Vandaag, 9 november 2013, zijn de reporters van ‘The Blues Alone?’ (Review door Nicolette Johns met foto’s van José Gallois) vertrokken naar het diepe zuiden van Nederland om enerzijds vrienden te bezoeken anderzijds om zich te omringen met ‘muziek’ vrienden op het derde C-Blues Festival dat gehouden wordt in het Cultuurhuis van Heerlen.
Het Cultuurhuis, voordien het Patronaat genoemd, is een prachtig statig gebouw uit de twintiger jaren, in de stijl van de Amsterdamse School, ooit gebouwd voor de verenigingen die de voormalige mijnwerkersstad rijk was. De plaats van handeling is het café en één van de zalen op de begane grond waar afwisselend (geen overlapping van acts) optredens te zien zijn.
Het spits wordt in het café van het Cultuurhuis afgebeten door The Handsome Fellows, die door een nerveuze Lex Nelis (directeur) worden geïntroduceerd als de plaatselijke band waarvan vandaag ook nog de vocalist/harpist en (linkshandige) gitarist zijn verjaardag viert. De band pakt meteen uit en ik concludeer dat Jacques Querelle a.k.a. Jake behóórlijk beïnvloed is door Jimmy Wood van The Imperial Crowns. Jake hanteert dezelfde vuige sound maar blaast wel behoorlijk vloeiend. Ook zijn stemgeluid kan mijn goedkeuring wegdragen, niet gepolijst maar lekker rauw! We horen nummers als ‘Soft Touch’, een eigen geschreven nummer ‘ Sittin’ Here Waiting’ over het wachten op dat ene telefoontje toen de telefoon in huis nog gewoon op de gang hing. Ook een slow blues wordt ten gehore gebracht ‘Full Time Lover’ waarin een gitaar solo is weggelegd voor Roy Dautzenberg die een lichtblauwe Fender Stratocaster (inclusief Lucky 13 strap) tot zijn ‘baby’ rekent. Als de drummer, Silvio Souren ook nog een heftige drumsolo én de tweede stem zingt kunnen we concluderen dat deze mooie mannen, waarvan bassist Arno (Holten?) de ritme sectie completeert, een allround set neerzetten. Jammer genoeg wordt hier afbreuk aan gedaan door Status Quo nummers op de setlist te zetten, dit materiaal maakt geen indruk, maar de band wil het optreden graag als een hobby blijven zien zoals mij na de set ter oren kwam. Gelukkig krijgen we nog een stukje mooie slide te horen van Roy Dautzenberg, waarna we tijdens ‘Got My Mojo Working’ ons alvast verplaatsen naar de zaal waar de volgende band ‘act de présance’ zal geven.
De tweede act van het inmiddels behoorlijk volgelopen festival is gereserveerd voor Mike & the Mellotones. Deze band afkomstig uit Nijmegen, wordt voorgestaan door zanger en gitarist Mike Donkers, zijn Mellotones zijn op bass Eric Harders, Lorenzo op drums en ‘Little’ Steven van der Nat op gitaar. De laatst genoemde heeft ook zelf een band die zich Little Steve & the Big Beat noemt. Mike wil vanavond natuurlijk graag materiaal van zijn album ‘1 + 1 = 3’ (2012) laten horen; een album wat hij samen met Italiaan Enrico Crivellaro opnam. Laatstgenoemde gitarist heb ik ook ooit mogen aanschouwen maar ik kan u melden dat gitarist ‘Little’ Steven van der Nat geenszins een aderlating is! Deze jonge man heeft al heel veel virtuositeit in huis en zal ons als publiek nog veel meer versteld doen staan van zijn kunnen in de nabije toekomst. Mike Donkers, die overigens alles in het Engels aan elkaar praat, is een man die zich graag tussen het publiek begeeft, in het geval van het Cultuurhuis tussen de opgestelde 3 à 4 rijen stoelen, mààr hij gunt tijdens een van zijn uitstapjes ook zijn mede gitarist ‘Little’ Steven van der Nat zijn solo. Het ‘Back Against The Wall’, wordt door Mike Donkers zelfs zonder microfoon ten gehore gebracht, ook we horen nog het inclusief surfsound gepimpte Freddie King ‘Sensation’ waarna ik concludeer dat mijn voorkeur toch echt naar het gitaar spel van ‘Little’ Steve uitgaat. Als dan na drie kwartier ook aan deze act alweer een einde komt verplaatsen wij ons weer richting café.
