cigar-box gitaar heeft omgehangen, het klinkt onovertroffen. Gelukkig wordt drummer Kendall Newby niet vergeten om even in de spotlight gezet te worden, hij heeft een retestrakke set neergezet. Knap dat een trio zoveel emotie los kan maken, hopelijk gaat het trio niet de weg van The Black Keys, de weg van onbereikbaarheid want wij willen dat nog meer bluesbrothers en sisters van Moreland & Arbuckle kunnen gaan genieten.
The Royal Southern Brotherhood sluiten deze tweede dag van het sympathieke en nú al succesvol genoemd festival af. Velen van ons ‘TBA?’-vrijwilligers waren al een of meerdere malen getuigen van een optreden van deze uit ‘the Big Easy’ afkomstige band die in 2011 het levenslicht zag. Ondanks dat ik er eigenlijk van uitga dat onze vaste lezer heel goed weet wie de band herbergt zal ik de leden toch nog even aan u voorstellen; Bart Walker – gitaar en vocals, Cyril Neville – vocals en percussie, Yonrico Scott – drumms, Tyrone Vaughan (zoon van Jimmie Vaughan) – gitaar en vocals en last but not least bassist Charlie Wooton. Zoals u leest hebben Devon Allman en Mike Zito inmiddels deze superband verlaten om zich weer te richten op hun eigen carrière. John Hiatt bestempelde deze superband al eens met de tekst “They are not a band – They are an extravaganza”. Inmiddels heeft deze superband alweer een vierde album op het Duitse Ruf label opgenomen met de titel ‘Don’t Look Back’ die zij hier op Swing Wespelaar ten doop zullen houden. We horen achtereenvolgens, ‘Reach My Goal’ waarmee het publiek gelijkt geconfronteerd wordt met het funk gehalte wat vanavond onze medicatie zal bevatten. Mijn hemel wat is die Cyril Neville toch een ‘chief’, hij is nog steeds ‘alive & kicking’ , zo wil ik ook wel de zestig passeren, de lieverd is alweer zesenzestig, en lijkt nog iedere minuut van alle aandacht te genieten. ‘Hit Me Once’ is wat mij betreft iets zwakker maar de solo van Tyrone Vaughan maakt heel veel goed, ach hij werd natuurlijk al op jonge leeftijd omringd door de gitaarklanken van vader Jimmie en oom Stevie Ray. Jammer genoeg laat de afstelling van het geluid iets te wensen over, hinderlijk gefluit van de monitoren gooit roet in het eten, de light-engineer verdient een pluim voor het uitlichten van Cyril‘s percussie-set. Gedurende ‘Poor Boy’, door Tyrone Vaughan gezongen en gespeeld moet ik toch kritisch zijn op zijn stemgeluid, ik ben er niet door van m’n sokken geblazen. Cyril‘s uitvoering van ‘Magic Honey’ is er een om in een lijstje te doen, “‘going bananas”! Het is een feestje mee te mogen maken dat alle bandleden hun moment krijgen, Bart Walker die het onweer eigenhandig oproept met zijn verscheurende ‘It’s All Good’, Charlie Wooton die klaarblijkelijk goed naar zijn idool Marcus Miller heeft gekeken getuige een zeer respectabele, slamm, plucking bass-uitvoering van ‘Come Together’ waarna Yonrico Scott geheel alleen op het podium mag achterblijven om de dansende menigte achter de hekken van het podium te trakteren op een van de betere drummsolo’s van deze twee dagen. Als Cyril Neville ‘Big Chief’ introduceert als “a song I did with some friends of mine” kan ik alleen maar denken “friends? this is family man!”, weliswaar nostalgie maar het is voor mij nog steeds een nummer wat ik graag hoor.
Moe, maar voldaan mogen we concluderen dat de tweede dag van dit achtentwintigste Swing Wespelaar alweer, gelijk voorgaande jaren dat de verslaggevers van ‘TBA?’ het festival bezochten, een heerlijke, afwisselende dag is geweest.