Gezien & gehoord op zondag 8 juni 2014 in Domineeskamp Raalte: Ribs & Blues festival met de Bluesbones; Sugar Boy & the Sinners; Bökkers; Thorbjørn Risager; Delta Saints; Delta Riggs; John F. Klaver Band; Texas Radio; Joe Harman; Drivin’ N’ Cryin’; King Of The World; Five Horse Johnson; Jools Holland R&B Orchestra. Review door Nicolette Johns. Review edits en filmpjes door Giel van der Hoeven met foto’s vsn José Gallois & Arjan Vermeer
Het Ribs & Blues Festival werd dit jaar gehouden van 7 tot en met 9 juni. Als vanouds tijdens de Pinksterdagen met als hoofdmoot weer veel live muziek op de twee podia op het Domineeskamp in het centrum van Raalte. De openingsdag met de Ad Vandenberg’s Moonkings, De Dijk en Kensington hebben we moeten missen. Dit omdat wij met ons team andere verplichtingen hadden, zoals het verslaan van het Blues Open Festival in Geldrop en een bezoek aan The Rolling Stones op het Pinkpop festival (wie neemt dat ons kwalijk?). Maar, op de Pinksterzondag togen wij – zoals het échte bluesliefhebbers betaamd – op volle sterkte naar het Overijsselse Raalte. Om verslag te doen van de achttiende editie van dit jaarlijkse blues- en roots festival. De voorspelling was uitgekomen: een mooi Pinksterweekend met veel blues met hier en daar wat rock! Gekleed in zomertenues met de zonnebrillen op de neus gingen we muzikaal (en klimatologisch) opwindende en huiveringwekkende momenten tegemoet. Lees hier ons relaas in twee delen en geniet van de schitterende beelden door onze fanatieke plaatjesschieters.
De eerste set van Ribs & Blues zou een beladen optreden worden! De Belgische Bluesbones trad voor het eerst na het overlijden van Mario Paglia, vader van gitarist Stef Paglia, weer aan op een podium. Niet zomaar een podium maar één van een toonaangevend festival wat voor de band nóg veel meer deuren zal gaan openen. Ondanks de afgelopen nare twee weken zie ik tóch trotse gezichten bij de heren Nico de Cock, Andy Aerts, Ronald Burssens, Dominique Christens en zélfs ook bij Stef Paglia. De mannen openen met ‘Witchdoctor’ maar er volgt als tweede song een nieuw nummer ‘The End’, een mooi nummer naar mijn mening. Al bij het derde nummer van de set ‘Voodoo Guitar’, tijdens de solo van Stef, gaat het al mis bij mij, ik kan de waterlanders maar amper terugdringen. Het gevoel waarmee Stef zijn gitaar beroert is van een bijzondere ingetogenheid waarbij menig toeschouwer in Raalte de rillingen van over het lijf lopen.
De band is ondanks hun drukke speelschema goed bezig om nieuwe nummers te lanceren er volgt namelijk nog een nieuwe song: ‘No Good For Me’. Tóch komen ook de vrolijkere nummers van het eerste album ‘Voodoo Guitar’ voorbij zoals, ‘Cruisin’ en ‘Whiskey Drinkin’ Woman’ maar als Nico zijn foto’s van het publiek heeft gemaakt is het tijd voor mijn favoriete song ‘Believe’. Als ik de mannen uit de band één voor één tranen zie wegvegen breek ik ook volledig! Zo is het goed denk ik, van mij mag dit het laatste nummer zijn maar de band herpakt zich zoals alleen professionals dat kunnen. En ze brengen een storytelling nummer ‘The Devils Bride’, weer zo’n lekker nummer uit de koker van Nico de Cock. De Belgisch Bluesbones hebben eens te meer bewezen dat er in dat verdeelde landje ten zuiden van ons veel kwaliteit schuil gaat.