Na een versnapering en enkele begroetingen stellen we ons weer op voor het podium van het sfeervolle (àls de spaarlampen tenminste op tijd uitgeschakeld worden) café van het Cultuurhuis om daar The Maytree Rhythm & Blues Band te gaan zien. Ook zij zijn graag geziene gasten in hun eigen zuiden. Zij, Frans Meijboom – vocals/gitaar (Gibson), Jan Meijboom die linkshandig de akoestische Takamine gitaar bespeelt, Koos Koster op de pràchtige Rickenbacker bass, vervanger van vaste drummer Ben Paulissen Herm Klaassens op drums én de eerste Hammond speler van dit C-Blues Festival Karel Koster openen met de titeltrack van hun derde album ‘Same Old Blues’ wat al meteen gelardeerd is met slide werk van Frans – de toon is gezet! Graag wil ik met name het gitaarspel van Jan Meijboom roemen wat aanvankelijk timide te noemen is maar toch een substantieel deel van de sound van deze band vormt. Als volgend nummer horen we ‘Lonesome Road of Life’ waarin een sappig opzwepend Hammond solo wordt gespeeld door Karel. De band neemt afwisselend country, rock en rhythm & blues nummers voor hun rekening en toont zich hiermee veelzijdig. Het nummer ‘Foul Play’ is overgoten met een dikke Dire Straits saus, maar is wel goed te verorberen. Helaas komt aan dit diner van The Maytree Rhythm & Blues Band ook al na drie kwartier een einde. Goede set, die als men geen acht slaat op de herhaaldelijk naar het publiek toegedraaide rug van Frans, een uiterst entertainende set is gebleken.
We verlaten het café om naar de tweede niet-Limburgers te gaan kijken en luisteren, The Mississippi Delta Brothers uit Eindhoven zullen de bezoekers in de zaal entertainen. De band, zoals de bandnaam al doet vermoeden, bestaat uit de broers van de Klundert t.w. zanger/toetsenist Niek van de Klundert en Coos van de Klundert op gitaar, bassist Roel van Erp en Daan van der Vorst op drums én zij spelen Delta Blues wat ook al uit de bandnaam op te maken is. De mannen openen met de traditional ‘In My Time of Dying’ (Rev. J.C. Burnett/Blind Willie Johnson) wat bewonderenswaardig gebracht wordt. Niek bezit een dragend, prettig stemgeluid en kan er nog eens fijn de toetsen bij beroeren ook. Broer Coos is de man die menige slide partij aan de dag legt in Heerlen en ook hij blijkt behoorlijk beïnvloed te zijn door de North Mississippi Allstars of tenminste door de Hillcountry sound. Tijdens ‘Lord I’ve Tried Ev’rything But You’ zien we eindelijk een bassist die niet weg te denken is, wat een dikke bass-lijn legt deze Roel van Erp neer – te gek! The Mississippi Delta Brothers spelen niet alleen traditionals, country maar ook moderne covers zoals ‘I Don’t Owe You A Thing’ van Gary Clark Jr., maar ik moet bekennen dat dit naar mijn smaak een niemendalletje is, teveel chorus. Voorgaande gezegd hebbende neemt niet weg dat ik toch onder de indruk ben van deze band mede door hun lef om ook nog een nummer van Ry Cooder te brengen ‘Lord Tell Me Why’, niet makkelijk maar bijzonder goed gedaan. Als de band dan ‘Mojo Working’ inzet besluit ik alvast richting café te lopen. The Mississippi Delta Brothers een band om in de gaten te houden!
