Swing Wespelaar 2014 vond plaats van 15 tot en met 17 augustus 2014. Het verslag van dag 2 door Nicolette Johns (tekst) met foto’s van José Gallois. Line-up Saturday 16/08: Hideaway (B), Dave Chavez Band (NL), Eugene “Hideaway” Bridges (USA), The Statesboro Revue (USA), Bart Walker Band (USA), Charlie Musselwhite (USA).
De band die de zaterdag het spits afbijt is alwéér een band van Belgische bodem, Hideaway, óók een band die we al eerder mochten aanschouwen. We zagen hen n.l. vorig jaar op het podium van de Blues Peer en waren toen al prettig verrast door het professionalisme van de heren muzikanten, ook was ik onder de indruk van de vocale capaciteiten van zanger Ralph Bonte.
De heren komen uit de regio van Brugge en maken dus zoals gezegd al lang plezier op e.o.a. podium, óók zijn de heren finalisten in de 2013 Belgian Blues Challenge die in Toulouse werd gehouden. Het sextet bestaand uit Ralph Bonte die niet alleen tekent voor de vocals maar ook de gitaar liefkoost, gitarist Jean-Marie Herman, drummer Johan Guidée, toestenist Patrick Cuyvers (ook Jim Cofey), bassist Eric Vandekerkhove en saxofonist Geraard De Groote. De eerste drie heren zijn al sinds 1986 een team, de anderen sloten zich respectievelijk in 1992 (bassist) en in 1997 (saxofonist) bij de band aan. Al in het tweede nummer ervaar ik de ‘tough & rough’ gitaarklanken van de niet zo ‘rough & tough’ ogende gitarist Jean-Marie Herman, heerlijk ik sta werkelijk perplex van de kwaliteiten van deze man. Het volgende nummer deed mij al eerder aan Warren Zevon’s ‘Carmelita’ denken en ook hier raakt ‘When Rita Leaves’ mij weer vooral door de stem van Ralph Bonte die mij toch in het geheel niet Belgisch in de oren klinkt maar ook de accordeon die door toetsenist Patrick Cuyvers is verruild voor de B3 raakt me. Met name laatstgenoemde Patrick zou zó weggelopen kunnen zijn uit een Chicagoan Juke Joint, heerlijk hoe die man spelen kan! Magnifiek om mee te mogen maken dat hij zijn plezier in het spelen over kan brengen op de menigte! Saxofonist Geraard De Groote blijkt ook niet voor een gat te vangen te zijn want hij hanteert in de set verschillende percussie instrumenten. Ralph Bonte bezorgt me door zijn soulvolle stem samen met muzikaliteit van zijn band – mooi B3 intro van Patrick Cuyvers waarop Jean-Marie Herman op zijn Steffen inhaakt en de sax klanken van Geraard De Groote – héél hoog kippenvel als zij, net als in Peer, het nummer ‘Members Only’ van Bobby Blue Bland ten gehore brengen. Ik kan mijn glimlach van oor tot oor niet onderdrukken – ik geniet met volle teugen! Hier word ik zó blij van; een band die een legendarisch nummer eer aandoet. Normaliter vind ik dat je van dit soort nummers af dient te blijven maar Hideaway kan dit zéker aan! We krijgen ook nog een spiksplinternieuw nummer te horen, ‘It’s A Good Day For The Blues’ zó nieuw dat soms de tekst afgelezen dient te worden, dit nummer huist ook weer een à la Clarence Clemens sax solo en de B3 maakt het weer tot een lekker swingend nummer. Hideaway (later laat ik me back-stage vertellen dat de band vernoemd is naar een nummer van blues legende Freddy King) een band die al làng het stadium van openers voorbij zijn; óók een band die de promotors in Nederland zéker een podium moeten gunnen want ook het Nederlandse publiek zal met volle teugen genieten van hun muzikale kwaliteiten.