Als we ons naar het buitenpodium verplaatsen wacht de fotografen van The Blues Alone? een vervelende verrassing. De fotografenpit voor het buitenpodium is zó smal dat er over de opgestelde filmcamera platforms heen geklommen dient te worden om de band te kunnen fotograferen. Menige fotograaf kan zijn ergernis niet onderdrukken maar er moet even voor één dag geïmproviseerd worden met klimmen en klauteren. Dan maar veel fotograferen vanuit het publiek als motto vandaag bij de Open Air Stage. De eerste set is al begonnen en Sugar Boy & the Sinners hebben de menigte, nieuwkomers maar ook vele trouwe fans, al behoorlijk aan het dansen gekregen. Gitarist Ronny en double bassist Vince Guerin hebben er zo te horen zin in op deze prachtige eerste Pinksterdag maar ook zanger/bluesharpist Boy Vielvoye laat zich niet ongehoord. Hij heeft een meesterlijk talent om de toeschouwers te entertainen, iets wat je van nature hebt, zoiets leer je jezelf niet aan. Drie toppers zien we hier op Ribs & Blues aan het werk. De rumba-blues song over verraderlijke vrouwen in ‘She Tricked Me’ is ook weer van de partij. Ook mijn persoonlijke favoriet ‘Third Round Of Gin’ over het gevaar dat er luikt ná dat derde drankje… Funky Stuff! Swing blues style volgt met ‘Take a Ride with Me’ en ‘Suger Boy’ Vielvoye blaast een indrukwekkend einde, wát een lucht heeft die jongen, aan een zeer entertainende set. De toeschouwers voor het Open Air podium kunnen er geen genoeg van krijgen en dus wordt hun encore geroep beloond met nóg een nummer van deze niet te missen ‘Sugar Boy & the Sinners’. De échte afsluiter van de set is ‘Boogie Till We Drop’ en ik zeg: volgend jaar op het grote podium van Ribs & Blues!
Alvorens we weer naar de warme Main Stage tent gaan waar Bökkers de blues speult, blijven we eerst nog even buiten uitblazen van wat we tot nu toe mee mochten maken. We groeten wat vrienden, maken een rondje langs de shops en speculeren over wat er allemaal nog op de line-up van dit wederom goed georganiseerde Ribs & Blues festival staat. Een organisatie die ook dit jaar weer een ‘lokaal product’ meende aan te prijzen, nu in de vorm van Bökkers. Een vriendenclub met regionale helden rondom de naamgever van de band Hendrik Jan Bökkers. Met teksten in het Sallands dialect en energieke muziek wordt vooral veel rock ’n lol getrapt. En, voor de gelegenheid nu dus ook – en zeker niet onverdienstelijk – Engelstalige bluesmuziek gespeeld. Met voornamelijk (vertaalde) en gewaagde covers, dat dan weer wel. Zanger/gitarist Erik Neimeijer kennen we nog van o.a. de Backcorner Boogie Band. En ook de connectie met bands als Jovink en de Voederbietels en Normaal is hier aanwezig. Een klein uurtje Bluøken met Bökkers was normaal voor de lokale bezoekers, maar de streekrock ’n blues is voor buitenstaanders slechts een parodie op de oorspronkelijke bluesmuziek.
