De Counting Crows speelde in Heineken Music Hall, Amsterdam op vrijdag 14 november 2014. Tekst door Giel van der Hoeven met foto’s © van Arjan Vermeer.
Tien jaar geleden mocht ik in Ahoy’ Rotterdam live getuige zijn van het onverwachte huwelijk tussen Counting Crows en Bløf. Hun muzikale huwelijksreis met als voornaamste bestemming Spanje tot besluit (‘Holiday in Spain’) werd een openbare trip waarvan iedere muziekliefhebber inmiddels kennis heeft genomen. Als dank leverde dit de alternatieve rockband uit Berkeley (Californië) samen met de Nederpopgroep Bløf uit Middelburg (Zeeland) een dikke tweetalige nummer-1 hit op. En, een fikse uitbreiding van de tot dan toe toch al zo fanatieke Crows fanbase in ons land. Een decennium later wil het met de hits niet meer zo lukken. Maar de Amsterdamse HMH was wel weer uitverkocht. Met fans van het eerste uur die er 20 jaar geleden in de Melkweg ook al bij waren, of elf jaar geleden tijdens één van de drie uitverkochte concerten in diezelfde HMH wat resulteerde in het album ‘New Amsterdam: Live at Heineken Music Hall’ (2003). Maar ook met (nog steeds) nieuwe aanwas. Want hun zevende studioalbum ‘Somewhere Under Wonderland’ (2014) staat weer vol met wonderschone pakkende liedjes met kop en staart die jong en oud aanspreken.
Stipt half negen klonk de soulclassic ‘Lean On Me’ van Bill Withers uit de speakers. Tijdens dat concertintro betrad de zevenkoppige band met voorop frontman Adam Fredric Duritz (1964) het podium. Zijn dikke zwarte dreadlocks sieren zijn uitgestreken hoofd als manen van een leeuwenkoning. Sommige (Duritz zelf niet uitgezonderd) zagen en hoorden in het verleden de nieuwe Bob Dylan in hem en Counting Crows zou The Band van de jaren negentig zijn. En misschien waren/zijn ze dat ook wel. Het gezelschap staat in hoog aanzien bij een grote groep muzikale fijnproevers en popcritici. En voor hun publiek zijn het getalenteerde hardwerkende musici zonder sterallures. ‘Time and Time Again’ was het openingsnummer. De slepende ballade met dragende orgelpartijen staat op het debuutalbum August and Everything After. Destijds in 1993 de eerste kennismaking met de Crows en een album met louter klasse songs die ook nu nog live gespeeld erg grote impact hebben.
‘Scarecrow’ is de tweede single van het nieuwe album en één van de maar liefst zeven nieuwe nummers die deze avond gespeeld zouden worden. Waaronder ook de eveneens catchy nummers: ‘Elvis Went to Hollywood’, ‘Earthquake Driver’ (“a song about a big fucker”) en ‘Cover Up the Sun’, die allen ook zomaar op singel uitgebracht kunnen worden. En het met een beetje medewerking van de nationale radiomannetjes probleemloos tot radiohits kunnen gaan schoppen. Het wat gecompliceerdere ‘John Appleseed’s Lament’, de folksong ‘God of Ocean Tides’ dat in de (“sort off”) akoestische set zat en de eerste toegift, het E Street Band-achtige ‘Palisades Park’ met jazzy intro en prettige tempowisselingen waren de andere drie ‘Somewhere Under Wonderland’ tracks. Eigenlijk allemaal songs die onopgemerkt in het bestaande repertoire passen. Mits je ze kent natuurlijk, want zij die er uitsluitend voor ‘de hits’ waren, kwamen van een koude kermis thuis. ‘Four Days’ (“Get yourself a bass Immer!”) en ‘Mrs. Potter’s Lullaby’ waren weer afkomstig van het derde studioalbum This Desert Life uit 1999.