De enige niet-Nederlander op het affiche van C-Blues Festival 2013 is die van Ben Prestage, eerder zagen wij hem optreden op diverse festivals, kleine en grotere zalen maar vandaag dus in het vriendelijke zuiden van ons land. De muzikant Ben Prestage is een zogenaamde one-man band, hij bespeelt (veelal op sokken) zijn snare-drum, de high-hat, tamboerijn en natuurlijk de diverse verbouwde gitaren. Wanneer men een optreden van Ben Prestage bijwoont kàn het bijna niet anders dat men meteen verkocht raakt. Zijn innemende charme is groots, de getoonde kunsten zijn eveneens groots en de blijheid die deze man uitstraalt is aanstekelijk! Ben Prestage wisselt van gitaar naar cigar-box en weer terug. Deze man is voor niets bang maar eerlijk gezegd vind ik dat hij vandaag iets teveel van het goede wil brengen, het oogt allemaal een beetje rommelig. We horen ‘Alabama Jubilee’, ‘One of These Days’ op de mobiele lapsteel en Tampa Red’s ‘If You Want Me To Love You’ op sublieme wijze gebracht maar de vertolking van ‘2:19’ van Tom Waits maakt dat mijn hart een sprongetje maakt. Als kers op de spreekwoordelijke taart worden we getrakteerd op ‘Oh Black Maddy’ waarna ik concludeer dat de twee laatste songs toch wel de beste vertolkingen van de avond zijn. Hilarisch blijft dat tegen het einde van de set Ben Prestage de bandleden aan het publiek voorstelt als Ben Prestage. Ik blijf niet langer hangen bij de Johnny Cash medley want ik wil een goed plekje in de zaal bemachtigen voor de uitsmijter van vanavond. Duidelijk is dat Ben Prestage houdt van Nederland en Nederland houdt van de eenvoud van Ben Prestage. Conclusie een goede no nonsense set!
De uitsmijter van dit tot nu toe zeer geslaagd C-Blues Festival is Guy Smeets met zijn band. Hét wonderkind én troetelkind van bluesminnend Limburg!
Dat de Guy Smeets Band inmiddels bijna een cult-status heeft bereikt is niet zo verwonderlijk want de reporters van ‘The Blues Alone?’ zijn ook sinds zijn optreden met niemand minder dan Watermelon Slim tijdens een jam op de Southern Bluesnight getriggerd door Guy. Deze jonge man, nog steeds écht maar 15 jaren oud is, heeft de muziek door zijn aderen stromen. Alles is zo natuurlijk bij hem; spelen op de gitaar maar ook spelen met het publiek het gaat hem zó makkelijk af – een feestje om naar te luisteren en kijken. Vanavond wederom geflankeerd door Colly Fransen op de uit 1963 daterende Hammond C-3, Brit Nick McGrath op de 5-snaren bass, Rob van der Sluis vocals en (inval) drummer Herm Klaassens (Maytree Blues Band). Het eigen nummer ‘Get a Life’ is mooi en goed opgebouwd, ‘So Many Trains To Ride’ met een gitaar solo die z’n weerga niet kent, ‘Goin’ Down’ inclusief een bass solo waarbij ik voor het eerst getuige ben van een gebroken bass snaar! Hieruit blijkt dat bassist Nick McGrath toch wel heel erg sterk in de vingers is én het nummer ‘Hey Baby’ waarin een hoofdrol voor Colly is gereserveerd op de Hammond C-3. Graag wil ik benadrukken dat bij alle stukken het vakmanschap van drummer Herm Klaassens naadloos in het geheel past, nergens onduidelijkheden te bespeuren. Na Cream’s ‘Sunshine of Your Love’ kan het publiek even op adem komen tijdens de slow blues ‘Bluest Blues’. Het werkelijk weergaloze optreden van de Guy Smeets Band hier op C-Blues Festival heeft tot gevolg dat het publiek niet toelaat dat de avond wordt afgesloten en men joelt en fluit voor een ‘encore’. De encore hier in Heerlen is ‘Sugar Rush’, een nummer van de Ian Siegal Band, Rob van der Sluis heeft inderdaad een stem voor die zich hiervoor goed leent maar net zoals in de andere nummers is het allemaal niet helemaal goed te verstaan, is de uitspraak verkeerd of is hij gewoonweg niet tekstvast. Tóch heeft de band naar mijn mening de beste act van dit C-Blues Festival neergezet en is de Guy Smeets Band in de harten gesloten van menige bezoeker van dit kleinschalige C-Blues Festival. De reporters van ‘The Blues Alone?’ gaan we voor het gemak er maar vanuit dat, àls de programmering van C-Blues zo ‘spot on’ blijft het binnen niet al te lange tijd uit zijn jasje zal groeien en de grotere zalen binnen het statige gebouw hun deuren zullen moeten openen. Wij bedanken de organisatie voor hun gastvrijheid en zeggen, indien de omstandigheden ons toelaten, Tot Ziens in 2014!