De volgende act die geprogrammeerd staat op het Open Air Stage is niemand minder dan de Deen Thorbjørn Risager en zijn band. Zagen we hem al ooit (2008) als een van de openers op Peer, de man is sinds zijn inlijving bij Thomas Ruf’s Ruf Records behooooooorlijk gegroeid. Wat een dijk van een stem heeft deze man, de band incluis de sax van Kasper Wagner staat als een huis! Een volwassen set die naar mijn bescheiden mening niet op het Open Air podium thuis hoort, deze mannen hadden beter op de Main Stage gestaan waar de toeschouwers toch iets gerichter komen kijken dan dat met doet op het plein voor het Open Air podium. Waar toch veelal mensen elkaar treffen onder het genot van een hapje en een drankje en het daarbij behorende praatje. Desalniettemin is dit ook voor een band tegelijkertijd weer een kans om nieuw publiek te winnen. De set wordt gestart met een Bo Diddley intro vaardig door drummer Martin Seidelin, die zo bij Pinkpop weggelopen lijkt te zijn in zijn zuurstokroze overhemd met bijpassende pet, neergelegd. De stemming zit er meteen in en wordt het aanwezige publiek getrakteerd op een set waarin praktisch alle nummers van ‘Too Many Roads’ gespeeld worden. De pianist Emil Balsgaard, door Risager als de New Orleans Wizz Kid aangekondigd, is de smaakmaker van de band maar ook gitarist Peter Skjerning, die met gemak van Harmony (daar is ‘ie weer!) naar Gibson wisselt is een behoorlijk begenadigd muzikant. Gelukkig dans ik op het New Orleans ritme in de schaduw zodat het transpireren beperkt blijft. Maar ik kan mij niet aan de gedachte onttrekken dat Risager de keuze voor het dragen van zijn zo typerende zwarte pak betreurt. Tijdens de fantastische slide partij in ‘Ain’t No Turning Back’ zie ik drummer Martin Seidelin met dubbele stokken drummen, leuke gimmick maar nodig? De toeschouwers zijn door de koele Deen Thorbjørn Risager en zijn band mee op reis genomen door het landschap van Soul, Blues die reikt van Chicago tot Mississippi. Na afloop wil ik maar al te graag zijn laatste schijfje ‘Too Many Roads’ aanschaffen maar moet me daarbij wel in een lange rij wachtenden voor aansluiten, dat geeft niets ik heb het er graag voor over!
The Delta Saints is een jonge band uit Nashville en ze zijn de laatste jaren graag geziene gasten op gezellige festivals en in de clubs in West Europa. De energieke mix van Southern rock, swampblues en funk spreekt veel jonge mensen aan (het Alabama Shakes-effect, zeg maar) en doet de oudere generatie terugdenken aan bands als The Allman Brothers of The Black Crowes. De meest markante figuur in de band is wel de beweeglijke bassist die zijn dreadlocks wild laat meedansen op de ritmische songs. Songs van o.a. hun debuutalbum uit 2011 maar ook onverwachte covers van Sugarloaf (“Don’t Call Us…’) en Gnarls Barkley (‘Crazy’). Een band die zowel leuk is om naar te kijken als om naar te luisteren! En, in augustus 2014 ook weer op het Westerpop festival in Delft te bewonderen, dat moet je zeker gaan zien. We pikken ook nog een klein stukje Delta Riggs mee, een band die echter niet uit de Delta van de Mississippi komt maar van ‘Down Under’ Australië. Het eerste wat bij mij opkomt als ik Elliott Hammond zie is “Johnny Rotten Revisited” – de man lijkt een ongeleid projectiel op het podium en springt heen en weer dat het een lieve lust is. Beloofde hun optreden memorabel te worden mij kan het niet écht bekoren. Rootrock van een twijfelachtige kwaliteit hier vandaag op Ribs & Blues ten toon gespreid; ligt het aan de Jameson die Elliott vooraf het optreden al naar binnen heeft gewerkt, de aangebroken fles prijkt nog steeds op het orgeltje. Is dit de oorzaak zijn van dit naar mijn mening onder de maat gebleven optreden? De teveel aangedikte baslijn doet de bij tijd en wijle mooie solo’s van gitarist ook niet echt eer aan; ik kan er niet warm voor lopen en besluit een hapje te gaan eten bij de stand van restaurant Jan Steen waarbij ik probeer op de calorieën te letten door de garnalenspies te bestellen die overigens overheerlijk bleek.