Uiteraard kregen de HMH-bezoekers wel de hit ‘Mr. Jones’ te horen, waarvan het refrein ook verwoed werd meegezongen. Ook, in een soort shuffle-versie, de Joni Mitchell cover ‘Big Yellow Taxi’, met David Bryson en Dan Vickrey beide op de akoestische gitaar. En natuurlijk ‘Rain King’ – ritmisch een tempootje hoger – en ‘Holiday In Spain’, dat door Adam werd opgedragen aan zijn vrienden van Bløf. Twee bekendere C.C. hits die zaten in het afsluitende toegiftenblok. Bij de hitsingle ‘A Long December’ van het tweede album Recovering the Satellites (1996) met Adam achter de piano werd ook door de andere bandleden een arsenaal aan instrumentatie aangerukt. Charles Gillingham speelde accordeon en David de mandoline. Ook hier zong het publiek hartstochtelijk mee als begeleidend koor en werd er in de zaal gezellig mee gewuifd. Tijdens ‘Omaha’ zochten Adam en Charly met accordeon beide de buitenkanten van het podium op om de aanwezigen extra aan te sporen uitvoerig mee te zingen. Het tekstueel ietwat provocerende ‘Miami’ was ook weer één van de hoogtepunten en bleek bij veel fans nog steeds één van de favorieten te zijn.
Ultra intieme momenten waren er verder met de piano/orgel ballades ‘Black and Blue’ en ‘Goodnight L.A.’ van Hard Candy uit 2002. En met de Jackson C. Frank cover ‘Blues Run the Game’ waarbij David Immerglück, Adam solo en sober begeleide op de akoestische gitaar. Over ‘Start Again’ (een Teenage Fanclub tribute) vertelde Adam dat ze de song al langere tijd gebruikte tijdens de soundchecks (“I play this song everyday”), maar dat ze het deze tour ook standaard in de setlist hebben opgenomen. Het slot van die reguliere set was net als de opener een song van August and Everything After. Een zeer dynamische uitvoering van ‘A Murder of One’ op een fel rood belicht podium met een even zo felle gitaarsolo door Dan Vickrey. De uitvoerige podiumbelichting deze avond met ook enkele schijnwerpers op de zaal gericht was soms zelfs té overdadig. Mijns inziens een overbodige ‘toegevoegde waarde’ bij deze overwegend melancholische C.C. muziek.
Het geluid werd daarentegen uitstekend via het PA systeem weergegeven, en vooral de drumpartijen door Jim Bogios knalde loepzuiver uit de speakers (dat is met drums ook wel eens anders). Onder de tonen van ‘California Dreamin’ van de Mamas & The Papas verlieten de bezoeker met een grote glimlach op hun gezichten de zaal. Na voor de zoveelste keer een indrukwekkend Counting Crows concert bezocht te hebben. Optredens die nooit extreem uitbundig zijn maar ook nooit saai. Wel boeiend en plezierig. Precies de reden waarom je een aangenaam avondje live muziek wilt beleven.
SETLIST:
Time and Time Again;
Scarecrow;
Four Days;
Elvis Went to Hollywood;
Mr. Jones;
Black and Blue;
Start Again (Teenage Fanclub cover);
Omaha;
Possibility Days;
Mrs. Potter’s Lullaby;
John Appleseed’s Lament;
Miami;
Acoustic set:
God of Ocean Tides;
Goodnight L.A.;
Big Yellow Taxi (Joni Mitchell cover);
Blues Run the Game (Jackson C. Frank cover).
Earthquake Driver;
A Long December;
Cover Up the Sun;
A Murder of One.
Encore:
Palisades Park;
Rain King;
Holiday In Spain.
LINE-UP:
Jim Bogios – drums, percussion, harmony vocals
David Bryson – guitar, acoustic guitar, harmony vocals
Adam Duritz – lead vocals, piano, harmony vocals
Charlie Gillingham – keyboards, piano, Hammond B3 organ, Mellotron, harmony vocals
David Immerglück – guitar, pedal steel guitar, mandolin, vocals, harmony vocals
Millard Powers – bass guitar, harmony vocals
Dan Vickrey – guitar, 12-string guitar, harmony vocals.