De heren komen uit de regio van Brugge en maken dus zoals gezegd al lang plezier op e.o.a. podium, óók zijn de heren finalisten in de 2013 Belgian Blues Challenge die in Toulouse werd gehouden. Het sextet bestaand uit Ralph Bonte die niet alleen tekent voor de vocals maar ook de gitaar liefkoost, gitarist Jean-Marie Herman, drummer Johan Guidée, toestenist Patrick Cuyvers (ook Jim Cofey), bassist Eric Vandekerkhove en saxofonist Geraard De Groote. De eerste drie heren zijn al sinds 1986 een team, de anderen sloten zich respectievelijk in 1992 (bassist) en in 1997 (saxofonist) bij de band aan. Al in het tweede nummer ervaar ik de ‘tough & rough’ gitaarklanken van de niet zo ‘rough & tough’ ogende gitarist Jean-Marie Herman, heerlijk ik sta werkelijk perplex van de kwaliteiten van deze man. Het volgende nummer deed mij al eerder aan Warren Zevon’s ‘Carmelita’ denken en ook hier raakt ‘When Rita Leaves’ mij weer vooral door de stem van Ralph Bonte die mij toch in het geheel niet Belgisch in de oren klinkt maar ook de accordeon die door toetsenist Patrick Cuyvers is verruild voor de B3 raakt me. Met name laatstgenoemde Patrick zou zó weggelopen kunnen zijn uit een Chicagoan Juke Joint, heerlijk hoe die man spelen kan! Magnifiek om mee te mogen maken dat hij zijn plezier in het spelen over kan brengen op de menigte! Saxofonist Geraard De Groote blijkt ook niet voor een gat te vangen te zijn want hij hanteert in de set verschillende percussie instrumenten. Ralph Bonte bezorgt me door zijn soulvolle stem samen met muzikaliteit van zijn band – mooi B3 intro van Patrick Cuyvers waarop Jean-Marie Herman op zijn Steffen inhaakt en de sax klanken van Geraard De Groote – héél hoog kippenvel als zij, net als in Peer, het nummer ‘Members Only’ van Bobby Blue Bland ten gehore brengen. Ik kan mijn glimlach van oor tot oor niet onderdrukken – ik geniet met volle teugen! Hier word ik zó blij van; een band die een legendarisch nummer eer aandoet. Normaliter vind ik dat je van dit soort nummers af dient te blijven maar Hideaway kan dit zéker aan! We krijgen ook nog een spiksplinternieuw nummer te horen, ‘It’s A Good Day For The Blues’ zó nieuw dat soms de tekst afgelezen dient te worden, dit nummer huist ook weer een à la Clarence Clemens sax solo en de B3 maakt het weer tot een lekker swingend nummer. Hideaway (later laat ik me back-stage vertellen dat de band vernoemd is naar een nummer van blues legende Freddy King) een band die al làng het stadium van openers voorbij zijn; óók een band die de promotors in Nederland zéker een podium moeten gunnen want ook het Nederlandse publiek zal met volle teugen genieten van hun muzikale kwaliteiten.
Dat de Dave Chavez Band ‘on a roll is’ weten de inmiddels vele fans die de band trouw volgen; inmiddels regelmatig in België optredend heeft ook Swing Wespelaar gemeend deze Schiedammers te laten participeren op de line-up van de 27e editie van Swing Wespelaar. De band is wederom is een andere samenstelling door de afwezigheid van (Dordtse) drummer Darryl Ciggaar maar Dave Chavez heeft een andere drummer bereid gevonden zijn plaats in te nemen. Niet zòmaar een drummer maar Dutch Blues Award winnaar ‘Sinner‘ Frankie Duindam van Sugar Boy & the Sinners! Erik Lipman heeft inmiddels besloten de band te verlaten, hij zal de band nog slechts één keer komen versterken bij een optreden in September, Erik wordt vervangen door ‘Lord Julius’ Jules van Brakel uit de residentie. Laatstgenoemde ook geen onbekende in de blues scene, hij is o.a. bekend van Big Pete & the Backbones, M.O.C.T. (soulish), King Mo maar ook in het huidige Bruce James Soultet een wat meer jazzy/soulish repertoire. Maar vermeldenswaardig is toch wel de terugkeer van de enige andere Schiedammer en bluesharpist van de band, Robin van Roon, hij is gelukkig inmiddels weer voldoende hersteld van het ongeluk