Inmiddels heb ik het buitenpodium weer verruild voor het Main Stage in de tent want tweevoudig winnaar van de Dutch Blues Award John F. Klaver Band staat in de coulissen te popelen om de gitaar skills van John Klaver te exposeren. Had ik de man ooit in De Boerderij gezien als voorprogramma, waar ik niet van onder de indruk was overigens, inmiddels is de frontman vele optredens en ervaringen rijker en dus gaan we de uitdaging opnieuw aan met John F. Klaver. De Engelse uitspraak die mijn Franse man plagt te gebruiken als het om deze frontman gaat, hij noemt hem steevast Klever blijkt geen voorbode te zijn voor wat er op het podium gebeurt, John F. is voor mij geen klever…..”he’s not sticking in mind” zal ik maar zeggen. Zijn voorkomen is van een infantiliteit waar zelfs Joe Bonamassa in de jaren vóór de re-style nog als échte man bij afsteekt. Ik zeg schaar in je haar en ga voor een stoere stagebril John F. Het is allemaal prachtig en kundig wat je doet op de gitaar, de band is van uitmuntende klasse met name de vette baslijnen van ‘stoer wijf’ Iris Stigtermans en ‘Leslie Master’ Rob Mostert maar je podium presentatie doet afbreuk aan je skils waardoor velen voortijdig afhaken bij je optredens. Ondanks het mooie Crossroad kan mij de set niet écht boeien, het meest spannende was naar mijn mening de knàlgele drumset.
Als we arriveren bij het Open Air stage is Texas Radio, een band uit de regio, al begonnen. De trance-geluiden van de drummer Imanishi Kleinmeulman verwelkomen ons en brengen ons terug in de tijd van het festival in Woodstock of die van het Rotterdamse Kralingsebos. De band, zanger/bluesharpist Arthur Akkermans, Niek Cival gitaar, bassist Teun Eijsink en brengt een mix van Waits meets the Doors overgoten met een blues sausje. John Lee Hooker’s ‘Boom Boom’ blijkt ondanks de gemiddelde leeftijd van de bandleden die ik schat op ongeveer 25 jaar geen belemmering om volledig uit het wel bekende dak te gaan. Texas Radio, een terechte winnaar van de Popprijs, zal nog vele toeschouwers in de verschillende venues die Nederland en België rijk zijn versteld doen staan. Jo Harman en haar band speelt weer een fleurige combinatie van poppy bluesrock songs en gevoelige ballads. Waaronder een práááchtige vertolking van Bobby Blue Bland’s ’Ain’t No Love’! Eens temeer is gebleken dat deze eigenzinnige Britse dame over een dijk van een stem beschikt. Maar ook vanaf de Main Stage van Ribs & Blues blijkt haar repertoire weer niet helemaal tot z’n recht te komen. Bovendien is de sound in de benauwde en rumoerige tent niet bepaald goed te noemen, en dat is jammer. Want wie Jo en haar mannen (waarvan toetsenist Steve Watts andermaal uitblonk) eerder in intieme settings hebben zien optreden weet waartoe deze dappere chick in staat is. Gelukkig was er voor belangstelling voor haar plaatwerk en de nieuwe DVD na afloop geen gebrek.
