Een sfeerimpressie van de Bluesnacht in Odeon te Zwolle op 27 maart 2015. Review door Ria Pronk, met foto’s van Gerrie van Barneveld.
In de schouwburg van Zwolle, Odeon, vindt vanavond de jaarlijkse bluesnacht plaats. De ontvangst is allerhartelijkst, met een gratis muntje voor de eerste consumptie. Met mijn maatje toast ik eerst maar eens op een mooie avond. In de foyer hebben de gebroeders Veldman, aangevuld met contrabassist, hun bivak opgeslagen. Tussen de acts door houden zij het bluesvuur gaande. Een thuiswedstrijd voor Gerrit en Bennie.
Het is een bijzonder bluespubliek dat op de been is in Zwolle, schouwburgpubliek. Keurige dames en dito heren. In het toilet zijn de dames druk met het stiften van de lippen en het schikken van de veelal grijze kapsels. Zoals altijd ben ik weer zo de deur uitgerend, zonder ook maar een blik in de spiegel te hebben geworpen. Underdressed is in dit geval een understatement. Er zijn vanavond ook opvallend veel camera’s met grote lenzen en mensen die stoeltjes de grote zaal inslepen en zo hun eigen hoekje creëren. Mijn hemel, waar ben ik in terecht gekomen?
Spencer Bohren, geboren in Wyoming en momenteel woonachtig in New Orleans, is de man van de akoestische gitaar en de lapsteel. Hij bijt het spits af in de grote zaal. Bohren mixt folk, blues, gospel en country en houdt ervan te vertellen over de liedjes die hij zingt. Hij moet vanavond dealen met een extreem rumoerige zaal. Hoewel bij aanvang is gevraagd niet door de muziek heen te praten, is dat in de aangrenzende foyer niet doorgekomen. Het is een gekwek en een gekakel. “I don’t have to do the talkin’ tonight”, schertst Bohren en probeert het nog een keer met het prachtige “Louisa is moving on”. Helaas, het blijft een geroezemoes van jewelste. Heel jammer. Bohren houdt er tien minuten voor tijd gewoon mee op. Ook niet erg netjes, als je het mij vraagt. Ik heb ook wel eens een rotdag op mijn werk ….. Voor een herkansing in kleinere setting kun je vrijdag 3 april a.s. terecht in café De Amer. Daar zal Bohren vast beter tot zijn recht komen.
De gestripte band van de Veldman Brothers is aan de tweede set begonnen. No nonsens blues van Bennie op de Hammond en bluesharp en Gerrit met zijn bluesstrot, aangevuld met Fred van der Wende op de contrabas. Fred haalt er af en toe zelfs de strijkstok bij. Dat heeft weer eens een heel ander effect. Hoewel het geluid niet best is in de foyer, weet het trio het publiek, zoals altijd, goed te vermaken.
In de zaal heeft Duke Robillard zijn intrede gedaan. Michael John “Duke” Robillard zou vorig jaar al naar Zwolle komen, maar liet verstek gaan omdat hij zijn hand gebroken had. Duke wordt vergezeld door Mark Teixeira op drums, Bard Hallen op contrabas en Bruce Bears op toetsen. Duke Robillard loopt al heel wat jaren mee in de wereld van de swingende blues. Hij was in 1967 medeoprichter van Roomful of Blues, die geweldige jazzy jumpy bluesband van Rhode Island. In 1980 verliet Duke Roomful of Blues en richtte een nieuwe band op. Duke maakte ook deel uit van The Fabulous Thunderbirds als opvolger van Jimmie Vaughn. Een onmiskenbaar geluid heeft de 66-jarige Duke nog altijd. Ik houd van zijn stemgeluid en van zijn jazzy manier van soleren die zo typerend is voor deze stijl. Het swingt de pan uit en niet in de laatste plaats door de ritmesectie. Deze mannen zijn aan elkaar gewaagd, het is routineus. Alles valt op zijn plek en het vliegt nooit uit de bocht. Duke Robillard heeft in 2014 het album “Calling all blues” uitgebracht op het Franse label Dixie Frog, niet heel erg anders dan de eerdere albums, maar toch ook weer goed en lekker. Dit album vormt de hoofdmoot van het optreden van Robillard. Confusion blues wordt gezongen door toetsenist Bruce Bears, die zeker niet onverdienstelijk zingt. Gelukkig wordt vanavond ook Tom Waits niet vergeten, Make it Rain is van zijn hand en krijgt een hele fijne uitvoering door Duke. We genieten met volle teugen. Goedbeschouwd is het een keurig nette bluesact die werd geprogrammeerd en heel goed in Zwolle past.
We laven ons wederom aan de Veldman Brothers en maken ons op voor alweer het laatste concert van de avond. Toronzo Cannon uit Chigago betreedt het podium met een boel bombarie. Gezien het tijdstip van de avond is dat prima. Wie dreigt in slaap te vallen, is op slag wakker. Het is lang geleden dat ik iemand zijn snaren zag aflikken en capriolenmakend met een gitaar het podium aanvegen. De bassist springt zo nu en dan opzij om een botsing te voorkomen. De band van Toronzo Cannon bestaat uit Ronnie Hicks op toetsen, Christopher Alexander op drums en Dave Forte op bas. Toronzo en Ronnie hebben elkaar helemaal gevonden. Ze zijn aan elkaar gewaagd. Chigagoblues zoals die hoort te zijn. Fijne ritmesectie, waarop de beide solisten mooi hun gang kunnen gaan. De dames schikken nog voor een laatste keer hun haar en deinen heen en weer op hun hooggehakte laarzen. De heren schieten nog wat plaatjes voor thuis. Bennie Veldman pakt zijn keyboard in en Gerrit praat nog wat na met bekenden onder het genot van een biertje. De mensen van de stand van de Dutch Blues Foundation rapen de folders bij elkaar. Niemand wekt de indruk slecht gestemd naar huis te gaan. En dat is ook niet nodig, het was een mooie avond in Odeon. Dank jullie wel voor de ontvangst en tot volgend jaar, denk ik zo? Ik beloof plechtig dat ik dan even in de spiegel zal kijken voordat ik van huis vertrek.