waarbij hij zijn ribben brak. Alsof de man nóóit problemen met de luchtwegen heeft gehad blaast hij het hier aanwezige publiek op het plein van Wespelaar bijna de Grote Baan op, dit bluesharpgeweld al bij het eerste nummer ‘Dirty C’ – wow! Gelukkig komen bij het tweede nummer ‘Boogie Real Low’ de bezoekers van Swing Wespelaar die de band nog niet kenden al naderbij, van deze synergie op het podium wil blijkbaar niemand iets missen. Bij het nummer ‘Walking To My Baby’ excelleert ‘Slim’ Robin van Roon op de chromatic maar ook Dave Chavez is in topvorm gezien zijn lang uitgesponnen solo op de Fender. Het valt me op dat Robin van Roon tegenwoordig een mooi harpstandaard heeft, Cadillac Pete Harp Stands, ongetwijfeld recentelijk aangeschaft tijdens de trip naar de Seydel fabriek. Natuurlijk krijgt het publiek ook de titeltrack van het eerste Dave Chavez album te horen ‘Sharp Like A Knife’, vele aanwezigen kunnen dit nummer al woordelijk meezingen…….Als Dave Chavez ons vertelt dat de time-manager nergens te bekennen is plakt hij en zijn meesterlijke mede muzikanten er nog fijn een nummertje aan vast; de band brengt het Fabulous Thunderbirds nummer ‘Wait On Time’ waarin mij mond op de kin valt over de capaciteiten van Robin van Roon, fenomenaal! Heerlijk hoe Jules van Brakel hier staat te bassen, hij geniet duidelijk van de capaciteiten van de andere bandleden en wij genieten van zijn groove! Respect gaat uit naar ‘Sinner’ Frankie Duindam die ook hier in Wespelaar heeft bewezen waarom hij een Dutch Blues Music Award winnaar is, zó weinig tijd en dan zó presteren – meesterlijk! Deze sympathieke mannen die inmiddels een Amerikaanse fan rijke zijn getuige de filmende Eugene ‘Hideaway’ Bridges valt een groot applaus ten deel waarna Dave in goed Schiedams af sluit met de woorden “hou ‘t gezellig, hou ‘t veilig”.
De volgende gast komt van over de grote plas; Eugene ‘Hideaway’ Bridges is de eerste Amerikaan die op de poster van de line-up van de zaterdag van Swing Wespelaar prijkt. Geen onbekende in de Lage Landen dat niet, maar ook geen frequente gast, voor ons was het alweer even geleden dat wij de man zagen optreden. De man afkomstig uit New Orleans is nog maar een halve eeuw oud dus als Eugene Bridges het kan behagen om nog een aantal jaren op te treden is de Chicago Blues Style is gewaarborgd. Eugene, ‘the man in the hat’ en die zijn initiaal in goud op de voortand heeft laten zetten, wordt op Swing Wespelaar bijgestaan door de markante Peter Zivkovic op de toetsen, Kelpie McKenzie speelt de bass en samen met drummer Arthur Reirs vormt hij de ritme-sectie van de band. ‘Hideaway’ Bridges zelf neemt de gitaar, Gibson getekend door meneer B.B. King zélf, ter hand maar ook de vocals zijn voor zijn rekening. Uit de aankondiging blijkt dat Eugene ‘Hideaway’ Bridges aanvankelijk met zijn broers een gospelkoor vormde én dat hij verre familie is van Tina Turner, lijkt me dit een garantie voor een soulvol optreden. Eugene ‘Hideaway’ Bridges is een man die geen onderscheid maakt tussen blues, soul en gospel; hij laat ons genieten van een mooi mix van de diverse genres. Tijdens een intro vertelt hij het publiek dat hij zijn vader, bluesgitarist Hideaway Slim, dankbaar is voor zijn liefde voor de blues, Eugene ‘Hideaway’ Bridges heeft deze liefde meegekregen. Niet àlle nummers zijn zo sterk gebracht als ‘Good Old Days’ en het up-tempo én mijn persoonlijke dans- en meegalm nummer ‘Rise Above It’ want ik was niet érg onder de indruk van zijn ‘Jump The Joint’. Zijn band is hopelijk met de lekker hoorbare bass licks van bassist Kelpie McKenzie én zéér goed spelende toetsenist Peter Zivkovic een blijvertje maar drummer Arturs Reirs mag natuurlijk ook niet vergeten worden. Al met al een héle goede set van de professionele Eugene ‘Hideaway’ Bridges met wat ik me heb laten vertellen zijn Engelse band.