Je kunt je afvragen of een band als Drivin’ N’ Cryin‘ met hun Atlanta Jamrock sound thuis hoort op en blues- en roots muziekfestival? Wij waren in ieder geval zeer verguld met hun komst en geven de Ribs & Blues programmeurs hierbij een dikke pluim! Natuurlijk, singer-songwriter Kevn Kinney was vorig jaar nog te zien in een Nederlandse clubtour, samen met Tim Knol. Maar een full-band DNC optreden had toch zeker sinds eind jaren negentig niet meer in ons land plaats gevonden. Het kwartet heeft een nieuwe jonge drummer en bestaat verder uit de stoere bassist Tim Neilsen en de nurdy gitarist Aaron Lee Tasjan. En ook hier stond een fles whisky op het drumpodium, van het merk Jack Daniels dit keer. Want ook deze Amerikanen spugen niet in een drankje bemerkte wij al bij een ontmoeting vooraf met hen. Uiteraard werd er na de gebruikelijke instrumentale openener ‘Space Eyes’ geroepen om hun grootste hit ‘Fly Me Courageous’ (1991), en natuurlijk werd die later in de set ook gespeeld. Evenals het allereerste DNC hete hangijzer ‘Scarred But Smarter’(1985). Maar de band (en trouwens Kevn Kinney solo ook!) heeft zóveel meer mooie pakkende songs geschreven, dat het echt jammer was dat hun optreden maar zestig minuten duurde. Een set die overigens wel zeer enthousiast werd ontvangen door het publiek in Raalte. Het deed de altijd wat laconiek overkomende Kinney zichtbaar veel genoegen toen hij hoorde dat het refrein van ‘Straight To Hell’ spontaan werd opgepakt en werd meegezongen. Dit Drivin’ N’ Cryin’ optreden mag daarom worden bijgeschreven als één van de verrassende hoogtepunten van Ribs & Blues, editie 2014 [lees hier bij TBA? binnenkort een interview met Kevn Kinney!].
Primetime zouden ze het in het televisie jargon noemen, ik heb het over het tijdstip dat Neerlands trots het podium mag betreden – King Of The World is de band die de nu inmiddels bomvolle tent gaat entertainen met hun sound. De sympathieke leden van King Of The World hebben aan media aandacht niet te klagen. Waren zij al tweemaal te gast bij Pauw & Witteman, zélfs mijn non-blues collega’s weten nu wie ze zijn, maandag 3 Juni j.l. was de hele uitzending van ‘Derksen On the Road’ aan de band gewijd (zie uitzending gemist). King Of The World heeft inmiddels al een tweede album uitgebracht met de simpele titel ‘KOTW’ ter continuering van het succesvolle album ‘Can’t Go Home’. Ruud Weber, schrijver, frontman, bassist en vocalist, opent de set met ‘Messin’ With My Mind’ van het nieuwe album een lekker nummer wat meteen aanzet tot bewegen! Ashford & Simpson’s – door Ray Charles tot hit gezongen – ‘Let All Get Stoned’ maakt dat heel Raalte en zijn tijdelijke Pinkster bewoners uit volle borst meezingen in de inmiddels uitpuilende tent. Een mooie ballad kan natuurlijk niet zonder de liefhebbende aanraking van de snaren van “Master in Arts” Erwin Java. Ruud Weber, schrijver, bassist en zanger schreef er één over het overlijden van zijn moeder met de titel ‘Beating Like A Drum’ en de eerste twintig rijen hebben kippenvel! Heel knap hoe de belichting bij dit nummer is geregeld. Ruud staat in de spot terwijl de rest van de band is gehuld een nevel. En als Erwin tijdens dit nummer soleert staat hij in een ‘beam of light’… práchtig hierdoor krijgt een nummer mystiek waardoor de tekst meer lading krijgt, zó krijgt een nummer een extra dimensie!
Erwin Java die zo velen al betoverd heeft met zijn gitaargeluid ten tijde van zijn jaren bij Cuby & the Blizzards geeft ook aan King Of The World door de wonderschone klanken van zijn gitaar de signatuur aan de band. ‘Doctor Doctor’ ook weer een nummer van het laatste album KOTW heeft een New Orleans ritme och, och Doctor Weber uw Funky Groove maakt me “Dizzy, I’m Falling”. Tja en dan Govert van der Kolm, waar haalt hij de energie vandaan om altijd zo te vlammen achter die keys? Niets is hem te gek, staand op de kruk en de toetsen bespelend met de voet, een show waar Jerry Lee Lewis jaloers op zou zijn. Drummer Fokke de Jong is natuurlijk weer de vaste rots op het grote podium van Ribs & Blues tijdens deze mooie klanken van King Of The World. Het is nóg niet gedaan want natuurlijk volgt ‘Can’t Go Home’ het eerbetoon aan Harry Muskee. Ik geloof werkelijk dat de hele tent luistert naar de prachtige, doorleefde solo’s van Erwin Java iedereen die ik om me heen aankijk staat óf met de ogen dicht te genieten óf laat de kaak zakken van verwondering over wat deze man met de snaren kan. Graag wil ik ook de cameramannen complimenteren voor het in beeld brengen van ‘Can’t Go Home’ door hun camerashots kan ook achter in de tent dezelfde beleving tot stand komen als op de voorste rijen aan het podium. King Of The World voornamelijk Erwin Java voor mij dé held(en) van deze eerste dag van Ribs & Blues!