Geen groter contrast denkbaar tussen voorgaande gasten en de volgende band; The Statesboro Revue. Deze band houdt het midden tussen Country Roots, Southern Rock en Rock ‘n Roll; in mijn notitie boekje stond deze band al met 3 sterren gemarkeerd omdat ik heel nieuwsgierig ben hoe de mannen live performen. De eerste 2 albums ‘Different Kind Of Light’ (2009) en ‘Ramble On Privilage Creek'(2013) hadden mijn aandacht al getrokken mààr ik ben een liefhebber van live muziek ………Zoals aangegeven brengen frontman/zanger/gitarist Stewart Mann, baby-brother/gitarist Garrett Mann, bassist Kristopher Schoen en drummer Nicholas Casillo een geluid die een mix is tussen The Black Crowes, North Mississippi Allstars en een beetje Creedence Clearwater Revival. De band uit Austin-Texas zoekt hier op Swing Wespelaar écht de interactie met het publiek, helaas komt die slechts mondjesmaat op gang. Stewart Mann‘s stem is écht helemààl niet verkeerd en hij speelt ook nog eens lekker bluesharp, gitaarwerk is ok maar is nergens van wereldschokkend niveau. Tóch vind ik de synergie op het podium goed overkomen maar daar schijnt het publiek iets meer moeite mee te hebben want pas als de band een nummer van de Rolling Stones brengen gaat het publiek volledig los. Ik ben gecharmeerd van The Statesburo Revue en zou hen graag nog eens terug zien op e.o.a. podium die België en Nederland rijks is. Voor mij dé verrassing van de tweede dag van Swing Wespelaar.
Dat de volgende muzikant op de line-up van Swing Wespelaar wordt vergeleken met Stevie Ray Vaughan en Joe Bonamassa zal hem als een molensteen om de nek hangen; Bart Walker (Nashville-TN) is een bluesrock gitarist uit de stal van de Duitser Thomas Ruf (Ruf Records) én de 2012 winnaar van de International Blues Challenge voor Beste Gitarist. De jongeman heeft slechts sinds een jaar zijn demonen onder controle en verdient alleen al hiervoor ons respect. Laten we eens kijken of ook zijn optreden vandaag in Wespelaar ook respect afdwingt. De man heeft een Belgische begeleidingsband, niet zomaar een bandje maar een verzameling doorgewinterde muzikanten die weten waar Abraham de mosterd haalt. Patrick Cuyvers (we zagen hem al bij Hideaway) kreeg de vrije hand om een band rondom Bart te vormen en koos hierbij voor Eric Wels op bass, Steven Wouters drums om hem te vergezellen in de begeleiding van Thomas Bart Walker. De sympathiek ogende Bart Walker opent met ‘Took it Like a Man’ over de ochtend na een nacht van “heavy drinking”. Goed begin van de set die gevolgd wordt door de titel track van zijn 2013 album ‘Waiting On Daylight’ wat een mooie slow blues is waar ik soms héél even aan Van Morrison moet denken. In het publiek ontwaar een aantal ik Joe Bonamassa ‘die-hard fans’ die speciaal voor deze Bart Walker naar Wespelaar zijn afgereisd. Bart zijn, in korte tijd, opgebouwde reputatie is hem kennelijk vooruitgesneld. Een goed teken lijkt me! Als Bart Walker de menigte vraagt “anybody heard of Freddie King” krijgt hij als antwoord “are you fucking kidding me you won the award in 2012” begrijpelijk want hier staan natuurlijk de échte bluesadepten op het plein van Wespelaar. Het nummer ‘Big Leg Woman’ wordt gespeeld waarin een hoofdrol voor Eric Wels. Bart Walker toont zich heer en meester op de snaren al moet ik bekennen dat het sóms wel teveel noten in een té lange solo is. Van zijn eerste album (2011) ‘Who I Am’ krijgen we ook nog een ‘Left Turn’ en ‘Austin City Limits’ te horen, waarbij in het eerste nummer een kippenvel gevende B3 partij van Patrick Cuyvers. Dat Bart Walker ook van een potje show niet vies is blijkt als hij de gitaar achter de rug bespeelt en ook zijn mic-standaard als slide gebruikt, ondanks het attribuut een goed te pruimen stuk slidegitaar. Ik voorspel deze Bart Walker nog vele optredens in Europa al dan niet met zijn eigen Amerikaanse band óf met deze zelfde groep muzikanten die slechts voor het eerst met Thomas Bart Walker het podium deelden maar zich goed kweet van deze klus.
De uitsmijter van de tweede dag van Swing Wespelaar is wereldformaat, niemand minder dan blueslegende Charlie Musselwhite is door de organisatie van Swing Wespelaar gestrikt om de 2014-affiche van het festival allure te geven. Velen bezoekers uit binnen en buitenland zoeken al vroegtijdig een mooi plekje vooraan de hekken bij het podium, de menigte wil niets missen van wat te gebeuren staat. Ook de reporters van ‘The Blues Alone?’ zorgen al voortijdig dat zij aanwezig zijn om een goede spot te garanderen want het is druk in de press-pitt. Het lijkt wel of de jaren zijn sporen niet achter lijken te laten op deze immer goed uitziende, charmante van Native American komaf zeventig jarige Charlie Musselwhite. De heer van stand, geboren en getogen in Tennessee, ziet er weer fris en monter uit, hij lijkt er zin in te hebben om het met vele toeschouwers volgestroomd plein in Wespelaar een staaltje puike muziek te laten horen. Deze, bij leven al, legendarische bluesharpist die alweer zo’n vijtig (!) jaar op het podium te vinden is, staat natuurlijk bekend om zijn veelzijdigheid in zowel blues, soul als rock ‘n roll maar óók voor zijn medewerking aan opnames met niet zo voor de handliggende muzikanten zoals Tom Waits. De oudere jongere toeschouwer kent hem maar gelukkig zie ik ook vele jongeren tussen het publiek, ongetwijfeld te danken aan Charlie‘s samenwerking met de 26 jaar jongere Ben Harper op het 2013 album ‘Get Up’ waar de heren een Grammy Award voor in de wacht sleepten. Natuurlijk mocht Charlie Musselwhite in 2014 ook een Blues Music Award ontvangen voor Best Instrumentalist in de categorie Harmonicist, rijkelijk laat als je zijn palmares bekijkt. Geen awards in de wacht te slepen in Wespelaar slechts de adoratie en goedkeurend applaus van het publiek zal Charlie Musselwhite hier kunnen oogsten. Charlie wordt bijgestaan door Wirtford Core op drumms hij vormt samen met bassist Stephen Froberg de ritme-sectie en de onnavolgbare Matthew Stubbs op de Gibson gitaar. Al bij het tweede nummer ontdoet de ‘éminence grise’ zich van zijn jasje om daarna in een smaakvol paars-zwart ‘Lansky Bros’-hemd (Clothier of the King – Peabody Hotel Memphis) de aanwezige dames het hoofd op hol te maken. Mr. Musselwhite vertelt het verhaal over zijn aankomst in Chicago, een stad zó anders dan Memphis, van zijn eerste album brengt hij ‘Nobody Knows Me’. Ik kan geen superlatieven bedenken om deze set de beschrijven, hier staat een band op het podium waarvan er slechts enkelen in de wereld zijn. Werkelijk àlles klopt, de mannen zijn über muzikanten! Charlie Musselwhite maakt een grapje n.a.v. het geroep uit het publiek voor een bepaald nummer “if you write the title on a fifty dollar bill, we’ll play it” . En met de uitspraak “nobody’s dancing, if you feel like dancing here’s some dancing music” krijgen we o.a. een rock ‘n roll uitvoering van Tony Joe White‘s ‘As The Crow Flies’ te horen en Hound Dog Taylor‘s ‘Roll Your Moneymaker’ waar ik dan ook gewillig gehoor aan geef. Na “any Eddie Taylor fans outthere” horen we ‘Long Way From Home’ en een moderne sound bij ‘Church’s Out’ is het partytime wat de klok slaat. Mr. Charlie Musselwhite had al langer mijn sympathie maar hier op Swing Wespelaar heeft Sir Musselwhite deze sympathie nog maar eens naar een hoger plan weten te tillen, wàt een eer om hierbij aanwezig te mogen zijn. Ondanks de vermoeide benen lopen de reporters van ‘The Blues Alone?’ op wolken terug naar onze heilige koe die ons weer veilig naar ons logeer adres brengt.