De beide afsluiters Five Horse Johnson op de Open Air Stage en Jools Holland met zijn Rythm & Blues Orchestra (door aanwezige al omgedoopt tot Ribs & Blues Orchestra) op de Main Stage, werden niet de sensaties zoals ze waren aangekondigd. Five Horse Johnson werd in 1995 opgericht en speelt een heavy brouwsel van bluesrock en stoner rock met de ruwe vocalen van frontman Eric Oblander. Het zestal uit Toledo Ohio heeft veel opgetrokken met de Amerikaanse stoner rock band Clutch. Ook al zo’n naam die niet veel mensen in Nederland aan zal spreken. Het is een genre dat in het conventionele bluescircuit ook al niet echt tot de verbeelding spreekt. En dat terwijl het wél swingt als een draaideur maar ook beukt als een bulldozer. Met o.a. nummers van het vorig jaar verschenen zevende album ‘The Taking Back Of Black Heart’ werd het publiek het Domineeskamp afgeblazen. De rootsy big riff rock ‘n roll die vooral Brad Coffin uit zijn gitaar ramt en de striemende bluesharp klanken door Oblander waren dan ook voor een exclusief publiek bestemd. De Britse icoon Jools Holland had behalve zijn band en een uitgebreide blazers sectie ook een aantal vocale gasten meegenomen. Dat zijn we eigenlijk al jaren zo gewend bij zijn live optredens en zangeres Ruby Turner maakt inmiddels deel uit van de vaste opstelling. Maar het heeft er ook steeds meer de schijn van dat de aimabele zanger/pianist (en bejubeld BBC-presentator) meer en meer in de vergetelheid geraakte artiesten op sleeptouw probeert te nemen. Waarmee in het geval van “the lovely voice” Mable Rae en voormalig Sporty Spice Girl Melanie C. niets mis was trouwens. Maar het gastoptreden van Marc Almond nam gaande weg het optreden steeds meer genante vormen aan. De elektronische edelkitsch composities van de voormalige Soft Cell zanger hadden sowieso al weinig met traditionele blues- of rootsmuziek te maken. Maar de wijze waarop hij ze ten gehore bracht was ten hemel schreiend. Het mag dan een kwestie van smaak zijn maar dit klonk gewoon niet goed. Gelukkig liet het JH Rythm & Blues Orchestra zelf er geen gras over groeien. Behalve de genoemde gasten telden we maar liefst dertien mannen en vier dames op het podium! En dat was dus met regelmaat – tot ver buiten de tent aan toe – de boogie-woogie dansen geblazen. Een swingende afsluiter op deze dag door een heus R&B Orchestra op het enige échte R&B Festival van Salland.
Lees ook: Ribs, Blues & Sunglasses @ Ribs & Blues 2014 – Dag 2
Ter ondersteuning van ons Ribs & Blues verslag is TV Provincie Overijssel ook zo vriendelijk geweest om beeldopnamen te maken van: The Bluesbones, King Of The World + interview, The Delta Saints, Bökkers spölt de Blues (compleet), Texas Radio, Drivin’ N’ Cryin’, John F Klaver en The Delta Riggs. Klik op deze link voor het overzicht.